Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - oktober 2014:


31 oktober 2014
Hof bekrachtigt tijdelijk publicatieverbod van boek “De Ros-tapes”

'De voorzieningenrechter te Zutphen heeft op 21 oktober 2014 de publicatie van het boek “De Ros-tapes” verboden voor zes maanden (ECLI:NL:RBGEL:2014:6796). Het gaat hier om de processen-verbaal van de getuigenverklaringen van kroongetuige Ros die het OM onlangs in de Passage-strafzaak bij het gerechtshof Amsterdam heeft overgelegd.'



31 oktober 2014
Werkstraf en rijontzegging voor politieagent die dodelijk verkeersongeval veroorzaakt

'De rechtbank Gelderland legt een politieagent een werkstraf op van 120 uur en een rijontzegging van 6 maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van een jaar voor het veroorzaken van een dodelijk ongeval in Apeldoorn op 25 oktober 2013. De politieagent was onderweg naar een melding en reed daarbij veel te hard. Hij kon daardoor een aanrijding met een medeweggebruikster niet meer voorkomen.

Zeer hoge snelheid
De man reed in opdracht van de politiemeldkamer op een Prio1-melding in Apeldoorn af. Een melding waarbij met zwaailichten en sirene mag worden gereden. De politie mag dan harder rijden dan is toegestaan, met een maximumoverschrijding van 40 km/u. Om tactische redenen heeft verdachte de zwaailichten en sirene onderweg uitgezet. Verdachte is steeds sneller gaan rijden, waarbij hij op de Europaweg snelheden van boven de 120 km/u heeft gehaald. De maximumsnelheid is daar 50 km/u. Verdachte was zich er niet van bewust dat hij zo snel reed. Op de T-kruising van de Europaweg met de Dijkgraafweg kwam verdachte in botsing met de door het slachtoffer bestuurde auto. Zij raakte door de aanrijding zeer zwaar gewond en overleed ter plaatse aan haar verwondingen.

Verkeersveiligheid voorop
De man is schuldig aan het verkeersongeval omdat hij kort voor het ongeval veel te hard heeft gereden en zich daarmee niet aan de regels heeft gehouden die gelden voor een dringend politieoptreden. Het slachtoffer hoefde geen rekening te houden met verkeer met zulke hoge snelheden. Dat de agent op een voorrangsweg reed en het slachtoffer hem voorrang moest verlenen maakt dit niet anders. De voortvarendheid waarmee wordt afgereden op een melding mag er niet toe leiden dat de verkeersveiligheid in gevaar komt. De man heeft zich onvoldoende gerealiseerd wat de risico’s waren van zijn verkeersgedrag. Dat mocht wel van hem verwacht worden.

Geen enkele straf kan de fatale gevolgen van de verkeersfout ongedaan maken. De man moet verder in de wetenschap dat door zijn toedoen een ander het leven heeft gelaten. De man, die een blanco strafblad heeft, is in verband met deze strafzaak door de korpschef voorwaardelijk ontslag aangezegd.'



31 oktober 2014
Man uit Veghel in hoger beroep veroordeeld tot twaalf jaar cel voor doodslag op vriendin

'Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch heeft in hoger beroep een 48-jarige man uit Veghel veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf voor doodslag op zijn vriendin in 2010.

De man heeft zijn vriendin door verstikking om het leven gebracht. Hij heeft haar begraven in het Wijboschbroek in Schijndel.

De verdediging betoogde onder meer dat de beschuldigende verklaringen van twee vrienden van de man onbetrouwbaar zijn. Verder heeft de verdediging bezwaren tegen het technisch bewijs naar voren gebracht. Volgens de verdediging moeten de getuigenverklaringen en het technisch bewijs daarom niet voor het bewijs worden gebruikt en moet de man worden vrijgesproken. Het hof gaat niet mee in die redenering. Evenmin vindt het hof dat er sprake kan zijn van een andere dader dan verdachte.'



31 oktober 2014
Beperkingen aan beslag op vakantiegeld

'Op inkomen dat slechts door de jaarlijkse uitbetaling van het vakantiegeld boven de beslagvrije voet per maand uitkomt, is geen (volledig) beslag mogelijk. Dat heeft de Hoge Raad vandaag beslist.

Bij beslag op lonen en uitkeringen moet de beslagvrije voet per maand worden berekend. Al het in een maand ontvangen inkomen dat boven de beslagvrije voet uitkomt, valt onder het beslag. De vraag is of dat ook geldt indien het in een maand ontvangen inkomen enkel boven de beslagvrije voet uitkomt als gevolg van de jaarlijkse betaling van het vakantiegeld, terwijl het inkomen in andere maanden onder de beslagvrije voet is gebleven. De Hoge Raad heeft die vraag ontkennend beantwoord.

Bij gerechtelijk beslag op lonen en uitkeringen wordt een beslagvrije voet gehanteerd om het bestaansminimum van de schuldenaar te waarborgen. Schuldeisers die beslag op loon of op een uitkering leggen, kunnen slechts aanspraak maken op afdracht van het loon of de uitkering voor zover dat boven de beslagvrije voet uitkomt. De beslagvrije voet is in de meeste gevallen een bedrag dat gelijk is aan 90% van de bijstandsnorm. Dit bedrag is in de wet vastgelegd als noodzakelijk voor het dagelijks levensonderhoud. Schuldeisers kunnen daarom geen aanspraak maken op afdracht ervan.

De beslagvrije voet moet per maand worden berekend. Het vakantiegeld wordt meestal eenmaal per jaar betaald. In de maand van die betaling is het totale inkomen daarom meestal hoger dan de beslagvrije voet. Door een afdracht aan de beslaglegger in die maand kan echter het inkomen van de schuldenaar, als hij in de voorafgaande maanden een inkomen heeft gehad dat lager was dan de beslagvrije voet, over een langere periode bezien onder het bestaansminimum blijven, dat de beslagvrije voet beoogt te waarborgen. Daarom wordt soms geoordeeld dat het vakantiegeld niet (of niet volledig) voor beslag in aanmerking komt.

Zo oordeelde ook de kantonrechterin deze zaak. Zijn vonnis is onherroepelijk, maar de procureur-generaal bij de Hoge Raad kan zonder dat dit voor de betrokken partijen gevolgen heeft, cassatieberoep (in het belang der wet) instellen. De Hoge Raad wordt daardoor in staat gesteld een beslissing te geven, opdat duidelijkheid bestaat voor rechtspraak en praktijk.

De procureur-generaal heeft de Hoge Raad in dit geval om een beslissing gevraagd omdat over deze kwestie verschil van inzicht bestaat en het voor de gerechtsdeurwaarders van belang is hoe zij moeten handelen. Hetzelfde geldt voor werkgevers en uitkeringsinstanties. Omdat deze kwestie veel speelt, heeft de Hoge Raad eerder bij een tussenarrest aan anderen dan partijen gelegenheid gegeven om zich daarover uit te laten. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders en de Sociale Verzekeringsbank hebben van die mogelijkheid gebruik gemaakt.

Advocaat-generaal Hammerstein was van oordeel dat de wet geen mogelijkheid biedt om af te wijken van de regel dat de beslagvrije voet per maand moet worden berekend. Dat betekent dat al het vakantiegeld dat (tezamen met het gewone maandelijkse inkomen) boven de beslagvrije voet uitkomt in de maand van de jaarlijkse betaling daarvan, steeds moet worden afgedragen aan de beslaglegger, ongeacht het inkomen in andere maanden.

De Hoge Raad heeft anders beslist. Bij de vaststelling van de beslagvrije voet dient, naar hij heeft geoordeeld, de jaarlijkse betaling van het vakantiegeld te worden aangemerkt als een onderdeel van het maandinkomen in de periode waarover het vakantiegeld is opgebouwd, telkens ter hoogte van het bedrag waarmee die opbouw in de desbetreffende maand heeft plaatsgevonden. De jaarlijkse betaling van het vakantiegeld is in verband daarmee niet voor beslag vatbaar indien en voor zover in de maanden waarover de opbouw van het vakantiegeld plaatsvond, het inkomen (inclusief de maandelijkse aanspraak op het vakantiegeld) onder de beslagvrije voet bleef.

Dit betekent dat indien het inkomen onder de beslagvrije voet ligt, het vakantiegeld niet (of niet volledig) aan de beslaglegger behoeft te worden afgedragen.'



30 oktober 2014
Vrijspraak voor voormalig arts Haagse Citykliniek

'De rechtbank Den Haag spreekt een voormalig arts van de Haagse Citykliniek vrij van het mishandelen en oplichten van zijn patiëntes. Hij heeft bij hen met name borstvergrotingen uitgevoerd tussen december 2008 en mei 2009. Hierna is bij deze patiëntes vooral letsel ontstaan door infecties die na de behandeling zijn opgetreden. De rechtbank kan niet vaststellen in hoeverre de arts daarvan een verwijt te maken is, omdat de bron van deze bacteriële infecties onbekend is gebleven. De aangetroffen bacterie kan ook voorkomen in een operatiekamer die voor wat betreft hygiëne aan de standaard voldoet en kan in deze zaak bijvoorbeeld in een medisch apparaat hebben gezeten. Verder zijn hem wel verwijten te maken als medicus, maar zijn deze niet zodanig ernstig dat hij hierdoor strafbaar is.

Strafzaak
De voormalig gynaecoloog is al eerder in 2011 op basis van een door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) samengesteld dossier door het Centraal Medisch Tuchtcollege uit zijn ambt gezet. Op grond van deze uitspraak mag de arts in Nederland niet meer als zelfstandig arts werkzaam zijn. Aan de rechtbank is dat dossier niet overgelegd (daarover loopt nog een procedure tussen de arts en het openbaar ministerie) en daarom heeft de rechtbank de beslissing alleen kunnen baseren op de in het strafdossier opgenomen informatie. Dat strafdossier bevat het onderzoek naar tien door het openbaar ministerie geselecteerde aangiftes van patiëntes.

Verwijtbaar
De rechtbank oordeelt dat een aantal verwijten over zijn handelen terecht zijn. Zo heeft de arts zijn ingrepen niet in het juiste type operatiekamer verricht. Hij heeft onvoldoende zorg gedragen voor de reiniging en desinfectie in de kliniek. Verder is hij bij hooguit vier patiënten tekortgeschoten in de nazorg. Ook heeft hij geen adequaat onderzoek gedaan naar de oorzaak van de door hem bij patiëntes geconstateerde afstotingsverschijnselen.

Niet strafbaar
De vraag is of deze verwijten ook leiden tot een veroordeling voor strafbare feiten. De rechtbank concludeert van niet. Zo is niet vastgesteld dat de eerste twee verwijten van invloed zijn geweest op het ontstaan en verloop van de infecties en evenmin is gebleken dat de arts structureel tekort is geschoten in de nazorg. De rechtbank acht de steken die de arts heeft laten vallen niet zodanig ernstig dat de voormalig arts zich niet op de zogenoemde medische exceptie kan beroepen. De medische exceptie houdt in dat een arts pijn en/of letsel mag veroorzaken als hij in het belang van zijn patiënt een medische ingreep heeft verricht. De rechtbank oordeelt dat hij zich hierop kan beroepen. Dit betekent dat hij niet strafbaar is en daarom spreekt de rechtbank hem vrij.'



29 oktober 2014
Maximumsnelheid op A13 blijft 80 kilometer per uur

'De maximumsnelheid op de A13 bij Rotterdam-Overschie blijft voorlopig 80 kilometer per uur. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (29 oktober 2014). In juni 2012 besloot de minister van Infrastructuur en Milieu nog om de maximumsnelheid op de A13 bij Rotterdam-Overschie te verhogen van 80 naar 100 kilometer per uur. In november 2013 vernietigde de rechtbank Rotterdam dat verkeersbesluit naar aanleiding van bezwaren van onder meer Milieudefensie. Tegen die uitspraak is de minister in hoger beroep gekomen bij de Raad van State.

Rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank had de minister ten onrechte gebruik gemaakt van de wettelijke ruimte van 1,5 decibel extra geluid bovenop de berekende geluidsproductie van de A13. Die extra geluidruimte van 1,5 decibel zou volgens de rechtbank niet structureel mogen worden gebruikt. De minister is het hiermee niet eens. Volgens haar heeft de rechtbank de Wet milieubeheer op dit punt verkeerd uitgelegd.

Raad van State
Naar het oordeel van de Raad van State volgt uit de Wet milieubeheer niet dat die 1,5 decibel alleen voor tijdelijke situaties mag worden gebruikt. Dit betekent dat de minister bij verkeersbesluiten waarbij zij de maximumsnelheid op een weg vaststelt gebruik mag maken van deze extra 1,5 decibel. Wel zijn in de wet verplichtingen opgenomen om tijdig in te grijpen als de grens van 1,5 decibel dreigt te worden overschreden.

Nieuw besluit
Ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank besloot de minister in februari 2014 om de maximumsnelheid op de A13 bij Overschie weer terug te brengen naar 80 kilometer per uur. De verhoging naar 100 kilometer per uur was volgens haar niet langer opportuun. Tijdens de rechtszitting bij de Raad van State heeft de minister hieraan toegevoegd dat zij de maximumsnelheid van 80 kilometer per uur voorlopig niet zal verhogen.'



29 oktober 2014
Project versterking waterkering Zwakke Schakels Noord-Holland mag doorgaan

'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft nagenoeg alle bezwaren tegen de versterking van de primaire waterkering Zwakke Schakels Noord-Holland ongegrond verklaard. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van vandaag (29 oktober 2014). De zaak was aangespannen door de Faunabescherming, enkele organisaties en bedrijven en door inwoners van Groet en Petten. Tegen de uitspraak van Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.

Project
Het projectplan maakt versterking mogelijk van de kustwering bij de waterkering van Callantsoog, de Pettemerduinen ten noorden van Petten en de Hondsbossche en Pettemer Zeewering (HPZ). Voor de uitvoering van het projectplan zijn diverse uitvoeringsbesluiten genomen, zoals omgevingsvergunningen en natuurvergunningen.

Bezwaren ongegrond
De bezwaren van de Faunabescherming, organisaties, bedrijven en inwoners zagen onder meer op luchtkwaliteit, geluidshinder, verkeersveiligheid, hinder door zandverstuiving en verzoeting van het water achter de Hondsbossche en Pettemer Zeewering. Ook de gekozen variant van kustversterking en de gevolgen van zandsuppletie voor de bedrijfsvoering van een strandpaviljoen stuitten op bezwaren. Al deze bezwaren heeft de Raad van State ongegrond verklaard.

Beschermingsmaatregelen
Door het kustversterkingsproject zal foerageergebied van de scholekster en de steenloper verdwijnen. Een deel van deze twee vogelsoorten heeft een relatie met het Waddenzeegebied. De hoeveelheid voedsel voor scholeksters is daar echter beperkt. Hierdoor is voor deze vogelsoort een verhoogde sterftekans en wordt niet aan de zogenoemde instandhoudingsdoelstellingen voor het Waddenzeegebied voldaan. Voor de steenloper geldt dit niet. In het projectplan en in de zogenoemde passende beoordeling staan verschillende maatregelen om de schadelijke gevolgen van de kustversterking voor scholeksters te verminderen. Met deze beschermingsmaatregelen worden de natuurlijke kenmerken van de Waddenzee niet aangetast, aldus de hoogste bestuursrechter. In de natuurvergunning die is verleend voor zandwinning, zandtransport en zandsuppletie maatregelen ontbreken deze maatregelen echter. Daarom heeft de Raad van State zelf in de uitspraak bepaald dat deze beschermingsmaatregelen deel gaan uitmaken van de natuurvergunning en moeten worden getroffen.'



29 oktober 2014
Rechtbank geeft gevangene voordeel van de twijfel

'Een 44-jarige man uit Aruba komt op 3 november tegen de wens van het openbaar ministerie vervroegd vrij. Volgens de officier van justitie komt de man niet in aanmerking voor vervroegde invrijheidsstelling, onder meer omdat hij zich in de gevangenis heeft misdragen. De rechtbank Gelderland oordeelt dat de man zich niet zodanig heeft misdragen dat zijn vrijlating moet worden uitgesteld.

Kans op herhaling
De man, die onder meer veroordeeld is voor vernieling en diefstal met geweld, heeft twee derde van zijn drie jaar celstraf uitgezeten. Daarmee komt hij in aanmerking voor vervroegde vrijlating. De officier van justitie had gevraagd om zijn invrijheidstelling met vier maanden uit te stellen. Niet alleen zou hij zich in de gevangenis ernstig hebben misdragen, maar ook is volgens de reclassering de kans op herhaling groot.

Woonruimte
Zowel de raadsman als de veroordeelde zelf is het hier niet mee eens. De veroordeelde is in de gevangenis al gestraft voor de misdragingen. Verder is veroordeelde van plan zijn leven te veranderen en staat hij open voor de hulpverlening. Daarnaast heeft hij zelf het initiatief genomen om tijdens zijn detentie werk en woonruimte te regelen.

Advies P.I. Vught
Uit het onderzoek bij de rechtbank blijkt niet dat de veroordeelde zich zodanig ernstig heeft misdragen dat zijn vrijlating moet worden uitgesteld. De reclassering heeft zich te veel gericht op het verleden van veroordeelde en maakt niet goed duidelijk waarom de kans op herhaling groot zou zijn. Anders dan de reclassering, adviseert de directie van de P.I. Vught tot vervroegde invrijheidsstelling met bijzondere voorwaarden.

Aarzelingen
In het vonnis zegt de rechtbank begrip te hebben voor de aarzelingen van de reclassering. “Maar,” zegt de rechtbank, “het had op de weg van de reclassering gelegen om meer met de veroordeelde mee te denken, nu deze zelf kennelijk zelfstandig woonruimte heeft geregeld.” De rechtbank geeft de veroordeelde het voordeel van de twijfel en bepaalt dat veroordeelde op 3 november voorwaardelijk in vrijheid zal worden gesteld.

De volledige uitspraak wordt op een later moment op deze pagina gepubliceerd.'



24 oktober 2014
Aantal boetes voor snelheidsovertredingen N69 kwijtgescholden

'Twee automobilisten krijgen geld terug van een aantal betaalde boetes voor snelheidsovertredingen op de N69 in Aalst. De kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant besliste dat de bestuurders in die gevallen niet in de gelegenheid zijn gesteld om hun rijgedrag aan te passen. De boetes van een derde automobilist blijven wel staan.

De automobilisten maakten deel uit van een groep bestuurders die eind 2012 en begin 2013 een reeks boetes kreeg voor snelheidsovertredingen op de Eindhovenseweg N69 in Aalst. Op deze weg zijn de analoge flitspalen medio 2012 vervangen door digitale flitspalen. Deze digitale flitspalen staan continu aan, terwijl de analoge palen sporadisch controles uitvoerden. De automobilisten stapten naar de kantonrechter omdat ze de reeks boetes niet terecht vonden. Ze voerden onder meer aan dat het verkeer niet duidelijk is gemaakt dat er andere flitspalen zijn geplaatst.

Oordeel kantonrechter
Volgens de kantonrechter is duidelijk met verkeersborden aangegeven dat er ter plekke maximaal 50 km/h mag worden gereden. Weggebruikers moeten zich altijd aan de maximumsnelheid houden, ook als dat niet wordt gecontroleerd. Daar komt bij dat de overheid niet verplicht is om aan te geven dat flitsapparatuur vervangen wordt.

Toch heeft de kantonrechter beslist dat de automobilisten het geld van een aantal boetes terugkrijgt. Volgens de kantonrechter moeten bestuurders namelijk de gelegenheid krijgen hun rijgedrag aan te passen als zij zich niet bewust waren dat ze daar te hard reden. En op het moment dat zij de tweede en volgende overtredingen begingen, waren zij nog niet op de hoogte gesteld van hun eerste snelheidsovertreding. Daarom matigt de rechtbank de sancties na de eerste overtreding tot nihil en dat betekent dat de automobilisten in dit geval het geld van deze boetes terugkrijgen.

De boetes die de automobilisten kregen nadat ze op de hoogte waren gebracht van hun eerste overtreding, worden niet kwijtgescholden. Ze hadden toen kunnen weten dat ze hun snelheid ter plaatse moesten aanpassen. Ook sancties die zijn opgelegd omdat bestuurders meer dan 20 km/h te hard hebben gereden, worden niet gematigd. Binnen de bebouwde kom mag namelijk nooit harder dan 70 km/h worden gereden. Ze konden dus weten dat zij een snelheidsovertreding begingen. Dat de weg het uiterlijk zou hebben van een 80 km/h-weg maakt dat niet anders.

De kantonrechter overweegt daarnaast dat er in april 2013 in de media veel aandacht is geweest voor de ‘bonnenregen’ op de N69. De derde automobilist reed na die tijd te hard. De kantonrechter ziet daarom in dit geval geen aanleiding de opgelegde boetes kwijt te schelden.'



24 oktober 2014
Politieman veroordeeld voor poging doodslag

'De rechtbank Gelderland heeft vandaag een 56-jarige politieman veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf van 80 uur met een proeftijd van één jaar. Daarnaast moet hij schadevergoeding betalen aan het slachtoffer ter hoogte van € 2.567,75.

Poging doodslag
De politieman heeft zich schuldig gemaakt aan een poging doodslag door met zijn vuurwapen meerdere keren op een auto te schieten waarvan hij wist dat er drie inzittenden in zaten. Een en ander gebeurde na een wilde achtervolging en op het moment dat de klemgereden auto weer wilde wegrijden.

Geen aanleiding om voorwapen te gebruiken
De rechtbank heeft geoordeeld dat geen aanleiding bestond om op grond van de Ambtsinstructie een vuurwapen ter hand te nemen of te gebruiken. Daarnaast is niet vast komen te staan en niet aannemelijk geworden dat er sprake is geweest van een veronderstelde noodweer(exces) situatie.

Straf gelijk aan eis officier van justitie
Bij de strafoplegging, waarbij niet is afgeweken van de eis van de officier van justitie, heeft de rechtbank onder meer rekening gehouden met het gegeven dat de politieagent al een zware straf ondergaat doordat hij zich publiekelijk dient te verantwoorden in de rechtszaal en dat de man door zijn werk in deze situatie terecht is gekomen waarin hij ten onrechte heeft gemeend te mogen schieten.'



24 oktober 2014
Hof bekrachtigt uithuisplaatsing zevenjarige jongen

'Het hof in ’s-Hertogenbosch heeft gisteren bepaald dat de uithuisplaatsing van een zevenjarige jongen uit Oss terecht was. Daarmee bekrachtigt het hof de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant op 26 juni van dit jaar.

Terecht verzoek
Het hof vindt dat Bureau Jeugdzorg alle reden had om bij de rechtbank een crisisverzoek voor uithuisplaatsing in te dienen. De moeder had zich onttrokken aan het toezicht van Jeugdzorg, terwijl het kind zich in een zeer stressvolle situatie bevond. De uithuisplaatsing op een neutrale plek is volgens het hof noodzakelijk voor de verzorging en opvoeding van het kind en voor onderzoek naar zijn geestelijke gesteldheid.

Het hof oordeelt verder dat de rechtbank kennis mocht nemen van twee andere civielrechtelijke dossiers over het kind. Het beginsel van hoor en wederhoor is daarbij niet geschonden. Ook is het aan de uithuisplaatsing ten grondslag liggende indicatiebesluit niet in strijd met het Uitvoeringsbesluit Wet op de Jeugdzorg.

Klem tussen ouders
Het kind zit sinds de scheiding klem tussen de ouders. De jongen krijgt van de moeder geen onvoorwaardelijke toestemming om contact met de vader te hebben. Het hof vindt het aannemelijk dat hij de angst van de moeder voor de vader heeft overgenomen.

Evenals de rechtbank vindt het hof dat de moeder haar kind inzet in haar strijd tegen de vader. De moeder heeft onder meer de media opgezocht met filmpjes over verwikkelingen rondom de jongen in het omgangshuis en over de uithuisplaatsing.

De door de moeder gesuggereerde alternatieven voor een uithuisplaatsing - onder meer observatie in de thuissituatie - zijn volgens het hof ontoereikend. Verder is de bewering van de moeder dat het in de instelling niet goed gaat met de jongen onvoldoende onderbouwd en ook in strijd met de bevindingen van die instelling.'



23 oktober 2014
Wrakingsverzoek tegen militair lid beklagkamer afgewezen in ‘Srebrenica-zaak’

'De wrakingskamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag een wrakingsverzoek tegen een militair lid van de beklagkamer afgewezen.

Het beklag
Op 14 april 2014 is bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, een klaagschrift binnengekomen. Daarin wordt door enkele nabestaanden (klagers) van gedode moslimmannen verzocht de strafvervolging te bevelen van enkele door hen daarvoor verantwoordelijk gehouden Nederlandse militairen (beklaagden). Zij maakten in 1995 deel uit van Dutchbat III dat gelegerd was in Srebrenica. Nu het gaat om militairen wordt het beklag volgens de wet beoordeeld door de militaire beklagkamer, die is samengesteld uit twee “gewone” rechters en een militaire lid.

Het bezwaar tegen het militaire lid
Gelet op de bemoeienissen van het Ministerie van Defensie met de afwikkeling van “Srebrenica” en zijn bemoeienis met het strafrechtelijke onderzoek daarnaar, vinden de klagers dat in dit geval geen militair deel moet uitmaken van de beklagkamer, maar dat deze uit drie “gewone” rechters moet bestaan.

De procedure
De klagers hebben eerst het bestuur van het gerechtshof gevraagd een beklagkamer samen te stellen zonder militair lid. Het gerechtsbestuur heeft dit verzoek afgewezen omdat het geen ruimte heeft om af te wijken van de wet.

Vervolgens hebben klagers het beoogde militaire lid van de beklagkamer verzocht zich te verschonen, zich terug te trekken. De voorzitter van de militaire beklagkamer heeft namens het militaire lid laten weten dat deze op dat verzoek niet ingaat.

Tenslotte hebben de klagers het beoogde militaire lid gewraakt. De wrakingskamer van het gerechtshof heeft op 25 september 2014 het wrakingsverzoek behandeld door de advocaat van de klagers en de advocaat-generaal te horen.

De wraking
Het hof vindt het begrijpelijk dat de klagers er ongelukkig mee zijn dat mede een militair lid over hun beklag oordeelt. De door de advocaat gestelde “uitzonderlijke aard van het Srebrenica-dossier”, de gestelde bemoeienissen van het Ministerie van Defensie daarmee en het dienstverband van het militaire lid van de beklagkamer met datzelfde ministerie, zijn echter onvoldoende voor een objectief gerechtvaardigde vrees voor het ontbreken van onpartijdigheid van het militaire lid.

Daarnaast wijst het hof erop dat een gegrondverklaring van de wraking, en daarmee een buitenwerkingstelling van de wet in dit geval, in het verdere verloop van de procedure ernstige verwikkelingen kan opleveren. Deze zouden ertoe kunnen leiden dat beklaagden niet vervolgd worden. Daarmee zou het resultaat van de wraking voor de klagers het door hen beoogde gevolg missen.'



23 oktober 2014
Voorstel voor prestatieafspraken Hogeschool Leiden toch goed beoordeeld door Bussemaker

'De Haagse rechtbank heeft geoordeeld dat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het besluit om minder geld toe te kennen aan de Hogeschool Leiden voldoende heeft gemotiveerd. Daarmee is de minister tegemoet gekomen aan het tussenvonnisvan de Haagse rechtbank op 13 februari jl. waarin werd geoordeeld dat de motivering op een aantal punten onvoldoende was.

Prestatiebekostiging
De minister wil met het middel prestatiebekostiging de kwaliteit van het hoger onderwijs verbeteren. Scholen moeten de focus meer leggen op kwaliteit en profilering en minder op kwantiteit. De Hogeschool Leiden kreeg van de minister minder geld omdat zij het voorstel om een expertisecentrum Jeugd op te richten, niet wilde bekostigen.

Nadere motivering
In de uitspraak van vandaag oordeelt de rechtbank dat uit de nadere motivering van de minister voldoende blijkt dat het door de Hogeschool ingediende voorstel is vergeleken met voorstellen van vergelijkbare instellingen. Ook is experts om advies gevraagd over het door de Hogeschool voorgestelde expertisecentrum Jeugd. Uit de nadere motivering blijkt voldoende waarom de minister van het advies van de experts is afgeweken en waarom het voorstel voor het expertisecentrum is afgewezen. Daarbij is toegelicht waarom de minister vond dat een aanwijsbaar regionaal zwaartepunt voor het expertisecentrum ontbreekt. '



23 oktober 2014
Tapstatistieken AIVD vooralsnog geheim

'Een journalist heeft gevraagd om openbaarmaking van het aantal taps van de AIVD per jaar, maar de minister van Binnenlandse Zaken heeft dit geweigerd met een beroep op de nationale veiligheid.

De journalist heeft aangevoerd dat uit de tapstatistieken niets afgeleid kan worden over de werkwijze van de AIVD. Hij beroept zich daarbij op een rapport van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Ook wijst hij op de buurlanden België en Duitsland, waar tapstatistieken wel openbaar worden gemaakt.

De Haagse rechtbank gaat daar niet in mee. De rechter oordeelt dat als het aantal taps per jaar door de AIVD over een langere periode wordt afgezet tegen de bekende dreigingen en technologische ontwikkelingen hierdoor wel inzicht kan worden verkregen in de werkwijze van de AIVD, zoals de capaciteit, de focus en de slagkracht van de AIVD, waarop personen en organisaties die in de aandacht van de AIVD staan, kunnen inspelen.

De rechtbank wijst er daarbij wel op dat in het licht van de controle en transparantie van de AIVD een ontwikkeling gaande is waarbij in de toekomst mogelijk anders met verzoeken om openbaarmaking wordt omgegaan, zoals de Commissie van Toezicht voorstaat en zoals in België en Duitsland nu al het geval is.'



22 oktober 2014
Vrijspraak voor verdachten overval supermarkt Delft

'De rechtbank Den Haag spreekt twee mannen vrij die verdacht werden van een gewapende overval op een Plus supermarkt in Delft op 15 oktober 2013. Voor beide mannen geldt dat er te weinig bewijs is om ze te veroordelen, zo oordeelt de rechtbank. Het DNA van de ene verdachte is weliswaar aangetroffen op een achtergelaten paraplu, maar dit is op zichzelf onvoldoende omdat dit ‘verplaatsbaar DNA’ betreft. De andere verdachte heeft een alibi.

Overval
Tijdens de overval in Delft drongen twee gemaskerde mannen de supermarkt binnen, gewapend met een vuurwapen en een hakmes. Ze maakten onder dreiging van geweld veertienduizend euro buit. Op camerabeelden van de overval is te zien dat een van de daders zijn paraplu achterliet. Uit onderzoek is gebleken dat DNA op de paraplu afkomstig was van (onder meer) een van de verdachten. Uit tapgesprekken en observaties van deze verdachte bleek, dat hij contact onderhield met de medeverdachte. Beiden ontkennen iedere betrokkenheid bij voornoemde overval.

DNA-sporen
De rechtbank stelt vast dat op camerabeelden te zien is dat de overvallers handschoenen droegen. Het is daarom aannemelijk dat de DNA-sporen al voor de overval op de paraplu terecht zijn gekomen. Nu niet valt uit te sluiten dat iemand anders dan de verdachte de paraplu op de plaats van de overval heeft achtergelaten, is er geen direct bewijs dat de ene verdachte een van de overvallers is geweest.

Alibi
De auto van de tweede verdachte is op 15 oktober 2013 om 08.33 uur Delft binnengereden. Deze verdachte heeft verklaard dat hij zijn auto die dag had uitgeleend. Deze lezing valt, gezien het feit dat hij rond datzelfde tijdstip de aanwezigheidslijst op zijn school in Rotterdam getekend moet hebben, niet uit te sluiten. Dat politie hem heeft herkend op de beelden van de beveiligingscamera is naar het oordeel van de rechtbank niet overtuigend. Het beeld is niet scherp en de persoon op de betreffende ‘still’ van de camerabeelden vertoont naar haar oordeel onvoldoende gelijkenis met verdachte.'



22 oktober 2014
Vrijlating verkrachter Bredaas meisje jaar uitgesteld

'Een 62-jarige man die is veroordeeld voor verkrachting van een 9-jarig meisje in Breda in 2006, komt nog niet vrij. De rechtbank in Breda heeft bepaald dat zijn voorwaardelijke vrijlating een jaar wordt uitgesteld.

De man was in 2009 door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar met aftrek van voorarrest. Eerder had hij ook al straffen uitgezeten voor meerdere zedendelicten. Begin oktober 2014 had hij tweederde van zijn straf uitgezeten.

Risico op herhaling
De rechtbank is van oordeel dat het risico op herhaling bij voorwaardelijke vrijlating van de man groot is, en dat dat risico nu niet genoeg kan worden ingeperkt. De man heeft zeer ernstige delicten gepleegd, die hij nog steeds ontkent. Hij weigert stelselmatig om mee te werken aan persoonlijkheidsonderzoek en behandeling. De reclassering kan daardoor geen maatregelen nemen en voorwaarden scheppen om een veilige terugkeer in de maatschappij mogelijk te maken.

De officier van justitiehad een jaar uitstel van voorwaardelijke vrijlating gevraagd, zodat het komend jaar kan worden geprobeerd alsnog inzicht te krijgen in de problematiek van de man en kan worden bekeken of er voorwaarden te scheppen zijn die een vrijlating wel verantwoord maken.

Voorwaardelijke invrijheidstelling
In Nederland kunnen veroordeelden na het uitzitten van twee derde van hun straf voorwaardelijk vrijgelaten worden. Tot een aantal jaren geleden ging dat min of meer automatisch, maar sinds de inwerkingtreding van de Wet voorwaardelijke invrijheidstelling in 2008 wordt per geval bekeken of en onder welke voorwaarden vrijlating aangewezen is, om zo het risico op herhaling van strafbare feiten te verkleinen en de maatschappelijke veiligheid te vergroten.'



22 oktober 2014
Alcoholverkoop op benzinestations blijft verboden

'De eigenaar van een benzinestation in Hoogeveen moet een boete van € 900 betalen vanwege de verkoop van alcohol. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (22 oktober 2014). De rechtbank Noord-Nederland kwam in juli 2013 al tot hetzelfde oordeel.

Boete
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport had de eigenaar in 2012 de boete opgelegd, omdat hij tegen de regels in de Drank- en Horecawet alcohol had verkocht in de winkel bij zijn benzinestation. De eigenaar is het niet eens met de boete en is daartegen in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens hem is het verbod in de Drank- en Horecawet in strijd met het in diverse verdragen neergelegde gelijkheidsbeginsel, omdat supermarkten en wegrestaurants wel alcohol mogen verkopen.

Onderscheid
De Drank- en Horecawet wil het gebruik van alcohol matigen en alcoholmisbruik tegengaan met het oog op onder meer de verkeersveiligheid. De wet stelt beperkingen aan de plaatsen waar alcohol mag worden verkocht. Zo mag er wel alcohol verkocht worden in wegrestaurants en supermarkten, maar is het verboden om alcohol te verkopen bij benzinestations. Naar het oordeel van de Raad van State mag de wet onderscheid maken tussen bedrijven waar alcoholverkoop wel is toegestaan omdat de verstrekking ervan onmiskenbaar deel uitmaakt van de bedrijfsvoering of het levensmiddelenassortiment, en bedrijven waar geen alcohol mag worden verkocht. De wetgever is "niet verplicht tussen een alles of niets keuze", aldus de Raad van State.

Benzinestations
Naar het oordeel van de Raad van State mocht de minister zich vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid op het standpunt stellen dat alcoholverkoop bij benzinestations die primair worden bezocht om te tanken, een onwenselijke combinatie oplevert. Benzinestations worden niet primair bezocht om de dagelijkse boodschappen te doen. Kern van de dienstverlening van benzinestations is het verstrekken van brandstof. Daardoor bestaat een "onlosmakelijk, functioneel verband" met het verkeer, aldus de hoogste bestuursrechter.

Gevolg
Het gevolg van de uitspraak is dat alcoholverkoop bij benzinestations bij wet verboden blijft.'



21 oktober 2014
Publicatie boek met verklaringen van kroongetuige Passage-proces verboden

'De rechtbank Gelderland heeft op dinsdag 21 oktober 2014 bepaald dat het boek van de journalist Korterink waarin hij verklaringen van een kroongetuige in het Passage-proces heeft opgenomen, niet in de boekhandel mag worden verkocht.

Waarheidsvinding en veiligheid
De landsadvocaat eiste dit publicatieverbod in een spoedkortgeding namens het Openbaar Ministerie. Hij voerde aan dat publicatie van de verklaringen van de kroongetuige het strafrechtelijke proces ernstig zal belemmeren, dat publicatie andere verwante onderzoeken schade toe zal brengen en dat personen die in het boek genoemd worden voor hun veiligheid moeten vrezen.

Ook de advocaat van twee verdachten die in het Passage-proces terechtstaan, sloot zich bij de opvatting van de landsadvocaat aan. Hij vond het zeer schadelijk voor de verdediging van zijn cliënten. Met name omdat getuigen die hij nog wil horen in het proces, hun verklaringen kunnen afstemmen op de verklaringen in het boek. De waarheidsvinding is hiermee niet gediend.

Eerder stadium
De advocaat van de heer Korterink, zijn uitgever en distributeur betoogde dat het OM al in een veel eerder stadium een verbod op publicatie had kunnen eisen. Ook had het OM tot nu toe erg weinig gedaan om andere journalisten van diverse media te sommeren te stoppen met het publiceren over de verklaringen van de kroongetuige het Passage-proces.

Uitspraak
De rechter oordeelde dat het boek, of delen uit het boek, binnen nu en een half jaar niet mogen worden gepubliceerd. Hij heeft respect voor het werk van de journalist die dit integer heeft willen doen. De rechter is van mening dat het moment van publicatie niet gepast is. ‘Het is een strafproces op leven en dood. U volgt dit proces kritisch en dat is ook uw taak. Toch gaat het hier om uiterst gevoelig materiaal en natuurlijk moet het OM dan alles op alles zetten om hun werk goed te kunnen doen’, aldus rechter Vergunst in zijn mondelinge uitspraak. Mocht het OM na zes maanden vinden dat het boek nog steeds niet mag verschijnen, dan kunnen ze opnieuw een verbod tot publicatie eisen.

De heer Korterink moet op straffe van een dwangsom van € 50.000,- alles in het werk stellen om het boek uit de boekhandel te houden. Het vonnis geldt vanaf nu.'



17 oktober 2014
Drie jaar cel voor overval cafetaria en diefstal telefoon

'De rechtbank Overijssel veroordeelt een 20-jarige man uit Enschede tot een gevangenisstraf van drie jaar. De man heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan twee ernstige strafbare feiten. Eerst pleegde hij een overval op een cafetaria in Enschede. Twee dagen later beroofde hij een vijftienjarige jongen met geweld van zijn telefoon.

Bedreiging en geweld
Op 20 oktober ging de man met een bivakmuts op en gewapend met een mes de cafetaria binnen. De daar aanwezige medewerker dwong hij om hem geld en sigaretten te geven. Bij het verlaten van de cafetaria bedreigde hij de medewerker met de woorden: “Als je de politie belt steek ik je neer”. Slechts twee dagen later bestal hij een vijftienjarige jongen met geweld van zijn telefoon in het Volkspark in Enschede. Hij stapte op de jongen af, greep hem bij zijn keel, bedreigde hem en dwong hem zijn telefoon af te staan.

High-impact
De rechtbank rekent het de verdachte zeer aan dat hij in korte tijd twee zogenaamde “high-impact” feiten heeft gepleegd. De feiten hebben diepe indruk gemaakt op de slachtoffers, waarvan een bovendien nog erg jong is. Ter zitting heeft de verdachte aangegeven dat hij weigert mee te werken aan een behandeling van de volgens deskundige bij hem bestaande antisociale persoonlijkheidsstoornis, omdat hij vind dat hij al te lang in hechteniszit. De rechtbank acht daarom een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een behandeling niet op zijn plaats en veroordeelt de man tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar.'



17 oktober 2014
Veroordelingen en vrijspraken in VSM-zaak

'De rechtbank Overijssel veroordeelt drie mannen die betrokken waren bij de Vastgoed Solide Maatschappij (VSM) wegens verduistering, valsheid in geschrifte en witwassen. Wel worden zij vrijgesproken van oplichting. De drie veroordeelde mannen krijgen gevangenisstraffen variërend van 1 tot 3 jaar. Drie andere mannen die bij het bedrijf betrokken waren worden vrijgesproken.

Beleggingsmaatschappij
VSM is een beleggingsmaatschappij die tot doel had om door derden geïnvesteerd geld te beleggen in vastgoed. Ook werd het aangetrokken geld gebruikt voor leningen aan Apex, een andere BV binnen hetzelfde concern. In de jaren 2004-2009 wist VSM veel geld aan te trekken van particuliere investeerders. Een groot deel van dat geld werd uitgeleend aan Apex Vastgoed, het moederbedrijf van VSM. Vanaf eind 2008 komt VSM in de problemen omdat Apex niet in staat blijkt om het geleende geld terug te betalen. Twee jaar later, in december 2010, gaat Apex failliet.

Verduistering en witwassen
De rechtbank oordeelt dat niet bewezen is dat de directie van VSM de opzet had om beleggers op te lichten. Het Openbaar Ministerie vond dat sprake was van oplichting, omdat het opgehaalde geld niet werd geïnvesteerd in vastgoed maar werd uitgeleend aan Apex. Uit het dossier blijkt echter niet dat mensen op valse voorwendselen zijn overgehaald om in het bedrijf te investeren. Een deel van het geld dat het bedrijf ophaalde werd bovendien wel degelijk in vastgoed geïnvesteerd.

Nadat VSM in de problemen kwam gingen de leidinggevenden, terwijl ze wisten van de slechte financiële situatie, echter door met het betalen van buitensporige vergoedingen aan henzelf. Dat gebeurde via diverse andere BV’s, waarmee geprobeerd werd het geld wit te wassen. In totaal werd op deze wijze tussen december 2008 en augustus 2010 ongeveer € 1,7 miljoen euro aan VSM onttrokken. De investeerders hebben door het handelen van de leidinggevenden hun beleggingen in rook zien opgaan. Daarmee hebben de leidinggevenden de investeerders in het bedrijf naar het oordeel van de rechtbank ernstig gedupeerd.

Straffen en vrijspraken
De rechtbank legt aan de commercieel directeur van het bedrijf een gevangenisstraf van 3 jaar op. Ook moet hij 3 maanden gevangenisstraf die hem bij een eerdere veroordeling voorwaardelijk waren opgelegd alsnog uitzitten. Een tweede directeur krijgt van de rechtbank een gevangenisstraf van 2 jaar waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Een interim-manager die bij de verduistering betrokken was moet 1 jaar de cel in, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De rechtbank spreekt drie andere directeuren vrij, omdat twee van hen al niet meer in dienst waren ten tijde van de verduistering en van de derde niet bewezen is dat hij betrokken was bij de strafbare feiten.'



16 oktober 2014
Gevangenisstraf van 36 maanden voor oplichter Marktplaats.nl

'Een 42-jarige man is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, voor oplichting. Daarnaast heeft de rechtbank de man een proeftijd van drie jaar met reclasseringstoezicht opgelegd. De man stond terecht voor 223 gevallen van oplichting gepleegd via Marktplaats.nl in de periode 2009, 2010 en 2011. Bij 17 aangiftes komt de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende aanwijzingen zijn voor zijn betrokkenheid en spreekt de man vrij. 206 aangiftes acht de rechtbank bewezenverklaard.

Oplichting
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare oplichting. Hij heeft via Marktplaats.nl goederen aangeboden, zoals toegangskaarten voor pretparken, concerten en waardebonnen. Hij maakte daarbij gebruik van normale, maar valse namen en heeft daarmee de indruk gewekt dat hij met open vizier handelde en traceerbaar was. De betrokken bezoekers van Marktplaats.nl mochten dan ook verwachten dat de man de goederen voor de afgesproken prijs en op de afgesproken wijze zou leveren. In die verwachting hebben zij geld naar hem overgemaakt. De man heeft vervolgens de goederen niet geleverd en zich onvindbaar gemaakt.

Gevangenisstraf
De rechtbank legt de man een gevangenisstraf op van 36 maanden op met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar met reclasseringstoezicht. De rechtbank rekent het de man aan dat hij zich gedurende lange tijd en op grote schaal schuldig heeft gemaakt aan oplichting via internet. Hij handelde daarbij ook onder de namen van personen die hij eerder had opgelicht, waardoor de goede naam van deze gedupeerden ernstig is geschaad. Ook is niet uit te sluiten dat de onderneming Marktplaats imagoschade heeft opgelopen. De rechtbank acht de man volledig toerekeningsvatbaar. Wel is bij de strafmaat rekening gehouden met de problematische ontwikkeling van de man in zijn jeugd.

De officier van justitiehad een gevangenisstraf geëist voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met toezicht van de reclassering.

Benadeelde partijen
120 aangevers hebben zich gevoegd als benadeelde partij. 103 vorderingen zijn toegewezen.'



16 oktober 2014
Heropening onderzoek MKZ-zaken Kootwijkerbroek

'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heropent het onderzoek in de MKZ-zaken van Kootwijkerbroek.

Het CBb heeft besloten tot heropening van het onderzoek omdat het behoefte heeft aan nadere informatie over de testen die zijn verricht op monsters van verschillende dieren en aan een verdere uitleg wanneer een test positief kan worden bevonden. In de heropeningsbeschikking heeft het CBb daarom een aantal specifieke vragen geformuleerd.

De staatssecretaris van Economische Zaken moet deze vragen binnen 6 weken beantwoorden. Appellanten krijgen daarna de gelegenheid om op het nadere standpunt van de Staatssecretaris te reageren.

Aan de hand van de reacties van partijen zal het CBb verder bezien hoe de procedures zullen worden voortgezet.'



15 oktober 2014
Roekeloze autorijder krijgt voorwaardelijke celstraf en verplichte behandeling voor hersenletsel

'De rechtbank Den Haag veroordeelt een 22-jarige Haagse man voor roekeloos autorijden waarbij een andere man om het leven kwam en hijzelf ernstig en blijvend hersenletsel opliep. Hij krijgt een voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar, onder de voorwaarde dat hij zich laat opnemen in een kliniek voor de duur van maximaal drie jaar. Daarna moet hij nog een taakstraf verrichten van 240 uur. Verder mag hij in totaal zeven jaar lang niet meer autorijden. Aan de nabestaanden van het slachtoffer moet hij ruim zeventienduizend euro schadevergoeding betalen.

Illegale straatraces
De inwoner van Den Haag nam deel aan illegale straatraces in Wateringen in november 2011. Waar anderen vanwege dichte mist stopten, ging hij, ondanks waarschuwingen, alleen door. Op hoge snelheid is hij uiteindelijk tegen een boom gebotst. Zijn bijrijder is als gevolg daarvan overleden.'



14 oktober 2014
Acht jaar celstraf voor mishandeling, bedreiging en openlijke geweldpleging

'De rechtbank Den Haag veroordeelt een 39-jarige Haagse man voor onder andere bedreiging en mishandeling van en openlijke geweldpleging tegen meerdere personen in de periode van 2011 tot en met 2013. Hij krijgt daarvoor een celstraf van acht jaar.

Elf strafbare feiten
De man heeft zich schuldig gemaakt aan elf strafbare feiten. Deze feiten lopen uiteen van het voorhanden hebben van versnijdingsmiddelen (voor drugs) en munitie, van bedreiging – al dan niet met een vuurwapen – openlijke geweldpleging, het medeplegen van een ontvoering en het medeplegen van mishandeling, een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel met voorbedachte raad, een poging tot uitlokking van mishandeling en het uitlokken van het medeplegen van mishandeling met voorbedachte raad, met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg.

Straf gelijk aan hoogste maximum
De rechtbank spreekt de man vrij van een aantal feiten en is bij een aantal zaken tot een ander oordeel gekomen dan het Openbaar Ministerie. Daardoor is de maximaal op te leggen straf aanzienlijk lager dan de zestien jaren die het Openbaar Ministerie als uitgangspunt hanteerde. Gelet op de samenloop van feiten waarop gevangenisstraffen zijn gesteld, kan verdachte een gevangenisstraf worden opgelegd tot een derde boven het hoogste maximum, derhalve maximaal tien jaren en acht maanden. Oplegging van dit absolute maximum acht de rechtbank in deze niet passend. De rechtbank maakt zich echter wel grote zorgen over het gemak waarmee verdachte vuurwapens heeft gehanteerd. Daarom ziet de rechtbank wel aanleiding om bij het bepalen van de straf aan te sluiten bij het hoogste maximum dat is gesteld op de afzonderlijke bewezenverklaarde feiten, namelijk acht jaren celstraf.'



14 oktober 2014
18 jaar cel voor schietincidenten Amsterdam Zuidoost

'In hoger beroep is een 42-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 jaar. Het gerechtshof Amsterdam heeft dit vandaag beslist. De man heeft op 26 maart 2012 in Amsterdam Zuidoost op klaarlichte dag geschoten op een café-eigenaar, drie agenten van politie en een passerende auto.

Drie schietincidenten
De café-eigenaar wilde de verdachte op straat aanspreken op zijn gedrag in het café. De verdachte heeft hierop een geladen vuurwapen uit zijn broeksband gepakt en gericht op het hoofd van de café-eigenaar geschoten. Deze raakte hierdoor zwaar gewond. Op een agent van politie, die in de buurt was en de man wilde aanhouden, werd eveneens geschoten door de verdachte. Hierbij is ook een bestuurdersportier van een auto geraakt. Vervolgens is de verdachte naar een binnentuin gevlucht waar hij het vuur heeft geopend op twee aldaar aanwezige politieagenten. Een van hen heeft daarbij een kogelverwonding aan zijn voorhoofd opgelopen.

Geen moord maar doodslag
De Amsterdamse rechtbank had 20 jaar gevangenisstraf opgelegd voor poging tot moord. Omdat het hof vindt dat niet kan worden bewezen dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld is hij voor poging tot doodslag veroordeeld. Het hof rekent de verdachte de schietpartij zwaar aan, ook omdat hij de levens van bewoners en toevallige voorbijgangers in gevaar heeft gebracht.'



14 oktober 2014
Stiekeme pashokjesfilmer bestraft

'Een 57-jarige man uit de gemeente Kampen is veroordeeld voor het stiekem filmen van twee vrouwen in pashokjes bij een kledingwinkel in Zwolle. De rechtbank Overijssel veroordeelt de man ook voor het bezit van kinder- en dierenporno. De man krijgt een gevangenisstraf van 120 dagen opgelegd, waarvan 119 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, een werkstraf van 180 uur en bijzondere voorwaarden zoals verplichte behandeling en het laten controleren van zijn computer.

Cameraatje op schoen
De man filmde de vrouwen met een cameraatje dat op de wreef van zijn schoen zat. Op 31 mei 2013 betrapte één van de vrouwen hem terwijl hij haar filmde in het pashokje van een Zwolse kledingwinkel. Hij vluchtte de winkel uit en werd kort daarna aangehouden. Bij een onderzoek van zijn usb-stick werd ook kinder- en dierenporno aangetroffen. De man bekende bij de politie en op de zitting bij de rechtbank.

De rechtbank oordeelt dat de man ook schuldig is aan het filmen van een andere vrouw in een pashokje in diezelfde winkel op 25 april 2013. De man bekende dat feit niet, maar gaf wel toe dat hij twee keer in de kledingwinkel was geweest om te filmen. Omdat het in dezelfde winkel was en op dezelfde manier gebeurde, oordeelt de rechtbank dat het dezelfde dader moet zijn.

Schuldbewust
De rechtbank hield bij de strafoplegging in het voordeel van de man rekening met een aantal zaken. Zo toont de man zich schuldbewust en heeft hij spijt die oprecht overkomt. Zijn huwelijk, relatie met zijn kinderen en zijn baan staan door deze strafbare feiten onder spanning. Ook de reclassering beschrijft dat de lijdensdruk groot is, iets wat ook op de zitting duidelijk werd.

Verder heeft de man een blanco strafblad, laat hij zich al op vrijwillige basis behandelen en schat de behandelaar de kans op herhaling laag in. Daarnaast is er een - in vergelijking met andere strafzaken - relatief geringe hoeveelheid kinder- en dierenporno aangetroffen en heeft verdachte het downloaden beperkt tot twee maal.'



14 oktober 2014
Beroepen van politieambtenaren over nieuw Functiegebouw ongegrond verklaard

'De rechtbank heeft op 14 oktober 2014 uitspraak gedaan in vijf beroepszaken van politieambtenaren over het Landelijk Functiegebouw Nationale Politie (LFNP). De beroepen zijn ongegrond verklaard.

Nieuw Landelijk Functiegebouw Nationale Politie
Per 1 januari 2013 zijn de regionale politiekorpsen vervangen door de nationale politie. Duizenden functies die bij de regionale politiekorpsen bestonden zijn omgezet naar 92 functies van het LFNP.

Voor die omzetting heeft de minister van Veiligheid en Justitie een transponeringstabel vastgesteld. Iedere politieambtenaar heeft een besluit gekregen waarin zijn/haar nieuwe LFNP-functie is aangewezen. Bij alle rechtbankbanken zijn beroepen ingediend tegen deze besluiten. De rechtbank Gelderland heeft nu als eerste uitspraak gedaan in vijf van die beroepszaken.

Transponeringstabel
De rechtbank heeft geoordeeld dat de transponeringstabel van de minister het uitgangspunt mag zijn voor de aanwijzing van de LFNP-functies aan individuele politieambtenaren. Alleen als die aanwijzing tot een kennelijk onredelijke uitkomst leidt kan van de transponeringstabel worden afgeweken (hardheidsclausule).

Niet afwijken van transponeringstabel
In de vijf beroepszaken is de LFNP-functie overeenkomstig de transponeringstabel aangewezen en was er geen reden voor toepassing van de hardheidsclausule.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl