Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - februari 2013:


28 februari 2013
Gedeeltelijke vrijspraak voor verdachte van zedenmisdrijf uit Maassluis

'Een 46-jarige verdachte uit Maassluis is op 28 februari 2013 door het Haagse gerechtshof vrijgesproken van het verrichten van ontuchtige handelingen met drie minderjarigen. Het hof acht wel bewezen dat de man aan drie minderjarige jongens pornofilms heeft getoond. Ook acht het hof schennis van de eerbaarheid bewezen. De man krijgt voor deze feiten een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd.

De rechtbank in Rotterdam had de verdachte in eerste aanleg wel schuldig bevonden aan het verrichten van ontuchtige handelingen met drie minderjarigen. Het hof heeft in hoger beroep geconstateerd dat de verklaringen van de betreffende minderjarigen niet consistent en eensluidend zijn. Voorts constateert het hof dat de verklaringen van getuigen, die verklaren op basis van wat ze van de betreffende minderjarige of een ander hebben gehoord, op wezenlijke onderdelen afwijken van de verklaringen van de drie minderjarigen.

De rechtbank veroordeelde de man in eerste aanleg tot een gevangenisstraf van achttien maanden en tot een maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Het Openbaar Ministerie heeft in hoger beroep dezelfde straf geëist tegen de man. Het hof acht in hoger beroep minder feiten wettig en overtuigend bewezen en komt daarom tot een lagere gevangenisstraf. Het hof heeft bij het bepalen van de strafmaat in het nadeel van de verdachte meegewogen dat hij eerder voor strafbare feiten veroordeeld is geweest.'



26 februari 2013
Haagse Hof veroordeelt orthodox joodse man voor het niet kunnen tonen van identiteitsbewijs tijdens sjabbat

'Het Gerechtshof Den Haag heeft op 26 februari 2013 een 42-jarige man veroordeeld die op verzoek van een politieambtenaar geen identiteitsbewijs kon laten zien, omdat hij als orthodoxe jood om religieuze redenen tijdens de sjabbat niets anders draagt dan zijn kleding. De man heeft in deze hoger beroepzaak een geldboete van € 60,- opgelegd gekregen. Het hof acht bewezen dat de man op 8 oktober 2010 te Rijswijk niet heeft voldaan aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden, hem opgelegd door de Wet op de identificatieplicht.

De verdachte is eerder door de kantonrechter op 17 februari 2012 ontslagen van alle rechtsvervolging. De kantonrechter was van oordeel dat het in deze concrete zaak niet van de verdachte gevraagd kon worden dat hij tegen zijn religieuze verplichting in een identiteitsbewijs bij zich droeg. Het openbaar ministerie ging in hoger beroep tegen dit vonnis, omdat het maar de vraag is of met deze verplichting wel een inbreuk wordt gemaakt op de godsdienstvrijheid van verdachte. Bovendien is de door art. 9 EVRM gegarandeerde godsdienstvrijheid niet onbegrensd en zijn daar bij wet beperkingen op mogelijk.

Door de verdediging is ter terechtzitting in hoger beroep een aantal verweren gevoerd. De verdediging heeft onder meer aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging van de verdachte, omdat de verdachte op grond van antwoorden van de toenmalige minister van justitie Donner in de Tweede Kamer bij de totstandkoming van de Wet uitbreiding identificatieplicht (WID) bij de Memorie van Toelichting er op mocht vertrouwen dat hij niet zou worden vervolgd. Volgens de verdediging hadden ook de religieuze verplichtingen van de verdachte op grond van art. 9 van het EVRM in het onderhavige geval moeten worden meegewogen bij de afweging om de verdachte te vervolgen.

Het hof heeft alle door de verdediging gevoerde verweren verworpen. Het hof heeft het openbaar ministerie ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte en geoordeeld dat de uitlatingen van minister Donner niet te kwalificeren zijn als concrete toezeggingen van het openbaar ministerie om in zaken als de onderhavige niet tot vervolging over te gaan. De verdachte kon en mocht op grond van de uitlatingen van minister Donner niet de gerechtvaardigde verwachting ontlenen dat hij niet zou worden vervolgd wanneer hij zijn identiteitsbewijs niet zou kunnen tonen. Het hof heeft ook geoordeeld dat de WID niet in strijd is met artikel 9 van het EVRM. Dit laatste artikel maakt beperkingen van het recht op godsdienstvrijheid mogelijk indien die bij wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn, onder andere, in het belang van de openbare veiligheid en voor de bescherming van de openbare orde.

De verdediging heeft eveneens aangevoerd dat de verdachte heeft gehandeld uit psychische overmacht. Hij was vanwege zijn religieuze overtuiging niet in staat om weerstand te bieden aan zijn aandrift om de religieuze geboden strikt na te leven. Het hof respecteert de keuze van de verdachte zijn geloofsregels strikt na te willen leven. De uitoefening van de geloofsregels kan echter onverenigbaar zijn met de in Nederland geldende wettelijke regels. In dat geval zal er een afweging gemaakt moeten worden welke regels voor gaan. Nu de verdachte vanwege praktische redenen heeft afgezien van zijn wettelijke verplichting om een identiteitsbewijs te tonen, is het hof van oordeel dat niet kan worden gesproken van psychische overmacht.'



26 februari 2013
Bekrachtiging verbod voor OM tot overlegging kluisverklaringen

'Het Openbaar Ministerie (OM) mag de kluisverklaringen van Pascal H. in het kader van het Landlord-proces niet aan de rechter-commissaris overleggen. Het Gerechtshof Den Haag heeft op 26 februari 2013 het vonnis van de voorzieningenrechter in de Rechtbank Den Haag op dit punt bekrachtigd. Het Landlord-proces is een strafzaak die behandeld wordt bij Rechtbank Limburg.

Op een ander punt heeft het Haagse hof het vonnis vernietigd. Het hof is van oordeel dat het OM wel de bevoegdheid heeft de betrokken officier van justitie van de Criminele Inlichtingen Eenheid en de betrokken recherche-officier van justitie in dat proces als getuige te laten horen over de vraag of de kluisverklaringen zijn gebruikt in het Landlord-onderzoek. Het OM mag andere getuigen die over de kluisverklaringen kunnen verklaren alleen oproepen als de Rechtbank Limburg in het Landlord-proces die oproeping beveelt.'



26 februari 2013
Verdachten geweld Eindhoven voorlopig vrij

'De twee jongens van vijftien jaar en zeventien jaar die verdacht worden van ernstige geweldpleging in Eindhoven, mogen voorlopig naar huis. De raadkamer van de rechtbank Oost-Brabant heeft zojuist hun voorlopige hechtenis onder een aantal voorwaarden geschorst.

De jongens zaten vanaf 25 januari jl. vast omdat het openbaar ministerie ze verdenkt van betrokkenheid bij een vechtpartij op 4 januari 2013 op de Vestdijk in Eindhoven.

De rechter heeft besloten de voorlopige hechtenis van de twee jongens om 17.00 uur vanmiddag te schorsen. De rechter heeft bij minderjarige verdachten de wettelijke opdracht te onderzoeken of zij in afwachting van het strafproces op vrije voeten kunnen worden gesteld.

De rechter heeft de jongens huisarrest opgelegd, maar ze mogen wel naar school. Ook is er verplicht reclasseringstoezicht en is het de twee verboden in het centrum van Eindhoven te komen. Daarnaast mogen ze geen contact opnemen met medeverdachten. '



26 februari 2013
Uitlevering Sabir K. naar Verenigde Staten niet onrechtmatig

'De Nederlandse staat mag terreurverdachte Sabir K. uitleveren aan de de Verenigde Staten. Dit heeft de kort gedingrechter in Den Haag besloten in zijn vonnisvan 26 februari 2013. De uitlevering is niet onrechtmatig.

Eiser heeft tijdens de zitting betoogd dat zijn uitlevering in strijd is met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) omdat hij tijdens zijn detentie in Pakistan is gefolterd. Er zijn voor de rechter te weinig concrete bewijzen dat de Amerikaanse autoriteiten hierbij direct betrokken zijn geweest.

Eiser heeft tijdens de zitting naar voren gebracht dat de Nederlandse staat onrechtmatig handelt door mee te werken aan zijn buitengerechtelijke overdracht, de zogenaamde 'rendition'. De Nederlandse staat was volgens de rechter niet op de hoogte van de reden voor de uitzetting van eiser door Pakistan naar Nederland.

Over de dreigende slechte detentieomstandigheden in de Verenigde Staten heeft de rechter bepaald dat ook hier geen schending dreigt van artikel 3 EVRM.

Als uitgangspunt bij de beoordeling van het uitleveringsverzoek geldt het vertrouwen dat de VS de fundamentele rechten zal eerbiedigen zoals neergelegd in het EVRM en het IVBPR (Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten).

Eiser zal in de VS niet worden berecht door een militaire maar een federale rechtbank en hij zal na zijn uitlevering worden geplaatst in een reguliere gevangenis. Ook zal hij, als hij tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt veroordeeld, die straf in Nederland mogen uitzitten.

Tenslotte heeft de rechter meegewogen dat Nederlandse staat de garantie heeft gegeven dat de medische behandeling die eiser ondergaat ook tijdens zijn detentie in de VS zal worden voortgezet.'



25 februari 2013
Uitspraak genocidezaak Rwanda 1 maart 2013

'Op 1 maart 2013 om 10:00 uur doet de rechtbank Den Haag uitspraak in de zaak van Yvonne Basebya. Zij staat terecht voor betrokkenheid bij enkele gevallen van genocide en pogingen tot genocide, moord, samenspanning tot genocide, opruiing tot genocide en oorlogsmisdrijven in in haar woonomgeving in Rwanda in de periode 1990-1994.

De verdachte woont sinds oktober 1998 in Nederland en heeft sinds december 2004 de Nederlandse nationaliteit.

In oktober, november en december 2012 heeft de Haagse rechtbank haar strafzaak behandeld.

Journalisten die deze uitspraak willen bijwonen en opnames willen maken, melden zich uiterlijk donderdag 28 februari 2013 bij de afdeling Communicatie van de rechtbank Den Haag.

Na afloop is er een samenvatting van de uitspraak beschikbaar.'



25 februari 2013
Uitspraak over nazorg Defensie aan Dutchbatter op 25 maart

'De Centrale Raad van Beroep doet 25 maart uitspraak in het hoger beroep van een militair van Dutchbat die in Srebrenica een postraumatische stress stoornis (PTSS) heeft opgelopen. Het gaat om de vraag of de minister van Defensie verantwoordelijk is voor de schade die de Dutchbatter lijdt.

Op 24 januari 2013 behandelde de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep van een Dutchbat-miliatair en de minister van Defensie tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 1 november 2005 (LJN AU6006). De rechtbank oordeelde toen dat de minister van Defensie niet voldeed aan de op hem als werkgever rustende zorgplicht. Daarom is de minister volgens de rechtbank verantwoordelijk voor alle door de militair geleden schade.

Speciale zitting
De Centrale Raad van Beroep doet in het hoger beroep in deze zaak op een speciale zitting uitspraak. Dat gebeurt op 25 maart 2013 in het openbaar om 11.30 uur in het gebouw van de Centrale Raad van Beroep aan de Graadt van Roggenweg 200-250 in Utrecht. Aansluitend is de uitspraak voor de pers beschikbaar. Ook kunnen er dan vragen worden gesteld aan de persrechter.

Srebrenica
De Dutchbat-militair is in 1995 uitgezonden als lid van Dutchbat III. Hij was aanwezig bij de val van Srebrenica. Op 11 juli 1995 sloeg vlak bij de man een mortiergranaat in. Dit leidde tot psychische klachten. De mortierinslag is volgens de minister een dienstongeval. Daarbij is aangenomen dat de mortierinslag bij de militair leidde tot een acute stressstoornis. Die stoornis heeft zich door de verdere schokkende gebeurtenissen ontwikkeld tot een PTSS.

Zorgplicht
In 2000 verzocht de militair de minister van Defensie om vergoeding van alle door hem door de uitzending naar Srebrenica geleden schade door die PTSS. De militair vond dat hij daar recht op had omdat de minister als werkgever zijn zorgplicht niet na kwam. De minister vond dat hij niet verantwoordelijk was en wees de gevraagde schadevergoeding af. De rechtbank heeft dat besluit dus vernietigd (LJN AU6006) en de minister opgedragen een nieuwe beslissing te nemen.

De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het burgerlijke en militaire ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.

Zie ook het persberichtvan de Centrale Raad van Beroep.'



25 februari 2013
Minister mocht effecten en leningen SNS onteigenen, toekomstige vorderingen niet

'De minister van Financiën mocht op 1 februari 2013 de effecten, waaronder aandelen, achtergestelde obligaties en participatiecertificaten, en de achtergestelde onderhandse leningen van SNS Bank en SNS REAAL onteigenen. Dat geldt niet voor de toekomstige vorderingen.

Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (25 februari 2013). Een groot aantal organisaties en particulieren uit binnen- en buitenland was bij de Raad van State in beroep gekomen tegen het onteigeningsbesluit. Onder hen bevinden zich de Vereniging van Effectenbezitters, de Stichting obligatiehouders SNS, de FNV en veel particulieren. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Stabiliteit financiële stelsel
De Raad van State is van oordeel dat de minister bevoegd was tot onteigening van de effecten en de achtergestelde onderhandse leningen van SNS Bank en SNS REAAL. Daarbij heeft de Raad van State onder meer belang gehecht aan het feit dat SNS Bank niet op eigen kracht haar kapitaaltekort kon oplossen dat met name door verliezen op de vastgoedportefeuille van SNS Bank was ontstaan. Verder had De Nederlandsche Bank geëist dat voor 31 januari een structurele oplossing voor het kapitaaltekort zou zijn bereikt. Op deze datum was een aanvaardbare oplossing echter niet voorhanden. Zonder ingrijpen van de minister zou SNS zeer waarschijnlijk failliet zijn gegaan, wat eveneens het faillissement van ASN Bank en RegioBank zou hebben betekend. Verder zou een faillissement door het depositogarantiestelsel grote gevolgen hebben gehad voor de Nederlandse banken en de Staat. Gelet op deze feiten en omstandigheden mocht de minister zich op het standpunt stellen dat de stabiliteit van het financiële stelsel ernstig en onmiddellijk in gevaar was, aldus de hoogste bestuursrechter.

Veel bezwaren waren gericht tegen het feit dat de minister zich heeft gebaseerd op het rapport van Cushman & Wakefield over de waardering van de vastgoedportefeuille. De minister mocht echter naar het oordeel van de Raad van State dit rapport aan zijn besluit ten grondslag leggen.

Toekomstige vorderingen
De Raad van State heeft het onteigeningsbesluit vernietigd voor zover de minister ook alle vorderingen heeft onteigend die voormalige aandeel- en obligatiehouders in de toekomst zouden kunnen instellen. De onteigening van deze vorderingen, die concurrente vorderingen zijn, is niet in overeenstemming met zijn eigen keuze om die vorderingen juist buiten de onteigening te houden. Bovendien verdraagt onteigening van deze toekomstige vorderingen zich slecht met het stelsel van schadeloosstelling zoals opgenomen in de Wet op het financieel toezicht, aldus de hoogste bestuursrechter.

Onteigening
Op vrijdag 1 februari jl. heeft de Nederlandse Staat SNS REAAL en SNS Bank onteigend (genationaliseerd). Het onteigeningsbesluit is gebaseerd op de Wet op het financieel toezicht waarin sinds 2012 interventiemogelijkheden zijn opgenomen voor de minister van Financiën.'



22 februari 2013
16 jaar cel voor schutter Albert Cuypstraat

'De rechtbank heeft een Amsterdammer veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 jaar voor doodslag op een 24-jarige man, poging tot doodslag op de drie andere inzittenden van de auto en verboden wapenbezit.

Op 29 oktober 2011 heeft de schutter in de Amsterdamse Albert Cuypstraat eerst de 24-jarige man, die in een auto zat, van dichtbij meerdere keren beschoten en daarna zijn pistool leeggeschoten op de wegrijdende auto. Het slachtoffer is kort daarna aan zijn schotwonden overleden. Door te schieten heeft verdachte de aanmerkelijke kans voor lief genomen dat de overige drie inzittenden dodelijk werden geraakt. Bij een huiszoeking op één van de adressen waar verdachte verbleef, is een pistoolmitrailleur aangetroffen.

Onherstelbaar leed
De dader heeft volgens de rechtbank onherstelbaar leed voor de familie en vrienden van het slachtoffer veroorzaakt. De zeer ernstige misdrijven zijn op de openbare weg gepleegd voor de ogen van het uitgaanspubliek, terwijl de ogenschijnlijk futiele aanleiding een verkeersruzie is geweest.

Hoge straf
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij al meerdere malen wegens geweldsdelicten tot langdurige vrijheidsstraffen is veroordeeld. Daarbij werd ook gebruik gemaakt van (vuur)wapens. Het heeft de verdachte echter niet weerhouden om zich opnieuw te bewapenen en te schieten. Omdat verdachte niet heeft willen meewerken aan een gedragskundig onderzoek, bestaat geen inzicht in zijn drijfveren en is een eventuele behandeling vanwege gewelddadig gedrag niet mogelijk. Mede uit het oogpunt van beveiliging van de maatschappij is een gevangenisstraf van 16 jaar dan ook geboden.'



22 februari 2013
Gevangenisstraf en tbs voor poging doodslag huisgenoot en mishandeling zus

'Een 43-jarige man is veroordeeld tot 540 dagen gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging voor poging tot doodslag op een huisgenoot en mishandeling van zijn zus in Cuijk.

In 2010 kreeg de man ruzie met een huisgenoot over een (vermeende) diefstal van een jas. Verdachte trok daarbij een mes en stak het slachtoffer in zijn rug en borst. Het slachtoffer heeft het bijna met de dood moeten bekopen. Daarnaast heeft de verdachte in diezelfde periode zijn zus ernstig mishandeld door haar te slaan en te schoppen terwijl ze op de grond lag.

Poging tot doodslag huisgenoot bewezen
De man heeft zijn huisgenoot in de buurt van vitale delen van het lichaam, naast het hart en de wervelkolom, gestoken. Hiermee heeft hij bewust het risico genomen dat het slachtoffer aan zijn verwondingen kon overlijden.

Volgens zijn advocaat moest de man zichzelf verdedigen. Het hof kan echter uit de verklaringen en andere bewijsmiddelen in het dossier niet opmaken dat verdachte zich bevond in een noodweersituatie en verwerpt het verweer.

Mishandeling zus bewezen
De verdediging pleit voor vrijspraak van mishandeling van zijn zus, omdat voldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier ontbreekt. Het hof is het hiermee niet eens en acht mishandeling bewezen.

Straf en maatregel
Het hof vindt een gevangenisstraf op zijn plaats vanwege de ernst van het delict. Bovendien is hij al eerder tot lange gevangenisstraffen veroordeeld.

Daarnaast houdt het hof rekening met de rapportages van een psycholoog en psychiater over de geestvermogens van de man. De deskundigen concluderen dat bij de man sprake is van een psychotische stoornis en hij als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd. Ze achten de kans op herhaling groot als de man niet adequaat wordt behandeld.

Het hof neemt de conclusies van de deskundigen over en legt hem tbs met dwangverpleging op.

De rechtbank besliste op 13 september 2011 hetzelfde.'

21 februari 2013
Haagse hof legt gevangenisstraffen op voor lekken staatsgeheimen naar Telegraaf

'Het gerechtshof in Den Haag heeft op 21 februari 2013 in hoger beroep twee voormalige ambtenaren van de AIVD, een vrouw en een man, tot gevangenisstraffen veroordeeld van zestien, respectievelijk acht maanden. Het hof acht bewezen dat beide verdachten zich in 2009 schuldig hebben gemaakt aan het doorspelen (lekken) van staatsgeheime informatie naar een journaliste van De Telegraaf. De vrouw wordt eveneens veroordeeld voor het thuis aanwezig hebben van staatsgeheime documenten.

De Telegraaf heeft de betreffende informatie verwerkt in een artikel met de titel ‘Beveiliging fors opgeschroefd. Dalai Lama bedreigd’, dat op 4 juni 2009 is gepubliceerd. Vervolgens zijn bij de huiszoeking in de gezamenlijke woning van beide verdachten enkele eveneens staatsgeheime documenten aangetroffen. Dit is bij de wet verboden. Het hof acht de vrouw daarvoor strafrechtelijk verantwoordelijk, in de gevallen waarin die documenten rechtstreeks met haar in verband konden worden gebracht. Ten aanzien van de man acht het hof niet bewezen dat hij zich bewust was van de aanwezigheid van de documenten. Ook is geoordeeld dat de vrouw haar ambtsplicht opzettelijk heeft geschonden door de man AIVD-informatie te verstrekken.

Ten aanzien van twee andere beschuldigingen van lekken van staatsgeheime informatie door beide verdachten heeft het hof geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is. De verdachten zijn hiervan vrijgesproken. Om die reden zijn de gevangenisstraffen lager uitgevallen dan de eis van het openbaar ministeriein hoger beroep. Het OM had gevangenisstraffen geëist van drie jaar, waarvan vijftien maanden voorwaardelijk, en twee jaar, waarvan elf maanden voorwaardelijk tegen de vrouw en de man.

De rechtbank had beide verdachten in juli 2010 vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De rechtbank was van oordeel dat het bewijs tegen de verdachten onrechtmatig was verkregen, omdat zij als bron van het krantenartikel in beeld waren gekomen, nadat de telefoon van de Telegraaf-journaliste op onrechtmatige wijze was afgeluisterd door de AIVD. Het openbaar ministerie was het daarmee oneens en is in hoger beroep gekomen. Het hof is van oordeel dat het bewijs door de Rijksrecherche op rechtmatige wijze is verkregen en acht de beginselen van een ‘fair trial’ niet geschonden.'



21 februari 2013
Maximale celstraf voor drugshandel en witwassen

'De rechtbank heeft vandaag de hoofdverdachte in het zogeheten Sprinkhaan-onderzoek veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar wegens grootschalige hasjhandel en witwassen van geld. Zijn halfbroer werd veroordeeld tot vier jaar. De rechtbank veroordeelde eerder twaalf andere verdachten tot gevangenis- en werkstraffen.

Niet gehoord
5 ton hasj
Het onderzoek begon in 2008 met huiszoekingen in onder meer Arnhem, Bemmel, Afferden en Westervoort. Daarbij zijn aantekeningen gevonden – naar de rechtbank aanneemt de hasjboekhouding – waarin hoeveelheden drugs, afnemers en verkoopprijzen vermeld staan. Vooral op basis daarvan heeft de rechtbank de verdachte veroordeeld voor de invoer van ruim 5 ton hasj met zeiljachten vanuit Marokko. In Nederland heeft verdachte gehandeld in ruim 62 ton hasj.

24 miljoen euro
De rechtbank acht ook bewezen dat de man 24 miljoen euro aan drugsgeld heeft witgewassen. Hij heeft samen met anderen miljoenen euro’s contant naar Spanje en Marokko gebracht en daar op bankrekeningen gestort, geld geïnvesteerd in onroerend goed in Marokko, Spanje en Nederland, vier zeiljachten voor de drugshandel aangeschaft, drie zeiljachten in Turkije laten bouwen en twaalf exclusieve auto’s gekocht, aldus de rechtbank. Valse documenten en valse belastingaangifte moesten de gelden een ogenschijnlijk legale herkomst verschaffen.

Maximumstraf
In de ogen van de rechtbank verdient iemand die op een dergelijke grote schaal drugs verhandelde en geld witwaste de maximale straf van acht jaar. Zijn halfbroer, die verdachte heeft gefaciliteerd in het witwassen van het drugsgeld, kreeg vier jaar. Justitie heeft een groot aantal panden in Nederland, Spanje en Marokko in beslag genomen en ook auto’s, boten, geld en banktegoeden. Verdachte krijgt deze goederen niet terug. Binnenkort zal de rechtbank zich buigen over de ontnemingsvordering.

Een verkort vonnis wordt later gepubliceerd.'



20 februari 2013
Raad van State stelt vragen aan Europees Hof over vrij verkeer Turkse werknemers

'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag in een hogerberoepszaak van een energieproducent prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De zaak heeft betrekking op het besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) een boete van € 264.000 op te leggen aan de energieproducent na controles in de Amercentrale in Geertruidenberg. Daarbij is geconstateerd dat in totaal 33 vreemdelingen, waarvan 29 Turken, steigers opbouwden zonder dat zij over werkvergunningen beschikten.

Uitleg
De Raad van State wil uitleg van het Hof in Luxemburg over afspraken die Europa heeft gemaakt met Turkije over het vrije verkeer van Turkse werknemers. Op grond van die afspraken mogen lidstaten van de Europese Unie geen nieuwe beperkingen opleggen met betrekking tot de werkgelegenheid van Turkse werknemers (de zogenoemde standstill-bepaling). De Raad van State wil onder meer van het Hof weten of de energieproducent als werkgever van de Turkse werknemers een beroep kan doen op de Europese afspraken met Turkije. Zo ja, dan wil de Raad van State weten of de standstill-bepaling in de weg staat aan het werkvergunningvereiste in de Wav en of daarbij van belang is dat de Turkse werknemers feitelijk in dienst zijn bij een Duitse onderneming en werden uitgeleend aan een Nederlandse onderneming.

Geschorst
De behandeling van de hogerberoepszaak bij de Raad van State wordt geschorst in afwachting van de antwoorden van het Hof in Luxemburg. Dit duurt naar verwachting ongeveer een jaar tot anderhalf jaar. Daarna zal de Raad van State de behandeling voortzetten en uiteindelijk een definitieve uitspraak doen in deze zaak.

Lees hier de vragen die de Raad van State vandaag stelt aan het Hof van Justitie in Luxemburg.'



20 februari 2013
Thuiskopieheffing in strijd met Europese regelgeving

'Stichting de Thuiskopie mag niet op álle beeld- en geluidsdragers een thuiskopievergoeding heffen. De rechtbank Den Haag bepaalt dat de Stichting de Thuiskopie alleen een thuiskopievergoeding mag heffen op data-cd’s en dvd’s die bestemd zijn voor gebruik door natuurlijke personen voor het maken van een thuiskopie. Het huidige stelsel van thuiskopieheffing op alle data-cd’s en dvd’s, ongeacht of die voor consumenten of professionele gebruikers bestemd zijn, is in strijd met de wet.

Stichting de Thuiskopie is in Nederland belast met het innen van de thuiskopieheffing als vergoeding voor auteursrechten. Zij daagde Imation, importeur en verkoper van optische dragers als data-cd’s en dvd’s, voor het niet afdragen van de thuiskopievergoeding over levering van blanco data-cd’s en dvd’s. De Haagse rechtbank stelt echter dat Imation geen vergoeding verschuldigd is voor de levering van data-cd’s en dvd’s aan professionele klanten. Ook al is er in het thuiskopiestelsel, bij de bepaling van de hoogte van de heffing voor data-cd’s en dvd’s meegerekend dat kan worden geheven over alle data-cd’s en dvd’s, op basis van Europese regelgeving is het alleen toegestaan een heffing te vragen voor dragers die door privépersonen worden gebruikt.

De rechtbank stelt dat voorzover Imation in het verleden thuiskopievergoeding heeft afgedragen voor leveringen aan professionele partijen, verrekening met huidige openstaande bedragen is toegestaan. De rechtbank gelast beide partijen opnieuw voor de rechtbank te verschijnen om vast te stellen welke bedragen over en weer gevorderd mogen worden.

Lees ook de uitspraak LJN BZ1542.'



20 februari 2013
School mag leerling die bangalijst maakte verwijderen

'De Christelijke Scholengemeenschap De Goudse Waarden heeft in redelijkheid tot het besluit kunnen komen om een leerling die op school een bangalijst heeft opgesteld te schorsen en te verwijderen. Dat heeft de voorzieningenrechter in Den Haag bepaald. Dat de bangalijst niet in de openbaarheid is gebracht is hierbij niet relevant, aangezien de lijst in de directe omgeving van de leerling bekendheid heeft gekregen en tot onrust heeft geleid.

Meerdere incidenten
De moeder van de leerling had gevorderd dat haar kind weer toegelaten zou worden tot de lessen. Die vordering is afgewezen. De stichting heeft de vrijheid om dit incident ernstig genoeg te achten voor de zware maatregel van schorsing en verwijdering van school. Dit geldt zeker in dit geval, waarin het incident niet op zich staat, maar is vooraf gegaan door een groot aantal meer en minder ernstige incidenten die tot sancties hebben geleid. Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat de stichting in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen om de leerling te schorsen en te verwijderen.

Marginale toetsing
De voorzieningenrechter kan het besluit van de stichting niet in volle omvang toetsen, maar aan de voorzieningenrechter komt slechts een marginale toetsing toe, in die zin dat beoordeeld dient te worden of het besluit van de stichting in redelijkheid kon worden genomen. De stichting heeft als onderwijsinstelling in beginsel de vrijheid om volgens haar ongewenst gedrag als zodanig te kwalificeren en te sanctioneren. De school mag daarbij eigen normen stellen. Ook niet strafrechtelijk gedrag van een leerling kan leiden tot schorsing of verwijdering.'



20 februari 2013
Motorclub Pegasus moet clubhuis ontruimen

'Motorclub Pegasus moet het clubgebouw op het Jeugddorp Zuid-West in Leiden ontruimen. Dat heeft de voorzieningenrechter in Den Haag bepaald. MC Pegasus was niet bevoegd vertegenwoordigd op de zitting en is hierdoor niet rechtsgeldig verschenen. De vordering van gemeente Leiden wordt daarom toegewezen en de huurovereenkomst wordt voor ontbonden gehouden.

Rechtsgeldige vertegenwoordiging

MC Pegasus heeft niet voldaan aan de statutaire bepaling dat het bestuur moet bestaan uit ten minste vijf en ten hoogste zeven personen, die door de algemene vergadering worden benoemd. Het op 9 februari 2013 gekozen bestuur van MC Pegasus bestaat uit slechts twee personen. Ook heeft er geen schriftelijke oproepingvoor een algemene ledenvergadering plaatsgevonden. Dit betekent dat van een rechtsgeldige vertegenwoordiging van MC Pegasus geen sprake is.

De ter zitting aanwezige voorzitter van het huidige bestuur van MC Pegasus is ook niet rechtsgeldig verschenen nu de voorzitter op grond van artikel 14 van de statuten uitsluitend MC Pegasus in rechte kan vertegenwoordigen samen met de secretaris of met de penningmeester. Noch de penningmeester noch de secretaris van MC Pegasus waren ter zitting aanwezig.'



20 februari 2013
Alsnog tbs voor poging moord op medewerkers PI Vught

'Het hof ’s-Hertogenbosch heeft een 37-jarige man die vastzit in de penitentiaire inrichting (PI) in Vught veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging. Net als de rechtbank acht het hof poging tot moord op twee medewerkers en zware mishandeling met voorbedachte raad van een andere medewerker bewezen. Daarnaast moet hij hen schadevergoeding betalen.

De verdachte zat in de zeer intensieve specialistische zorgafdeling van de long-stay van de Pompestichting in Vught. Hij had in zijn cel een schaar met touw geprepareerd, waardoor de schaarpunten uit elkaar bleven staan. Toen de medewerkers de verdachte een maaltijd brachten, liep hij ogenschijnlijk rustig zijn cel uit om daarna onverwachts uit te halen naar de aanwezige medewerkers. Twee medewerkers werden geraakt in de halsstreek en een derde medewerker liep letsel op aan zijn linkerhand.

Wel tbs met dwangverpleging
Het hof volgt de bewezenverklaring en de opgelegde gevangenisstraf van de rechtbank van 6 september 2012. Het hof legt daarnaast echter ook tbs met dwangverpleging op.

Een psychiater en psycholoog hebben een dubbelrapport over de verdachte uitgebracht. Zij concluderen beiden dat de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar was toen hij de feiten pleegde. Het hof deelt deze visie, in tegenstelling tot de rechtbank, niet. Het oordeelt dat het bewezen verklaarde de man in mindere mate kan worden toegerekend, dan door de deskundigen is geconcludeerd. Het hof acht behandeling noodzakelijk om verdere recidive te voorkomen en ter bescherming van de maatschappij.'



7 februari 2013
Gevangenisstraf en werkstraffen in drie Haagse ‘Oud en Nieuw’ zaken

'Het Gerechtshof Den Haag heeft op 7 februari 2013 in hoger beroep in één zaak 4 weken gevangenisstraf, waarvan 2 weken voorwaardelijk, opgelegd aan een 27-jarige man die om half een ’s nachts tijdens de jaarwisseling politieagenten heeft bedreigd en beledigd. Het hof vindt dat de gedragingen van de man in direct verband kunnen worden gebracht met het kenmerkende gevaarzettende karakter van Oud en Nieuw. In twee andere zaken stonden de gepleegde feiten (mishandeling van een agent en van een voorbijganger) niet in direct verband met Oud en Nieuw en legde het hof werkstraffen op. Het Haagse hof heeft alleen in de eerste zaak een hogere straf dan de politierechter opgelegd. Ook mag de dader in die zaak de komende jaarwisseling niet op straat zijn in Den Haag.

In de zaak waarin het hof een gevangenisstraf heeft opgelegd, werden de strafbare feiten gepleegd in een woonwijk rond 00.30 uur in de morgen; een tijdstip waarop veel mensen op straat zijn. De politieagenten waartegen de feiten zijn gepleegd, hadden tijdens de jaarwisseling een verdachte van brandstichting aangehouden, waarop een grote groep jongeren deze verdachte probeerde te ontzetten. Hierbij werd zwaar vuurwerk in de richting van de politie gegooid en werden dienstfietsen vernield. Toen door de politie een linie werd gevormd om te trachten de orde te herstellen, heeft de verdachte - die zwaar onder invloed van alcohol was - de agenten bedreigd en beledigd. Door het agressieve en opruiende gedrag van de verdachte keerden meerdere omstanders uit de genoemde groep jongeren zich tegen de verbalisanten, waardoor voor hen een zeer bedreigende situatie ontstond.

Volgens het hof kenmerkt Oud en Nieuw zich door een grote toeloop en samenscholing van mensen, een veelvuldig en soms excessief gebruik van alcoholische drank, een potentiële ontremmende sfeer en - bovenal - een grote hoeveelheid van (zwaar en/of illegaal) vuurwerk en vuurgerelateerde middelen. Met name de laatste bijkomende factor maakt dat tijdens de jaarwisseling het gevaar voor met name de gezondheid en veiligheid van personen hoge eisen stelt aan degenen die - al dan niet in samenwerking - verantwoordelijk zijn voor het bewaren van de openbare orde en veiligheid. In zoverre onderscheidt deze viering zich van andere festiviteiten of grote uitgaansgelegenheden.

Strafbare feiten waarbij geweld wordt gepleegd tegen of waardoor een dreigende situatie ontstaat voor politie, brandweerlieden, ambulancepersoneel of andere professionele hulpverleners, rechtvaardigen sowieso een hogere straf dan gebruikelijk. Zij moeten er - in het belang van de openbare orde en de veiligheid – altijd op kunnen rekenen dat zij bij hun werkzaamheden niet te maken krijgen met tegen hen gericht geweld of dreiging met geweld.

Het enkele feit dat een geweldsdelict wordt gepleegd tijdens de jaarwisseling betekent volgens het hof nog niet dat zonder meer een zwaardere straf wordt opgelegd dan voor een vergelijkbaar, op enig ander moment gepleegd feit.

Er zijn echter strafbare feiten die gepleegd worden tijdens Oud en Nieuw die rechtstreeks in verband kunnen worden gebracht met het kenmerkende gevaarzettende karakter van de jaarwisseling. In dat geval kan een hogere (gevangenis)strafoplegging op zijn plaats zijn. Maar in alle gevallen moet bij de strafoplegging rekening worden gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden van het geval en met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.'



7 februari 2013
Celstraffen voor overvallers juwelier Beeklaan

'De verdachten van de gewelddadige overval op de Haagse juwelier in de Beeklaan zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen van 13 en 11 jaar. Een derde verdachte is veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf. Hij bestuurde de vluchtauto.

De keuze van de officier van justitie om de beelden van de overval op televisie en internet uit te zenden en de persoonsgegevens van de verdachten bekend te maken, is begrijpelijk, zo stelt de rechtbank, en leidt niet tot strafvermindering. Hetzelfde geldt voor de grote media-aandacht.

De rechtbank Den Haag vindt het schokkend dat de verdachte en zijn mededader bereid waren om voor ‘een paar honderd euro’ zo’n gewelddadig feit te plegen. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen zoals camera’s en automatisch sluitende deuren zijn mensen niet beschermd tegen dit soort onbesuisd en levensgevaarlijk gedrag.

Tegen de twee hoofdverdachten was door de officier van justitie een gevangenisstraf van 18 jaar geëist. In deze zaak waren er enkele gelijkenissen met de overval op de Amsterdamse juwelier Hund. Die overval kende eveneens een fatale afloop. De verdachte in die zaak kreeg een gevangenisstraf van 18 jaar opgelegd, maar hij werd veroordeeld voor meerdere ernstige feiten. De rechtbank acht, eveneens rekening houdend met straffen die in andere zaken voor dit soort feiten zijn opgelegd, een straf zoals geëist door de officier van justitie niet passend.

Bij het bepalen van de hoogte van de straffen heeft de rechtbank ook meegewogen dat de verdachten in deze zaak, anders dan in de zaak Hund, openheid van zaken hebben gegeven en berouw hebben getoond. De jonge leeftijd van de verdachten (20 en 19 jaar) heeft er mede toe geleid dat de rechtbank lagere straffen oplegt dan geëist.'



7 februari 2013
Zwaardere straf voor flessentrekkerij

'Een 40-jarige man is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en het betalen van een schadevergoeding van bijna 21.000 euro. Het hof acht de man schuldig aan flessentrekkerij: het kopen van goederen op rekening met het oogmerk ze niet te betalen. Eén bedrijf werd hierdoor voor ongeveer 23.000 euro benadeeld. In totaal ging het om een bedrag van ruim 27.000 euro aan niet betaalde goederen.

De man uit Rhenen kocht eind 2010 bij drie bedrijven een aanzienlijke hoeveelheid goederen op rekening. Hij beloofde telkens de rekeningen te zullen betalen, maar stelde dit keer op keer uit. De man is eerder ook al voor dezelfde praktijken veroordeeld. Het hof concludeert daarom dat de man al van plan moet zijn geweest om ook deze aankopen niet (volledig) te betalen.

De rechtbank veroordeelde de man in 2012 tot vier maanden cel voor verduistering. Het hof vond dat niet zwaar genoeg. Het hof houdt er in zijn straf rekening mee dat de man handelde uit puur financieel gewin. Ook zijn strafblad voor vergelijkbare zaken heeft het hof bij bepalen van de straf meegewogen.'



6 februari 2013
16 jaar cel voor doden twee zoons

'Een vrouw die haar twee zoons van 7 en 10 jaar met medicijnen om het leven bracht, is 5 februari door de rechtbank Oost-Nederland veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 jaar. De 42-jarige moeder beroofde de kinderen opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven in een vakantiepark in Terwolde op 16 januari 2012.

Sturende rol moeder
De rechtbank oordeelt dat de vrouw een allesbepalende en sturende rol had bij de inname van de medicijnen door de twee zoons. Voordat de kinderen die middag uit school kwamen, had zij zich voorbereid. Zij zocht op internet naar informatie over zelfdoding met medicijnen. Ook vond de politie een afscheidsbrief in haar broekzak. Vooral door deze twee feiten concludeert de rechtbank dat de moeder het initiatief nam.

Overleden door medicijnen
De verklaring van de verdachte dat haar oudste zoon het initiatief tot het beëindigen van hun levens zou hebben genomen, vindt de rechtbank niet aannemelijk. Verder oordeelt de rechtbank dat de twee zoons zijn overleden door de inname van de medicijnen. De oudste zoon had een hartspierontsteking waaraan hij medisch gezien ook aan had kunnen overlijden. Dat was hier niet het geval.

Geen TBS
De verdachte krijgt geen TBS opgelegd. Hoewel de vrouw verminderd toerekeningsvatbaar is, is er geen herhalingsgevaar. Daarvoor is deze zaak te verbonden met een combinatie van heel specifieke omstandigheden.

Geen strafvermindering
In deze zaak draagt de psychische en financiële situatie van de moeder niet bij aan strafvermindering. Twee kinderen zijn door hun moeder van het leven beroofd. Jonge kinderen, die het vertrouwen mochten hebben dat zij bij uitstek in hun gezin, bij hun moeder veilig waren.

De rechtbank wil niet voorbijgaan aan de problemen na de echtscheiding en de benarde financiële situatie, maar benadrukt dat een oplossing zoals deze op geen enkele manier is te rechtvaardigen. Aan de nabestaanden en in het bijzonder de vader van de zoons is onnoemelijk veel leed toegebracht.'



6 februari 2013
Opnieuw ruim zes jaar cel voor wapenverzamelaar Kerkrade

'Ook in hoger beroep is een 42-jarige man veroordeeld tot zes jaar en zes maanden gevangenisstraf voor het hebben van een groot aantal wapens, munitie en (hard)drugs in zijn woonhuis in Kerkrade. Zijn echtgenote is ook veroordeeld.

Huiszoekingen
Bij huiszoekingen in december 2010 en januari 2011 vond de politie honderden wapens, waaronder pistolen en geweren. Een deel van de vuurwapens was geladen. Ook vonden ze een aanzienlijke hoeveelheid drugs, waaronder cocaïne en hennep.

Witwassen niet bewezen
Het OM legde de man ook witwassen van geld ten laste. In tegenstelling tot de rechtbank acht het hof dit niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.

Dezelfde straf als de rechtbank
Ondanks de vrijspraak voor het witwassen komt het hof tot dezelfde gevangenisstraf als de rechtbank Maastricht op 9 december 2011. Het hof neemt het de man vooral kwalijk dat hij de, deels geladen, wapens in zijn huis had liggen waar ook zijn minderjarige dochter woonde.

Beperkte rol echtgenote
Zijn echtgenote krijgt een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uur opgelegd. Volgens het hof wist zij alleen van de wapens die zichtbaar in de woonkamer lagen. De rest had haar man verborgen.'



5 februari 2013
Twee verdachten geweld Eindhoven langer vast

'De 15-jarige jongen en de 17-jarige jongen die verdacht worden van ernstige geweldpleging op 4 januari jl. in Eindhoven moeten dertig dagen langer in voorlopige hechtenis blijven.

Dat heeft de raadkamer van de rechtbank Oost-Brabant vanmiddag beslist. Gelet op de ernst van het feit en de betrokkenheid van de twee verdachten bij de ernstige mishandeling wijst de raadkamer de verzoeken tot schorsing van de voorlopige hechtenis af.'



4 februari 2013
Verzoek terugdraaien ontslag KLM-stewardessen afgewezen

'De kantonrechter heeft op 4 februari 2013 beslist op het herroepingsverzoek van twee stewardessen van KLM. Zij verzoeken hun ontslag bij KLM per 1 juli 2012 terug te draaien, omdat KLM in de ontslagprocedure vorig jaar bedrog heeft gepleegd en stukken heeft achtergehouden. De kantonrechter heeft in de beschikking van vandaag beslist dat van bedrog geen sprake is geweest, in die zin dat KLM in de ontslagzaak geen feiten of verklaringen (die tot een andere beslissing zouden hebben geleid) heeft achtergehouden. Ook een later op tafel gekomen verklaring van een collega werpt naar het oordeel van de kantonrechter geen nieuw licht op de zaak. Het verzoek om herroeping wordt daarom afgewezen.'



1 februari 2013
Haagse hof veroordeelt waxinelichthoudergooier tot gevangenisstraf

'In de zaak van de ‘waxinelichthoudergooier’ heeft het Gerechtshof Den Haag op 1 februari 2013 een man veroordeeld. Het Haagse hof heeft de verdachte in hoger beroep een gevangenisstraf opgelegd van 5 maanden met aftrek van voorarrest.

Het hof acht bewezen dat de man op Prinsjesdag 2010 een waxinelichthouder naar de Gouden Koets heeft gegooid onder het roepen van beledigende woorden aan het adres van de inzittenden. De man heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan belediging van de koningin, de kroonprins en zijn echtgenote en daarnaast de Gouden Koets beschadigd. Dat de man zich daarbij schuldig zou hebben gemaakt aan een poging tot het toebrengen van (zware) mishandeling van lakeien, die naast de koets liepen, of omstanders acht het hof niet bewezen. Daarvan is de verdachte vrijgesproken. Voorts is de verdachte veroordeeld voor het uiten van bedreigingen aan het adres van zijn broer.

Weliswaar acht het hof aannemelijk dat het bewezen verklaarde aan de verdachte als gevolg van zijn psychische problemen in verminderde mate kan worden toegerekend, maar onvoldoende is naar voren gekomen dat die problemen de gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde zodanig hebben beïnvloed dat de man niet anders kon handelen dan hij heeft gedaan. Daarom is volgens het hof geen sprake van volledige ontoerekeningsvatbaarheid. Eerder had de rechtbank geoordeeld dat de man wel volledig ontoerekeningsvatbaar is en plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis gelast.

Bij het bepalen van de straf heeft het hof overwogen dat de verdachte door tijdens een publiek optreden de genoemde leden van het Koninklijk Huis op deze wijze te bejegenen hun waardigheid heeft aangetast. Dat is in het bijzonder het geval vanwege de staatsrechtelijke positie van deze personen en de verwevenheid met het staatsbelang. Door de bedreigingen in de richting van zijn broer heeft de verdachte hem angst aangejaagd.

Het hof heeft het beroep van de verdachte op de vrijheid van meningsuiting verworpen. De uitlatingen van de verdachte in combinatie met het gooien van een waxinelichthouder kunnen volgens het hof niet worden beschouwd als een bijdrage aan het publieke debat. Door de handelwijze van de verdachte is een inbreuk op het recht op vrijheid van meningsuiting daarom gerechtvaardigd vanwege de noodzakelijke bescherming van de goede naam van anderen en ter voorkoming van strafbare feiten.'



1 februari 2013
In hoger beroep negen jaar cel voor schietpartij in Terneuzen

'In hoger beroep is een 28-jarige man veroordeeld tot negen jaar cel voor drie pogingen tot doodslag en het aanwezig hebben van munitie en hennep.

Schietpartij Arsenaalplein Terneuzen
De man heeft in de nacht van 13 februari 2011 op het Arsenaalplein achter het café “De Twee Heeren”, meerdere keren van dichtbij geschoten op een groep mensen. Daarbij zijn drie mensen (ernstig) gewond geraakt.

Is verdachte de schutter?
Volgens de verdediging is de verdachte niet de schutter geweest. Het was druk op het plein en er waren wel meer mensen met dezelfde uiterlijke kenmerken als de verdachte. Dat de getuigen zich hebben vergist, verwerpt het hof. Het hof acht de verklaringen van vier (onafhankelijke) getuigen, anders dan de verdediging, wel betrouwbaar. Dat geldt ook voor de verklaringen van de drie aangevers. De stelling van de verdediging dat er sprake zou zijn van een opzet van de slachtoffers om de man de schuld in de schoenen te schuiven, vindt het hof niet aannemelijk. De verklaringen van de getuigen en de slachtoffers vinden ook steun in de camerabeelden van die nacht. Volgens het hof staat vast dat de man de schutter is geweest.

Doodslag
De rechtbank veroordeelde de man in augustus 2011 tot negen jaar cel voor poging tot moord en twee pogingen tot doodslag. Volgens het hof is er geen sprake van poging tot moord, omdat niet kan worden bewezen dat de man rustig heeft nagedacht voor hij schoot. Het hof veroordeelt de man daarom voor drie pogingen tot doodslag en het aanwezig hebben van munitie en hennep. Voor het bezit van de (kleine hoeveelheid) hennep krijgt de verdachte geen straf opgelegd.

Fysiek en psychisch leed
Het hof neemt het de man kwalijk dat hij zich met een geladen pistool in het uitgaansleven van Terneuzen heeft begeven. Hij mag van geluk spreken dat er niet meer mensen (dodelijk) zijn geraakt.

De drie slachtoffers hebben veel pijn en (zichtbare) littekens op hun lichaam. Naast het fysieke leed hebben ze te kampen met angstgevoelens. Het incident heeft ook gevolgen voor het dagelijks leven van de slachtoffers. Eén heeft zijn opleiding niet af kunnen ronden, de ander is arbeidsongeschikt geraakt en de derde heeft problemen met het uitoefenen van zijn sport, die hij op hoog niveau beoefende.

Schadevergoeding
Naast de gevangenisstraf moet de man, in totaal, ruim tienduizend euro schadevergoeding betalen aan de slachtoffers.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl