Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - mei 2015:


13 mei 2015
Geen niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie wegens infiltrant in grote drugszaak

'Het gerechtshof Amsterdam heeft vandaag tien verdachten in de zaak Vista veroordeeld voor hun betrokkenheid bij drugshandel en/of witwassen van grote geldbedragen. Zeven verdachten werden vrijgesproken. Het hof verwierp het verzoek van de verdediging om het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren. De zaak gaat over een grootschalig onderzoek naar een drugsorganisatie, die vanuit IJmuiden opereerde.

Criminele burgerinfiltrant
Tijdens de berechting is onderzoek gedaan naar de activiteiten van een criminele burgerinfiltrant in een Amerikaans/Colombiaans/Pools onderzoek. Uit dat onderzoek blijkt dat een in Colombia in beslag genomen partij van 1.000 kilo cocaïne door de Amerikaanse opsporingsdienst Drug Enforcement Administration (DEA) is overgebracht naar Polen. Het hof heeft vastgesteld dat de hoofdverdachte en een aantal andere verdachten bezig waren een deel van deze partij cocaïne via de burgerinfiltrant te kopen.

Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie
De verdediging heeft aangevoerd dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard omdat het zou hebben meegewerkt aan deze, in Nederland verboden, opsporingsmethode. Het hof heeft dit verweer afgewezen, omdat geen aanwijzingen zijn gevonden dat het Openbaar Ministerie van het infiltratietraject op de hoogte is geweest.

Uitlokking
Een Colombiaanse verdachte die met de infiltrant heeft samengewerkt werd door het hof vrijgesproken.

De Amerikaanse autoriteiten weigerden de infiltrant of zijn runner te laten horen. Daardoor kon niet worden onderzocht of de infiltrant de verdachte heeft uitgelokt.

Omdat dit in strijd is met uitspraken van de Hoge Raad en het Europese Hof voor de Mensenrechten heeft het hof beslist al het bewijs uit te sluiten.

Het uitlokkingsverweer van andere verdachten heeft het hof als volstrekt onwaarschijnlijk afgewezen. Uit niets is gebleken dat verdachten rechtstreeks contact met de infiltrant hebben gehad.

Straf
Het gerechtshof heeft de hoofdverdachte zeven jaar gevangenisstraf opgelegd. Andere verdachten kregen een gevangenisstraf of een taakstraf. De straffen zijn lager dan de rechtbank had opgelegd, omdat het hof de verdachten op meer onderdelen heeft vrijgesproken.'



13 mei 2015
Geen wanbeleid in geschil voormalige aandeelhouders Slotervaartziekenhuis

'In het geschil tussen de voormalige aandeelhouders van het Slotervaartziekenhuis heeft de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam vandaag het verzoek tot vaststelling van wanbeleid afgewezen.

Onderzoek
Indertijd waren de familie Schram (51%) en de familie Erbudak (49%) de indirecte aandeelhouders van het Slotervaartziekenhuis via een gezamenlijke vennootschap genaamd Meromi. Deze vennootschap hield alle aandelen in Slotervaartziekenhuis. De kern van het geschil tussen deze partijen is een besluit van Pim Schram als bestuurder van Meromi tot uitgifte van cumulatief preferente aandelen in Slotervaartziekenhuis aan Delta Onroerend Goed BV (een vennootschap van familie Schram). Deze uitgifte strekte tot gedeeltelijke omzetting van een door Delta aan Slotervaartziekenhuis verstrekte geldlening. Als gevolg van die omzetting liep het indirecte aandelenbelang van de familie Erbudak in Slotervaartziekenhuis terug van 49% tot minder dan 1%. Op verzoek van de familie Erbudak heeft de Ondernemingskamer in oktober 2013 een onderzoek bevolen. Dit onderzoek is in maart 2014 uitgemond in een verslag.

Geen wanbeleid
De Ondernemingskamer heeft nu geoordeeld dat de uitgifte van de cumulatief preferente aandelen aan Delta moet worden beoordeeld tegen de achtergrond van de crisis waarin Slotervaartziekenhuis zich indertijd (begin 2013) bevond. Die crisis bestond uit een complex van financiële en organisatorische problemen als gevolg van het door Aysel Erbudak als bestuursvoorzitter van het Slotervaartziekenhuis gevoerde beleid. Aysel Erbudak is op 19 februari 2013 door de raad van commissarissen van Slotervaartziekenhuis als bestuursvoorzitter van Slotervaartziekenhuis geschorst. De Ondernemingskamer acht het begrijpelijk dat het bestuur van Meromi meende dat de uitgifte van aandelen aan Delta een wezenlijke bijdrage kon leveren aan de oplossing van de crisis waarin het ziekenhuis zich bevond. Het oordeel van de Ondernemingskamer dat de emissie geen wanbeleid is berust mede op de omstandigheid dat Delta door de emissie niet financieel werd bevoordeeld. Ook overweegt de Ondernemingskamer dat de emissie weliswaar afbreuk deed aan de zeggenschap van de familie Erbudak over het ziekenhuis, maar dat dit niet leidde tot verslechtering van de economische positie van de familie Erbudak ten opzichte van het ziekenhuis.

Alle aandelen in het Slotervaartziekenhuis zijn op 31 december 2013 verkocht en overgedragen aan een derde partij. De partijen die zijn betrokken in de procedure bij de Ondernemingskamer zijn sindsdien geen aandeelhouder meer van het Slotervaartziekenhuis.'



13 mei 2015
Ontslag van rechtsvervolging voor hulp bij zelfdoding

'Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte die in de zomer van 2008 zijn 99-jarige moeder behulpzaam was bij het maken van een einde aan haar leven.

Bij de rechtbank
De rechtbank (ECLI:NL:RBGEL:2013:3976) had de verdachte schuldig verklaard aan dat feit maar had (met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht) de verdachte daarvoor geen straf opgelegd.

Het hoger beroep
De advocaat-generaal heeft ter zitting van het hof bewezenverklaring van het feit gevraagd en gevorderd dat verdachte daarvoor een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden zou worden opgelegd.

Het hof is van oordeel dat de verdachte het feit wel heeft gepleegd, maar dat het feit niet strafbaar is gezien de zeer bijzondere omstandigheden die zich in dit specifieke geval hebben voorgedaan. Die omstandigheden brengen naar het oordeel van het hof mee dat een beroep op noodtoestand gerechtvaardigd is, zoals werd bepleit door de raadslieden van verdachte.

De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Verdachte moest kiezen tussen onderling strijdende plichten en belangen, te weten enerzijds de plicht om de wet (artikel 294 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht, dat hulp bij zelfdoding strafbaar stelt) na te leven en anderzijds de ongeschreven morele plicht/maatschappelijke plicht/zorgplicht om zijn 99-jarige moeder te helpen bij het realiseren van haar wens tot een pijnloze, vredige en waardige dood.

Verdachte heeft het laatste als het zwaarst wegende laten voorgaan.
Bij de afweging van deze belangen hebben voor verdachte blijkens de door hem afgelegde verklaringen de volgende punten een gewichtige rol gespeeld:

- Zijn moeder was 99 jaar en wilde absoluut geen 100 jaar meer worden. Zij was hierin volstrekt helder en duidelijk;
- Haar besluit was vrijwillig, weloverwogen en persistent;
- De laatste jaren was verdachte haar enige vertrouwenspersoon. Derhalve was verdachte de enige die handelend zou kunnen optreden bij het realiseren van haar doodswens;
- Zijn moeder had voortdurend de regie. Dit vloeide mede voort uit haar persoon, persoonlijkheid en karakter;
- Verdachte zag haar lijden, haar wanhoop, haar pijn en haar machteloosheid. Zij had het gevoel in deze situatie door iedereen in de steek te worden gelaten;
- Zijn moeder was grotendeels afhankelijk van anderen en gebonden aan kamer en bed;
- Zij was zelf absoluut niet in staat de voor een geslaagde zelfdoding benodigde medicijnen te verzamelen terwijl de pillen die zij reeds had verzameld, onvoldoende en volstrekt ongeschikt waren om de dood te realiseren;
- Verdachte voelde een zorgplicht ten opzichte van zijn moeder, die zelf juist altijd zo goed voor hem had gezorgd;
- Er ontstond bij verdachte aldus een conflict tussen hoofd en hart;
- Verdachte kon in deze situatie niet passief blijven, achterover leunen en nietsdoen en tegelijkertijd haar lijden aanschouwen; dit zou bij hem zijn leven lang grote schuldgevoelens veroorzaken.

Het hof gebruikt voor het toetsen van het handelen van verdachte het referentiekader van de zorgvuldigheidseisen en de mededelingsplicht uit de Wet Toetsing Levensbeëindiging (de zgn. Euthanasiewet), nu daarin de verschillende aspecten van nood, proportionaliteit en subsidiariteit bij hulp bij zelfdoding tot uitdrukking komen. Het hof verliest daarbij echter niet de bijzondere positie van verdachte uit het oog, te weten die van niet-medicus en bovendien zoon van de hulpvraagster.

Het hof loopt in zijn arrest al die zorgvuldigheidseisen langs en haalt daarbij in zijn uitspraak passages aan uit de vele verklaringen die door getuigen en deskundigen tijdens het onderzoek zijn afgelegd. Het hof komt tot de conclusie dat op grond van de zeer bijzondere omstandigheden van dit geval het beroep op noodtoestand gegrond is.

Het hof plaatst bij dit oordeel de kanttekening dat de onderhavige zaak gezien moet worden in het licht van de euthanasiepraktijk zoals deze was in 2008, het jaar waarin dit feit werd gepleegd. Die lijkt een striktere te zijn geweest dan nu het geval is.

In juni 2011 is het KNMG-rapport “De rol van de arts bij het zelfgekozen levenseinde” verschenen. Gelet op de daarin verwoorde ontwikkeling is het hof van oordeel dat er in de huidige tijd minder snel sprake zal kunnen zijn van een noodtoestand indien de hulpverlener in een geval als het onderhavige geen (tweede) arts heeft geconsulteerd.'



13 mei 2015
Celstraf en tbs in ontuchtzaak Houten

'De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt een 38-jarige man uit Houten tot een gevangenisstraf van 20 maanden en tbs met voorwaarden voor ontucht en het bezit en verspreiden van vergaande kinderporno.

De verdachte betastte in 2013 en 2014 in Houten zes jonge meisjes. Hij trok de aandacht van de kinderen door te gaan wandelen met een hond waarvan hij wist dat die een grote aantrekkingskracht op kinderen had. Vervolgens raakte hij de meisjes aan bij hun billen of andere intieme plekken of voerde nog verdergaande seksuele handelingen uit.

De rechtbank neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij alleen oog heeft gehad voor zijn eigen behoeftebevrediging en zich niet heeft bekommerd om de gevoelens van zijn slachtoffers. Dergelijke feiten kunnen grote schade toebrengen aan de ontwikkeling van kinderen en veroorzaken daarnaast grote gevoelens van onveiligheid en verontwaardiging in de maatschappij.

Naar het oordeel van de rechtbank kan niet anders worden gereageerd op dit soort feiten dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Deskundigen hebben de verdachte onderzocht en achten de man verminderd toerekeningsvatbaar. Volgens de deskundigen is er sprake van een hoog recidiverisico. Daarom legt de rechtbank ook tbs met voorwaarden op. Deze voorwaarden houden onder meer in dat de man zich moet laten behandelen. Daarnaast heeft hij een locatieverbod voor de gemeente Houten gekregen.'



13 mei 2015
Gevangenisstraffen voor uitgaansgeweld in Renesse

'De rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, veroordeelt vier Duitse mannen in de leeftijd van 20 tot 33 jaar voor openlijk geweld tegen onder meer politiemensen en beveiligers in het uitgaansgebied van Renesse. Van hen is vast komen te staan dat zij deel uitmaakten van een groep die openlijk geweld heeft gepleegd, en dat zij een significante bijdrage hebben geleverd aan het geweld. Van drie van de mannen is niet komen vast te staan dat zij zelf geweld hebben gebruikt. Zij krijgen vier maanden celstraf. Van de oudste van de vier verdachten is vastgesteld dat hij daadwerkelijk geweldshandelingen heeft gepleegd. Hij krijgt vijf maanden celstraf.

Bovendien moeten de verdachten gezamenlijk aan de slachtoffers een schadevergoeding betalen van in totaal ruim 5000 euro.

Openlijk geweld
Op 12 april 2015 bezocht een groep van ongeveer 70 Duitsers met een touringcar het uitgaansgebied van Renesse. ’s Nachts kwam het tot openlijk geweld waarbij ook politiemensen en beveiligers door leden van de Duitse groep werden belaagd. Een van de politiemensen werd daarbij met een bierpul op het achterhoofd geslagen, verder werd er o.a. geschopt, gestompt, geschreeuwd en heeft men zich als groep agressief opgedrongen.

Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt dat de verdachten zich hebben schuldig gemaakt aan een forse vorm van openlijk geweld, onder meer tegen mensen met een publieke functie. Mede door de omvang van de groep voelden de slachtoffers zich in het nauw gedreven. Zij hebben dit incident als zeer levensbedreigend ervaren.

De officier van justitie had eerder voor alle vier de verdachten negen maanden gevangenisstraf geëist voor in groepsverband georganiseerde geweldpleging. Dat is volgens de rechtbank niet vast komen te staan. De rechtbank maakt bovendien onderscheid tussen de verdachten omdat alleen van de 33-jarige is vastgesteld dat hij daadwerkelijk geweldshandelingen heeft gepleegd.

De rechtbank weegt mee in de strafoplegging dat de verdachten alle vier een blanco strafblad hebben.

De behandeling van de overige zeven zaken is aangehouden voor onbepaalde tijd. Deze zaken zijn verwezen naar de rechter-commissaris voor nader onderzoek.'



13 mei 2015
Milieuvergunning varkenshouderij Grubbenvorst blijft met aanpassingen in stand

'De milieuvergunning die het college van gedeputeerde staten van Limburg heeft verleend voor een varkenshouderij aan de Laagheide in Grubbenvorst, blijft grotendeels in stand. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (13 mei 2015). Wel heeft de hoogste algemene bestuursrechter bepaald dat er 1.120 varkens minder mogen worden gehouden dan aanvankelijk was vergund. Ook heeft zij twee geurvoorschriften aangepast en bepaald dat een zogenoemd dimensioneringsplan deel gaat uitmaken van de milieuvergunning. Coöperatie Mobilisation for the Environment, Stichting Wakker Dier en Vereniging Behoud de Parel waren tegen de milieuvergunning in beroep gekomen. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Geur
De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat het provinciebestuur de geurhinder bij een woning aan de Losbaan in Grubbenvorst onjuist heeft berekend. Bij een goede berekening van de geurhinder wordt de geurnorm bij deze woning overschreden. Deze overschrijding kan volgens de varkenshouder en het provinciebestuur ongedaan gemaakt worden door het aantal varkens te verminderen, twee geurvoorschriften aan te passen en een dimensioneringsplan voor een van de stallen aan de milieuvergunning toe te voegen. De bezwaarmakers hebben niet bestreden dat met deze aanpassingen in de milieuvergunning aan de geurnorm bij de woning aan de Losbaan wordt voldaan. Daarom heeft de Afdeling bestuursrechtspraak zelf de milieuvergunning in de uitspraak aangepast. Hierdoor mag de varkenshouderij uitbreiden naar 33.845 varkens en niet naar de oorspronkelijk vergunde 34.965 varkens.

Alle overige bezwaren heeft de Afdeling bestuursrechtspraak ongegrond verklaard.

Nieuw Gemengd Bedrijf
De varkenshouderij maakt deel uit van een zogenoemd Nieuw Gemengd Bedrijf (NGB). Het NGB is een samenwerkingsverband tussen de varkenshouderij en een vleeskuikenhouderij aan de Witveldweg in Grubbenvorst. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zogenoemde projectbesluiten en bouwvergunningen voor het NGB in een uitspraak van januari 2015 in stand gelaten. Op dit moment heeft de Afdeling bestuursrechtspraak nog twee zaken in behandeling die betrekking hebben op het NGB. Die zaken gaan over de natuurvergunningen voor zowel de varkenshouderij als de vleeskuikenhouderij.'



13 mei 2015
22 jaar cel voor huurmoord op Veghelse kickbokser

'De rechtbank Oost-Brabant heeft zojuist een 22-jarige man uit Vught veroordeeld voor de moord op een kickbokser uit Veghel. Ook maakte hij zich schuldig aan het bezit van en de handel in drugs. De man krijgt een gevangenisstraf van 22 jaar.

De kickbokser reed in juli 2013 in zijn auto de oprit bij zijn woning in Veghel op, toen hij van achteren werd neergeschoten. De schutter vuurde zes kogels op hem af, waarvan vier kogels raak waren en één dodelijk. Het slachtoffer overleed ter plaatse. De 22-jarige verdachte zei tijdens de zitting dat hij het niet gedaan heeft en beriep zich verder op zijn zwijgrecht.

De rechtbank oordeelt dat er voldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen voor moord. In opgenomen gesprekken zegt de verdachte onder meer expliciet tegen een vriend dat hij het slachtoffer heeft vermoord. Verder blijkt uit getuigenverklaringen dat de auto van de verdachte op relevante tijdstippen vlakbij de plaats delict stond geparkeerd en is hij vanuit de richting van de plaats delict komen rennen, in de auto gesprongen en weggereden vlak nadat de kogels waren afgevuurd.

Volgens de rechtbank ging de verdachte planmatig te werk en is er dus sprake van voorbedachte rade. De man legde een dag voor de moord nagenoeg dezelfde route af met zijn auto als de avond van de moord. De rechtbank beschouwt deze rit als een voorverkenning. Daarnaast blijkt uit de opgenomen gesprekken dat hij ‘heel veel geld’ heeft gekregen voor de moord en dat hij bij de woning van de kickbokser heeft staan wachten op zijn thuiskomst.

Drugs
Naast de moord heeft de verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het bezit van bijna negen kilo amfetamine en ruim 200 gram hasj. Ook dealde hij enkele maanden in harddrugs.

Koelbloedige liquidatie
De rechtbank heeft er bij het bepalen van de straf rekening mee gehouden dat de moord het karakter heeft van een koelbloedige liquidatie, oftewel een huurmoord. De rechtbank vindt het aannemelijk dat het de verdachte alleen om het geld te doen was. Hij heeft het slachtoffer bij diens woning opgewacht en hem op kille en meedogenloze wijze zes keer van dichtbij en van achteren beschoten. Het slachtoffer, dat in zijn auto zat, had geen schijn van kans. De brute moord heeft de nabestaanden groot en onherstelbaar leed aangedaan. De rechtbank stelt dat er een onthutsend en zorgwekkend beeld is ontstaan van de verdachte: hij pocht over criminele activiteiten, voelt zich onaantastbaar en toont zich bereid om nogmaals tegen betaling een moord te plegen. Ook weegt de rechtbank mee dat hij in 2007 en 2009 is veroordeeld voor geweldsdelicten.'



12 mei 2015
Zes jaar cel voor steekpartij Meerpaaldagen Dronten

'De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt een 20-jarige man uit Lelystad tot een gevangenisstraf van zes jaar. De verdachte bracht op 9 augustus 2014 tijdens de Meerpaaldagen in Dronten een 17-jarige jongen om het leven.

Tijdens het evenement ontstond een gevecht tussen twee groepen jongens. De rechtbank stelt vast dat er sprake is van doodslag. De verdachte had weliswaar niet de opzet om het slachtoffer te doden, maar door een mes te gebruiken heeft hij een onaanvaardbaar risico genomen.

Tijdens het gevecht werd met handen en voeten geslagen en geschopt. Het latere slachtoffer rende op een gegeven moment richting de verdachte. De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich mocht verdedigen maar niet met een mes. De verdachte heeft door zich te verdedigen met een opengeklapt mes, de grenzen van de noodzakelijke verdediging overschreden.

De rechtbank spreekt de verdachte vrij van openlijke geweldpleging. Het is niet gebleken dat de verdachte andere geweldhandelingen tegen het latere slachtoffer of andere jongens uit de groep heeft gebruikt.

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het aandeel van de andere jongens bij het ontstaan van de vechtpartij. Daarnaast had de verdachte een blanco strafblad. De rechtbank houdt ook rekening met straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd.

De zaken tegen even aantal andere jongens uit Lelystad en Dronten die worden verdacht van openlijke geweldpleging, worden op een later moment door de rechtbank behandeld.'



12 mei 2015
Beroepsdemonstrant krijgt 150 uur taakstraf voor mishandeling

'De rechtbank Den Haag veroordeelt een 75-jarige man, die bekendstaat als Haagse beroepsdemonstrant, tot een taakstraf van 150 uur voor mishandeling van een man op 10 augustus 2014 in de Grote Marktstraat in Den Haag. De beroepsdemonstrant heeft op die dag zijn slachtoffer na een woordenwisseling krachtig tegen het lichaam geduwd en in zijn buik getrapt, waardoor deze ten val kwam en hierbij ernstig lichamelijk letsel opliep. De demonstrant krijgt vrijspraak voor discriminatie van Joden en belediging van de president van Israël vanwege gebrek aan bewijs.

Incident
Op 10 augustus 2014 stond de beroepsdemonstrant, die al tien jaar demonstreert tegen de staat Israël, in de Grote Markstraat met een protestbord met daarop de tekst “ Stand up Palestina”. Het slachtoffer zag hem daar staan en sprak hem aan, waarop een woordenwisseling tussen hen is ontstaan. Na deze woordenwisseling trapte en duwde de demonstrant zijn slachtoffer. De rechtbank oordeelt aan de hand van forensisch bewijs dat de gepleegde mishandeling waardoor het slachtoffer achterover op straat is gevallen, zwaar lichamelijk letsel tot gevolg heeft gehad.

Vrijspraak voor discriminatie van Joden
De rechtbank spreekt de beroepsdemonstrant vrij van discriminatie van Joden. Hij zou 'ze moeten alle Nederlandse Joden de strot afsnijden', of woorden van gelijke strekking, geroepen hebben in het openbaar op 16 juli 2014 in Den Haag. De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van de persoon die aangifte heeft gedaan, van twee getuigen en van de beroepsdemonstrant zelf onderling te zeer uiteenlopen om precies te kunnen vaststellen wat hij heeft gezegd en in welke context dit is gebeurd.

Vrijspraak belediging president Israël
De rechtbank spreekt hem ook vrij van belediging van een bevriend staatshoofd, president Shimon Peres van Israël. Het staat niet vast dat de beroepsdemonstrant op 30 september 2013 een protestbord gericht aan Peres in het openbaar heeft laten zien. Omdat deze openbaarheid niet vaststaat, spreekt de rechtbank zich niet uit over het beledigende karakter van het protestbord.'



8 mei 2015
Een ieder heeft recht op ‘bed-bad-en-brood’

'Meerderjarige uitgeprocedeerde vreemdelingen hebben onvoorwaardelijke recht op sobere opvang zoals nu door de gemeente Amsterdam feitelijk geboden bed-bad-en-broodvoorziening. Dat blijkt uit uitspraken die de rechtbank Amsterdam vandaag heeft gedaan in de zaken van zeven vreemdelingen. Zij hadden beroep ingesteld tegen de weigering van de gemeente hen maatschappelijke opvang te bieden op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2007 (Wmo). De gemeente vindt dat alleen specifieke groepen voor deze opvang in aanmerking komen. Anderen kunnen gebruik maken van de opvang door de Dienst Terugkeer & Vertrek.

De rechtbank oordeelt met verwijzing naar de uitspraak van het Europees Comité van de Sociale Rechten (ESCR) dat de gemeente onrechtmatig verblijvende (meerderjarige) vreemdelingen noodopvang moet bieden. Toegang weigeren tot de bed-bad-en-broodvoorziening raakt het respect voor de menselijke waardigheid zodanig dat het recht op een privéleven van een persoon (art. 8 EVRM) onmogelijk wordt gemaakt.

De aanspraak op een basisvoorziening geldt naar het oordeel van de rechter onvoorwaardelijk en mag niet afhankelijk worden gemaakt aan het meewerken van de vreemdeling aan zijn uitzetting.

Overigens betekent dit niet dat aan elk verzoek van onrechtmatig verblijvende vreemdelingen voor noodopvang hoeft te worden voldaan. Alleen als er geen aanspraak kan worden gemaakt op andere opvangvoorzieningen, bijvoorbeeld door het COA, kan er een beroep worden gedaan op de Wmo. De bed-bad-en-broodvoorziening geldt als laatste vangnet en is tijdelijk van aard.'



7 mei 2015
Werkstraf en rijontzegging voor veroorzaken dodelijk ongeval

'De rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, heeft een man veroordeeld tot 240 uur werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van twee jaar. Ook is hem een ontzegging van de rijbevoegdheid opgelegd voor drie jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk en met een proeftijd van vijf jaar. De man heeft in 2013 op de A58 een dodelijk ongeval veroorzaakt door het gebruik van sociale media tijdens het autorijden.

Whatsapp
Op 8 oktober 2013 reed de man in zijn trekker met oplegger op de A58, ter hoogte van de gemeente Goes. Tijdens het autorijden was hij aan het ‘whatsappen’, waardoor hij niet merkte dat hij gedeeltelijk op de vluchtstrook reed. Daar was een man bezig met wegwerkzaamheden. De verdachte reed de man aan, die daardoor overleed.

Oordeel van de rechtbank
Volgens de rechtbank is het misdrijf van artikel 6 van de Wegenverkeerswet bewezen. Daarbij rekent de rechtbank het de verdachte, een beroepschauffeur met een aantal jaren ervaring, dit verkeersongeval met dodelijke afloop zwaar aan. Ook vindt de rechtbank het handelen van de man buitengewoon onvoorzichtig. Door zijn aandacht niet voortdurend bij het verkeer op de weg te houden, het slachtoffer en de bedrijfsauto niet tijdig op te merken en niet tijdig te remmen, heeft hij in hoge mate onvoorzichtig, onachtzaam, onnadenkend en ondeskundig gehandeld. Hierdoor is het zijn schuld dat het verkeersongeval heeft plaatsgevonden en dat het slachtoffer is overleden.

De officier van justitie had eerder een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een rij-ontzegging van twee jaar geëist. De rechtbank legt geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op maar een werkstraf van 240 uur. De verdachte is nog jong en heeft geen strafblad. Hij zal moeten leren leven met de gedachte dat door zijn toedoen iemand om het leven is gekomen.'



7 mei 2015
Opvang vluchtelingen mag in hotel De Wyllandrie Ootmarsum

'De voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel laat de verleende vergunningen in stand voor tijdelijke opvang van vluchtelingen in voormalig hotel-restaurant De Wyllandrie in Ootmarsum. Hierdoor kunnen op deze locatie tot 1 mei 2017 maximaal 230 vluchtelingen worden opgevangen. Omwonenden stapten naar de rechter omdat ze de vergunningen wilden laten schorsen.

Tijdelijke opvang tot 2017
De voorzieningenrechter oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland voldoende heeft onderbouwd dat de tijdelijke opvang zonder onomkeerbare gevolgen per 1 mei 2017 wordt beëindigd.

Alternatieven en overlast
De omwonenden hebben niet aannemelijk gemaakt dat er concrete, gelijkwaardige alternatieven bestaan, met naar verwachting minder bezwaren. Verder volgt de voorzieningenrechter de stelling van de omwonenden niet, dat nu al moet worden aangenomen dat schade of overlast daadwerkelijk zal optreden.

Ook is niet duidelijk gemaakt dat het tijdelijk gebruiken van de Wyllandrie als aanvullende opvang voor vluchtelingen een negatief effect zal hebben op de natuur of het landschap.

De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat het college de verleende vergunningen in redelijkheid heeft kunnen verlenen.'



7 mei 2015
Chirurg schuldig aan veroorzaken zwaar lichamelijk letsel tijdens herniaoperatie

'De rechtbank Oost-Brabant heeft zojuist een 68-jarige man uit Veghel veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. De oud-orthopedisch chirurg is schuldig aan het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel van een vrouw.

De chirurg verrichtte op 2 december 2009 in een ziekenhuis in Oss een herniaoperatie bij een vrouw. Tijdens die operatie verwijderde de chirurg zenuwweefsel waardoor de vrouw blijvend ernstig gehandicapt raakte. Zo heeft zij ernstige pijnklachten en is haar onderlichaam deels gevoelloos.

Schuld
De rechtbank oordeelt dat de chirurg in ernstige mate is tekortgeschoten bij het uitvoeren van de herniaoperatie. De rechtbank neemt het de man vooral kwalijk dat hij onvoldoende zicht had in het operatiegebied en dat hij daarbij zonder aanwijsbare oorzaak zenuwweefstel vastpakte en lostrok. Zijn assistenten hadden voorgesteld een collega-chirurg erbij te halen of te stoppen met de operatie. Door zijn handelen heeft de chirurg schuld aan de gevolgen en is hij daarvoor strafrechtelijk aansprakelijk.

Kwaliteit van leven aangetast
De man heeft de zorgvuldigheid en zorg waarmee hij als chirurg dient te werken, grof verwaarloosd. Hierdoor zijn de kwaliteit van het leven van de vrouw en haar lichamelijke gezondheid op ernstige wijze aangetast. Ze heeft dagelijks fysiek en psychisch ernstige last van de gevolgen van de ingreep. Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de chirurg geen opzet had om de vrouw dit leed toe te brengen. De rechtbank houdt er verder rekening mee dat voor een dergelijk misdrijf een maximale celstraf van zestien maanden kan worden opgelegd. In strafmatigende zin weegt de rechtbank de ouderdom van deze strafzaak mee en het gegeven dat er al eerder een medische tuchtrechtzaak tegen de chirurg is geweest. Het Regionaal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg oordeelde in mei 2011 dat de man een jaar zijn beroep niet mocht uitoefenen. De officier van justitie eiste in de strafzaak een nieuwe schorsing, maar omdat de chirurg die straf al eerder kreeg, legt de rechtbank dat niet opnieuw op.'



6 mei 2015
Gevangenisstraffen voor henneptelers uit Lobith

'De rechtbank Gelderland heeft vandaag een echtpaar uit Lobith veroordeeld tot gevangenisstraffen voor het ruim 5 jaar lang telen van hennep in de garage onder hun woning.

Gevangenisstraffen voor hennepteelt en witwassen van inkomsten
De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden en de vrouw tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan bij beiden 6 maanden voorwaardelijk is opgelegd.

Het echtpaar heeft de inkomsten uit de hennepteelt ook op grote schaal witgewassen. De straf van de man is gelijk aan de straf die de officier van justitie had geëist. De straf van de vrouw is iets lager, omdat de rechtbank minder strafbare feiten bewezen acht.

Zoon bij hennepteelt betrokken
De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de straf in het nadeel van het echtpaar laten meewegen dat zij hun thuiswonende zoon willens en wetens bij de hennepteelt hebben betrokken, terwijl hij geestelijk ziek was – hij lijdt aan schizofrenie – en in een kwetsbare periode verkeerde. Daarnaast heeft het echtpaar geprobeerd hun ontkenning van de bewezen verklaarde feiten kracht bij te zetten met een beroep op de stoornis van hun zoon. Dit neemt de rechtbank hen zeer kwalijk.

Veroordeling zoon
De zoon is ook veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij de hennepkwekerij. De rechtbank heeft aan hem een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden opgelegd en een werkstraf van 180 uur. Deze straf is lager dan de straf die door de officier van justitie is geëist, omdat de rechtbank in (nog) grotere mate rekening heeft gehouden met de persoon en de omstandigheden waaronder hij het feit heeft gepleegd.'



6 mei 2015
Celstraf voor onder invloed veroorzaken dodelijk verkeersongeluk

'Een 22-jarige man uit Enschede die onder invloed van alcohol een eenzijdig verkeersongeluk heeft veroorzaakt is door de rechtbank Overijssel schuldig bevonden aan zeer onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag. Door het ongeluk kwam een achttienjarige vrouw om het leven. De rechtbank veroordeelt de man tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Ook mag de man vier jaar lang geen motorvoertuigen besturen.

Botsing
In de vroege morgen van 17 augustus 2013, iets na 04:00 uur, rijdt de man over de Tubantiasingel in Enschede. Op de passagiersstoel zit een vriend van de man en op de achterbank zit de achttienjarige vrouw. Zij draagt geen gordel omdat de gordels op de achterbank niet werken, wat bekend is bij de bestuurder. De man heeft gedronken, het is donker en het wegdek is nat door de regen. Even eerder is hij door een vriend, die in een andere auto zit, aangesproken op zijn onvoorzichtige rijgedrag. Toch rijdt hij veel te hard een flauwe bocht op in en verliest hij de macht over het stuur. De auto slipt, vliegt uit de bocht en botst tegen een boom. Het 18-jarige slachtoffer raakt zwaargewond. Zij overlijdt tien dagen na het ongeluk in het ziekenhuis aan haar verwondingen.

Groot leed en verlies
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van zeer onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag. Door zijn handelen heeft de man groot leed en verlies toegebracht aan de familie van het slachtoffer. Het verdriet is tijdens de zitting indrukwekkend onder woorden gebracht door de moeder van het slachtoffer. Anderzijds realiseert de rechtbank zich dat ook de man zelf de rest van zijn leven geconfronteerd zal worden met de gevolgen van het ongeluk waar hij verantwoordelijk voor is. Alles bij elkaar is de rechtbank van oordeel dat alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf recht doet aan de ernst van deze zaak.'



1 mei 2015
Voormalig voetbaltrainer uit Epe veroordeeld voor ontucht

'De rechtbank Gelderland heeft vandaag een 32-jarige man veroordeeld voor ontucht tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.

Ontucht bij jonge voetballers
De rechtbank vindt bewezen dat de voormalig voetbaltrainer ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een aantal jeugdige voetballers aan wie hij training heeft gegeven.

Tijdens de zitting werd door de verdediging van de verdachte aangevoerd dat de verdachte geen seksuele intenties heeft gehad. De rechtbank is echter van oordeel dat er niet alleen sprake is geweest van amicale, toevallige of onbedoelde handelingen, maar ook van heel bewust verrichte ontuchtige handelingen.

Lagere straf dan geëist
De rechtbank komt tot een iets lagere straf dan door de officier van justitie geëist, omdat de man van twee feiten is vrijgesproken.

Proeftijd van 5 jaar en geen activiteiten met jeugdigen
De rechtbank heeft, onder andere gelet op het gevaar voor herhaling en de hoeveelheid ontuchtige handelingen, een proeftijd van 5 jaar opgelegd.

Daarnaast moet de verdachte meewerken aan een onderzoek naar een eventueel achterliggende problematiek. Als deze aanwezig is moet hij zich verplicht laten behandelen. Verder mag de verdachte tijdens de proeftijd van 5 jaar geen enkele activiteit verrichten waarbij hij in contact komt met jeugdigen. De man moet de benadeelde partijen een schadevergoeding betalen.'



1 mei 2015
Acht jaar cel voor moord op buurman in Schijndel

'De rechtbank Oost-Brabant heeft vandaag een 48-jarige man uit Schijndel veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf. De man vermoordde in juli vorig jaar zijn buurman.

De verdachte belde ’s nachts aan bij zijn buurman, die de voordeur opende en daarna terug zijn woning in wilde lopen. Toen hij omdraaide, sloeg de verdachte hem met een bloembak op zijn achterhoofd. In de woonkamer sloeg hij het slachtoffer met een blik bier. De verdachte denkt dat hij daarna net zo lang is doorgegaan met slaan totdat zijn buurman dood was. Het lichaam van het slachtoffer werd de volgende middag gevonden.

Waanidee
De man besloot zijn buurman om het leven te brengen in de waan dat diens dood gevaar voor de rest van de wereld zou kunnen afwenden. Volgens de rechtbank voerde de man zijn plan met voorbedachten rade uit. Hij trof in zijn eigen woning voorbereidingen door een mes te pakken en een shirt om sporen te wissen. Daarna ging hij naar de woning van zijn buurman en nam ondertussen van de galerij het bloembakje mee. De man verklaarde dat hij zijn buurman met één klap wilde doden. Toen dit niet lukte, heeft hij zich steeds beraden en vastgehouden aan zijn eerder genomen besluit om zijn buurman te doden. De verdachte paste zijn plan telkens aan op de gebeurtenissen.

Onherstelbaar leed
Het ontnemen van een leven is een van de meest ingrijpende strafbare feiten. De man veroorzaakte hiermee onherstelbaar leed en verdriet bij de nabestaanden. Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank er in strafmatigende zin rekening mee dat de man door een ernstig psychiatrisch ziektebeeld sterk verminderd toerekeningsvatbaar was ten tijde van het delict. De officier van justitieeiste daarom naast een celstraf van zes jaar ook tbs met dwangverpleging. Voorwaarde voor het opleggen van tbs is het bestaan van recidivekans. Deskundigen kunnen echter niet vaststellen hoe groot de kans op herhaling is, daarvoor is meer nodig dan alleen de aanwezigheid van een ziekelijke stoornis, en andere aanknopingspunten ontbreken. Daarom legt de rechtbank geen tbs op, maar een langere celstraf dan de officier van justitie heeft geëist.'



1 mei 2015
Elf tot veertien jaar cel voor gewapende overval op juwelier in Breda

'De rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, heeft vandaag vier mannen veroordeeld tot gevangenisstraffen uiteenlopend van elf tot veertien jaar, voor een gewapende overval op een juwelier en poging tot doodslag op de politieagenten die hen achtervolgden op hun vlucht. Bovendien moeten zij aan de verschillende benadeelde partijen een schadevergoeding betalen van in totaal ruim 11.000 euro.

Gewapende overval
Op 30 mei 2014 hebben drie mannen een juwelier aan de Haagdijk in Breda overvallen. Daarbij hebben zij de juwelier en zijn gezin met een vuurwapen bedreigd, in de winkel bijna alles kapot geslagen en een grote hoeveelheid sieraden buitgemaakt. De vierde man is medeplichtig aan dit feit.

Achtervolging door politie
Na de overval zijn de drie overvallers gevlucht op een scooter, waarna zij verderop in Breda zijn overgestapt in een gereedstaande auto, waar de vierde man op hen wachtte. Tijdens hun vlucht werden zij achtervolgd door politieagenten, waarvan één op een motor. In een poging de agenten hun achtervolging te doen staken, hebben de mannen op deze agenten geschoten. De rechtbank kwalificeert dit als een poging tot doodslag.

Schade aan hun vluchtauto maakte dat de overvallers een ander voertuig nodig hadden om verder te kunnen vluchten. Met geweld hebben zij de auto meegenomen van een toevallige passant, waarna zij hun weg vervolgden. Uit de auto gooiden zij diverse objecten om de agent op de motor af te schrikken, waarbij zij het risico namen dat hij zou vallen en overlijden. Bij een wegblokkade door de politie werden de overvallers uiteindelijk tot stilstand gedwongen en hebben zij zich overgegeven.

Oordeel rechtbank
De overvallers hebben met veel geweld een overval gepleegd waarna zij op hun vlucht ook nog eens agenten hebben beschoten en een man met geweld zijn auto hebben ontnomen. Dit alles gebeurde op klaarlichte dag en op de openbare weg. De gedragingen van de mannen moet voor alle slachtoffers een bijzonder traumatische ervaring zijn geweest.

Tot op de dag van vandaag hebben de verdachten er het zwijgen toe gedaan en geen spijt betuigd aan de slachtoffers. Tijdens de behandeling ter zitting hebben zij om de feiten zitten lachen.

Voor één verdachte vindt de rechtbank een gevangenisstraf van dertien jaar op zijn plaats voor de genoemde feiten. Twee andere verdachten krijgen lagere straffen, namelijk respectievelijk elf en twaalf jaar. Zij hebben beiden een minder grote rol gehad. Bovendien heeft één van hen heeft een blanco strafblad, terwijl de ander nog heel jong is. De vierde verdachte krijgt juist één jaar extra celstraf opgelegd, namelijk een celstraf van veertien jaar. Hij heeft het meeste geweld gebruikt en heeft het langste strafblad.

De officier van justitiehad eerder voor alle vier de verdachten vijftien jaar cel geëist.'



1 mei 2015
Levenslange gevangenisstraffen voor moorden Staatsliedenbuurt

'De Amsterdamse rechtbank heeft twee mannen van 27 en 34 jaar tot levenslange gevangenisstraffen veroordeeld. Zij worden verantwoordelijk gehouden voor de schietpartij in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt op 29 december 2012.

De daders hebben onder meer met Kalasjnikovs twee jonge mannen geliquideerd en een derde man beschoten. Op hun vlucht deinsden de daders er niet voor terug met een machinegeweer gericht op twee motoragenten te schieten met het doel ze te doden.

De rechtbank rekent het de daders zwaar aan dat zij ongekend gewelddadig hebben opgetreden. Kogels vlogen in het rond en buurtbewoners zijn geconfronteerd met angstaanjagende taferelen. De slachtoffers zijn vele malen beschoten en uiteindelijk van dichtbij geliquideerd. Aan de nabestaanden is onherstelbaar leed toegebracht. De daders hebben ontkend en hebben geen enkel inzicht in hun motief gegeven.

De rechtbank tilt er zwaar aan dat politie is beschoten met Kalasjnikovs. Dit is verachtelijk en daarmee is het gezag van onze rechtstaat in het geding. Door het schieten op de politie vindt de rechtbank de grens van een tijdelijke gevangenisstraf gepasseerd.

De rechtbank hecht waarde aan de getuigenis van een beoogd slachtoffer die zegt één van de daders te hebben herkend. Verder is er technisch bewijs in de vorm van DNA-sporen, glassplinters en telefoongegevens. De alternatieve verklaringen van de verdachten over deze sporen heeft de rechtbank als ongeloofwaardig terzijde geschoven.

De mannen leidden al langer een crimineel leven, buiten de gevestigde orde om. Voor hen is dan ook geen plaats meer in de maatschappij. Daarnaast dient de straf om iedereen duidelijk te maken dat dit soort geweld niet wordt getolereerd. De liquidaties in de Staatsliedenbuurt waren de eerste van een reeks moorden in en om Amsterdam waarbij gebruik werd gemaakt van Kalasjnikovs.

Een 45-jarige verdachte in dit onderzoek is conform de eis van het Openbaar Ministerie volledig vrijgesproken van betrokkenheid bij de Staatsliedenschietpartij. Wel is hij tot een gevangenisstraf van 100 dagen – gelijk aan zijn voorarrest – veroordeeld omdat hij enige tijd over een Kalasjnikov beschikte die nadien bij de moorden is gebruikt. De rechtbank heeft de straf gematigd in verband met de nadelige gevolgen die deze strafzaak voor deze man hebben meegebracht.'



1 mei 2015
Vragen aan EU-Hof over vakantierechten onterecht ontslagen ambtenaar

'De Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie van de EU om uitleg van Europese regels. Het gaat om de vraag of een nationale bepaling die tot gevolg heeft dat een ambtenaar die ten onrechte is ontslagen geen vakantierechten opbouwt omdat hij in de tussenliggende periode niet heeft gewerkt, in strijd is met een EU-richtlijn. Als dit wel het geval is, en een ambtenaar toch vakantierechten opbouwt over die periode, is de vraag of deze vakantierechten kunnen vervallen omdat deze niet mogen worden meegenomen naar een ander jaar.

De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.

De vragen van de Centrale Raad van Beroep aan het Europese Hof van Justitie van de EU gaan over de uitleg van de Europese regels over vakantieaanspraken in het geval een ambtenaar ten onrechte is ontslagen. Het Hof heeft eerder geoordeeld dat voor het ontstaan van het recht op vakantie niet is vereist dat de werknemer daadwerkelijk heeft gewerkt. Deze uitspraak (Schultz-Hoff-arrest) heeft betrekking op zieke werknemers. Vraag is nu of dit ook geldt voor een ambtenaar, van wie achteraf is komen vast te staan dat zij ten onrechte is ontslagen en het ontslag ongedaan is gemaakt. Heeft zij vakantierechten opgebouwd in de periode dat zij niet heeft gewerkt, maar waarin zij - achteraf bezien - wel een dienstbetrekking heeft gehad? Op grond van de rechtspositieregeling (Besluit algemene rechtspositie politie) mag een voltijds werkende politieambtenaar maximaal 108 vakantie-uren overnemen naar een volgend jaar. De rest vervalt. De Centrale Raad van Beroep wil weten of deze bepaling in strijd is met het EU-recht.

Doordat de Centrale Raad van Beroep het ontslag heeft vernietigd, is de ambtenaar feitelijk in dienst gebleven. Uiteindelijk is haar alsnog - op eigen verzoek - ontslag verleend. Bij de eindafrekening is geen vergoeding toegekend voor niet genoten vakantiedagen vanaf de datum dat zij oorspronkelijk was ontslagen. De ambtenaar vindt dat niet juist. De rechtbank Breda is van oordeel dat zij recht heeft op uitbetaling van opgebouwde en niet opgenomen vakantieverlof.'



1 mei 2015
Kosten kasteel België niet aftrekbaar

'Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat Nederland aftrek van onderhoudskosten voor een buitenlands monument mag weigeren, tenzij dat monument behoort tot het Nederlands cultuurhistorisch erfgoed. De Hoge Raad oordeelt dat er geen enkele aanwijzing is dat het monument in deze zaak (een kasteel in België) tot het Nederlands cultuurhistorisch erfgoed behoort. De inspecteur heeft de aftrek daarom terecht geweigerd.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl