Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - januari 2015:


23 januari 2015
Rechter verwijst Patiëntenadviesraad naar Landelijke Commissie van Vertrouwenspersonen

'Voor een geschil over de vraag welke informatie aan de Patiëntenadviesraad (PAR) moet worden verstrekt, bestaat op grond van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) een Landelijke Commissie van Vertrouwenspersonen (LCvV). De PAR zal het geschil aan de LCvV voor bemiddeling en (bindend) advies moeten voorleggen. Vooruitlopend daarop moet wel reeds bepaalde informatie aan PAR worden verschaft.

Geschil
De Patiëntenadviesraad (PAR) en de St Maartenskliniek (SMK) zijn vastgelopen in een conflict over de informatieverstrekking door de Raad van Bestuur van SMK aan de PAR. De PAR vordert:
- de veroordeling van SMK tot verstrekking van een opgave van alle (voorgenomen) besluiten van de RvB sinds 1 januari 2014 en verstrekking van alle daarbij behorende onderliggende stukken.
- dat (tijdelijk) nieuwe voorzitters aan de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van SMK worden toegevoegd en dat SMK aan de PAR het recht toekent een enquête te vragen aan de Ondernemingskamer naar de gang van zaken binnen SMK.
- de veroordeling van SMK tot betaling van de declaraties van haar advocaat.

Informatie
Vooruitlopend daarop zal de SMK bij wijze van ordemaatregel aan de PAR een overzicht met toelichting moeten verstrekken van alle onderwerpen waarover de Raad van Bestuur van SMK sinds 1 januari 2014 (voorgenomen)besluiten heeft genomen en van onderwerpen die tot en met maart 2015 nog aan de orde zullen komen. Dat is nodig omdat de PAR al geruime tijd haar wettelijke taak niet meer vervult en hij in staat moet worden gesteld de draad weer op te pakken.

Voorzitters
Voor aanwijzing van tijdelijke voorzitters van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding. Het conflict is minstens evenveel te wijten aan de opstelling van de PAR en zijn voorzitter als aan de Raad van Bestuur. Hoewel de Raad van Bestuur, zonder moeizame correspondentie met de PAR, niet erg bereidwillig lijkt structureel informatie te verschaffen, kan niet worden geconcludeerd dat hij in ernstige mate tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen uit de WMCZ. Aanwijzing van tijdelijke voorzitters is disproportioneel.

Enquêterecht
Voor toekenning van het enquêterecht aan de PAR is geen grond. Dat is aan Stichting Zorgbelang Gelderland toegekend en er is geen reden om aan te nemen dat die daarmee niet naar behoren zal omgaan. Inmiddels heeft Zorgbelang Gelderland ook een enquêteverzoek aan de Ondernemingskamer gedaan.

Kostenvergoeding
Op grond van de WMCZ zal SMK binnen de grenzen van het redelijke de kosten van rechtsbijstand aan de PAR moeten vergoeden. Gezien de aard en de omvang van het vastgelopen conflict is een voorschot van € 30.000,- redelijk.'



23 januari 2015
Beveiliger Zwarte Cross bestraft voor mishandeling

'De rechtbank Gelderland heeft een 43-jarige man uit Arnemuiden veroordeeld voor mishandeling en poging tot zware mishandeling.

De man werkte in de zomer van 2013 als beveiliger bij de Zwarte Crossfestival in Lichtenvoorde. Toen hij het verzoek kreeg te assisteren bij het afvoeren van een groep bezoekers heeft hij meer geweld gebruikt dan noodzakelijk was. Hij heeft een bezoeker in het gezicht geslagen, een bezoekster hard geduwd waardoor zij ten val is gekomen en twee bezoekers een knietje in hun gezicht gegeven, waarbij zij hun neus braken.

De rechtbank heeft een werkstraf van 200 uur opgelegd en bepaald dat de man een schadevergoeding moet betalen aan de slachtoffers.'



23 januari 2015
Erotiekwinkel in Zwolle moet deuren sluiten

'Een erotiekwinkel in Zwolle en de bijbehorende webshop moeten dicht. De kortgedingrechter van de rechtbank Overijssel oordeelt dat de eigenaresse in strijd handelt met het concurrentiebeding van haar voormalig werkgever Christine le Duc. Op straffe van een dwangsom van 5000 euro ineens en 500 euro per dag mag de vrouw tot en met 1 oktober 2015 geen erotiekwinkel of soortgelijke webshop starten.

Concurrentiebeding
De vrouw nam in september 2014 ontslag bij Christine le Duc en begon een eigen erotiekwinkel en webshop in Zwolle. Haar oude werkgever spande een kort gedingaan omdat zij hiermee het concurrentiebeding overtrad. In haar contract stond dat zij voor vier jaar geen vergelijkbaar werk zou mogen doen. Zo kon ze de kennis en bedrijfsinformatie die ze bij Christine le Duc had opgedaan niet als concurrent gebruiken tegen haar voormalige werkgever.'



23 januari 2015
Celstraf voor bedreiging Tweede Kamerleden

'Een 41-jarige man uit Rotterdam is vrijdag door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De man werd veroordeeld voor het bedreigen van onder andere meerdere Tweede Kamerleden.

De man bedreigde meerdere personen in het kader van zijn missie om het gevaar van minipistolen onder de aandacht te brengen. Hij voelde zich niet serieus genomen door de politie en het Openbaar Ministerie en had daarom het plan een strafzaak uit te lokken. De rechtbank vindt dat de man daar veel te ver in is gegaan. De man verstuurde onder andere een kogelbrief en plaatste een filmpje op het internet waarbij een persoon op een foto door het oog werd geschoten. Ook schoot de man met een minipistool op blikjes op het politiebureau om aan te tonen dat het een gevaarlijk wapen is.

De man werd naast bedreiging, ook veroordeeld voor verboden wapenbezit en het in bezit hebben van drugs. De rechtbank legde een gevangenisstraf op die gelijk is aan de tijd dat de man in voorarrest heeft gezeten. Het voorwaardelijke deel van de straf moet voor de man ‘een stok achter de deur’ zijn om niet opnieuw strafbare feiten te plegen. Ook moet hij meewerken aan een nader psychologisch onderzoek en eventuele behandeling.'



23 januari 2015
Gerechtshof gaat 52 getuigen horen in het Passage-proces

'Vandaag heeft het hof beslist op de verzoeken tot nader onderzoek het “liquidatieproces Passage”. Er worden in totaal 52 getuigen gehoord.

Wat heeft het hof vandaag beslist?
Rondom het onderwerp van de tweede kroongetuige (de ook in hoger beroep terechtstaande verdachte Ros) zijn veel verzoeken gedaan. Het hof heeft deze kroongetuige Ros al gehoord op twee zittingen in november vorig jaar. Het hof heeft vandaag een aantal dagen vastgesteld waarop de kroongetuige Ros verder gehoord moet worden, waarbij ook het openbaar ministerieen de verdediging van de verdachten aan hem vragen kunnen stellen. Dit is nodig omdat de vraag naar de betrouwbaarheid van zijn verklaringen in deze zaak zo belangrijk is. Ook is het verhoor van de andere kroongetuige La S. nogmaals nodig. Deze andere kroongetuige is eerder door het hof gehoord in juni 2014.

Het hof vindt het voorts zelf noodzakelijk dat drie officieren van justitie als getuigeworden opgeroepen. Die officieren zijn betrokken geweest bij de afspraken die met de kroongetuige zijn gemaakt. Daarnaast is er nog een reeks andere getuigen die in de loop van de komende tijd zullen worden gehoord. Deze getuigen worden opgeroepen, in een aantal gevallen omdat het openbaar ministerie dat noodzakelijk vindt, in andere gevallen omdat het hof dat zelf nodig vindt voor de beoordeling van de zaken in hoger beroep.

Ook door de raadslieden van de verdachten zijn verder nog tal van andere verzoeken gedaan die meestal betrekking hebben op de betrouwbaarheid van de verklaringen van de kroongetuige Ros. Een aantal van die verzoeken is door het hof afgewezen, vele andere zijn toegewezen. De meeste getuigen zullen door het hof worden gehoord op de zitting. Er wordt ook een beperkt aantal getuigen gehoord buiten de zitting, door de onderzoeksrechter.

Gecompliceerd
Het hof is al in het najaar van 2013 met de behandeling van de zaak begonnen en was daarmee al een eind op streek. In het najaar van 2014 heeft het openbaar ministerie een tweede kroongetuige geïntroduceerd. Daardoor is de behandeling van de zaken in hoger beroep gecompliceerd.

De door de kroongetuige Ros afgelegde verklaringen hebben geleid tot vervolgonderzoek. Om de betrouwbaarheid van zijn verklaringen te kunnen beoordelen is het nodig dat getuigen worden gehoord.

Een andere complicatie is dat de verklaringen van de kroongetuige ook een rol spelen in het onlangs tegen een ander (W.F. Holleeder.) bij de rechtbank ingestelde onderzoek. In dat onderzoek tegen Holleeder zijn moorden betrokken die ook in het hoger beroep van het Passageproces aan de orde zijn. Het hof heeft verkend of er op dit moment een reële mogelijkheid bestaat om die twee onderzoeken enigszins gelijk te laten oplopen. Zo is verkend of getuigen niet in beide zaken gehoord kunnen worden. Gebleken is dat daarvoor op dit moment geen aanleiding is. Het onderzoek tegen Holleeder. bevindt zich nog in een pril stadium, terwijl het Passageproces al zeer lang loopt. Daarom gaat de behandeling in hoger beroep verder en wordt van het openbaar ministerie verwacht dat het de ontwikkelingen in het onderzoek tegen Holleeder op de voet volgt en het hof nauwgezet op de hoogte houdt van de ontwikkelingen.

Vervolg behandeling
Op korte termijn vervolgt het hof de behandeling. De eerste verhoren van de kroongetuige Ros zijn voorzien op 27 januari, 30 januari en op 2, 3 en 6 februari.'



22 januari 2015
Veroordeling voor doodslag Bethaniëndwarsstraat 25 juni 2010

'In hoger beroep is een 74-jarige man veroordeeld voor doodslag op de bewoner van Bethaniëndwarsstraat te Amsterdam tot een gevangenisstraf van zeven jaar en zes maanden. Het gerechtshof Amsterdam heeft dat vandaag beslist.

De bewoner werd in de ochtend van 26 juni 2010 met ingeslagen schedel dood in zijn woning aangetroffen. De hamer die daarbij was gebruikt, werd in de woning aangetroffen.

Camerabeelden
De verdediging heeft gesteld dat de verdachte op 25 juni 2010 tweemaal tevergeefs aangeklopt heeft bij de deur van het slachtoffer en in de tussentijd is gaan koffiedrinken.

Op camerabeelden van de Bethaniëndwarsstraat is te zien dat de verdachte omstreeks 11.29.23 uur naar de voordeur van het slachtoffer loopt en daar even staat. Om 12.08.50 uur verschijnt hij bij die voordeur en loopt daarvandaan weg. In hoger beroep is uitvoerig nader onderzoek gedaan naar de gebruikte opnameapparatuur. Het systeem bleek niet steeds de beelden op te slaan met de regelmaat die de rechtbank had verondersteld. Het hof heeft de beelden nader geanalyseerd. Het hof concludeert dat ook onder de beperkingen van het systeem de verdachte op beeld had moeten staan als hij de eerste keer weggaat en de tweede keer aankomt. Nu dat niet zo is, is de verdachte volgens het hof ongeveer 40 minuten in de woning geweest.

Hamer en handdoek
De verdachte heeft verklaard dat hij een hamer, vergelijkbaar met de als wapen gebruikte hamer, ooit eenmaal enkel bij de steel heeft vastgehad. In hoger beroep heeft contra-onderzoek en verdiepend onderzoek op het aangetroffen DNA-materiaal plaatsgevonden. Daaruit bleek dat onderzoek van geringe en gemengde hoeveelheden DNA-materiaal bijzonder lastig is. Op de als wapen gebruikte hamer is echter op twee plaatsen DNAvan de verdachte en het slachtoffer aangetroffen. Het hof vindt daarom dat het DNA van de verdachte er niet toevallig op is gekomen. Dat DNA wijst erop dat de verdachte de hamer voor de doodslag heeft gebruikt.

Op een handdoek op het hoofd van het slachtoffer is ook DNA aangetroffen dat mogelijk van de verdachte is. Het hof vindt dat ook een aanwijzing dat de verdachte de dader is.

Toebrengen letsel
Het tijdstip waarop het dodelijk letsel is toegebracht is lastig te bepalen. Het hof heeft nader deskundigenonderzoek laten doen. Het hof is van oordeel dat het letsel kan zijn toegebracht in de periode dat de verdachte in de woning was.

Straf
De rechtbank veroordeelde de verdachte voor moord tot een gevangenisstraf van 13 jaar. Het OM eiste een straf van 12 jaar voor doodslag.

Het hof vindt niet bewezen dat de verdachte met voorbedachten rade heeft gehandeld. Bij doodslag past een lagere straf. Door veel noodzakelijk onderzoek in hoger beroep heeft de behandeling erg lang geduurd. De redelijke termijn is daardoor fors overschreden. Daarom legt het hof een gevangenisstraf op van 7 jaar 6 maanden. Dat betekent dat de verdachte die in afwachting van de uitspraak was geschorst, terug moet naar de gevangenis.'



22 januari 2015
Geen sprake van marktmanipulatie bij e-mailberichten over Fortis

'In 2008 verspreidde een medewerker van een handelshuis e-mailberichten dat Fortis er slecht voor stond en meer kapitaal nodig had dan zij deed voorkomen. Deze berichten zijn doorgestuurd, ook naar nieuwsmedia. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) beschouwt dit als marktmanipulatie omdat van de e-mails een onjuist of misleidend signaal over Fortis uitging. De verzender van de mailberichten kreeg boetes. De boetes zijn door de rechtbank herroepen en hiertegen stelde AFM hoger beroep in bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).

Het hoger beroep van AFM slaagt niet. AFM heeft namelijk niet aangetoond dat sprake was van marktmanipulatie. De meningen in de mailberichten werden weliswaar met een zekere stelligheid gepresenteerd, maar beleggers kunnen onderscheid maken tussen feiten en meningen, terwijl het hier niet ging om de mening van een gezaghebbend persoon.

Bovendien circuleerden de berichten in een periode waarin meer kritische berichten over Fortis verschenen. Dit betekent dat de boetes definitief zijn geschrapt.

Deze uitspraak is definitief: hoger beroep is niet mogelijk, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak.'



22 januari 2015
Verlenging terbeschikkingstelling tbs met dwangverpleging voor veroordeelde in ontucht zaak

'De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging van een 63-jarige man verlengd met twee jaar. De man is in 2012 door de rechtbank veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging voor ontucht met jongens in Westkapelle.

Verlenging
De verlenging is overeenkomstig het advies van de kliniek en de vordering van de officier van justitie. De tbs-kliniek en een deskundige hebben aangegeven dat als de tbs-maatregel nu stopt en elke vorm van controle en professionele nu wegvalt, de kans aanzienlijk is dat de man terugvalt in zijn probleemgedrag.

Hoog recidiverisico
De rechtbank stelt vast dat aan de wettelijke eisen wordt voldaan om de tbs te mogen verlengen. Het recidiverisico is hoog en de man heeft lijdt aan een ziekelijke stoornis. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de tbs met verpleging wordt verlengd met twee jaar.'



21 januari 2015
Verzoek openbaarmaking documenten Klimopzaak deels afgewezen

'De weigering van de staatssecretaris van Financiën tot openbaarmaking en verstrekking van documenten en een bestand uit de Klimopzaak is grotendeels terecht. Dat oordeelt de bestuursrechter in een zaak waarin de betrokkene op grond van de Wet openbaarheid van bestuur verzocht heeft om openbaarmaking van documenten die betrekking hebben op de Klimopzaak. De Klimopzaak ging over vastgoedfraude.

Terecht geweigerd
Volgens de rechtbank heeft de staatssecretaris van Financiën terecht geweigerd om twee documenten openbaar te maken die strategische onderzoeksinformatie bevatten. De documenten geven inzicht in de controlestrategie van de belastingdienst en zouden anticiperend gedrag in de hand kunnen werken. Ook een derde document, opgesteld voor intern beraad, hoefde gezien de aard en inhoud ervan niet openbaar te worden gemaakt. Verder is de verstrekking van het zogenoemde FIOD-journaal, op grond van de Wet politiegegevens, volgens de rechtbank terecht geweigerd. Dit journaal is namelijk geen bestand zoals bedoeld in die wet en valt daarom ook niet onder de verstrekkingsregeling in die wet.

Nieuw besluit staatssecretaris
De weigering om documenten over de kosten van het strafrechtelijk onderzoek in de Klimopzaak openbaar te maken, is volgens de rechtbank niet goed door de staatssecretaris gemotiveerd. Niet is duidelijk geworden dat drie facturen van twee juridische dienstverleners de betrokkenen inzicht zouden kunnen geven in opsporingsmethoden en –technieken. En ook niet dat openbaarmaking kan leiden tot onevenredige benadeling van de dienstverleners. De staatssecretaris moet over deze facturen een nieuw besluit nemen.'



15 januari 2015
Tot 1 maart geen jacht op ganzen in Overijssel

'De voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel heeft bepaald dat er tot 1 maart van dit jaar in Overijssel niet op ganzen gejaagd mag worden. In een spoedprocedure, aangespannen door de Vogelbescherming, heeft de rechtbank het besluit van de provincie om de jacht op ganzen in de winter toe te staan voor dit jaar geschorst.

Overwinterende ganzen
In oktober 2014 heeft de provincie Overijssel toestemming verleend aan de faunabeheereenheid Overijssel om tot 2019 in de wintermaanden op ganzen te jagen. Dit is in strijd met het zogeheten ganzenakkoord, dat weliswaar nooit in werking is getreden maar dat provincies wel gebruiken als uitgangspunt voor het ganzenbeleid, en met een door het Faunafonds afgegeven advies. Hierin is 1 november tot 1 maart als rustperiode voor de ganzen aangewezen. Volgens de provincie is de jacht toch nodig omdat in Overijssel overwinterende ganzen grote schade aan gewassen veroorzaken. De Vogelbescherming heeft bij de provincie bezwaargemaakt tegen dit besluit. Daarnaast heeft de Vogelbescherming de voorzieningenrechter verzocht om het besluit voorlopig te schorsen.

Advies Faunafonds
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de provincie onvoldoende heeft onderbouwd dat overwinterende ganzen belangrijke schade veroorzaken op grasland. Deze schade wordt door een groot deel veroorzaakt door ganzen die het hele jaar in Nederland verblijven en die ook in de zomer afgeschoten kunnen worden. De rechter hecht daarbij grote waarde aan het advies van het Faunafonds, waarin wordt aanbevolen de afschot tot de zomer te beperken. Ook houdt de rechter rekening met het feit dat omliggende provincies wel hebben gekozen voor het handhaven van de winterrust tot 1 maart en dat er deze winter in Overijssel al circa 5000 ganzen zijn afgeschoten.

Ordemaatregel
De provincie heeft aangegeven dat een besluit over het bezwaar van de Vogelbescherming tegen de winterjacht begin februari kan worden verwacht. De voorzieningenrechter schorst het besluit van de gemeente tot 1 maart, de datum die in het ganzenakkoord staat. Deze voorlopige voorziening is slechts een ordemaatregel; deze spoedprocedure is niet geschikt om een oordeel te geven over de uiteindelijke rechtmatigheid van het besluit van de provincie. Dat zal indien partijen er onderling niet uitkomen in een bodemprocedure moeten worden vastgesteld.'



14 januari 2015
Op dit moment geen ontheffing voor het rapen van kievitseieren in Fryslân

'Het college van gedeputeerde staten van Fryslân heeft bij het verlenen van een ontheffing voor het rapen van kievitseieren niet voldoende onderzocht of de kievitenpopulatie in Fryslân zich nog in een "gunstige staat van instandhouding bevindt".

Daarom heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van vandaag (14 januari 2015) bepaald dat het provinciebestuur nader onderzoek moet doen voordat het een nieuw besluit neemt op de bezwaren van de Faunabescherming. Zolang dat niet is gebeurd geldt de ontheffing niet. Dit betekent dat de Bond Friese VogelWachten op dit moment niet beschikt over een ontheffing om van 1 maart tot en met 8 april 2015 kievitseieren te rapen.

Gunstige staat van instandhouding
De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat het provinciebestuur beter had moeten onderzoeken of de kievitenpopulatie in Fryslân op dit moment en op lange termijn nog levensvatbaar is. Dit oordeel sluit aan bij een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak over het rapen van kievitseieren uit 2012. Daarin sprak de Afdeling bestuursrechtspraak al haar zorg uit over de voortgaande daling in de kievitenpopulatie. Ondanks perioden van een zekere stabilisatie is de populatie in 2013 bijna gehalveerd ten opzichte van 1996. Gelet op dit beeld van voortgaande achteruitgang van de kievitenpopulatie over een lange periode moet het provinciebestuur nu gaan onderzoeken bij welke stand van de kievitenpopulatie nog sprake is van een "gunstige staat van instandhouding". Het provinciebestuur moet met het oog daarop ook onderzoeken of de kievit nog in het algemeen voorkomt in het Friese grasland, een natuurlijke habitat van de kievit, en of dit ook op langere termijn nog zo zal blijven.

Schorsing
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de ontheffing geschorst tot zes weken na het nieuwe besluit van het provinciebestuur. Mocht tegen dat nieuwe besluit beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak, dan loopt die schorsing door totdat de hoogste algemene bestuursrechter een uitspraak heeft gedaan.

Ontheffing
Het provinciebestuur verleende in januari 2013 een ontheffing op grond van de Flora- en Faunawet waarmee in de periode van 2013 tot en met 2015 kievitseieren mochten worden geraapt. In 2013 ging het om 6.307 kievitseieren en in 2014 om 5.939. Voor 2015 was nog geen maximaal aantal vastgesteld.'



14 januari 2015
Afdeling bestuursrechtspraak verduidelijkt rechtspraak over meldingenstelsels

'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (14 januari 2015) uitspraak gedaan over de meldingenstelsels voor de aanleg van een uitweg in de Algemene Plaatselijke Verordeningen van Leeuwarden en Stein. Volgens haar is zowel de instemming van een gemeentebestuur met een melding binnen de voorgeschreven termijn als een zogenoemde instemming van rechtswege na afloop van die termijn, een besluit. Dit betekent dat tegen zulke besluiten eerst bezwaarkan worden ingediend bij het gemeentebestuur en later beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter.

Weigeren binnen de voorgeschreven termijn
De weigering om een melding te accepteren is ook een besluit, maar als het gemeentebestuur dit doet buiten de voorgeschreven termijn, dan is het gemeentebestuur niet meer bevoegd om die beslissing nemen. Dan wordt het gemeentebestuur geacht al 'automatisch' te hebben ingestemd met de melding. Als een te late weigering bij de bestuursrechter wordt aangevochten, zal de bestuursrechter deze dus ongedaan moeten maken.

Algemene regels
Een meldingenstelsel waarin niet alle reacties voor bezwaar en beroep vatbaar zijn, is ook mogelijk. In dat geval zal de gemeenteraad duidelijk moeten kiezen voor een systeem met algemene regels waarbij de gemelde handeling mag doorgaan als aan de voorschriften in de algemene regels wordt voldaan. Aan een dergelijk meldingenstelsel kleven uit het oogpunt van een coherent systeem van rechtsbescherming minder bezwaren dan aan de bestaande meldingenstelsels, aldus de hoogste bestuursrechter.

Publicatie
Omdat de instemming met en de weigering van een melding door het gemeentebestuur en de 'automatische' instemming dus vaak voor beroep vatbare besluiten zijn, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak in de uitspraken ook een overweging gewijd aan de publicatie ervan. De instemming of weigering door het gemeentebestuur wordt nu nog bekendgemaakt door verzending van het besluit alleen aan de melder zelf. Het gemeentebestuur hoeft zo'n besluit nu niet extern te publiceren. Instemmingen van rechtswege hoeven ook niet te worden gepubliceerd. Hierdoor is onduidelijk of en zo ja, wanneer anderen dan de melder op de hoogte zijn van de inhoud van het besluit. Om te voorkomen dat de melder, mogelijk gedurende langere tijd, rekening moet houden dat bezwaar en beroep kan worden aangetekend, geeft de Afdeling bestuursrechtspraak in overweging om voortaan dit soort besluiten altijd te publiceren.

Meldingenstelsels
De uitspraken van vandaag zijn van belang, omdat meldingenstelsels in wisselende bewoordingen voorkomen bij veel Nederlandse gemeenten en gebaseerd zijn op de zogenoemde Model-APV van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Omdat het meldingenstelsel voor de aanleg van uitwegen rechtsvragen opleverde die met het oog op de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid beantwoord moesten worden, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak in deze zaken eerder een conclusie gevraagd aan staatsraad advocaat-generaal Widdershoven. Hij heeft op 12 november 2014 zijn conclusie uitgebracht.

Grote kamer
De uitspraken over de meldingenstelsels in de algemene plaatselijke verordeningen van de gemeenten Stein en Leeuwarden zijn gedaan door een zogenoemde grote kamer. Deze bestond uit de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak en vier staatsraden, van wie één ook raadsheer is bij de Centrale Raad van Beroep en één ook president is van het College van Beroep voor het bedrijfsleven.'



14 januari 2015
Voormalig bestuurder en commissarissen Vestia mogen banken in vrijwaring oproepen

'De rechtbank Den Haag oordeelt dat een voormalig bestuurder en oud-commissarissen van Vestia banken in vrijwaring mogen oproepen in de rechtszaak die deze woningcorporatie is gestart tegen hen. Ditzelfde geldt voor een aantal accountants(kantoren), de Staat, Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw en het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting. Met deze beslissing geeft de rechtbank geen oordeel over de vraag of de genoemde partijen daadwerkelijk aansprakelijk zijn.

Ook moet Vestia een groot aantal documenten verstrekken aan de voormalig bestuurder en de commissarissen. Ten aanzien van een aantal documenten heeft de rechtbank geheimhouding bevolen.

Hoofdzaak Vestia
Vestia stelt dat de oud-bestuurder zijn rol onbehoorlijk heeft vervuld en de commissarissen hun toezichtstaak niet behoorlijk hebben uitgeoefend in de periode vanaf 2004. In deze periode heeft Vestia een omvangrijke derivatenportefeuille opgebouwd. Vestia kreeg in de loop van 2011 te kampen met steeds grotere financiële tekorten en in juni 2012 met de banken een regeling heeft getroffen waarmee de rentederivaten voor bijna 2 miljard euro werden afgekocht.

De woningcorporatie houdt de oud-bestuurder en de commissarissen hiervoor verantwoordelijk en vordert in de hoofdzaak dat de voormalig bestuurder en de commissarissen schadevergoeding betalen, die onder andere bestaat uit de afkoopsom van bijna 2 miljard euro.

Beoordeling rechtbank
De rechtbank heeft nu een beslissing genomen in twee zogenoemde incidenten. In het eerste incident hadden de voormalig bestuurder en de commissarissen gevraagd of zij een groot aantal (rechts)personen in vrijwaring mochten oproepen. In het tweede incident ging het om een bevel aan Vestia om stukken te verstrekken.

De rechtbank heeft eerder in de zaak van Vestia tegen de voormalig kasbeheerder deels beslist op dezelfde vorderingen. Zij heeft toen niet toegestaan dat de banken, de Staat, het WSW en het CFV in vrijwaring werden opgeroepen. De beslissing in deze zaak valt anders uit. De voormalig bestuurder en de commissarissen hebben beter onderbouwd waarom er grond bestaat voor vrijwaring.

Uitleg over vrijwaring
Partijen kunnen de rechtbank vragen om – voor het geval zij worden veroordeeld tot betaling van schadevergoeding – anderen in vrijwaring te mogen oproepen, op wie zij die veroordeling (deels) kunnen verhalen. Bij een beslissing op zo’n verzoek kijkt de rechtbank of – in dit geval de bestuurder en de commissarissen – voldoende hebben gesteld dat de door hen genoemde (rechts)personen hen moeten vrijwaren bij een eventuele veroordeling. De voormalig bestuurder en de commissarissen hebben dat volgens de rechtbank gedaan, door te stellen dat – als zij aansprakelijk zijn jegens Vestia - deze (rechts)personen ook aansprakelijk zijn jegens Vestia.

Met deze beslissing heeft de rechtbank geen oordeel gegeven over de vraag of de (rechts)personen die in vrijwaring mogen worden opgeroepen daadwerkelijk aansprakelijk zijn. Dat wordt beoordeeld in de vrijwaringszaken. De rechtbank heeft ook geen oordeel gegeven over de vraag of de bestuurder en de commissarissen schadeplichtig zijn tegenover Vestia. De procedure daarover wordt nu vervolgd, met een regiezitting.

Verstrekking stukken en gedeeltelijke geheimhouding
Partijen die daar een rechtmatig belang bij hebben kunnen aanspraak maken op verstrekking van stukken waar anderen – in dit geval Vestia – over beschikken. De rechtbank heeft Vestia bevolen stukken te verstrekken aan de voormalig bestuurder en de commissarissen, die hadden gesteld dat zij deze stukken nodig hebben in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaken. Ten aanzien van een aantal documenten heeft de rechtbank geheimhouding bevolen; de voormalig bestuurder en de commissarissen mogen deze documenten alleen gebruiken in de procedure die Vestia tegen hen heeft aangespannen en in de door hen te voeren vrijwaringsprocedures. Zij mogen daar geen mededelingen over doen aan derden en de documenten ook niet aan derden verstrekken.'



13 januari 2015
Gevangenisstraf voor veroorzaken dodelijk ongeval

'De rechtbank Gelderland heeft een 44-jarige Poolse bestuurder, die op 26 september 2012 in Ermelo een dodelijk ongeval heeft veroorzaakt, veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf.

De rechtbank is van oordeel dat het ongeluk te wijten is aan de grove onoplettendheid, onvoorzichtigheid en onachtzaamheid van de bestuurder. Hij heeft, zonder in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs, met een te hoge snelheid een inhaalmanoeuvre uitgevoerd, waarbij hij niet goed heeft opgelet. De Pool heeft een fietser aangereden die net de weg overstak. Deze man is ter plekke overleden.

Ondanks dat de man nu geen geldig rijbewijs heeft, legt de rechtbank hem een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twee jaar op, om te voorkomen dat hij in Nederland een auto of ander gemotoriseerd voertuig gaat besturen. Voor het rijden zonder geldig rijbewijs legt de rechtbank een boete van € 350,00 op.'



13 januari 2015
Twee maanden gevangenis voor oplichting

'De rechtbank Gelderland heeft een man van 41 jaar veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden wegens oplichting.

Hoewel meerdere mensen aangifte hebben gedaan van oplichting door verdachte, heeft de rechtbank geoordeeld dat dat slechts in één geval kan worden bewezen. Daarom komt de rechtbank tot een veel lagere straf dan door de officier van justitie was geëist.

De man heeft het slachtoffer onder meer verteld dat hij werkte voor de Europese Unie en veel moest reizen, maar zelf geen geld had om dat te betalen, terwijl dat niet waar was. Het slachtoffer heeft een paar duizend euro aan de man geleend, maar hij heeft dat geld nooit terugbetaald.

Bij het opleggen van de straf heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat de man verminderd toerekeningsvatbaar is en dat hij niet eerder is veroordeeld.

De volledige uitspraak is via onderstaand ECLI-nummer te lezen.'



13 januari 2015
Vragen aan Europese Hof van Justitie over tarieven voor mobiele gespreksafgifte

'Het College van beroep voor het bedrijfsleven (CBb) stelt vandaag in een tussenuitspraak vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Het CBb wil weten of hij als nationale rechter in zijn oordeel over de tarieven, die de mobiele aanbieders van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) mogen berekenen voor gespreksafgifte, de Aanbeveling gespreksafgiftetarieven van de Europese Commissie moet volgen, ook als dat in strijd zou zijn met het nationale recht.

Omdat de voorzieningenrechter van het CBb het besluit van ACM eerder al schorste blijven de oude tarieven gelden tot na de einduitspraak.'



13 januari 2015
Hoge Raad wijst herzieningsverzoek Bouterse af

'De Hoge Raad heeft een herzieningsverzoek van Desi Bouterse, sinds 2010 president van Suriname, afgewezen. Bouterse werd in 1999 voor drugshandel veroordeeld tot 11 jaar gevangenisstraf. Dit is het derde verzoek tot herziening van deze veroordeling.

De veroordeling is mede gebaseerd op verklaringen van een getuige. Deze getuige zou volgens de aanvraag nu zijn teruggekomen op zijn voor Bouterse belastende verklaringen. Bij een aanvraag tot herziening moet duidelijk worden gemaakt waarom een getuige terugkomt op eerdere verklaringen. Redenen voor het terugkomen op eerdere verklaringen worden in deze aanvraag niet gegeven. Daarom levert deze nieuwe verklaring geen grond op om aan te nemen dat de eerdere belastende verklaringen onjuist zijn.

In de aanvraag wordt verder gesteld dat de veroordeling berust op onbetrouwbaar onderzoeksmateriaal en worden twijfels opgeworpen over de integriteit van het politieonderzoek. Deze aannames zijn niet gemotiveerd. De Hoge Raad volstaat daarom met de vaststelling dat de rechter destijds bekend was met het dossier waarvan het politieonderzoek deel uitmaakt.

Andere ook nu weer aangedragen gronden voor herziening werden in de eerdere verzoeken al afgewezen.'



12 januari 2015
Hof besluit tot nader onderzoek in zaak Twentse ex-neuroloog

'Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (locatie Arnhem) heeft vandaag tussenarrest gewezen in de strafzaak tegen de Twentse ex-neuroloog J. Hij wordt onder meer verdacht van het opzettelijk stellen van onjuiste diagnoses bij patiënten. Daardoor zou één patiënt zijn overleden en de gezondheid van een aantal anderen zijn benadeeld.

Onderzoekswensen verdediging
De verdediging heeft op de regiezitting van 18 december 2014 twee verzoeken ingediend tot nader onderzoek. Het eerste verzoek betreft het instellen van een onderzoek door de neuroloog prof. dr. M. Vermeulen.

Verder heeft de verdediging verzocht om aanvullend psychologisch, psychiatrisch en neurologisch onderzoek bij verdachte.

Standpunt OM
Het openbaar ministerie heeft geen onderzoekswensen geformuleerd. De advocaat-generaal acht een onderzoek door prof. Vermeulen niet nodig, maar heeft geen bezwaar tegen aanvullend onderzoek bij verdachte.

Beoordeling hof
Het gerechtshof ziet bij gebrek aan een voldoende onderbouwing geen noodzaak om het verzoek tot het benoemen van een –vijfde- deskundige toe te wijzen.

Wel acht het hof nader onderzoek van de persoonlijkheid van verdachte wenselijk. De zaak wordt daarvoor verwezen naar de raadsheer-commissaris.

Vooropgesteld dat dit onderzoek tegen die tijd zal zijn afgerond is de inhoudelijke behandeling gepland voor 18, 20 en 21 mei 2015.'



9 januari 2015
Politie mocht medewerkers nieuwe functie toewijzen

'De korpsleiding van de politie heeft aan vier politieambtenaren uit Geldrop, Nieuwkuijk, Rosmalen en Vianen op juiste wijze nieuwe functies toegewezen. Dit besliste de rechtbank Oost-Brabant vandaag.

De regionale politiekorpsen zijn per 1 januari 2013 vervangen door de nationale politie. Duizenden verschillende functiebeschrijvingen die bij de regionale politiekorpsen bestonden zijn omgezet naar 92 functies van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP). Voor die omzetting stelde de minister van Veiligheid en Justitie een tabel vast waarin voor elke (oude) functiebeschrijving is aangegeven welke nieuwe functiebeschrijving gaat gelden. Iedere politieambtenaar ontving een besluit waarin aan hem een nieuwe LFNP-functie is toegewezen.

Volgens de politieambtenaren is aan hen een verkeerde functie toegekend en is daarbij door de korpsleiding ten onrechte vastgehouden aan de tabel. De rechtbank oordeelt dat deze tabel van de minister het uitgangspunt mag zijn voor omzetting van de functies van individuele politieambtenaren. De rechtbank oordeelt dat er in deze vier zaken geen sprake is van feiten of omstandigheden die zouden moeten leiden tot het niet toepassen van de tabel.'



8 januari 2015
Kosten zendvergunning Radio Veronica te hoog

'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft vandaag, 8 januari 2015, uitspraak gedaan in een aantal hoger beroepen over vergunningen voor commerciële radio-omroep. De vergunninghouders vinden het bedrag dat zij voor de verlenging van hun vergunning moesten betalen te hoog.

In 2003 zijn de radiofrequenties voor de commerciële radio geveild. De verschillende genres werden onderverdeeld in kavels, zoals nieuws, popmuziek en klassieke muziek. Sky Radio bemachtigde de zendvergunning voor kavel A2. De vergunning was geldig tot 1 september 2011. Sky Radio zendt op kavel A2 uit onder de naam Radio Veronica. Kavel A2 is een geclausuleerde kavel, dat wil zeggen dat de kavel programmatische beperkingen kent. Kort gezegd moet op kavel A2 op bepaalde tijden ‘gouwe ouwe’ popmuziek worden uitgezonden.

Op 21 april 2011 verlengde de minister van Economische Zaken de FM-vergunning van Sky Radio tot 1 september 2017 onder oplegging van een eenmalige bijdrage van € 20.385.000,-. De hoogte van die bijdrage is vastgelegd in een algemeen verbindend voorschrift (de Regeling eenmalig bedrag) en is gebaseerd op een waardebepaling door SEO Economisch onderzoek, het Instituut voor Informatierecht (IViR) en TNO Informatie- en Communicatietechnologie.

Het CBb vernietigt de vergunning voor kavel A2 voor zover het gaat om de opgelegde eigen bijdrage van € 20.385.000,-. Het onderzoek naar de waarde kent voor wat betreft kavel A2 naar het oordeel van het CBb een wezenlijk gebrek. Er is geen rekening gehouden met de clausulering die geldt voor kavel A2 en die een waarde drukkend effect kan hebben.

De aanvraag om een vergunning voor kavel A7 is in 2011 buiten behandeling gesteld. De hoger beroepen die hierover gaan tasten dit besluit niet aan.

In 2013 is alsnog vergunning verleend voor kavel A7. Hierover heeft de rechtbank Rotterdam op 20 november 2014 uitspraak gedaan. Tegen deze uitspraak zijn inmiddels hoger beroepen ingesteld. Vanwege de samenhang met de hoger beroepen over de kavels A1 (Sky Radio), A3 (Q-music) en A6 (Radio 538) heropent het CBb het onderzoek in deze zaken.

Deze uitspraken zijn definitief: hoger beroep is niet mogelijk, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak.'



8 januari 2015
Hongaarse chauffeurs hebben recht op achterstallig loon

'Tien Hongaarse vrachtwagenchauffeurs hebben recht op achterstallig loon. De rechtbank Oost-Brabant besliste vandaag dat zij betaald hadden moeten worden naar Nederlandse basisarbeidsvoorwaarden.

De Hongaarse chauffeurs reden jarenlang ritten in opdracht van een transportbedrijf uit Erp en werden betaald naar Hongaars loon. Volgens het transportbedrijf uit Erp stonden de chauffeurs onder contract bij een Hongaars zusterbedrijf en kregen zij daarom terecht dit loon. De chauffeurs stelden dat zij door het Nederlandse bedrijf waren ingehuurd en dus naar de Nederlandse cao betaald moesten worden. Toen de chauffeurs hier om vroegen, werden zij door het Hongaarse bedrijf ontslagen.

Naast het aanvechten van hun ontslag, claimden de chauffeurs achterstallig loon en een schadevergoeding via de rechtbank Oost-Brabant. Hiervoor kregen ze bijval van vakbond FNV, die in een afzonderlijke procedure heeft gevorderd dat buitenlandse chauffeurs die op ritten in, vanuit en naar Nederland werken, naar Nederlands loon betaald moeten krijgen.

De rechtbank oordeelt in de zaak van de Hongaarse chauffeurs kort gezegd dat de Nederlandse basisarbeidsvoorwaarden zowel gelden in gevallen dat Nederland het land is van waaruit tijdelijk gewerkt wordt als dat Nederland het land is van waaruit gewoonlijk gewerkt wordt. Dit is bij de tien Hongaarse chauffeurs het geval. Het transportbedrijf had de Hongaren dus Nederlands loon moeten betalen, waardoor ze nu aanspraak maken op achterstallig loon. Om wat voor bedrag het gaat, is nog onduidelijk omdat de loonvordering van de chauffeurs niet volledig is. De rechtbank verwijst de zaak naar de rolzitting van 5 februari 2015, wanneer partijen schriftelijk stukken kunnen indienen.

De rechtbank oordeelt daarnaast dat de tien Hongaren in dienst waren van het bedrijf in hun vaderland. Dit bedrijf was daarom in staat de tien medewerkers te ontslaan. Overigens hebben de chauffeurs hun ontslag ook bij de Hongaarse rechtbank aangevochten.

FNV
Daarnaast heeft FNV nog een zaak aangespannen tegen het Nederlandse transportbedrijf en tegen haar Duitse en Hongaarse zustermaatschappij, die deel uitmaken van hetzelfde concern. De vakbond vroeg kort gezegd naleving van de cao goederenvervoer, waarin bepaald is dat de Nederlandse basisarbeidsvoorwaarden van toepassing zijn op de ingeschakelde buitenlandse chauffeurs. Ook in deze zaak heeft de rechtbank beslist dat de Nederlandse basisarbeidsvoorwaarden van toepassing zijn. Of naleving van de cao gevorderd kan worden, is nog niet duidelijk omdat de looptijd van de cao inmiddels verstreken is. De partijen moeten zich daarover nog uitlaten en daarvoor heeft de rechtbank de zaak naar de rolzitting van 22 januari 2014 verwezen.'



8 januari 2015
Staatssecretaris mocht man uitzetten naar Afghanistan

'De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mocht op 5 januari een man uitzetten naar Afghanistan. Dat blijkt uit de schriftelijke motivering van de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant.

De man kreeg op 31 december 2014 te horen dat hij per vliegtuig zou worden uitgezet naar zijn vaderland. De Afghaan maakte twee dagen later bezwaartegen dit besluit en verzocht de rechter via een spoedvoorziening om de uitzetting te verbieden totdat de staatssecretaris heeft beslist op zijn bezwaar. De rechter wees zijn verzoek vrijdag mondeling af.

Volgens de rechter heeft het bezwaar geen redelijke kans van slagen. De man voerde aan dat hij zo laat op de hoogte is gebracht van zijn uitzetting, dat hij - mede door de tussenliggende niet werkbare dagen - geen effectief rechtsmiddel had om dit te voorkomen. De rechter oordeelt dat hij met zijn verzoek om een voorlopige voorzieningwel degelijk een mogelijkheid had om voorafgaand aan zijn uitzetting een rechter naar zijn zaak te laten kijken.

Verder beriep de man zich op gezinsleven als bedoeld in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (het EVRM). Hij voerde kort gezegd aan dat zijn echtgenote en drie kinderen de Nederlandse nationaliteit hebben en dat hij bij zijn echtgenote woont. De man beriep zich daar al eerder op in een andere procedure die hij bij de rechtbank heeft gevoerd. De rechtbank oordeelde op 14 juli 2008 dat dit beroep faalt. Dat oordeel staat vast. De man voerde nu geen nieuwe feiten en omstandigheden hierover aan en dus ziet de rechter geen grond voor het oordeel dat de uitzetting onrechtmatig zou zijn. Integendeel, de kinderen van de man zijn inmiddels meerderjarig en hij staat in de Gemeentelijke basisadministratie niet meer ingeschreven op hetzelfde adres als zijn echtgenote. Dat de man zich naar eigen zeggen alleen heeft laten uitschrijven omdat zijn echtgenote anders geen toeslagen meer zou ontvangen van de belastingdienst, maakt dat niet anders. Daarnaast stelde de man onder meer dat de lange duur van zijn nog lopende procedure bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens erop duidt dat de zaak niet kansloos is. Ook dat leidde niet tot een ander oordeel van de rechter.'



6 januari 2015
Dader 'Facebookmoord' blijft in jeugdinrichting

'De raadkamer verlengt de PIJ-maatregel van de inmiddels 17-jarige jongen met 12 maanden. De officier van justitiehad dit ook gevraagd. De raadkamer vindt deze periode realistisch. Hierbij wordt rekening gehouden met de problematiek van veroordeelde, de noodzaak tot (verdere) behandeling en de uitbreiding van de behandeling gericht op terugkeer in de maatschappij. Mede gelet op de aard en ernst van het delict is het van belang dat de resocialisatie van veroordeelde langdurig en uitvoerig begeleid wordt.

Voorgeschiedenis
Het 15-jarige meisje Win Sie is op 14 januari 2012 in haar woning in Arnhem neergestoken door de toen 14-jarige jongen. Vijf dagen later overleed Win Sie aan haar verwondingen. De jongen werd door een toen 16-jarig meisje en haar 17-jarige vriend benaderd om dit feit te plegen. De zaak is in de media bekend geworden onder de naam ‘Facebookmoord’. Via social media werd Win Sie door het stel bedreigd en via Facebook gaven ze de toen 14-jarige jongen informatie om de moord te plegen.'



6 januari 2015
Advocatenwet kan vrijheid van meningsuiting van advocaat beperken

'Het Gerechtshof Den Haag heeft op 6 januari 2015 in hoger beroep een advocaat in het ongelijk gesteld in een kort geding, dat hij aanspande tegen de Haagse orde van Advocaten. In dat kort geding eiste de advocaat dat de deken stopt met het maken van inbreuk op zijn vrijheid van meningsuiting. Het hof heeft echter geoordeeld dat de maatregelen die de deken op grond van de advocatenwet kan nemen tegen advocaten niet in strijd zijn met de vrijheid van meningsuiting.

Deze advocaat zet zich in tegen het gebruik van kernwapens. Als advocaat staat hij vredesactivisten bij. In een strafzaak van een vredesactivist bij de Rechtbank Oost-Brabant heeft hij de rechters gewraakt. Zijn wrakingsverzoek is toen afgewezen. Vervolgens heeft de advocaat zich schriftelijk over de wrakingsrechters beklaagd bij de president van de rechtbank. Daarbij heeft hij te kennen gegeven dat het Kernwapenarrest van de Hoge Raad juridisch en moreel misdadig is en dat rechters die daarmee instemmen, een keuze maken die uitsluitend door totaal verdorven lieden kan worden gemaakt. De wrakingsrechters zouden verdorven en schaamteloze lieden zijn, onpeilbaar leugenachtig zijn, integriteit missen, moreel en intellectueel corrupt zijn, ongeschikt zijn en malicieus hebben gehandeld. De president van de rechtbank heeft bij de deken melding gemaakt van deze handelwijze .

De deken heeft de advocaat een aantal malen uitgenodigd voor een gesprek in verband met deze uitlatingen, nu hij deze als advocaat had gedaan. De advocaat heeft geweigerd op de uitnodiging in te gaan en is deze procedure in kort geding begonnen. Hij vordert dat de deken wordt verboden om nadere stappen tegen hem te nemen in het kader van het advocatentuchtrecht. De advocaat is van mening dat de deken onrechtmatig handelt, doordat hij hem zonder enige wettelijke grondslag beperkingen oplegt in zijn meningsuitingen. Volgens hem handelt de deken daarmee in strijd met artikel 7 van de Grondwet en met artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Het hof heeft geoordeeld dat de vrijheid van meningsuiting volgens artikel 7 van de Grondwet kan worden beperkt door een wet in formele zin. De advocatenwet is zo’n formele wet. De deken ontleent zijn bevoegdheid aan artikel 46 Advocatenwet. Dat artikel bevat een open norm, te weten dat de advocaat aan tuchtrechtspraak is onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Deze open norm is verduidelijkt in de eed, de gedragsregels en de jurisprudentie van de (centrale) raad van toezicht en daarmee voldoende kenbaar en duidelijk omschreven. Het hof mag op grond van artikel 120 van de Grondwet de Advocatenwet niet aan de Grondwet toetsen. Ook artikel 10 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) staat beperkingen op de vrijheid van meningsuiting toe, mits de beperking voldoende kenbaar is en de norm met voldoende precisie is geformuleerd. En dit laatste is naar het oordeel van het hof het geval.

De conclusie van hof is dat het standpunt van de advocaat dat de deken geen bevoegdheid aan artikel 46 van de Advocatenwet kan ontlenen om de advocaat zo nodig te beperken in zijn vrijheid van meningsuiting niet juist is. De vordering van de advocaat wordt daarom afgewezen.'



6 januari 2015
Nog twee veroordelingen voor misdragingen tijdens Oud en Nieuw

'De rechtbank Den Haag heeft op de supersnelrechtzitting van vandaag nog eens twee mannen veroordeeld tot celstraffen vanwege misdragingen tijdens Oud & Nieuw.

Een 22-jarige man uit Zoetermeer krijgt vier maanden celstraf waarvan twee maanden voorwaardelijk omdat hij zwaar vuurwerk gooide naar vier agenten. Ook moet hij de komende twee jaar thuis blijven tijdens de viering van nieuwjaar. Een 28-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats krijgt voor het lek steken van de banden bij vier auto’s, 27 dagen celstraf waarvan 21 voorwaardelijk. Het komende jaar moet ook hij thuisblijven tijdens de jaarwisseling.

De zaak van een derde verdachte kwam vandaag niet op de supersnelrechtzitting omdat hij eerst werd voorgeleid bij de rechter-commissaris. Hij moet 15 januari bij de politierechter verschijnen.

Bij de rechtbank Den Haag worden dagelijks supersnelrechtzittingen gehouden. Daarbij gaat het om eenvoudige zaken waarin de politie geen onderzoek meer hoeft te doen. Alleen die zaken zijn geschikt voor lik-op-stuk-behandeling van de supersnelrechtzitting.'



5 januari 2015
Haagse rechtbank geeft celstraffen voor misdragingen tijdens Oud

'Voor het samen met anderen in brand steken van een auto krijgt een 18-jarige man uit Den Haag een celstraf van zes maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk. Een 28-jarige man uit Den Haag krijgt voor het gooien van vuurwerk naar de politie een celstraf van vier maanden waarvan twee maanden voorwaardelijk.

Beide mannen mogen de komende twee jaar met Oud & Nieuw niet buiten komen. De straffen zijn hoger dan gebruikelijk omdat het gaat om misdragingen tijdens de feestelijkheden rondom Oud & Nieuw.

In twee zaken moet nader onderzoek plaatsvinden. De zaak van de verdachte uit Katwijk wordt op vrijdag 9 januari a.s.voortgezet. Op 28 januari is de verdere behandeling van de zaak van de 28-jarige man uit Den Haag.

De vijfde verdachte, een 37-jarige man uit De Lier, is veroordeeld tot tien dagen celstraf voor het bedreigen van de politie na zijn aanhouding. Dit gebeurde in een politiebus en niet op straat. Daarom heeft de politierechter geen hogere straf dan gebruikelijk opgelegd.

Morgen, 6 januari, komen er nog drie verdachten op de supersnelrechtzitting bij de rechtbank Den Haag'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl