Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - november 2016:


29 november 2016
Veroordeling voor vergiftiging zoontje na onbeheerd achterlaten GHB

'Een 34-jarige man uit Almere die een flesje GHB onbeheerd achterliet is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden. Ook worden hij en zijn 32-jarige vriendin veroordeeld voor het bezit van 14 hennepplanten, een xtc-pil, GHB, traangas en pepperspray. De vrouw krijgt een werkstraf van 100 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand.

Achtergelaten op kast
Het stel had de drugs en wapens opgeborgen in een kluis in hun woning. De man heeft op enig moment een flesje GHB uit de kluis gehaald en onbeheerd achtergelaten op een kast die bereikbaar was voor zijn kinderen. Zijn toen 5-jarige zoontje heeft uit dit flesje gedronken en zichzelf daarmee vergiftigd. Hij is in het ziekenhuis beland en volledig hersteld.

Levensstijl
Tijdens de zitting bleek dat het stel hun levensstijl heeft gewijzigd en zij zich bewust zijn van het risico waarin zij hun kinderen hebben gebracht. De rechtbank legt voorwaardelijke gevangenisstraffen op om te voorkomen dat de verdachten in de toekomst opnieuw strafbare feiten begaan.'



29 november 2016
Rechtbank doet opnieuw uitspraak in zaak over onjuiste tapgesprekken

'Rechtbank behandelt een zaak opnieuw nadat in hoger beroep het hof de zaak heeft terugverwezen naar de rechtbank wegens onjuiste tapgesprekken.

Eerder vonnis rechtbank
De rechtbank heeft bij vonnis van 20 maart 2013 (ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ4987) het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk in de vervolging van verdachte verklaard, omdat bij de uitwerking van telefoontaps ernstige fouten zijn gemaakt. Een aantal tapgesprekken was onjuist dan wel onvolledig weergegeven in de processen-verbaal.

Oordeel in hoger beroep
In hoger beroep heeft het hof bij arrest van 27 januari 2015 (ECLI:NL:GHAMS:2015:152) op basis van nader onderzoek naar de uitwerking van de telefoontaps geoordeeld dat de gang van zaken rondom deze verslagen veel te wensen overliet, maar dat de fouten niet zodanig ernstig zijn dat de verdachte geen eerlijk proces meer kan krijgen. Het hof heeft het Openbaar Ministerie ontvankelijk verklaard in de vervolging en de zaak teruggewezen naar de rechtbank.

OM ontvankelijk maar wel lagere straf
De rechtbank heeft de zaak vervolgens opnieuw behandeld en met inachtneming van de inhoud van genoemd arrest van het Hof vastgesteld dat het geconstateerde vormverzuim in hoger beroep goeddeels is hersteld en dat voor het overige de mogelijkheid tot herstel alsnog bestaat, zodat er geen grond aanwezig om het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging. In het kader van artikel 359a Sv komt een alternatief van strafvermindering en bewijsuitsluiting evenmin aan de orde, nu geen sprake is van een onherstelbaar verzuim. Dit neemt niet weg dat de onjuiste uitwerking van de tapgesprekken zoals door de raadsman is aangevoerd, wel van invloed is geweest op het verloop van het strafproces. Deze tapgesprekken hebben immers zonder enige twijfel een belangrijke, zo niet doorslaggevende, rol gespeeld bij beslissingen die in het kader van de doorzoeking van de woning en de voorlopige hechtenis van verdachte zijn genomen. Ook is verdachte geconfronteerd met een langdurig procesverloop. De rechtbank heeft met deze omstandigheden rekening gehouden bij de hoogte van de straf.

Verdachte is voor het dealen van harddrugs gedurende één jaar en bezit van xtc en cocaïne veroordeeld tot een gevangenisstraf van een maand.'



28 november 2016
Automobilist veroordeeld voor aanrijding met fietser in Schijndel

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 47-jarige man uit Sint-Oedenrode veroordeeld tot een taakstraf van 80 uur en een voorwaardelijke rijontzegging van 6 maanden. De man veroorzaakte een verkeersongeval waarbij een fietser zwaargewond raakte.

De verdachte kwam in augustus vorig jaar op een kruising in Schijndel in botsing met een fietser. Zij liep daarbij botbreuken op aan de nek- en ruggenwervels, een kneuzing van het ruggenmerg en verwondingen aan haar hoofd. De fietser kwam van rechts, maar de verdachte had haar te laat gezien en kon daarom niet op tijd remmen om voorrang te verlenen. De verdachte naderde met een te hoge snelheid deze onoverzichtelijke kruising waar het zicht op de weg van rechts werd belemmerd door bosschages. Dit deed hij terwijl hij bekend was met de situatie, omdat hij deze kruising iedere dag passeert. Door met zo’n snelheid het onoverzichtelijke kruispunt te naderen, kon hij niet op tijd remmen om een botsing met de fietsster te voorkomen. De rechtbank oordeelt dan ook dat de man aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gereden en schuldig is aan een verkeersdelict.

De rechtbank weegt bij het bepalen van de straf mee dat het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opliep. Dit moet een zware impact op haar hebben gehad, zowel op het moment van de aanrijding als tijdens de revalidatie. Anderzijds houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte meerdere keren spijt heeft betuigd aan het slachtoffer en daarin oprecht overkomt. Bovendien is hij niet eerder veroordeeld voor een soortgelijk delict.'



28 november 2016
Twaalf jaar gevangenisstraf voor doodschieten ex-vriendin in Hoofddorp

'De rechtbank heeft een 36-jarige man uit Zaandam veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf, omdat hij op 22 juni 2015 in Hoofddorp zijn ex-vriendin heeft doodgeschoten.

De officier van justitie vond moord bewezen en eiste 16 jaar gevangenisstraf, de verdediging bepleitte vrijspraak. Over de vraag of er sprake is geweest van moord of doodslag oordeelt de rechtbank als volgt. Niet uitgesloten kan worden dat de man het besluit om zijn ex-vriendin te doden heeft genomen zeer kort voordat hij daadwerkelijk heeft geschoten en daardoor niet de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van die voorgenomen daad. De rechtbank acht de voorbedachte raad dus niet bewezen en spreekt hem daarom vrij van moord, maar komt op basis van diverse getuigenverklaringen en (forensisch) onderzoek tot een bewezenverklaring voor doodslag van zijn ex-vriendin.

Noodweer
De man heeft zich erop beroepen dat hij uit noodweer handelde. Volgens hem werd hij als eerste door zijn ex-vriendin bedreigd en wist hij na een worsteling het wapen van haar af te nemen, waarna hij in het wilde weg heeft geschoten. De rechtbank heeft dit verweer verworpen. Daarbij was onder meer de verklaring van een toevallige voorbijganger van belang. Zij zag hoe de man en zijn ex-vriendin elkaar aan het duwen en trekken waren. De ex-vriendin viel naar achteren en de getuige zag dat de man op dat moment een wapen tevoorschijn haalde en meerdere schoten afvuurde. Hij heeft daarbij het slachtoffer driemaal geraakt, waaronder in het achterhoofd. Volgens andere getuigen had het slachtoffer alleen een sleutelbos in haar hand en is de man met het wapen in zijn hand rustig naar zijn auto gelopen en weggereden. Zijn ex-vriendin overleed op straat, vlak voor haar woning waar haar dochtertje op haar stond te wachten. Uit onderzoek is gebleken dat zowel het letsel in het hoofd als het letsel in de borst ieder op zich de dood van de vrouw kon veroorzaken.

Strafverzwarend
Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank uitdrukkelijk als strafverzwarend element betrokken dat de man geen enkel berouw heeft getoond, dat hij de schuld nadrukkelijk bij zijn ex-vriendin legt, haar in een kwaad daglicht probeert te stellen en zichzelf steeds presenteert als het slachtoffer in de zaak. Voorts heeft de rechtbank onder meer rekening gehouden met de omstandigheid dat de schietpartij plaatsvond in een woonwijk op een tijdstip dat er veel mensen op straat waren en dat de man een geoefend schutter is en een wapenvergunning voor meerdere wapens had.

Schadevergoeding
De man moet van de rechtbank schadevergoeding betalen aan de vader van zijn ex-vriendin, onder meer de kosten voor de uitvaart. De rechtbank heeft vier andere vorderingen niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze of op toekomstige kosten zien of volgens de wet niet toegewezen kunnen worden. Deze vorderingen kunnen wel bij de civiele rechter worden aangebracht. De wapens die de man in zijn bezit had, worden onttrokken aan het verkeer; dat wil zeggen vernietigd. Het wapen waarmee is geschoten, is nooit gevonden.'



25 november 2016
Straffen en vrijspraak voor diefstal sieraden en geheime filmopnamen

'De rechtbank Noord-Holland heeft op 25 november 2016 uitspraak gedaan in de zaken tegen de vijf verdachten. In juli 2014 zouden diefstallen zijn gepleegd en in het geheim filmopnamen zijn gemaakt tijdens twee nachtelijke feesten in het huis van aangevers die op Snapchat zouden zijn geplaatst.

Verdachte R.
R. is veroordeeld tot een werkstraf van 150 uren wegens heling van nephorloges tijdens de eerste feestnacht en de heling van dure horloges en andere waardevolle goederen, die tijdens de tweede feestnacht waren weggenomen. Verdachte is vrijgesproken van het heimelijk filmen van aangeefster. Dit geldt ook voor de openbaarmaking van andere filmpjes.

Verdachte De S.
In de zaak van verdachte De S. waarin hem verweten wordt, dat ook hij heeft deelgenomen aan de diefstal van een grote hoeveelheid sieraden is de officier van justitie op 10 november 2016 al niet ontvankelijk verklaard, omdat eerder voor die beschuldiging een sepot was toegezegd. De S. wordt veroordeeld voor het in het geheim filmen van aangeefster en het plaatsen van het filmpje op Snapchat. Daarmee heeft hij de privacy van aangeefster ernstig geschonden en dit heeft voor haar ook ingrijpende gevolgen gehad. De S. moet een werkstraf van 80 uren verrichten en aan aangeefster 7.000 euro aan smartengeld betalen.

Verdachte Van R.
Van R. is vrijgesproken van de diefstal van nephorloges tijdens het eerste feest. Wél heeft deze verdachte zich schuldig gemaakt aan de heling van deze nephorloges. Van R. is verder vrijgesproken van de diefstal van onder andere dure horloges tijdens het tweede feest. Ook van de heling van een iPad en een horloge is verdachte vrijgesproken. Het bezit daarvan staat wel vast maar Van R. had de intentie om de goederen aan de aangever terug te geven, zodat niet van heling kan worden gesproken. De rechtbank heeft Van R. een werkstraf van 70 uren opgelegd.

Verdachte G.S.
G.S. is ook veroordeeld tot een werkstraf van 70 uren. Hij heeft een oorbel gestolen en daarvoor heeft hij een lade van een kast open gebroken. Van de beschuldiging dat hij met anderen nog veel meer sieraden heeft gestolen, is G.S. vrijgesproken.

Verdachte C.
C. is van alle beschuldigingen vrijgesproken. De rechtbank ziet geen bewijs voor zijn betrokkenheid bij de diefstal van onder andere dure horloges. Voor de heling van deze goederen is ook geen bewijs aanwezig.

Strafmotivering
Bij alle veroordelingen heeft de rechtbank bij de strafmaat laten meewegen dat de strafbare feiten zijn gepleegd tijdens feesten waar de verdachten als uitgenodigde gasten aanwezig waren. Straf verminderend heeft gewerkt dat de feiten bijna tweeënhalf jaar geleden zijn gepleegd en de verdachten toen op jonge leeftijd waren. Ook heeft de rechtbank de straffen gematigd gelet op de onevenredige belangstelling in de media voor deze strafzaken. Voor de meeste verdachten geldt dat zij door de strafzaken ongewild in de schijnwerpers zijn komen te staan. In de zaak van De S. heeft de rechtbank geen rekening gehouden met de publiciteit, omdat deze verdachte met de openbaarmaking van het filmpje de publiciteit in de hand heeft gewerkt. In de zaak van R. heeft de rechtbank erbij stil gestaan dat min of meer bekende personen in de Nederlandse samenleving bij een verdenking meer aandacht krijgen dan anderen. Ook voor R. geldt echter dat hij voor onschuldig wordt gehouden totdat een veroordeling is uitgesproken. De rechtbank heeft echter de indruk dat dit uitgangspunt in de media op de achtergrond is geraakt. Ook in de zaak van R. heeft de rechtbank daarom de straf gematigd.'



25 november 2016
Taxichauffeur vrijgesproken van verlaten plaats dodelijk ongeval

'Een 58-jarige taxichauffeur uit 's-Hertogenbosch is zojuist vrijgesproken van het verlaten van de plaats van een ongeval zonder hulp te verlenen aan een passagier. Evenals de officier van justitie is de rechtbank Oost-Brabant van oordeel dat er onvoldoende bewijs is dat de man had kunnen weten dat de passagier (dodelijk) gewond was.

De passagier stapte in mei 2014 na een stapavond in ‘s-Hertogenbosch alleen in de taxi van de verdachte. Op de Bosschebaan in Sint Michielsgestel raakte de passagier uit de taxi en werd kort daarop ernstig gewond aangetroffen door getuigen. Diezelfde getuigen zagen de taxi langzaam rijden en vervolgens wegrijden richting ’s-Hertogenbosch. De passagier overleed later die dag in het ziekenhuis aan zijn verwondingen.

Onderzoek naar de oorzaak van de verwondingen biedt geen uitsluitsel over de vraag hoe het fatale letsel aan het hoofd van de passagier is ontstaan of bij welke snelheid hij uit de auto is geraakt. Volgens de taxichauffeur ontstond er onderweg onenigheid tussen hem en de passagier over de betaling van de taxirit. De passagier beweerde al te hebben betaald. De taxichauffeur besloot met de passagier terug te rijden naar ’s-Hertogenbosch. De chauffeur verklaarde dat de passagier vervolgens aan de handrem zou hebben getrokken, waarna hij uit de taxi is geraakt. De chauffeur zou daarna nog in zijn spiegel hebben gekeken, maar niets hebben gezien. Hij is er vanuit gegaan dat de passagier was weggerend. De chauffeur maakte zijn administratie in orde, noteerde dat de passagier niet had betaald en vervolgde zijn route. Na aankomst in ’s-Hertogenbosch heeft hij dit verhaal ook verteld aan 2 politieambtenaren die hij op straat tegenkwam.

Vrijspraak
De verklaringen van de taxichauffeur worden ondersteund door onder meer het sporenonderzoek van de politie, met name het blokkeerspoor dat op de weg is aangetroffen, en de omstandigheid dat er in de portemonnee van de passagier te weinig geld zat om de rit te kunnen betalen. Volgens de rechtbank komen het gedrag en de uitlatingen van de chauffeur direct na het ongeval overeen met elkaar en met zijn verklaringen die hij later bij de politie en op de zitting heeft afgelegd. Ook wordt de door de chauffeur geschetste toedracht van het ongeval niet weerlegd door de bewijsmiddelen. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden bewezen dat de chauffeur ten tijde van het ongeval of na het ongeval iets heeft gehoord of gezien op grond waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat aan de passagier bij dit ongeval letsel was toegebracht. Er kan daarom niet worden bewezen dat de chauffeur de plaats van het ongeval heeft verlaten terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de passagier gewond was.'



25 november 2016
Geen ANBI-status bij ‘commerciële tarieven’

'Instellingen die tarieven hanteren die gericht zijn op het behalen van exploitatieoverschotten kunnen niet worden aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling (ANBI). Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

In twee van vier beslissingen over ANBI’s heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de vraag wanneer sprake is van een ‘commercieel tarief’. In een van die twee zaken speelde de vraag of het tarief van een door een stichting uitgegeven nieuwsblad commercieel was. Dat is volgens de Hoge Raad niet het geval.

In de andere zaak was het tarief aan de orde dat een kerkgenootschap hanteerde voor deelname aan religieuze activiteiten, waaronder trainingen. Hier is volgens de Hoge Raad wel sprake van commerciële tarieven. Bij het vaststellen of sprake is van een commercieel tarief is niet beslissend hoe het tarief wordt ervaren door degenen die het tarief betaalt.

ANBI's kunnen gebruikmaken van bepaalde belastingvoordelen bij erven, schenken en de energiebelasting.'



25 november 2016
Uitbreiding pand H&M Veenendaal mag doorgaan

'De uitbreiding van het pand van H&M aan de Hoofdstraat in Veenendaal mag doorgaan. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland in een voorlopige voorziening geoordeeld. De eigenaar van het nabijgelegen winkelcentrum Corridor was de rechtszaak begonnen. Die vond dat de vergunning voor de uitbreiding niet had mogen worden verleend, omdat er in Veenendaal veel winkelpanden leeg staan en er bovendien een regel is dat er geen winkelpanden van twee verdiepingen mogen zijn.

Twee verdiepingen
De bestuursrechter constateert dat het uitgangspunt in de ‘Detailhandelsstructuur Veenendaal’ is dat winkels op meerdere lagen niet zijn toegestaan. De gemeente heeft echter de mogelijkheid om van die regel af te wijken, wat ook gebeurd is. De gemeente vond dat in dit geval gerechtvaardigd, omdat H&M een belangrijke trekker is en bovendien midden in het winkelgebied ligt. De gemeente verwacht dat de vergroting een gunstig effect zal hebben op de winkelomgeving. De rechter vond het standpunt van de gemeente niet onredelijk.

Leegstand
De rechter oordeelde daarnaast dat de gemeente voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het bouwplan niet zal leiden tot onaanvaardbare toename van de al bestaande leegstand in Veenendaal. Het enkele feit dat H&M er niet voor heeft gekozen om winkelruimte in de Corridor te huren, kan in ieder geval niet tot die conclusie leiden. Concurrentiebelangen mag de rechter in de regel ook niet meewegen in dit soort procedures.'



24 november 2016
Taakstraf voor betasten militairen

'Een 30-jarige man uit Utrecht heeft zich in 2015 in Soest bij het uitreiken en laten passen van kleding schuldig gemaakt aan het ontuchtig betasten van 17 militairen in opleiding. De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt de man tot een taakstraf van 240 uur, waarvan 80 uur voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

Plotselinge handelingen
De man hielp als medewerker militairen in opleiding met het passen van hun kleding en het uitkiezen van de goede maat. De militairen werden verrast door de plotselinge handelingen van de man, waarbij hij bij de militairen genitaliën, billen, handen of vingers aanraakte.

Strafmaat
De rechtbank vindt dat verdachte zijn functie heeft misbruikt en dat hij inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van de militairen. De rechtbank weegt echter ook mee dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen. Ook is hij zijn baan verloren door het plegen van deze feiten. Uit de afgelegde slachtofferverklaringen blijkt dat de impact voor de slachtoffers beperkt is gebleven. De rechtbank legt daarom een lagere straf op dan geëist.'



23 november 2016
Hof wijst tussenarrest in de zaak van de drievoudige levensberoving Dwingelderveld en Exloo

'Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag een tussenuitspraak gedaan in de strafzaak tegen de broers R. die worden verdacht van moord in vereniging op een man op het Dwingelderveld in november 2012 en op een echtpaar in Exloo in juli 2013.

Nader onderzoek Dwingelderveld
Het hof vindt dat met betrekking tot de levensberoving in het Dwingelderveld alsnog nader onderzoek moet worden verricht. Het is noodzakelijk dat de verklaringen van de verdachten en het andersluidende scenario van het openbaar ministerie over wat zich daar afspeelde wordt getoetst door deskundigen aan de hand van de ter plaatse vastgestelde onderzoeksresultaten.

Daarnaast wil het hof met het oog op de nadere behandeling van de zaak een actualisering van psychiatrische en psychologische rapportages over de beide verdachten.

Vervolg inhoudelijke behandeling
Het hof onthoudt zich in dit stadium van iedere uitspraak over de gevorderde levenslange gevangenisstraf.
Deze uitspraak betekent dat de zaak weer een vervolg krijgt wanneer het onderzoek is afgerond en de geactualiseerde rapportages gereed zijn. De inhoudelijke behandeling zal dan op de zitting weer worden voortgezet.'



23 november 2016
15 jaar cel voor doden eigenaar bar Mon Cheri

'De rechtbank Rotterdam heeft zojuist een 56-jarige man uit Rotterdam veroordeeld tot een celstraf van vijftien jaar voor doodslag en het medeplegen van een diefstal waarbij 300 euro en enkele flessen sterke drank buit werden gemaakt. De medeverdachte, een 33-jarige vrouw uit Rotterdam, is vrijgesproken van de doodslag maar veroordeeld voor de diefstal.

Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van moord omdat niet is bewezen dat de man met voorbedachte raad heeft gehandeld. De rechtbank veroordeelt de man wel ter zake een doodslag die verband houdt met een ander strafbaar feit, de diefstal met geweld.

Bij het bepalen van de straf overweegt de rechtbank dat de man het meest kostbare bezit van het slachtoffer heeft afgenomen, namelijk zijn leven. De nabestaanden is onherstelbaar leed toegebracht, zoals volgens de rechtbank ook duidelijk tot uitdrukking komt in de slachtofferverklaringen. Zij moeten verder leven zonder hun vader.

De rechtbank legt aan de man een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op voor de duur van vijftien jaar. Deze straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie.

De vrouw was naar het oordeel van de rechtbank volledig ontoerekeningsvatbaar toen zij het misdrijf pleegde. Aan de vrouw kan om die reden geen straf worden opgelegd. Wel zal zij worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis voor een jaar. Daarna kan haar behandeling eventueel (gedwongen) worden voortgezet, indien zij op dat moment nog voldoet aan de wettelijke vereisten daarvoor.

De veroordeelden moeten aan twee van de nabestaanden schadevergoeding betalen, onder meer de kosten voor de begrafenis. Ook is in deze gevallen de schadevergoedingsmaatregel opgelegd aan beiden. Twee andere vorderingen waren te complex om binnen de strafzaak te worden afgedaan. Deze vorderingen kunnen alsnog bij de civiele rechter worden aangebracht'



23 november 2016
Einde ne bis-beoordelingskader in alle zaken bij Afdeling bestuursrechtspraak

'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bepaald dat het zogenoemde ne bis-beoordelingskader bij besluiten op herhaalde aanvragen niet langer moet worden toegepast. Anders dan voorheen toetst de algemene bestuursrechter niet meer uit zichzelf of er nieuwe feiten of veranderde omstandigheden naar voren zijn gebracht, maar neemt zij het besluit van het bestuursorgaan als uitgangspunt. Hiermee is het ne bis-beoordelingskader ook in andere dan vreemdelingenzaken losgelaten. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (23 november 2016).

Het ne bis-beoordelingskader
Het ne bis-beoordelingskader hield in dat bestuursrechters afwijzingen van tweede of latere aanvragen in beginsel alleen toetsen als de aanvrager daarin iets nieuws had aangevoerd. Datzelfde gold voor verzoeken aan een bestuursorgaan om terug te komen van een besluit. Als de aanvrager niets nieuws had aangevoerd, verklaarde de bestuursrechter het beroep om die reden al ongegrond en ging hij daar verder niet inhoudelijk op in.

Toetsing
Anders dan voorheen zal het besluit van het bestuursorgaan op een opvolgende aanvraag als uitgangspunt worden genomen bij de toetsing. De rechter zal dus niet meer uit zichzelf beoordelen of er door de aanvrager iets nieuws is aangevoerd of niet. Als het bestuursorgaan een herhaalde aanvraag op inhoudelijke gronden afwijst, in plaats van te beoordelen of er nieuwe feiten of omstandigheden zijn, dan wordt het besluit getoetst alsof dit het eerste besluit op de aanvraag is.

Rechtseenheid
In juni van dit jaar bepaalde de Afdeling bestuursrechtspraak al dat het ne bis-beoordelingskader werd losgelaten voor zaken waarin het besluit was genomen op grond van de Vreemdelingenwet 2000 of de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Met het oog op de rechtseenheid wordt het ne bis-beoordelingskader nu ook bij andere zaken losgelaten.

Onmiddellijke ingang
De Afdeling bestuursrechtspraak bepaalt in de uitspraak dat het loslaten van het ne bis-beoordelingskader met onmiddellijke ingang geldt voor iedere zaak op het terrein van de rechtsmacht van de Afdeling bestuursrechtspraak, ongeacht in welk stadium van behandeling die zaak zich bevindt.'



23 november 2016
Wob-verzoeker kan gemeenteraad vragen om geheimhouding op te heffen

'De gemeenteraad van Het Bildt moet binnen 12 weken een nieuw besluit nemen over de vraag of afspraken die de gemeente heeft gemaakt over de bouw van een woonzorgcentrum in Sint Annaparochie, geheim moeten blijven of niet. Dit blijkt uit een tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (23 november 2016).

Een journalist van de Leeuwarder Courant had op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) gevraagd om de afspraken openbaar te maken die de gemeente Het Bildt heeft gemaakt met de eigenaar van een supermarkt naast het woonzorgcentrum. Hij stuitte daarbij echter op een weigering van het college van burgemeester en wethouders, omdat de gemeenteraad eerder had besloten om de afspraken geheim te houden. De rechtbank Noord-Nederland oordeelde eerder nog dat de journalist geen belanghebbende was.

Dubbel belanghebbende
De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat als iemand informatie opvraagt waarop een geheimhoudingsplicht rust, dat verzoek tegelijkertijd moet worden opgevat als een verzoek om die geheimhouding op te heffen. Dit betekent dat de indiener van een Wob-verzoek, in dit geval de journalist, zowel belanghebbende is bij het besluit op zijn Wob-verzoek als bij het besluit over het verzoek om de geheimhouding op te heffen. Omdat de gemeenteraad heeft volstaan met een enkele verwijzing naar de geheimhoudingsplicht zonder in te gaan op de bezwaren van de journalist daartegen, is dat besluit onvoldoende gemotiveerd.

Tussenuitspraak
De gemeenteraad krijgt 12 weken de tijd om zijn besluit op het verzoek van de journalist om de geheimhouding op te heffen alsnog goed te motiveren of om een besluit met een andere strekking te nemen. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak een einduitspraak doen.'



23 november 2016
Tbs met dwangverpleging voor moord op buurman

'Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch legt een 50-jarige man uit Schijndel tbs met dwangverpleging op voor de moord op zijn buurman. De man doodde in 2014 zijn buurman door hem onder andere met een bloembak en een blik bier op zijn hoofd te slaan. De rechtbank legde de man eerder 8 jaar gevangenisstraf op. Het OM had in hoger beroep tbs met dwangverpleging geëist.

Voorbedachten rade
Net als de rechtbank eerder oordeelt het hof dat het gaat om moord. De man heeft voorbereidingshandelingen verricht en heeft tijdens het doden van zijn buurman voldoende tijd gehad om zich te beraden. Het slachtoffer was niet op slag dood, nadat hij door de verdachte met de bloembak op zijn achterhoofd was geslagen. De verdachte heeft daarna telkens zijn plan bijgesteld en nieuwe pogingen ondernomen om het slachtoffer te doden, net zo lang totdat hij dacht dat het slachtoffer niet meer leefde.

Psychose
De verdachte verkeerde tijdens de moord in een zware psychose. Hij dacht dat het slachtoffer achter de ramp met de vlucht MH17 zat. De verdachte had een duidelijk doel voor ogen: het slachtoffer moest sterven om de wereld te behoeden voor ondergang. Na kennisname van nieuwe deskundigenrapporten vindt het hof, anders dan de rechtbank, dat de man vanwege zijn psychische stoornis volledig ontoerekeningsvatbaar is en dat hem daarom geen straf opgelegd kan worden.

Tbs
Vanwege het gevaar voor herhaling is behandeling volgens het hof noodzakelijk. Het is daarbij van belang dat de verdachte zijn medicatie blijft nemen en dat er structuur en toezicht zal zijn. Daarom legt het hof tbs met dwangverpleging op.'



22 november 2016
Man uit Heerde naar gevangenis voor poging doodslag (ex)-partner

'De rechtbank veroordeelde een 55-jarige man uit Heerde voor poging tot doodslag, een poging tot zware mishandeling en het mishandelen van zijn (ex-)partner. Hij kreeg een gevangenisstraf van 3 jaar waarvan 1 voorwaardelijk opgelegd.

Op de avond van 14 juni 2016 wachtte de man zijn (ex-)echtgenote in de tuin van haar huis op. Hij duwde haar al worstelend naar binnen. Vervolgens stak hij haar met een mes in haar zij/borstkast. Daarbij pakte de Heerdenaar het slachtoffer hardhandig beet, gooide haar op de grond, ging boven op haar zitten, pakte haar bij de keel en kneep deze dicht. Ook sloeg de man zijn (ex)-echtgenote in haar gezicht en tegen haar hoofd.

Volgens de rechtbank is er niet voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig om de man voor poging moord te veroordelen. De rechtbank vindt alle overige feiten waarvan de man verdacht werd wel bewezen.

Lagere straf
Het Openbaar Ministerie eiste een celstraf van 5 jaar. De rechtbank gaat hierin niet mee, omdat de poging tot moord niet is bewezen. Verder weegt de rechtbank mee dat de man een blanco strafblad heeft en niet eerder met politie of justitie in aanraking is geweest. Volgens de rechtbank is verder geen sprake van een ‘doorsnee’ poging tot doodslag, omdat zowel bij de man als het slachtoffer sprake was van hevige emoties naar aanleiding van de vechtscheiding. De problemen over de scheiding zijn nog steeds niet opgelost. Daarom vindt de rechtbank dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is, om zo nieuwe strafbare feiten te voorkomen.

Tot slot moet de man een schadevergoeding van ruim 3.300 euro aan zijn (ex)-echtgenote betalen.'



22 november 2016
Gevangenisstraf voor stompen oud-buurtgenote

'Een 33-jarige man is door de rechtbank Overijssel veroordeeld tot 60 dagen cel waarvan 57 dagen voorwaardelijk en een taakstraf van 120 uur, omdat hij in Delden een vrouw in het gezicht stompte. De man en het slachtoffer zijn oud-buurtgenoten. De rechtbank wijst de geëiste schadevergoeding van ruim 4 miljoen euro af.

12 glazen bier
De man is schuldig aan een poging tot zware mishandeling. Hij vloog onder invloed van - naar eigen zeggen – 12 glazen bier op 5 mei 2016 het slachtoffer aan, terwijl zij in haar deuropening stond. De vrouw viel op de grond en de man kwam op haar terecht. Daar stompte de man haar meerdere keren met kracht tegen haar gezicht. De vrouw liep letsel op en vreesde voor haar leven.

Onrust in de buurt
De man had eerder die dag al ruzie met de vrouw. Hij zei dat hij dit deed omdat hij zijn zoontje wilde beschermen. De rechtbank oordeelt dat het niet aan de man is om eigenrichting te plegen en dat hij moet beseffen dat dit niet de manier is om conflicten op te lossen. Doordat hij de vrouw aanviel droeg hij bij aan het in stand houden van de onrust in de buurt. De eigenrichting en het drankmisbruik weegt de rechtbank als verzwarende factoren mee in de straf.

Contactverbod en schadevergoeding
Naast de grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf en de taakstraf krijgt de man een contactverbod met het slachtoffer opgelegd en moet hij een schadevergoeding betalen van 961,75 euro. De vrouw eiste ruim 4 miljoen euro aan schadevergoeding.'



22 november 2016
Tbs en 18 maanden cel voor bezit en verspreiden kinderporno

'Een 49-jarige man uit Veenendaal heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van 3.000 foto’s en 83 films met daarop kinderporno. De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt de man tot een gevangenisstraf van 18 maanden en tbs met voorwaarden. Ook moet hij nog een voorwaardelijke celstraf van een jaar uitzitten voor een veroordeling in 2012.

Ziekelijke stoornis
De man is in 2006 veroordeeld voor ontucht, en in 2012 voor het bezit van de kinderporno. Deskundigen constateren dat er bij hem sprake is van een ziekelijke stoornis in de vorm van pedofilie. Ondanks de voorwaardelijke straf van een jaar die hij in 2012 kreeg opgelegd, pleegde hij opnieuw strafbare feiten. Ook is gebleken dat hij zijn eerdere behandeling niet serieus nam.

Tbs met voorwaarden
De reclassering stelt dat de man gemakzuchtig, berekenend, en niet open is. Een combinatie van een voorwaardelijk strafdeel en een behandeling vindt de rechtbank niet passend. De rechtbank oordeelt dat de man nu binnen de tbs-maatregel met voorwaarden kan laten zien dat hij echt gemotiveerd is tot verandering. Mocht de behandeling stagneren dan kan dit worden omgezet in ongelimiteerde tbs met dwangverpleging, om te voorkomen dat hij onvoldoende behandeld terugkeert in de samenleving.'



22 november 2016
Rechtbank vernietigt strafontslag politieagent

'De Brunssumse politieagent die politieinformatie aan een kennis verstrekte, heeft daarvoor ten onrechte een onvoorwaardelijk strafontslag gekregen, zo oordeelt de rechtbank vandaag.

Achtergrond van de zaak
De zaak begon te lopen in 2012. De bekende van de politieagent benaderde hem, omdat hij het vermoeden had dat hij werd opgelicht door buitenlandse zakenpartners. De politieagent liet daarop de politiesystemen raadplegen en mailde zijn kennis de gevraagde informatie. Daarop volgde een strafontslag.

Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van plichtsverzuim. De politieagent had de vertrouwelijke informatie niet met zijn bekende mogen delen. Daarnaast wordt de politieagent terecht verweten dat hij de schijn van belangenverstrengeling heeft gewekt. Van de andere kant heeft de politieagent steeds gehandeld vanuit zijn taak als politiefunctionaris. Hij heeft van de vertrouwelijke informatie geen oneigenlijk gebruik gemaakt. Daarnaast heeft de bekende van de politieagent geen voordeel van de verstrekte informatie gehad en derden zijn niet benadeeld. Het strafontslag staat daarom niet in verhouding tot het plichtsverzuim. Het beroep is gegrond en de korpschef van de politie zal een nieuwe beslissing moeten nemen.'



22 november 2016
Man uit Apeldoorn veroordeeld voor bezit kinderporno

'De rechtbank veroordeelde een 51-jarige man uit Apeldoorn voor het op meerdere tijdstippen in het bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De man kreeg een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 1 dag en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 180 dagen opgelegd. Daarnaast moet de man een werkstraf van 150 uur uitvoeren.

Eerdere veroordelingen
Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank rekening met het feit dat uit het strafblad van de man blijkt dat hij eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen. Het ging hier om soortgelijke strafbare feiten waarvoor al 2 keer eerder een voorwaardelijke straf is opgelegd. Dit heeft de man er niet van weerhouden opnieuw een soortgelijk feit te plegen.

Belang van de maatschappij
Hoewel de rechtbank, gelet op de ernst van het feit en de kans op herhaling, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke tijd passend vindt, zal zij hier niet toe overgaan. Kijkend naar wat de GZ-psycholoog en Reclassering Nederland rapporten, is de rechtbank van mening dat het in het belang van de maatschappij is dat de gestarte behandeling van de man niet wordt onderbroken. Dit is met name van belang omdat dit de 1e keer is dat de behandeling wordt verricht op basis van een nog niet eerder uitgebreid persoonlijkheidsonderzoek. Bovendien heeft de man zelf het initiatief genomen om zicht weer te laten behandelen.

Net als de officier van justitie houdt de rechtbank ook rekening met de omstandigheid dat het een wat ouder feit is en de (kleine) hoeveelheid afbeeldingen.

Fors hogere werkstraf dan geëist
Gelet op Wet beperking oplegging taakstraf is de rechtbank verplicht voor dit feit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van minimaal 1 dag op te leggen. Al het bovenstaande in overweging genomen komt de rechtbank tot de opgelegde straf. De rechtbank legt gelet op de kans op herhaling een fors hogere werkstraf op dan door de officier van justitie werd geëist. Hiermee uit de rechtbank dat ze zwaar tilt aan het feit dat verdachte in herhaling is gevallen.

Aan het voorwaardelijke strafdeel zijn bijzondere voorwaarden - zoals door de reclassering geadviseerd - verbonden. Hiermee wil de rechtbank voorkomen dat de man uit Apeldoorn opnieuw een (soortgelijk) strafbaar feit zal plegen.'



22 november 2016
Sanctie tegen WhatsApp blijft overeind bij Haagse bestuursrechter

'Whatsapp verliest de rechtszaak tegen de Autoriteit Persoonsgegevens, waardoor het bedrijf gedwongen is een vertegenwoordiger in Nederland aan te wijzen om te voldoen aan de Wet bescherming persoonsgegevens. Doet ze dat niet dan moet Whatsapp een dwangsom van 10.000 euro per dag betalen, die maximaal oploopt 1 miljoen euro. Dat is gevolg van een uitspraak van de Haagse bestuursrechter in een rechtszaak die Whatsapp begonnen was tegen een besluit van de Autoriteit Persoonsgegevens.

Uitspraak bestuursrechter
Whatsapp was door de Autoriteit Persoonsgegevens op de vingers getikt vanwege een overtreding van de Wet bescherming persoonsgegevens, waarna Whatsapp naar de bestuursrechter stapte om het sanctiebesluit ongedaan te maken. In de uitspraak van dinsdag 22 november 2016 oordeelt de bestuursrechter van de rechtbank Den Haag dat WhatsApp de gegevens van haar Nederlandse gebruikers verwerkt via de app die zich bevindt op Nederlandse smartphones, waarbij niet kan worden gezegd dat sprake is van enkel doorvoer van gegevens. In dat geval moet volgens de Wet bescherming persoonsgegevens WhatsApp een vertegenwoordiger in Nederland aanwijzen.

Verweer van Whatsapp
Whatsapp voerde aan dat van haar ten onrechte wordt verlangd dat zij een vertegenwoordiger in Nederland aanwijst, omdat onder de toekomstige Privacyverordening er slechts één vertegenwoordiger binnen de EU hoeft te worden aangewezen. Omdat niet is gebleken dat WhatsApp al een vertegenwoordiger in een andere EU-lidstaat heeft aangewezen, heeft de rechtbank overwogen dat er geen concreet zicht op legalisatie van de bestaande situatie bestaat. Whatsapp zal dus alsnog moeten voldoen aan het sanctiebesluit van de Autoriteit Persoonsgegevens.'



21 november 2016
Syntus behoudt Concessie Openbaar Vervoer Utrecht 2016-2023

'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) stelt Connexxion in het ongelijk in haar beroep tegen de aanbesteding van het busvervoer in de provincie Utrecht.

De provincie heeft de concessie verleend aan Syntus. Connexxion vond dat de provincie had moeten onderzoeken of Syntus in het kader van de aanbesteding in strijd met de Mededingingswet heeft gehandeld. Het CBb oordeelt dat daar in dit geval geen aanleiding toe is. Connexxion vond bovendien dat de inschrijving van Syntus ongeldig is, omdat Syntus zonder voorafgaande instemming van de betrokken concessieverleners en concessiehouders buslijnen buiten het concessie gebied heeft aangeboden.
Het CBb oordeelt dat deze concessiegrens-overschrijdende buslijnen mochten worden aangeboden en dat daarvoor geen voorafgaande instemming was vereist.

Deze uitspraak betekent dat Syntus in de periode van december 2016 tot december 2023 het busvervoer in de provincie Utrecht mag verzorgen.'



21 november 2016
Schending inzagerecht en blokkeringsrecht

'De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 16 november 2016 dat nu appellante het niet mogelijk wenst te maken dat een medisch advies over haar gezondheidssituatie ter kennis wordt gebracht aan CIZ, er voor de Raad geen aanleiding bestaat zich te laten voorlichten door een deskundige over het antwoord op de vraag of CIZ zijn besluit op een deugdelijk en juist medisch advies heeft gebaseerd.

Met appellante is de Raad van oordeel dat zij op grond van artikel 7:446 van het Burgerlijk wetboek de gelegenheid had moeten hebben de uitslag en de gevolgtrekking van de onderzoeken te vernemen en te beslissen of daarvan mededeling zou worden gedaan aan CIZ.

Artikel 74, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisaties werk en inkomen (Wet SUWI) voorziet in een uitzondering op het hiervoor beschreven inzage- en blokkeringsrecht. Deze uitzondering geldt echter niet in een geval als dit waarin een medisch adviseur een beoordeling van de gezondheidstoestand verricht zonder dat er sprake is van een handeling in verband met de uitvoering van de Wet SUWI. Nu niet is gebleken dat de medisch adviseur appellante de gelegenheid heeft geboden haar inzage- en blokkeringsrecht uit te oefenen, is dat recht geschonden.

De Raad begrijpt het standpunt van appellante aldus dat zij ten onrechte geen gelegenheid heeft gehad het inzage- en blokkeringsrecht uit te oefenen en dat als haar die gelegenheid wel was geboden, zij daarvan gebruik had gemaakt. De Raad ziet in dit standpunt aanleiding de medische adviezen niet in zijn beoordeling van het bestreden besluit te betrekken. Bezien tegen deze achtergrond en gelet op de omstandigheid dat appellante niet op objectiveerbare wijze inzicht heeft verschaft in haar gezondheidssituatie, bestaat er geen grond voor het oordeel dat appellante tekort is gedaan met de indicatie persoonlijke verzorging klasse 1. Nu appellante het niet mogelijk wenst te maken dat een medisch advies over haar gezondheidssituatie ter kennis wordt gebracht aan CIZ, bestaat er voor de Raad geen aanleiding zich te laten voorlichten door een deskundige over het antwoord op de vraag of CIZ zijn besluit op een deugdelijk en juist medisch advies heeft gebaseerd.

De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.

Dit is een nieuwsbericht op basis van de genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit nieuwsbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.'



17 november 2016
Aangepaste tarieven voor gespecialiseerde GGZ voorlopig gehandhaafd

'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vernietigde met een uitspraak van 14 juli 2016 (ECLI:NL:CBB:2016:180) de besluiten van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) om de maximumtarieven voor de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg voor 2014 en 2015 met ongeveer 6% te verhogen, omdat bij het onderzoek op grond waarvan die tarieven waren vastgesteld, fouten gemaakt waren. De beroepen waren ingesteld door de zorgverzekeraars.

De NZa heeft nu opnieuw beslist over deze tarieven en verhoogt deze gemiddeld met nog eens 4% in vergelijking tot de eerdere verhoging. De NZa past de gewijzigde berekeningswijze ook toe op de tarieven voor 2017 en besloot bovendien dat het tarief voor 2017 verhoogd mag worden met het bedrag dat de zorgaanbieders in 2014 en 2015 tekort gekomen zijn door de oude berekeningswijze.

De zorgverzekeraars hebben de voorzieningenrechter gevraagd om deze gewijzigde tariefbeschikking 2017 te schorsen en de oude tariefbeschikking voor dat jaar weer van kracht te laten worden.

Volgens de zorgverzekeraars geeft de NZa namelijk op onjuiste wijze uitvoering aan de uitspraak van 14 juli 2016 en is het nu vastgestelde tarief veel te hoog. Bovendien maakt het zo laat in 2016 wijzigen van de tarieven voor 2017 de contractering tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders onnodig moeilijk. De NZa meent dat zij op juiste wijze consequenties trekt uit de uitspraak van 14 juli 2016. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. De vraag welke tarieven voor 2014, 2015 en 2017 hadden moeten worden vastgesteld en of daarvoor een nieuw kostprijsonderzoek had moeten plaatsvinden, zal in nieuwe beroepsprocedures beantwoord moeten worden. Inmiddels moest de NZa ook voor 2017 maximumtarieven vaststellen en het is niet mogelijk om nu te bepalen of de NZa dat op onjuiste wijze gedaan heeft. Daarom is er nu geen grond voor de voorzieningenrechter om het besluit van de NZa buiten werking te stellen.'



16 november 2016
CBb laat boete KPN vanwege hack in stand

'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt vandaag in hoger beroep dat de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een boete van 364.000 euro mocht opleggen, omdat KPN tekort schoot in de beveiliging van haar klantgegevens.

Telecombedrijven moeten maatregelen nemen ten behoeve van de veiligheid en beveiliging van de door hen aangeboden netwerken en diensten. De maatregelen moeten, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten, een passend beveiligingsniveau garanderen dat in verhouding staat tot het risico.

Naar aanleiding van een hack op 16 januari 2012 in het netwerk KPN, deed ACM onderzoek en constateerde dat de zorgplicht voor meerdere beveiligingsonderdelen was geschonden. De servers bevatten gegevens zoals adres, woonplaats, telefoonnummer en bankrekeningnummer en de hacker verschafte zich toegang tot deze gegevens. Het gevolg hiervan had bijvoorbeeld identiteitsfraude kunnen zijn. Dat de hacker de gegevens niet daadwerkelijk heeft gecompromitteerd, doet niet af aan de schending van de zorgplicht. Het doel is immers dat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer plaatsvindt.'



14 november 2016
Gevangenisstraf van 3 jaar voor oplichting en flessentrekkerij

'Een 45-jarige man uit Moergestel is veroordeeld tot 3 jaar cel voor oplichting en flessentrekkerij. De rechtbank Zeeland-West-Brabant acht bewezen dat hij tussen 2007 en 2011 meerdere bedrijven voor in totaal een paar miljoen euro heeft benadeeld. De officier van justitie had 4 jaar gevangenisstraf geëist.

Valse namen
De verdachte deed zich voor als tussenhandelaar en bewoog bedrijven hem goederen te leveren, terwijl die nog niet betaald waren. Als bedrijven dit weigerden, overtuigde hij hen door een vals overschrijvingsbewijs of valse betalingsopdracht te tonen. Op die manier verkreeg hij grote ladingen van allerlei producten, waaronder sportsokken, batterijen en babyvoeding, zonder daarvoor te betalen. De verdachte maakte hierbij onder meer gebruik van valse namen en vennootschappen die speciaal voor dat doel waren opgericht. Volgens de rechtbank heeft de man door zijn handelen niet alleen afbreuk gedaan aan het vertrouwen binnen het handelsverkeer, maar is hij er ook aan voorbij gegaan dat de bedrijven van wie hij de goederen afnam mogelijk in financiële problemen konden raken.

Langdurig proces
De strafzaak tegen de verdachte liep al sinds 2011. Toch wordt hier geen rekening mee gehouden in de strafbepaling, omdat het overgrote deel van de vertraging niet aan het OM of de rechtbank te wijten is, aldus de rechter. De verdachte werd tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis namelijk telkens opnieuw aangehouden op verdenking van het plegen van nieuwe, soortgelijke strafbare feiten. Hij kwam daardoor weer in detentie terecht en zijn ziektebeeld verslechterde, waardoor volgens de verdediging de voorbereiding van de zaak in het gedrang kwam. De verdachte lijdt onder meer aan PTSS en viel enkele malen kort voor aanvang van een geplande zitting flauw. Tijdens het ‘bijzondere procesverloop’ heeft de rechtbank voldoende rekening gehouden met deze persoonlijke omstandigheden, aldus de rechter.

Op een later tijdstip verschijnt de man ook voor de nieuwe verdenkingen voor de rechter.'



14 november 2016
Man mag zijn woning in Boekel 6 maanden niet betreden

'Een woning in Boekel mag voor 6 maanden gesloten worden nadat daar harddrugs werden gevonden. Dit besliste de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant vandaag.

De politie trof in juli van dit jaar poederresten (met 0,3 gram amfetamine), 4 milliliter GHB, ruim 13 gram amfetamine en 0,13 gram cocaïne aan in de woning in Boekel. De burgemeester besloot daarop in oktober om de woning voor 6 maanden te sluiten. De bewoner maakte hiertegen bezwaar en verzocht intussen aan de rechter om een voorlopige voorziening te treffen.

Volgens de bewoner heeft de burgemeester onvoldoende gemotiveerd waarom hij de woning mocht sluiten. De bewoner stelt dat het ging om een hoeveelheid drugs die moet worden gezien als een forse gebruikershoeveelheid. Hij vindt de sluitingstermijn van 6 maanden te zwaar; volgens hem treden omliggende gemeenten milder op. De burgemeester stelt dat er sprake is van een handelshoeveelheid drugs en wil met de sluiting de openbare orde en de rust in de omgeving herstellen. Ook wil hij de loop naar de woning eruit halen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het aannemelijk is dat de aangetroffen drugs waren bestemd voor de handel. In de auto van de bewoner trof de politie ook al 13 gram cocaïne en 800 gram amfetamine aan. Daarnaast maakten buurtbewoners melding van veelvuldig kortdurende bezoeken van personen aan de woning. De rechter oordeelt dat de burgemeester mocht overgaan tot een sluiting. In het beleid van de gemeente staat namelijk dat het uitgangspunt is om eerst een waarschuwing of soortgelijke maatregel te treffen, maar dat hiervan in ernstige gevallen kan worden afgeweken. Volgens de voorzieningenrechter heeft de burgemeester – gelet op de ernst van de geconstateerde feiten – terecht geoordeeld dat sprake is van een ernstig geval. Ook de sluitingstermijn is niet disproportioneel.'



14 november 2016
Gevangenisstraf voor internet-aanval

'De rechtbank Rotterdam heeft een 39-jarige man uit Amsterdam veroordeeld voor een omvangrijke DDos-aanval die in maart 2013 werd uitgevoerd op het netwerk van internetbedrijf Spamhaus. Hiermee heeft de man het goed functioneren van het internet in gevaar gebracht en daarmee de belangen van een groot aantal particulieren, bedrijven en instellingen.

De rechtbank legt de man een gevangenisstraf op voor de duur van 240 dagen waarvan 185 dagen voorwaardelijk.'



14 november 2016
5 maanden onvoorwaardelijke celstraf voor kasbeheerder Rotterdamse woningverhuurder en geldmakelaar

'De kasbeheerder van de Rotterdamse woningverhuurder Havensteder is veroordeeld tot 5 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De geldmakelaar kreeg 5 maanden onvoorwaardelijk voor omkoping van niet-ambtenaren. De rechtbank wijst de ontnemingsvordering, die het OM instelde tegen de geldmakelaar, af. Er is onvoldoende verband tussen de omzet en het betaalde smeergeld.'



9 november 2016
1 jaar cel voor stiekem filmen in campingdouche

'Een 34-jarige man uit Doorn heeft in 2013 stiekem opnames gemaakt in de doucheruimte van een camping in Doorn. Ook had de man kinder- en dierenporno in zijn bezit en heeft hij zich schuldig gemaakt aan diefstal van 63 stukken (kinder)ondergoed en (kinder)badkleding. De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt de man tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.

Kinderporno
De man heeft vier jaar lang grote hoeveelheden kinderporno in zijn bezit gehad. Het ging daarbij om meer dan 16.000 afbeeldingen en meer dan 1.900 films. Hij heeft zich bewust een weg gezocht in de wereld van kinderporno en daarmee bijgedragen aan het in stand houden van de zeer kwalijke en schadelijke kinderporno-industrie, zo oordeelt de rechtbank.

Inbreuk op privacy
De man maakte stiekeme opnames van personen die stonden te douchen in de doucheruimte van een camping. Hij deed dit door een videocamera in een schoen en een gelpot te stoppen en die dan onder de deur van de douchecabine door te schuiven. Als deze opnames verspreid zouden worden via internet zou dit grote gevolgen voor de personen kunnen hebben.

Tijdsverloop en strafoplegging
De rechtbank neemt bij het opleggen van de straf mee dat het eerste verhoor van de man plaatsvond in augustus 2013. De man moet psychologisch onderzocht worden, een behandeling ondergaan en komt onder toezicht van de reclassering.'



7 november 2016
Gevangenisstraf voor gewelddadige inbraak in Lochem

'De rechtbank veroordeelde vandaag een 23-jarige Poolse man voor poging tot doodslag van een destijds bijna 70-jarige man, mishandeling van zijn even oude echtgenote en diefstal door middel van inklimming in hun woning in Lochem. De man kreeg 50 maanden gevangenisstraf opgelegd

Hoofdletsel en ernstige neusbreuk
De Poolse man is de woning van het echtpaar ingeklommen en heeft daaruit spullen meegenomen. Toen het echtpaar thuis kwam, heeft de inbreker eerst de man tegen zijn hoofd gestompt en hem daarna meerdere malen tegen zijn hoofd getrapt toen hij weerloos op de grond lag. De man heeft hierdoor hoofdletsel opgelopen. Vervolgens heeft de inbreker de vrouw een vuistslag in het gezicht gegeven met een ernstige neusbreuk als gevolg.

Schadevergoeding
Voorgevel van Paleis van Justitie in Arnhem
Tot slot moet de man een schadevergoeding van ruim 5300 euro betalen aan de slachtoffers.'



7 november 2016
6 jaar cel voor woningovervallen in Boxmeer en Oss

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 28-jarige man uit Nijmegen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar voor afpersingen en pogingen daartoe.

De Nijmegenaar perste in december 2015 een man in zijn woning in Boxmeer af door meerdere keren een vuurwapen te tonen. Diezelfde maand heeft hij, samen met een andere verdachte, een jonge man en een bezoeker in Oss in zijn appartement onder bedreiging gedwongen geld af te geven. In de dagen erna probeerde hij de jonge man telefonisch af te persen. Ook heeft hij een persoon in Boxmeer geprobeerd af te persen door met een vuurwapen te dreigen.

De rechtbank weegt bij het bepalen van de straf mee dat de verdachte naar de woningen ging en daar de bewoners onder druk zette door met een vuurwapen te dreigen. Hij heeft daarbij alleen gedacht aan zijn eigen financiële belang. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij met zijn handelen een beangstigende situatie en ogenblikken van grote onveiligheid voor de slachtoffers veroorzaakte. De eigen woning is bovendien bij uitstek de plaats waar mensen zich veilig moeten kunnen voelen. De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf ook rekening mee dat de man al diverse keren is veroordeeld voor gewelds- en vermogensdelicten.

De officier van justitie eiste 4 jaar gevangenisstraf en de maatregel tbs met dwangverpleging. De rechtbank is echter van oordeel dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat de verdachte een ziekelijke stoornis of een gebrekkige ontwikkeling had toen hij de feiten pleegde. Alles afwegende vindt de rechtbank een gevangenisstraf van 6 jaar passend. De rechtbank oordeelt dat de man daarnaast een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden alsnog moet uitzitten, omdat hij deze feiten pleegde tijdens zijn proeftijd.'



7 november 2016
Man en vrouw bestraft voor betrokkenheid bij hennepkwekerij Epe

'De rechtbank veroordeelde een 52-jarige man uit Arnhem voor het exploiteren van een hennepkwekrij in Epe en het aftappen van stroom. Hij kreeg een celstraf van 11 maanden opgelegd. Een 52-jarige vrouw uit Heerde werd veroordeeld voor het in bezit hebben van hennepplanten. Zij kreeg een werkstraf van 200 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden.

Gemeenschappelijke huishouding
Volgens de rechtbank is bewezen dat de Arnhemmer 9 weken lang een kwekerij met ongeveer 1.641 hennepplanten heeft gehad. Het dossier bevat aanwijzingen dat hij de kwekerij al enkele jaren had. Verder had de man ruim 2 jaar lang illegaal stroom afgetapt. De vrouw wist ook van de kwekerij. De man en de vrouw voerden namelijk een gemeenschappelijke huishouding in de woning waar de kwekerij is aangetroffen. Lange tijd was de hennepkwekerij hun enige bron van inkomsten. Alles werd daarvan betaald. Dat is waarom de rechtbank bewezen vindt dat de vrouw opzettelijk voordeel heeft getrokken uit die opbrengst.

Miljoenenopbrengst
De rechtbank vindt aannemelijk dat de hennepkwekerij over een periode van 7 jaar ruim 1 miljoen euro heeft opgebracht. De man en vrouw hebben van dit voordeel geprofiteerd. Zoals gezegd voerden zij een gezamenlijke huishouding en alles werd van die opbrengst betaald. Daarom worden zij hoofdelijk aansprakelijk gesteld. Dat betekent dat de man en vrouw het bedrag moeten terugbetalen.'



7 november 2016
Verzwegen onroerend goed in Marokko, geen onderscheid naar nationaliteit

'De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 20 september 2016 dat de Sociale verzekeringsbank, door de steekproef uit te voeren zoals het deed en op grond daarvan onderzoek in het buitenland te doen, appellanten niet heeft behandeld in strijd met het verbod van ongerechtvaardigde discriminatie.

In geschil is of de Svb de gegevens die de feitelijke grondslag van het bestreden besluit vormen, heeft verkregen in strijd met het verbod van discriminatie als bedoeld in bijvoorbeeld artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en artikel 1 van Protocol 12 bij het EVRM, en die gegevens daarom als onrechtmatig verkregen bewijs die besluiten niet mogen dragen.

De verschillen tussen de kenmerken van de AIO-gerechtigden die zijn geselecteerd voor een nader onderzoek naar verblijf en vermogen in het buitenland en zij die daar niet toe behoren zijn samen voldoende relevant en objectief om de keuze te maken. Het gemaakte onderscheid is gerechtvaardigd gelet op het grote belang van de rechtmatige toepassing van de bijstandswetgeving en de hoge kosten van controle en handhaving en de grote verschillen die bestaan tussen controlemogelijkheden in Nederland en daarbuiten. Daarbij is verder van betekenis dat het onderzoek dat ten aanzien van de AIO-gerechtigden die behoren tot de groep van 100 in de drie genoemde landen wordt uitgevoerd, ten aanzien van hen en alle andere AIO-gerechtigden vrijwel voortdurend en vrijwel ongemerkt in Nederland wordt uitgevoerd, zodat van verschillende behandeling in zoverre in zeer beperkte mate sprake is. Dit voert tot de conclusie dat de Svb, door de steekproef uit te voeren zoals het deed en op grond daarvan onderzoek in het buitenland te doen, appellanten niet heeft behandeld in strijd met het verbod van ongerechtvaardigde discriminatie.

De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.

Dit is een nieuwsbericht op basis van de genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit nieuwsbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl