Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - april 2017:


26 april 2017
Celstraf en TBS voor poging verkrachting Jaagpad Rijswijk

'Een 33-jarige man uit Rotterdam is vandaag door de rechtbank in Den Haag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden en TBS voor de aanranding en poging tot verkrachting van een 29-jarige vrouw. Ook moet de man aan haar een schadevergoeding betalen.

Poging verkrachting
De vrouw werd tijdens het hardlopen op het Jaagpad in Rijswijk aangesproken door de man. Hij trok haar mee naar de berm bij een viaduct zodat niemand hen kon zien. Daar heeft hij haar, terwijl ze op de grond lag en hij op haar zat, aangerand. Vervolgens heeft hij haar meegenomen naar een nog meer afgelegen plek. Daar heeft zij hem tegen haar zin afgetrokken om zo te voorkomen dat hij haar zou verkrachten. Daarna dwong hij haar met hem terug te lopen naar de weg waar zij uiteindelijk kans zag hulp in te roepen en aan hem te ontkomen.

Verdachte heeft alleen maar oog gehad voor zijn eigen seksuele behoeften en gevoelens. Hij heeft de vrouw pijn gedaan en veel angst aangejaagd. De vrouw heeft nog altijd last van lichamelijke en psychische klachten.

Behandeling nodig
De man is verminderd toerekeningsvatbaar en er is een groot risico op herhaling. De rechtbank acht het onverantwoord om verdachte zonder behandeling in de maatschappij te laten terugkeren. Daarom legt de rechtbank niet alleen een gevangenisstraf maar ook TBS op.'



26 april 2017
Veroordeling voor mishandeling in Eemnes

'De politierechter van de rechtbank Midden-Nederland veroordeelt een 57-jarige man uit Eemnes tot een voorwaardelijke werkstraf van 80 uur voor de mishandeling van drie personen, waaronder twee minderjarigen, op 31 december 2016 en het wegmaken van een rugzak.

Vuurwerk
Op de betreffende oudjaarsdag werd in de buurt vuurwerk afgestoken door een groepje kinderen. De verdachte ervoer overlast en is op de fiets achter de jongeren aangegaan. Hij heeft een 14-jarig meisje met de fiets geraakt en heeft hardhandig haar rugzak afgepakt en in de sloot gegooid. Ook is hij met de fiets op een jongen ingereden. Een toeschouwer zag dit gebeuren en wilde ingrijpen. Hij werd door de verdachte bij de nek gegrepen.

Te ver gegaan
De politierechter vindt dat het gedrag van de verdachte veel te ver is gegaan. De kinderen staken vuurwerk af op een moment dat dit niet mocht. De verdachte had op dat moment de politie moeten bellen of ouders moeten benaderen in plaats van zelf achter de kinderen aan te gaan.

Behandelverplichting
De zaak heeft, mede door alle media-aandacht, grote gevolgen gehad voor de verdachte. Zijn werk als raadslid heeft hij op moeten geven. Toch vindt de politierechter een straf op zijn plaats. De politierechter legt een voorwaardelijke werkstraf van 80 uur op met daarbij een behandelverplichting met een proeftijd van één jaar. Daarnaast moet de verdachte een schadevergoeding van 382 euro betalen aan het 14-jarige meisje.'



26 april 2017
AlFitrah hoeft pand niet te ontruimen

'Stichting AlFitrah hoeft het pand aan de Pahud de Mortangesdreef in Utrecht niet te ontruimen, maar moet wel de huurachterstand van ruim 50.000 euro betalen. Dat heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland vandaag beslist.

Meerdere conflicten
De partijen staan voor de derde keer tegenover elkaar in een kort geding. De eigenaar wil dat het pand ontruimd wordt vanwege huurachterstand en achterstallig onderhoud. Volgens de eigenaar kan het pand door het achterstallige onderhoud niet verzekerd worden. Daarnaast loopt er op dit moment ook een zogeheten bodemprocedure, waarin de koop- en huurovereenkomst centraal staat. Deze procedure zit nog in het schriftelijke voortraject.

Onderhoud aan pand
AlFitrah had volgens de huurovereenkomst uiterlijk op 1 oktober 2015 onderhoud moeten verrichten. Bij de eerdere kort gedingen in 2015 en 2016 is het achterstallige onderhoud niet aan de orde gesteld. De eigenaar heeft voor het eerst in december 2016 per e-mail het achterstallige onderhoud onder de aandacht van AlFitrah gebracht. AlFitrah erkent dat het pand niet goed is onderhouden.

Spoedeisend belang
De voorzieningenrechter oordeelt dat het onvoldoende vaststaat dat het gebrek aan onderhoud zo nijpend is dat de uitkomst van de bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Dat het pand vanwege achterstallig onderhoud niet verzekerd kan worden is op geen enkele wijze gebleken. In ieder geval blijkt dit niet uit de ter zitting voorgelezen e-mail waarin melding wordt gemaakt dat twee verzekeraars het pand niet willen verzekeren in verband met negatieve aandacht in de pers.'



26 april 2017
80 uur taakstraf voor het maken van geheime filmopnames in zwembad Gouda

'De 52-jarige man die in de periode van 1 april 2015 tot en met 16 juni 2015 in een zwembad in Gouda geheime filmopnames maakte met zijn mobiele telefoon van vrouwen in kleedhokjes, krijgt van de rechtbank Den Haag een taakstraf van 80 uur. Hij wordt vrijgesproken van het maken van kinderpornografische afbeeldingen, vanwege gebrek aan bewijs.

Heimelijk filmen
Meerdere slachtoffers hebben bij de politie een verklaring afgelegd dat zij zich op 16 juni 2015 samen in een familiekleedhok bevonden en tijdens het omkleden heimelijk zijn gefilmd. Tevens hebben zij beiden verklaard dat zij zo’n zes weken eerder ook al heimelijk waren gefilmd. Er zijn ook getuigen die het hebben zien gebeuren. Daarnaast heeft de man, die als vrijwilliger zwemles gaf, ook bekend dat hij heeft gefilmd. Hij maakte de beelden door zijn mobiele telefoon onder de wand van een afgesloten kleedhokje te houden en vervolgens de gedeeltelijk naakte personen in het naastgelegen kleedhokje te filmen.

Vrijspraak kinderporno
De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen wie de meisjes of vrouwen zijn die op vijf bij de man aangetroffen filmpjes staan en of zij jonger zijn dan achttien jaar. De rechtbank spreekt de man daarom vrij van het maken van kinderporno.'



26 april 2017
Celstraffen voor ondergronds bankieren

'De rechtbank Midden-Nederland heeft een 49-jarige man uit IJsselstein veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf. Hij was onderdeel van een criminele organisatie die zich bezighield met het ondergronds bankieren van in totaal 8 tot 9 miljoen euro.

Ondergronds bankieren
De 49-jarige hoofdverdachte heeft frequent zeer grote geldbedragen overgedragen aan onbekend gebleven personen in opdracht van andere onbekend gebleven personen. Als hij zelf niet kon zorgde hij voor vervanging. De 45-jarige zwager van de man ging vier keer op zijn verzoek in. De rechtbank veroordeelt hem tot een gevangenisstraf van 3 maanden. De 40-jarige vrouw van de hoofdverdachte heeft zich schuldig gemaakt aan één transactie en is door de rechtbank veroordeeld tot een taakstraf van 180 uur. Zij hebben een korte periode samengewerkt met de hoofdverdachte. De rechtbank spreekt hen daarom vrij van deelname aan een criminele organisatie.

Vrijspraak witwassen
In het politieonderzoek is geen direct bewijs gevonden voor een criminele herkomst van de geldbedragen. Daarnaast heeft de Hoge Raad eerder vastgesteld dat geld uit de wereld van ondergronds bankieren niet per definitie van een misdrijf afkomstig hoeft te zijn. De rechtbank spreekt alle verdachten vrij van witwassen, omdat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat het geld uit een misdrijf afkomstig is.

Vierde verdachte
Een 27-jarige man is door de rechtbank vrijgesproken van betrokkenheid bij ondergronds bankieren. De rechtbank spreekt hem vrij vanwege gebrek aan bewijs.'



26 april 2017
Acht jaar gevangenisstraf voor doodslag op echtgenote op zeiljacht in Hoorn

'De rechtbank Noord-Holland heeft de 46-jarige Van E. veroordeeld tot acht jaar cel. De rechtbank acht de man schuldig aan doodslag op zijn vrouw in de nacht van 25 mei 2016 op een zeiljacht in Hoorn. De rechtbank gaat er, mede op grond van het NFI rapport vanuit dat Van E. zijn echtgenote heeft verwurgd. Van E. heeft niet verteld hoe hij tot deze daad is gekomen. Hoewel dus de toedracht voor dit drama niet duidelijk is geworden, gaat de rechtbank er op grond van getuigenverklaringen en briefjes die in de kajuit van het zeiljacht zijn aangetroffen, vanuit dat relatieproblematiek en de kans op verlating door de echtgenote de aanleiding zijn geweest. De rechtbank spreekt de man vrij van moord, omdat het dossier geen aanwijzingen bevat dat de man met voorbedachte raad heeft gehandeld.

Geen opzet
De verdediging heeft bepleit dat Van E. geen opzet op het doden van zijn echtgenote heeft gehad en voor het overige ook niet toerekeningsvatbaar kan worden geacht. Van E. was immers, zo blijkt uit de rapportage van de deskundigen, floride psychotisch. Niet uitgesloten kan worden dat hij op dat moment niet in staat was zijn wil te bepalen.

De rechtbank verwerpt dit verweer. Al zou Van E. volledig ontoerekeningsvatbaar zijn, dan nog geldt dat er alleen onder zeer uitzonderlijk omstandigheden geen sprake is van opzet, namelijk wanneer bij een verdachte elk inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan ontbreekt. Die uitzonderingssituatie doet zich hier niet voor. Van E. heeft dus door het geweld dat hij op de hals van zijn echtgenote heeft uitgeoefend, opzet op haar dood gehad.

Onherstelbaar leed
Bij het opleggen van de straf heeft de rechtbank meegewogen dat Van E. door zijn misdrijf de nabestaanden onherstelbaar leed heeft aangedaan. Het verlies is vreselijk en onomkeerbaar. De moeder van het slachtoffer heeft dat ook verwoord in haar slachtofferverklaring die ter zitting is voorgelezen. Iemand van het leven beroven behoort tot één van de ernstigste misdrijven. Gezien de chronische psychose, passend bij paranoïde schizofrenie, waaraan Van E. lijdt, gaat de rechtbank ervan uit dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is geweest. Daarnaast is er sprake van middelen gebruik of zelfs verslavingsproblematiek. De deskundigen hebben de kans op herhaling niet goed in kunnen schatten, omdat er geen delictscenario vastgesteld kon worden. De deskundigen hebben evenmin een behandeladvies kunnen geven. Van E. is first offender. Dit alles maakt dat de rechtbank te weinig aanknopingspunten voor het opleggen van een tbs-maatregel ziet. Het OM had 10 jaar geëist.

Schadevergoeding
Van E. moet aan de moeder van het slachtoffer ruim 14.000 euro aan schadevergoeding betalen. De gevorderde affectieschade kan niet worden toegewezen, omdat dit volgens de huidige Nederlandse wetgeving nog niet mogelijk is.'



26 april 2017
Bosschenaar vrijgesproken van toebrengen zwaar lichamelijk letsel

'De rechtbank Oost-Brabant spreekt een 56-jarige man uit ’s-Hertogenbosch vrij van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.

De officier van justitie verdacht de man van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De man zou in augustus 2016 een andere man, nadat die uit het raam van een woning was gevallen, hebben geslagen met een kandelaar. Het slachtoffer liep een onderbeenbreuk, een linkerenkelbreuk, een bovenkaakbreuk en meerdere ribbreuken op.

Volgens de rechtbank is er voldoende bewijs dat de man het slachtoffer heeft geslagen en geschopt en hem heeft geslagen met een kandelaar. Ook gaat de rechtbank ervan uit dat het slachtoffer kort daarvoor uit het raam op de eerste verdieping is gevallen. Er is echter geen bewijs dat het letsel enkel en alleen het gevolg is van het slaan, schoppen of slaan met een kandelaar. Volgens de rechtbank is het heel goed mogelijk dat in elk geval een groot deel van het letsel veroorzaakt is door de val uit het raam kort daarvoor. De rechtbank oordeelt daarom dat het causaal verband ontbreekt tussen het letsel en het slaan, schoppen en slaan met een kandelaar en spreekt de verdachte vrij van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.'



26 april 2017
Pool krijgt 11 jaar cel voor doden huisgenoot

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 21-jarige man uit Polen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 jaar voor het doodsteken van zijn huisgenoot in Eindhoven.

De verdachte stak in februari 2016 het slachtoffer in diens hals met een mes en raakte daarbij de halsslagader. Het slachtoffer rende vervolgens bloedend de straat op. Hij overleed 4 dagen later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. De 21-jarige man kwam al snel in beeld als verdachte. Hij woonde op een kamer naast dat van het slachtoffer en was tijdens het incident als enige andere aanwezig in het pand. Hij ontkent echter steevast iets met het steekincident te maken te hebben. Hij stelt dat het slachtoffer ofwel zichzelf heeft neergestoken ofwel dat een onbekend gebleven persoon de woning is binnengekomen en het slachtoffer heeft neergestoken.

De rode draad in zijn verklaringen is dat hij rond het middaguur thuiskwam van zijn werk, dat hij daarna op verschillende momenten contact heeft gehad met het slachtoffer, dat hij vervolgens op zijn eigen kamer is gaan slapen en pas wakker werd toen het slachtoffer schreeuwde en om hulp riep. De bloedsporen die later op zijn kleding zijn aangetroffen zijn volgens de verdachte ontstaan doordat hij direct en zonder ergens in de woning te stoppen achter het slachtoffer aan de trap af en naar buiten rende.

De rechtbank gelooft de lezing van de verdachte echter niet. Zo is zijn verklaring over het hulpgeroep afwijkend van verklaringen van getuigen en is op grond van laptopgegevens en een getuigenverklaring vast te stellen dat de verdachte kort voor het steekincident in ieder geval niet in zijn bed heeft liggen slapen zoals hij zelf wel stelt. Ook past het feit dat verdund bloed van het slachtoffer in de keuken bij de wasbak is aangetroffen niet in de verklaring van de verdachte. Wel past dat bij het feit dat op de manchet van zijn trui ook verdund bloed van het slachtoffer is aangetroffen. Daar heeft de verdachte echter geen verklaring voor.

De rechtbank vindt het voldoende komen vast te staan dat de verdachte na het steekincident in de keuken zijn handen heeft gewassen, ondanks de ontkenning van de verdachte op dit punt. De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat het niet aannemelijk is geworden dat het slachtoffer zichzelf heeft verwond of dat een onbekend gebleven derde daarvoor verantwoordelijk is en dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is voor de conclusie dat de verdachte zijn huisgenoot op zijn kamer heeft neergestoken.

Geen tbs, zwaardere celstraf
De verdachte heeft een onomkeerbaar verlies veroorzaakt en een zeer groot leed toegebracht aan de nabestaanden van het slachtoffer. Dat de verdachte tot op heden heeft nagelaten om te vertellen wat er precies is gebeurd en waarom, maakt het verlies voor de nabestaanden nog tragischer. Bovendien heeft de verdachte zich berekenend opgesteld door te wijzen op alternatieve scenario’s, waarbij hij zelfs opperde dat het slachtoffer zelf zijn keel had doorgesneden.

De officier van justitie eiste een celstraf van 6 jaar en terbeschikkingstelling (tbs). De psycholoog en psychiater stellen echter dat op grond van hun onderzoek niet duidelijk is geworden of de verdachte tijdens het incident aan een psychotische stoornis leed. De rechtbank moet de verdachte daarom aanmerken als volledig toerekeningsvatbaar en kan geen tbs opleggen. De officier van justitie eiste subsidiair een celstraf van 10 jaar. Volgens de rechtbank brengt die straf de ernst van het delict onvoldoende tot uitdrukking, daarom legt zij een zwaardere straf op.'



26 april 2017
Veroordeling voor zware mishandeling van baby

'Een 28-jarige man uit Spijkenisse is veroordeeld voor zware mishandeling in 2010 van zijn enkele maanden oude baby. Dat heeft het gerechtshof Den Haag vandaag in hoger beroep beslist. De man heeft de baby krachtig geschud zonder zijn hoofdje te ondersteunen, als gevolg waarvan het kindje zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Het hof heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 197 dagen. Dit staat gelijk aan de tijd die hij in voorarrest heeft gezeten.

De rechtbank had de man veroordeeld voor poging tot doodslag.'



26 april 2017
Celstraf man uit Wijchen voor poging afpersing

'De rechtbank Gelderland veroordeelde een 50-jarige man uit Wijchen voor een poging tot afpersing. Hij kreeg 12 maanden celstraf, met aftrek van het voorarrest.

Op 7 januari belde de man aan bij het destijds 75-jarige slachtoffer. Toen zij de deur opende greep de man het slachtoffer onmiddellijk bij de keel. Ook sloeg de man het slachtoffer in het gezicht en schreeuwde om geld. Door kordaat optreden van het slachtoffer verliet de man –zonder buit - de woning.

Straf valt hoger uit
De opgelegde straf is hoger dan de eis van de officier van justitie. Volgens de rechtbank is een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van langere duur op zijn plaats. Daarbij houdt het rekening met feit dat de man geen hulpverlening wenst. Hierdoor is er een groot herhalingsgevaar. Verder heeft hij op zetting geen spijt betoond of openheid van zaken willen geven.'



26 april 2017
Winterswijker veroordeeld voor mishandeling echtgenote

'Een 48-jarige man uit Winterswijk maakte zich schuldig aan het mishandelen van zijn echtgenote. Daarnaast bedreigde hij zijn echtgenote en 3 dochters. De rechtbank legde hem een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden, met een proeftijd van 2 jaar, op.

Keel knijpen
De man heeft zijn vrouw mishandeld door hard haar keel dicht te knijpen. Daarnaast heeft hij bedreigingen geuit tegen 2 van zijn dochters, die ook voor zijn 3e dochter en zijn vrouw waren bedoeld.

Lagere straf dan eis officier
De officier van justitie eiste een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden, met een proeftijd van 2 jaar. Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank rekening met het feit dat de man eerder is veroordeeld voor huiselijk geweld. De rechtbank matigde de eis van de officier, omdat de man al een aantal maanden een enkelband heeft gehad.

Bijzondere voorwaarden
Er zijn bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke gevangenisstraf gekoppeld. Dit zijn een meldplicht bij de reclassering, een contactverbod met zijn echtgenote en een locatieverbod voor de wijk waarin zijn echtgenote woont. Daarnaast moet de Winterswijker een eerder voorwaardelijk opgelegde werkstraf van 15 uur uitvoeren.'



26 april 2017
Boer krijgt werkstraf voor verwaarlozen runderen

'De rechtbank Gelderland veroordeelde een 52-jarige boer uit de gemeente Maasdriel voor het verwaarlozen van een aantal runderen. Hij kreeg een werkstraf van 180 uur, waarvan 100 uur voorwaardelijk.

De boer onthield zijn dieren tussen december 2015 en april 2016 van de nodige zorg. Zo konden zij niet beschikken over een droge- en schone ligplaats. Daarnaast was het voer vervuild en door bederf niet meer geschikt om aan de runderen te geven. Ook de drinkwaterbakken waren vervuild. Deze situatie heeft gedurende een langere tijd bestaan, waardoor sprake is van het structureel onthouden van zorg. Volgens de rechtbank was hier geen sprake van overmacht, zoals door de man op zitting naar voren was gebracht.

Ontslagen van rechtsvervolging
Voor een andere dagvaarding werd de man ontslagen van alle rechtsvervolging. Volgens de rechtbank had de boer niet gezorgd voor huisvesting van een aantal runderen onder voldoende hygiënische omstandigheden. Daarnaast konden deze dieren niet beschikken over gezond en geschikt voer. Maar de rechtbank kon deze bewezenverklaring echter niet brengen onder de strafbepaling uit de Wet Dieren die door de officier van justitie was bedoeld. De man pleegde het feit in de uitoefening van zijn bedrijf, terwijl het handelen van de man dat hem werd verweten volgens de Wet Dieren alleen strafbaar was als hij het anders dan in de uitoefening van zijn bedrijf pleegde. Nu de officier van justitie het feit niet als een economisch delict heeft ten laste gelegd, moet de man worden ontslagen van rechtsvervolging.

Geen voorwaardelijke celstraf
De rechtbank kiest ervoor om de man geen voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. In het geval hij de voorwaarden zou overtreden zou hij het risico lopen de opgelegde celstraf te moeten ondergaan. Dat zou consequenties hebben voor zijn bedrijf, waardoor het welzijn van de dieren nog meer wordt aangetast. De rechtbank wilde dit voorkomen.'



26 april 2017
Apeldoorner veroordeeld voor brandstichting in zijn woonplaats

'De rechtbank Gelderland veroordeelde een 38-jarige man uit Apeldoorn voor brandstichting in een woning in Apeldoorn. De man kreeg een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, opgelegd. Daarnaast kreeg hij een werkstraf van 240 uur.

De woning die de Apeldoorner in november 2015 brand stak was tegen een andere woning aangebouwd. Door de brand is er flinke schade in de woning. De man heeft de brand gesticht op verzoek van 1 van de bewoners van de woning. Daar heeft hij geld voor ontvangen.

Persoonlijke omstandigheden
Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met onder andere het feit dat de man al meerdere keren met politie en justitie in aanraking is gekomen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De persoonlijke omstandigheden van de man zijn voor de rechtbank aanleiding om af te wijken van de eis van de officier. Bovendien ziet de man zelf in dat hij hulp nodig heeft en wil hij hier ook aan meewerken. Het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou kunnen betekenen dat de man zijn woning kwijt raakt. Ook kan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van invloed zijn bij het verkrijgen van de voogdij over zijn kinderen.

Bijzondere voorwaarden
Er zijn bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke gevangenisstraf gekoppeld, namelijk een meldplicht en een ambulante behandelverplichting. De vordering van de benadeelde partij is door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard. '



26 april 2017
Werkstraf voor ontucht Ermelo

'De rechtbank Gelderland veroordeelde een 30-jarige man uit Rockanje voor ontucht. Hij kreeg hiervoor een werkstraf van 80 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden.

De man pleegde in de zomer van 2016 in Ermelo in een korte periode driemaal ontuchtige handelingen met een 11-jarige jongen.

Bijzondere voorwaarden
De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden aan de straf gekoppeld. Zo moet de man onder reclasseringstoezicht worden gesteld. Verder geldt een contactverbod met het slachtoffer en zijn familie. Ook moet hij een ambulante behandeling bij De Waag volgen. De opgelegde straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie.

Tot slot moet de man een schadevergoeding aan het slachtoffer betalen van ruim 1.500 euro.'



26 april 2017
4 jaar gevangenisstraf voor ronselen voor IS en deelname aan criminele terroristische organisatie

'De rechtbank Limburg heeft een 28-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan het werven (ronselen) van 2 asielzoekers voor de gewapende strijd van IS. Daarnaast is bewezen dat de man opruiende video’s en foto’s op zijn telefoon had staan en dat hij deelnam aan een criminele organisatie met een terroristisch oogmerk (IS). De duur van de gevangenisstraf is gelijk aan de eis van de officier van justitie.

Ronselen
De politie hield de verdachte in april 2016 aan na een melding van het asielzoekerscentrum (AZC) in Echt. Twee in dat AZC verblijvende mannen zouden door verdachte zijn benaderd om deel te nemen aan IS. Hun verklaringen in combinatie met de bestanden op de telefoon van de verdachte, brengen de rechtbank tot het oordeel dat de verdachte de twee heeft willen ronselen voor IS.

Ernst van de feiten
Met de straf onderstreept de rechtbank de ernst van de strafbare feiten. Het gaat om misdrijven tegen de nationale veiligheid die burgers grote vrees aanjagen. De verdachte heeft bovendien aangegeven nog steeds zeer overtuigd te zijn van het gelijk van IS en de noodzaak van hun gewapende strijd. Vanwege deze omstandigheden en omdat de man als volledig toerekeningsvatbaar wordt beschouwd, is een gevangenisstraf van 4 jaar op zijn plaats.'



26 april 2017
Duo zeven jaar cel in voor voorbereiden liquidatie

'Twee mannen van 21 en 27 jaar uit Amsterdam en IJmuiden zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaar voor het voorbereiden van een liquidatie in Heemskerk.

Observatie
Het tweetal wordt in september en oktober 2016 door de politie gevolgd en afgeluisterd. In die periode begeven de mannen zich meerdere malen langdurig op en rond het parkeerterrein van de Heemskerkse voetbalclub Odin ’59. Vanuit een auto en vanuit de bosjes rond het parkeerterrein speuren ze naar een specifiek persoon.

Op 6 oktober wordt één van de verdachten geobserveerd naar aanleiding van informatie van het Team Criminele Inlichtingen van de politie. Hij rijdt samen met de andere verdachte opnieuw naar het terrein van de voetbalclub. Daar worden zij uiteindelijk aangehouden. Een van de mannen draagt op dat moment meerdere lagen donkere kleding over elkaar. In hun auto vindt de politie een vuurwapen met daarin 14 ‘hollow point’-patronen, bedoeld om grote schade aan te richten.

Gestolen BMW
Tijdens het onderzoek treft de politie in de omgeving van de voetbalclub een gestolen BMW aan, voorzien van een valse kentekenplaat. In de achterbak liggen drie colaflessen gevuld met benzine. De politie vermoedt dan dat de BMW had moeten dienen als vluchtauto, en dat deze na afloop in brand gestoken had moeten worden.

Liquidatie voorkomen
Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis van het onderzoeksdossier niet anders worden geconcludeerd dan dat de mannen de bedoeling hadden iemand om het leven te brengen. Door het ingrijpen van de politie is dan ook een liquidatie voorkomen. Bij zo’n liquidatie hadden niet alleen het beoogde slachtoffer, maar ook eventuele omstanders een groot risico gelopen. De avonden dat de twee mannen het beoogde slachtoffer opwachtten, waren er telkens meerdere voetbalteams, waaronder jeugdteams, aan het trainen.

Naast het voorbereiden van de liquidatie zijn de mannen ook schuldig aan verboden wapenbezit en opzetheling van de gestolen BMW. De rechtbank veroordeelt beide mannen tot een gevangenisstraf van 7 jaar. Deze straf is gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie. '



26 april 2017
Subsidieverlening NIPT hoeft niet te worden gestaakt

'Met ingang 1 april 2017 is een subsidieregeling in werking getreden, op grond waarvan de Nederlandse academische ziekenhuizen die NIPT’s afnemen aanspraak kunnen maken op subsidie van de Staat. Door deze subsidieregeling kunnen zwangere vrouwen de NIPT voor € 175,= laten afnemen.

NIP test
De NIPT (Niet Invasieve Prenatale Test) is een test waarbij het bloed van de moeder wordt gebruikt om in het laboratorium te testen of het ongeboren kind een ernstige aandoening heeft. Gendia, een Belgisch bedrijf dat deze test ook aanbiedt aan Nederlandse zwangere vrouwen (voor een marktprijs van € 590,=-), komt niet in aanmerking voor deze subsidie en heeft in kort geding gevorderd dat de subsidieverlening wordt gestaakt. De Haagse voorzieningenrechter wijst deze vordering af.

Waarom een kort geding over de subsidieregeling
Gendia heeft het kort geding aangespannen omdat zij nadeel ondervindt door de subsidieregeling. Nederlandse vrouwen kunnen nu in Nederland een goedkopere test laten afnemen dan de test van Gendia. De subsidieregeling is volgens Gendia in strijd met Europese regelgeving over staatssteun. De subsidie is inderdaad staatssteun en deze is op grond van Europese regelgeving niet altijd toegestaan. Op grond van diezelfde regelgeving kan staatssteun in bepaalde situaties wel toelaatbaar zijn. Dat is hier volgens de voorzieningenrechter het geval.

Waarom is staatssteun hier wel toelaatbaar
Op grond van een besluit van de Europese Commissie valt staatssteun buiten het staatssteunverbod, als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, mits de staatssteun wordt verleend voor een zogenaamde dienst van algemeen economisch belang. De Staat heeft de NIPT aangewezen als zo’n dienst van algemeen economisch belang, terwijl aan de voorwaarden van het toepasselijke besluit van de Europese Commissie is voldaan. Het algemeen belang van de NIPT is volgens de Staat dat voor zwangere vrouwen gelijke toegang moet zijn tot prenatale screening en dat er gelijke keuzevrijheid moet zijn tussen de twee beschikbare prenatale tests (de combinatietest (die € 168,= kost) en de NIPT). Dit standpunt van de Staat wordt ook ondersteund door een advies van de Gezondheidsraad. De voorzieningenrechter volgt het standpunt van de Staat. De Staat heeft een ruime beoordelingsvrijheid om te bepalen of een bepaalde dienst een dienst van algemeen economisch belang is. De voorzieningenrechter dient de aanwijzing van de NIPT als dienst van algemeen economisch belang daarom terughoudend te toetsen.'



26 april 2017
Compensatie voor AOW-gat van burgerambtenaren Defensie is toereikend

'De Centrale Raad van Beroep heeft op 26 april 2017 een uitspraak gedaan in zaken van voormalige burgerambtenaren van het ministerie van Defensie die een inkomensverlies lijden vanwege de verhoging van de AOW-leeftijd (AOW-gat). Geoordeeld is dat met de financiële voorzieningen die de minister van Defensie nu heeft getroffen, geen sprake is van verboden onderscheid naar leeftijd.

De betrokkenen in deze zaken zijn werkzaam geweest als burgerambtenaar bij het ministerie van Defensie. Zij ontvangen een wachtgelduitkering op grond van het Wachtgeldbesluit burgerlijke ambtenaren defensie tot aan het bereiken van de 65-jarige leeftijd. In 2013 is een stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd ingevoerd. Daardoor hebben betrokkenen niet langer recht op een AOW-uitkering vanaf 65 jaar, maar vanaf een later moment. Zij worden hierdoor geconfronteerd met een AOW-gat.

De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is een vervolg op de uitspraken van 18 juli 2016. In die uitspraken was geoordeeld dat er een verboden onderscheid naar leeftijd was, omdat, ook met de financiële voorziening die de minister van Defensie toen had getroffen, een te groot inkomensverlies voor betrokkenen bleef bestaan. De minister is toen opgedragen nieuwe beslissingen te nemen. Bij de nieuwe beslissingen heeft de minister voor betrokkenen verdergaande financiële voorzieningen getroffen. Deze voorzieningen resulteren voor de periode vanaf 65 jaar tot aan de AOW-leeftijd in gegarandeerd 90% van het bedrag dat betrokkenen zouden hebben ontvangen indien de AOW-leeftijd niet zou zijn verhoogd en voor de periode erna in een verlies van een tot enkele procenten.

De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat met de financiële voorzieningen die de minister van Defensie nu heeft getroffen, niet langer sprake is van een verboden onderscheid naar leeftijd. Met de nieuwe financiële voorzieningen is het inkomensverlies vanaf 65 jaar niet zodanig dat een ontoelaatbare (excessieve) inbreuk wordt gemaakt op de aanspraken die betrokkenen zouden hebben gehad indien de AOW-leeftijd niet zou zijn verhoogd. Evenmin is sprake van een ongeoorloofd onderscheid naar burgerlijke staat of een ontoelaatbare inbreuk op het eigendomsrecht van betrokkenen.

De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.'



25 april 2017
Celstraf voor gewapende overvallen in Eindhoven

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 24-jarige man uit Eindhoven veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar, waarvan 2 jaar voorwaardelijk voor 2 gewapende overvallen in Eindhoven.

De man bedreigde op 20 december 2016 een medewerker van een kledingwinkel in Eindhoven met een stanleymes en eiste geld. Op 30 december deed de man hetzelfde bij een andere kledingwinkel in Eindhoven. Nu bedreigde hij de medewerker met een schroevendraaier.

Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de man zich schuldig maakte aan 2 winkelovervallen waarbij hij de medewerkers met scherpe voorwerpen heeft bedreigd. Dat de overvallen traumatisch zijn, blijkt wel uit de slachtofferverklaring van een van de slachtoffers. Hierbij heeft de verdachte kennelijk helemaal niet stilgestaan. Het heeft hem er in ieder geval niet van weerhouden om, ten koste van een ander, snel aan geld te komen. De rechtbank rekent dit de man zwaar aan. Anderzijds weegt mee dat volgens deskundigen bij de man sprake is van een psychische ziekte en een drugsverslaving waardoor hij verminderd toerekeningsvatbaar is.

De rechtbank koppelt een aantal bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke celstraf. Zo moet hij zich melden bij Novadic en zich laten opnemen in een GGZ-instelling. Daarnaast moet de man de slachtoffers een schadevergoeding betalen van in totaal 989,16 euro.'



21 april 2017
19 jaar cel voor illegale wapenhandel en medeplichtigheid aan oorlogsmisdrijven in Liberia en Guinee

'Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch veroordeelt de 74-jarige Guus K. tot 19 jaar gevangenisstraf. Volgens het hof is bewezen dat hij medeplichtig is aan oorlogsmisdrijven, gepleegd door strijdkrachten van Charles Taylor in Liberia en de republiek Guinee tussen 2000 en 2003. Ook heeft K. wapens geleverd aan dit regime. Daarmee heeft hij het wapenembargo geschonden dat was ingesteld door de Verenigde Naties.

Zakelijke belangen
Guus K. was van 1999 tot 2003 een internationale zakenman met grote belangen in houtkapbedrijven in Liberia. Zijn zakelijke belangen waren verstrengeld met de politieke, financiële en privébelangen van (het regime van) Charles Taylor, de toenmalige president van Liberia. K. gebruikte de houtkapbedrijven om partijen wapens te importeren, op te slaan en te distribueren in Liberia. Deze wapens werden door Taylor gebruikt in een gewapend conflict met rebellen, waarbij gedurende meerdere jaren weerloze burgers het slachtoffer werden.

K. heeft tot op de dag van vandaag de feiten ontkend en over zijn motieven geen helderheid verschaft. Hij lijkt niet zozeer uit politiek of ideologisch motief te hebben gehandeld maar uit winstbejag. Hij wilde zijn inkomsten uit de houtkapbedrijven en zijn investeringen in Liberia niet verliezen.

Ernstige oorlogsmisdrijven
Het hof vindt het van groot belang om aan de slachtoffers en nabestaanden, als ook aan de internationale rechtsgemeenschap duidelijk te maken hoe ernstig het handelen van K. wordt beoordeeld. Zakenmensen zoals K, die handelen met regimes als die van Charles Taylor moeten ervan doordrongen worden dat zij daardoor bij ernstige oorlogsmisdrijven betrokken kunnen raken.

Ander oordeel
Het hof in ’s-Hertogenbosch komt tot een ander oordeel dan de rechtbank (2006) en het hof (2008) in Den Haag. Het hof in Den Haag sprak K. vrij wegens gebrek aan betrouwbaar onderzoek en bewijs. Sinds de Hoge Raad (2010) de zaak naar dit hof verwees, heeft er echter veel nieuw onderzoek plaatsgevonden. Er zijn tientallen getuigen gehoord, zowel in Nederland als in het buitenland (o.a. in Liberia, de Verenigde Staten en Hong Kong). Verder hebben er schouwen plaatsgevonden in Liberia en zijn er anonieme getuigen gehoord door een raadsheer-commissaris. Hieruit komt, anders dan destijds bij het hof in Den Haag, een consistent en betrouwbaar beeld naar voren, op basis waarvan het hof de feiten bewezen acht.

Gevangenneming
K. is inmiddels een man van gevorderde leeftijd, met een broze gezondheid. Desalniettemin vindt het hof, op basis van het advies van een arts, dat hij in staat is om detentie te ondergaan. Het gaat hier om ernstige oorlogsmisdrijven, die de rechtsorde sterk hebben geschokt. Het hof beveelt dan ook - overeenkomstig de vordering van de Advocaten-Generaal - de gevangenneming van K.'



21 april 2017
Gevangenisstraffen voor mensensmokkel en hennepteelt en één verdachte vrijgesproken

'De rechtbank heeft in het onderzoek Kulja zes verdachten veroordeeld tot 3 tot 4,5 jaar gevangenisstraf en één verdachte vrijgesproken. Het ging bij vier verdachten om mensensmokkel, hennepteelt en deelname aan een criminele organisatie; bij twee verdachten, Van B. en P., ging het alleen om mensensmokkel. De 32-jarige B. werd vrijgesproken, omdat zijn betrokkenheid bij de mensensmokkel niet bewezen kon worden, hoewel er op basis van het onderzoek wel verdenkingen jegens hem waren.

Op grond van de diverse verklaringen, onderzoek aan inbeslaggenomen telefoons en laptop, camerabeelden van de Marina Seaport te IJmuiden, gegevens uit doorzoekingen op diverse plaatsen, waaronder de boot Moses Agga, komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het medeplegen van mensensmokkel van in totaal 24 vreemdelingen op 15 augustus 2015.

Scenario
De rechtbank gaat daarbij uit van het volgende scenario. In juli 2015 is in Huizen de boot, de Moses Agga, aangekocht. Na het verrichten van enige onderhouds- en reparatiewerkzaamheden is hij door verdachte W. en Van E. van Huizen naar de jachthaven (Marina Seaport) in IJmuiden gevaren. Rond 10 augustus 2015 heeft Van E. de sleutels van de boot aan P. en Van B. overhandigd. Zij zouden de boot met de vreemdelingen naar Engeland over varen. Op 15 augustus 2015 hebben Van E., W., De P. en H. in totaal 13 Vietnamezen en 11 Albanezen, van een woning in Huizen naar de Moses Agga in IJmuiden gebracht. De Vietnamezen waren tevoren per trein van Parijs naar Amsterdam gereisd, met een taxi naar een locatie in Huizen, daar afgehaald door W. en Van E., en naar de woning in Huizen gebracht. Verdachten zouden per vreemdeling een bedrag ontvangen. Op de boot waren 33 zwemvesten, daarvan zaten er 19 nog in plastic. Aan boord is op een zwemvest een vingerafdruk van W. en op één van de flessen handzeep een vingerafdruk van Van B. aangetroffen.

De zaak kwam aan het rollen door een melding bij de Marechaussee (via oplettende getuigen in de haven) dat er vermoedelijk 20 illegalen aan boord van de Moses Agga waren die wilden uitvaren naar Groot-Brittannië.

Levensgevaar
Bovendien stelt de rechtbank mede aan de hand van een tweetal deskundigenverklaringen vast dat bij het behulpzaam zijn bij de wederrechtelijke doorreis van de 24 vreemdelingen sprake is geweest van het duchten van levensgevaar, een strafverzwarende omstandigheid. Wanneer er daadwerkelijk uitgevaren zou zijn, was dit volstrekt onverantwoord vanwege de uitrusting van het zeiljacht, waaronder zwemvesten die niet geschikt waren voor gebruik op open zee, het ontbreken van de mogelijkheid noodsignalen af te geven, de technische staat van het jacht, de overbelading, het gebrek aan vaarkennis bij de bemanning, het vaargebied met sterke stromingen en drukke scheepvaart. Dit moet voor alle verdachten op enig moment voorzienbaar zijn geweest.

Mensensmokkel
De rechtbank acht het een voltooide mensensmokkel. De behulpzaamheid bij de wederrechtelijke doorreis begon bij de aankoop van de Moses Agga op 21 juli 2015 en eindigde toen de 24 vreemdelingen op 15 augustus 2015 in de boot in IJmuiden werden aangetroffen.

Ondanks dat 9 van de 11 Albanezen rechtmatig in Nederland verbleven, oordeelt de rechtbank de doorreis door Nederland wederrechtelijk. Gezien de situatie aan boord van de Moses Agga met 24 vreemdelingen, deels zonder documenten, en 2 (onervaren) bemanningsleden, en zonder geldig visum voor Engeland, kan het doel alleen mensensmokkel vanuit Nederland naar Groot-Brittannië zijn geweest. Men onttrok zich ook aan controle door de Nederlandse autoriteiten. Rechtmatig verblijf in Nederland sluit een wederrechtelijke doorreis niet uit. Nu er niet daadwerkelijk uitgevaren is, kan niet bewezen worden dat verdachten behulpzaam zijn geweest bij het verschaffen van toegang tot Engeland. Van dat onderdeel worden de verdachten dan ook vrijgesproken.

De rechtbank vindt dat alleen een aanzienlijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is, mede als afschrikwekkende reactie op een dergelijke wijze van mensensmokkel, waartoe verdachten blijkbaar bereid waren. De rechtbank heeft de 27-jarige Van B. en de 26-jarige P. conform de eis van de officier van justitie ieder tot 4 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Zij waren de onervaren bemanning van de Moses Agga die nog moesten leren zeilen en de boot naar Engeland zouden varen.

Hennepteelt
De rechtbank komt bij de andere verdachten ook tot een bewezenverklaring van de hennepteelt. Er werden in december 2015 geteelde hennepplanten aangetroffen op locaties in Huizen en Bussum. De locatie in Huizen werd gehuurd door W., in Bussum door Van E. Er werd gewerkt met werktelefoons, waarin een paar contacten stonden en die elke maand weer weggedaan werden. Via de werktelefoon wisten mensen zoals De P. wanneer ze moesten knippen. Ook deelname aan een criminele organisatie acht de rechtbank bewezen. Er was een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband tussen in ieder geval W., Van E., De P., en H. Het oogmerk was mensensmokkel en hennepteelt. Ieder had in de organisatie een eigen rol.

Overige Gevangenisstraffen
Verdachte W.: De 29-jarige W. wordt tot 4,5 jaar gevangenisstraf(eis 5 jaar) veroordeeld. Hij had een grote rol in de mensensmokkel. Met Van E. heeft hij de hennepdrogerij in Bussum ingericht en organiseerde hij de knippers, de hennep en het afval. Hij huurde ook de loods in Huizen.

Verdachte Van E.: De 47-jarige Van E. wordt tot een gevangenisstraf van 3 jaar veroordeeld (eis 54 maanden). Hij was de regelaar/coördinator, met een uitvoerende en coördinerende rol in de mensensmokkelzaak. De rechtbank heeft overigens sterk rekening gehouden met zijn gezondheidstoestand, zijn open en meewerkende opstelling in het onderzoek en zijn beperkte justitiële documentatie.

Verdachte De P.: De rechtbank veroordeelt de 37-jarige De P. tot een gevangenisstraf van 3 jaar conform de eis. Haar rol was uitvoerend en niet coördinerend.

Verdachte H.: De 24-jarige H. wordt conform de eis tot 42 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Hij heeft in de mensensmokkelzaak actieve bemoeienis met de boot gehad en heeft op 15 augustus 2015 een groep mensen vervoerd van Huizen naar de jachthaven in IJmuiden.'



21 april 2017
Jeugddetentie voor medeplichtigheid aan poging tot afpersing

'De Rechtbank Gelderland veroordeelde een 20-jarige vrouw uit Doesburg voor medeplichtigheid aan een poging tot afpersing bij een Primerafiliaal in Arnhem. De vrouw kreeg een jeugddetentie van 90 dagen, waarvan 75 dagen voorwaardelijk, opgelegd.

Behulpzame rol
Op 26 april 2016 is een mannelijke overvaller gewapend met een mes de winkel binnen gelopen en heeft hiermee de winkelmedewerker bedreigd. Uiteindelijk heeft hij de winkel zonder buit verlaten. De veroordeelde vrouw heeft hierbij een behulpzame rol vervuld. Zo heeft zij de dader (gezicht bedekkende) kleding gegeven die hij tijdens de overval droeg en heeft zij hem uitgelegd hoe hij naar de Primera moest lopen. Daarnaast stond zij op het moment van de overval op de uitkijk bij de Primera en hield zij haar toenmalige vriend - die een groot aandeel had in de geplande overval - telefonisch op de hoogte van de stand van zaken.

Bijzondere voorwaarden
Uit rapporten die over de vrouw zijn opgemaakt blijkt dat zij een beneden gemiddeld IQ heeft en dat er sprake is van persoonlijkheidsproblematiek. De deskundigen adviseerden daarom het jeugdstrafrecht toe te passen. De rechtbank heeft dit advies overgenomen en legde aan de vrouw een jeugddetentie op. Ook moet zij zich melden bij de reclassering en zich laten behandelen. Het naleven van deze voorwaarden zal voor de vrouw al een grote straf zijn en veel impact hebben op haar dagelijks leven. De rechtbank zag daarom geen meerwaarde in het opleggen van een werkstraf zoals door de officier van justitie was geëist.'



21 april 2017
Doden in beslag genomen pitbulls uit Amersfoort niet verboden

'Het gevorderde verbod aan De Staat om euthanasie te laten plegen op 16 van de 26 pitbulls die op 5 oktober 2016 in beslag zijn genomen bij een huisinval in Amersfoort wordt afgewezen, zo oordeelt de Haagse voorzieningenrechter in een kort geding aangespannen door de toenmalige eigenaren van de honden. Deze eigenaren zijn tijdens de inval aangehouden op verdenking van het organiseren van en/of deelnemen aan een hondengevecht.

In welke staat zijn de pitbulls aangetroffen?
In het proces-verbaal van bevindingen is per in beslag genomen hond een verklaring van een dierenarts opgenomen. Over de in beslag genomen pups verklaart de dierenarts dat de hondjes te mager waren en dat ze niet goed verzorgd werden. Over de volwassen honden verklaart de dierenarts dat deze ook niet goed verzorgd werden, dat een aantal van de honden te mager en/of agressief is, oude of verse wonden of kale plekken en littekens passend bij (oude) bijtwonden heeft. Verder heeft de dierenarts geconstateerd dat de voorpoot van een van de honden verkeerd is gespalkt en dat bij een andere hond wonden gehecht zijn met nietjes.

Wat was beoordeling van het gedrag van de pitbulls?
De officier van justitie heeft opdracht gegeven om de in beslag genomen honden te onderwerpen aan een uitgebreide gedragstest. Deze is uitgevoerd door het Assessmentteam van de Rijksuniversiteit Utrecht en geeft een analyse van de risico’s op gevaarlijk gedrag van de honden. Bij in totaal 16 van de in beslag genomen honden luidt het advies ‘euthanasie’. Het Assessmentteam komt tot dit advies op basis van het agressieve gedrag dat de honden naar mensen en/of andere honden vertonen, met name bestaande uit bijten. Ook zijn de honden moeilijk onder controle te houden.

Wat gaat er nu met de pitbulls gebeuren?
De officier van justitie heeft op 4 april 2017 de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op basis van de wet een machtiging verleend om het advies van het Assessmentteam te volgen en een deel van de honden te herplaatsen en een deel van de honden in te laten slapen. Om het in laten slapen te verbieden was dit kort geding aangespannen. Met deze uitspraak kan dat alsnog plaatsvinden.'



21 april 2017
Knopen doorgehakt over btw-heffing privégebruik auto

'De Hoge Raad heeft vandaag vier uitspraken gedaan over btw die moet worden betaald over het privégebruik van auto’s van de zaak. In deze uitspraken oordeelt de Hoge Raad over problemen die samenhangen met de (ingrijpende) wijziging van de heffing van btw over het privégebruik van een auto van de zaak per 1 juli 2011. Vanaf die datum is de ondernemer – indien voor het gebruik van de auto geen vergoeding wordt ontvangen – btw verschuldigd over de kosten van het privégebruik.

Omdat deze kosten niet altijd makkelijk zijn vast te stellen, heeft de staatssecretaris van Financiën besloten dat ondernemers ervoor mogen kiezen voor het privégebruik 2,7% van de catalogusprijs van de auto aan btw te betalen (forfaitaire regeling). Als de gebruiker voor het privégebruik van de auto aan de ondernemer een vergoeding moet betalen, geldt sinds 1 juli 2011 dat als deze vergoeding lager is dan in de markt gebruikelijk, btw verschuldigd is over deze hogere marktwaarde (‘normale waarde’).

De Hoge Raad oordeelt dat als het gebruik van de forfaitaire regeling ertoe heeft geleid dat de ondernemer meer btw heeft betaald dan over de aan het privégebruik toe te rekenen (werkelijke) uitgaven, de ondernemer in zoverre recht heeft op een teruggave van btw. De ondernemer moet dan gegevens verstrekken over de omvang van het privégebruik. Daarbij kan worden gedacht aan de aard van de onderneming, de zakelijke doeleinden waarvoor de auto bruikbaar is, de werkzaamheden binnen de onderneming van degene die de auto gebruikt of statistische gegevens. De kilometeradministratie is niet het enige bewijs dat hiervoor wordt toegelaten.

In twee van de vier zaken was aangevoerd dat leaseauto’s voor de btw anders worden behandeld dan auto’s die de ondernemer in eigendom heeft, onder meer omdat voor leaseauto’s die zonder vergoeding voor privédoeleinden worden gebruikt, geen heffing van btw verschuldigd zou zijn. De Hoge Raad oordeelt hierover dat van een ongerechtvaardigd verschil in behandeling tussen leaseauto’s en auto’s die de ondernemer in eigendom heeft geen sprake is omdat zowel over het privégebruik van leaseauto’s als van auto’s die de ondernemer in eigendom heeft btw is verschuldigd.

De wetswijziging waarbij een lage vergoeding voor privégebruik wordt ‘opgetrokken’ naar de marktwaarde heeft plaatsgevonden per 1 januari 2012. De regeling geldt echter al vanaf 1 juli 2011. In zoverre heeft de regeling daarom terugwerkende kracht. Naar het oordeel van de Hoge Raad is deze terugwerkende kracht gerechtvaardigd, onder meer omdat de wetswijziging al in juni 2011 is aangekondigd door middel van een persbericht.

Ook onder de vóór 1 juli 2011 geldende regelgeving mochten ondernemers een forfaitaire regeling gebruiken voor het privégebruik van de auto van de zaak. Die regeling was (ook) in een beleidsbesluit van de staatssecretaris van Financiën neergelegd. In dat besluit stond dat de ondernemer de over het privégebruik verschuldigde btw aan het eind van het jaar moest betalen. Omdat dit beleidsbesluit met ingang van 1 juli 2011 was ingetrokken, werd aangevoerd dat er geen grondslag meer was voor deze ‘einde-jaarsheffing’. De Hoge Raad oordeelt anders en heeft beslist dat de verplichting is blijven bestaan om aan het einde van het jaar 2011 over het privégebruik van de auto van de zaak in het eerste halfjaar van 2011 btw te betalen.

In twee van de vier zaken verwijst de Hoge Raad de zaak naar het hof ’s-Hertogenbosch. Dat hof zal moeten onderzoeken wat de omvang van het privégebruik van de auto’s in de desbetreffende zaken is. In de andere twee zaken zijn alle klachtendoor de Hoge Raad ongegrond verklaard.De hiervoor omschreven wijzigingen in de regelgeving hebben geleid tot een groot aantal (rond de twee miljoen) bezwaarschriften. De staatssecretaris van Financiën heeft deze bezwaarschriften aangewezen als massaal bezwaar. Aan de hand van deze vier uitspraken van de Hoge Raad zal de Belastingdienst op deze bezwaarschriften beslissen.'



21 april 2017
Tax planning structuur met winstvennootschappen mag niet

'Het belastingvoordeel dat een bankconcern wilde creëren door middel van een tax planning structuur met zogenoemde winstvennootschappen kan niet door de beugel. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. Het bankconcern kocht de aandelen in vennootschappen die kort daarvoor hun onderneming hadden verkocht en daardoor grote boekwinsten hadden behaald. Vervolgens namen deze vennootschappen binnen het bankconcern grote leningen op. Door de aftrekbare rentelast die daardoor ontstond zou de heffing van vennootschapsbelasting over de ‘gekochte’ boekwinsten worden tenietgedaan. Het belastingvoordeel werd tussen het bankconcern en de verkopers van de aandelen in de winstvennootschappen verdeeld door verrekening in de koopprijs van de aandelen.

Deze vorm van belastingverijdeling kan niet worden aanvaard, aldus de Hoge Raad Tot het bedrag van de ‘gekochte’ boekwinsten wordt daarom de rente op de interne leningen bij de winstvennootschappen niet in aftrek toegelaten. Daardoor blijft de belastingheffing over hun boekwinsten gehandhaafd. Het restant van de rente is wel aftrekbaar, maar alleen van ‘eigen’ winsten van het concern.

In een van de zaken heeft de Hoge Raad zich nader uitgelaten over het opleggen van een bestuursrechtelijke boete in het geval zou blijken dat een belastingplichtige een onjuiste aangifte heeft gedaan. Een boete moet achterwege blijven als de belastingplichtige niettemin kon en mocht menen een juiste aangifte te hebben gedaan, ook al wordt die aangifte later door de rechter onjuist gevonden. De argumenten voor het standpunt dat is ingenomen bij het doen van de aangifte moeten objectief worden beoordeeld. Wat de belastingplichtige daarbij zelf voor ogen stond is niet van belang. Voor strafvervolging voor het doen van een onjuiste aangifte geldt een vergelijkbare maatstaf. Een aangifte is niet opzettelijk onjuist gedaan als, al dan niet achteraf bezien, de betrokkene daarin een pleitbaar standpunt innam.

Voor de zaken waar het hier om gaat betekent dit dat de door de inspecteur aan de vennootschappen opgelegde boeten moesten vervallen.

Ten slotte is nog een oordeel gegeven over een belangrijke renteaftrekbepaling in de vennootschapsbelasting. De Hoge Raad heeft beslist dat rente op een interne concernlening die is aangegaan om kapitaalstortingen te verrichten in dochtervennootschappen of deze te verwerven, steeds aftrekbaar is als het concern ook extern een lening is aangegaan die ‘parallel’ loopt met de interne lening.'



20 april 2017
Verdachte agenten strafzaak Mitch Henriquez blijven anoniem

'De twee agenten die vervolgd worden door het Openbaar Ministerie (OM) vanwege hun betrokkenheid in 2015 bij de aanhouding van Mitch Henriquez, die hierna overleed, blijven gedurende de strafzaak anoniem. Dat heeft de rechtbank Den Haag vandaag opnieuw besloten naar aanleiding van een herhaald verzoek van de nabestaanden tijdens de regiezitting op 6 april 2017. De rechtbank geeft hun namen niet vrij omdat de namen niet voorkomen in de processtukken.

Waarom komen de namen niet voor in de processtukken?
Om hun identiteit en daarmee hun veiligheid te beschermen, komen de namen van de agenten niet voor in de processtukken.

Hoe weet de rechtbank wie de agenten zijn?
De rechtbank moet in een strafzaak de identiteit van een verdachte kunnen vaststellen. De officier van justitie heeft hiervoor aan de voorzitter een exemplaar van de dagvaardingen gegeven, waarop de namen van verdachten wel staan vermeld.

Dit exemplaar van de dagvaarding is geen onderdeel van het dossier. Het zijn interne stukken, uitsluitend bedoeld om de rechtbank in staat te stellen de verdachten te identificeren, hetgeen ook, voorafgaand aan de eerste zitting, is gebeurd. De geanonimiseerde dagvaardingen zijn wel processtukken en deze zijn dan ook aan de raadslieden afgegeven.'



10 april 2017
Bijna 12 jaar cel voor het doden en in stukken zagen van echtgenote

'Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag 11 jaar en 10 maanden gevangenisstraf opgelegd aan een 49- jarige man. Het hof acht bewezen dat hij in mei 2013 in hun woning opzettelijk zijn echtgenote heeft gedood, waarna hij haar lichaam in stukken heeft gezaagd en in het water heeft gegooid. Alle delen van het lichaam zijn later mede op aanwijzen van de man door de politie gevonden. De man ontkent zijn vrouw te hebben gedood. Volgens hem is er wel een heftig gevecht geweest tussen hen, in verband met de door de vrouw aangezegde scheiding, heeft hij haar vervolgens dood aangetroffen, raakte hij in paniek en heeft hij haar lichaam onvindbaar gemaakt.

De man was nooit eerder veroordeeld. Het openbaar ministerie had een gevangenisstraf van 15 jaar geëist. Ook had de rechtbank die straf opgelegd. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met vergelijkbare gevallen en heeft de straf met twee maanden gekort wegens de lange duur van de procedure.'



10 april 2017
Chauffeur trekker met oplegger veroordeeld voor dodelijk ongeval in Helmond

'Een 51-jarige man uit Duiven is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur en een voorwaardelijke rijontzegging van 12 maanden. De beroepschauffeur veroorzaakte in juli 2015 een noodlottig ongeval in Helmond.

De man reed in zijn trekker met oplegger op de Helmondweg (A270) en draaide bij een kruising linksaf om via de verharde middenberm te keren. Tijdens die manoeuvre botste een auto achterop de combinatie. De bestuurder van die auto overleed ter plaatse aan zijn verwondingen.

De rechtbank stelt voorop dat de verdachte een keermanoeuvre heeft uitgevoerd op een plek waar dat niet was toegestaan. Er waren immers borden en verkeertekens op de weg met de verplichte rijrichting. Volgens de rechtbank had het echter ook zonder verkeersborden en pijlen voor de professionele en zeer ervaren vrachtwagenchauffeur duidelijk moeten zijn dat de middenberm niet groot genoeg was om veilig te kunnen keren. Hij had dit 1,7 kilometer verderop op een rechtmatige en veilige manier kunnen doen. Bovendien bleek uit onderzoek dat er momenten zijn geweest waarop de verdachte de naderende auto in zijn spiegels had kunnen en moeten zien en dus had moeten afzien van zijn keermanoeuvre. Daarbij komt dat de verdachte zijn snelheid had verminderd tot ongeveer 15 km/u toen hij de keermanoeuvre inzette, terwijl het verkeerslicht op groen stond en de maximumsnelheid ter plaatse 70 km/u is. Dit, in combinatie met de locatie waar de combinatie zich bevond en de verplichte rijrichting, maakt dat de overige verkeersdeelnemers daarop niet bedacht hoefden te zijn.

In deze zaak zijn in de VerkeersOngevallenAnalyse scenario’s onderzocht over een mogelijke afloop in het geval het slachtoffer niet te hard had gereden en nog had geremd. Weliswaar is er mogelijk sprake van medeschuld van het slachtoffer aan het ontstaan van het ongeval en de ernst van de gevolgen, maar dit doet niets af aan de verwijtbaarheid van de verdachte. Volgens de rechtbank heeft de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gereden en was het ongeval aan zijn schuld te wijten. Van een kort moment van tijdelijke onoplettendheid, zoals de verdediging aanvoerde, was volgens de rechtbank geen sprake.

Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat het slachtoffer is overleden door een fout van de verdachte en dat de nabestaanden verder moeten zonder hem. De rechtbank houdt er anderzijds rekening mee dat de man al 30 jaar beroepschauffeur is en niet eerder voor vergelijkbare zaken in aanraking is gekomen met politie en justitie. Ook is relevant dat de verdachte er op authentieke wijze blijk van heeft gegeven dat hij de ernst van het door hem aangedane leed inziet en dat hij oprecht berouw heeft getoond. Het is de rechtbank niet ontgaan dat het noodlottige ongeval de verdachte nog altijd erg aangrijpt.'



10 april 2017
Fors meer vreemdelingenzaken voor rechter

'Stijging aantal zaken niet onverwacht

Het aantal vreemdelingenzaken is in 2016 met 32 procent gestegen in vergelijking met het jaar daarvoor. Vorig jaar stroomden bijna 31 duizend van dit soort zaken bij de rechtbanken binnen, in 2015 waren dit er ruim 23 duizend. Dit blijkt uit het jaarverslag van de Rechtspraak dat op dinsdag 18 april wordt gepubliceerd.

Niet onverwacht
De stijging is niet onverwacht. De vluchtelingencrisis in het najaar van 2015 leidde in eerste instantie niet tot veel extra zaken bij de Rechtspraak. Dit kwam omdat relatief veel asielaanvragen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) werden ingewilligd. De vluchtelingenstroom bestond toen uit veel Syriërs en anderen uit zogenoemde niet-veilige landen. Deze mensen hebben een grotere kans dat zij (tijdelijk) in Nederland mogen blijven en de rechter hoeft zich dan niet over de zaken te buigen. In 2016 wees de IND juist relatief meer aanvragen af. Asielzoekers kunnen tegen zo’n afwijzing in beroep bij de rechter, met meer zaken tot gevolg.

Sneller
De Rechtspraak heeft er de afgelopen jaren veel aan gedaan om vreemdelingenzaken sneller te laten verlopen. Zo wordt een zogenoemde buffercapaciteit aangehouden om een plotselinge toename van het aantal zaken – door bijvoorbeeld oorlogen of natuurrampen – op te kunnen vangen. Rechtbanken kunnen hierdoor sneller inspelen op verandering en er treden minder snel capaciteitsproblemen op.'



10 april 2017
Celstraf Epenaar voor misbruiken stiefdochter

'De rechtbank Gelderland veroordeelde 45-jarie man uit Epe voor het seksueel misbruiken van zijn stiefdochter. De Epenaar kreeg een celstraf van 40 maanden, waarvan 10 voorwaardelijk opgelegd.

Het misbruik begon rond januari 2013 en eindigde rond mei 2016. Het meisje was toen het misbruik begon 8 of 9 jaar oud.

Onvoorstelbare druk
De straf valt even hoog uit als de eis van het Openbaar Ministerie. Bij het opleggen van de straf hield de rechtbank met het feit dat de man een onvoorstelbare druk op het meisje heeft gelegd door te zeggen dat zij er met niemand over mocht praten. Ook woog de rechtbank mee dat de man verminderd toerekeningsvatbaar is en een blanco strafblad. Aan de voorwaardelijk straf zijn bijzondere voorwaarden gekoppeld. Zo legde de rechtbank een behandelverplichting en een contactverbod met het meisje aan de Epenaar op.'



10 april 2017
Man uit Hattem bestraft voor veroorzaken verkeersongeval Wapenveld

'De rechtbank veroordeelde een 24-jarige man uit Hattem voor het veroorzaken van verkeersongeval in Wapenveld. Hij kreeg een boete van 1.000 euro en een rijontzegging van 3 maanden, waarvan 1 voorwaardelijk.

De Hattemmer veroorzaakte op 26 februari 2016 in Wapenveld een ongeval, doordat hij zijn autoruiten niet goed schoon en ijsvrij had gemaakt. Hierdoor zag hij bij het oversteken van een fietspad een fietsster over het hoofd, terwijl hij voorrang moest verlenen. De fietsster liep daarbij letsel op.

Rijontzegging
De opgelegde straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie. Bij het opleggen van de straf hield de rechtbank rekening met het blanco strafblad van de man. Daarnaast verklaarde hij op de zitting dat hij zijn rijbewijs gebruikt voor woon-werkverkeer, maar wel iets kon regelen als de man een tijdje zonder rijbewijs zat. Volgens de rechtbank kan bij een dergelijke verkeersovertreding niet worden volstaan met alleen een geldboete. De rijontzegging is voor een voorwaardelijk, om de man er in de toekomst van te weerkouden opnieuw op deze manier op de weg te gaan.'



7 april 2017
Recreatiepark Duinoord mag zijn deuren openen

'Het recreatiepark Duinoord in Helvoirt houdt vooralsnog de eerder verkregen exploitatievergunning en mag dus gewoon openen. Dat oordeelde de rechtbank Oost-Brabant vandaag nadat omwonenden naar de rechter stapten.

Het gaat om een langdurig conflict tussen het recreatiepark en omwonenden. De burgemeester van de gemeente Haaren verleende in september 2014 een exploitatievergunning aan Duinoord. Omwonenden stapten ook toen naar de rechter. De rechtbank verklaarde in augustus 2015 het beroep van de omwonenden gegrond en vernietigde de vergunning. In september 2015 verleende de burgemeester een nieuwe vergunning aan Duinoord. In hoger beroep eind 2016 bevestigde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State echter de uitspraak van de rechtbank en werd ook de nieuwe vergunning vernietigd. De loco-burgemeester verleende vervolgens in maart van dit jaar opnieuw een exploitatievergunning, waarop de omwonenden opnieuw bezwaar maakten en de rechter vroegen een voorlopige voorziening te treffen. Zij wilden dat Duinoord dicht zou blijven tot de burgemeester op hun bezwaar had beslist.

Volgens de loco-burgemeester zijn aan de nieuwe vergunning voorschriften verbonden die voldoen aan de door de Afdeling in haar uitspraak gegeven opdracht om (parkeer)overlast te voorkomen. Ook wordt de woon- en leefsituatie in de omgeving van Duinoord niet (meer) op ontoelaatbare wijze beïnvloed. De omwonenden stellen dat met de nieuwe vergunning de door Duinoord veroorzaakte ontoelaatbare parkeeroverlast niet wordt voorkomen. De voorschriften leiden volgens hen niet tot minder verkeersoverlast.

Oordeel spoedprocedure
De rechter ziet geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen. Daarbij speelt een rol dat de inhoudelijke beoordeling van het geschil tussen partijen een gedegen onderzoek vraagt, waarvoor in deze spoedprocedure door de korte termijn waarbinnen uitspraak moet worden gedaan geen plaats is. Verder betrekt de rechtbank daarbij het volgende. Mocht de bezwaarprocedure bij de gemeente alsnog leiden tot het intrekken van de vergunning, dan zou dat kunnen betekenen dat er tijdelijk sprake is geweest van (parkeer)overlast. Volgens de rechter zouden de omwonenden daar echter geen onoverkomelijk nadeel van hebben. De omwonenden hebben niet aannemelijk gemaakt dat dat anders zou zijn. Daarbij komt dat de loco-burgemeester talrijke voorschriften aan de vergunning heeft verbonden en heeft aangegeven deze actief te handhaven. Verder staat op de website van Duinoord wat de consequenties van de voorschriften zijn en hoe bezoekers moeten handelen. Dat betekent dat het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.'



7 april 2017
6 jaar cel voor steekpartij tijdens Koningsnacht Nijmegen

'De rechtbank Gelderland veroordeelde een 20-jarige man uit Wijchen veroordeeld voor poging tot doodslag en mishandeling. Hij kreeg een celstraf van 6 jaar opgelegd.

Volgens de rechtbank stak de man tijdens Koningsnacht 2016 twee mannen neer in horecagelegenheid de Drie Gezusters in Nijmegen. Op basis van de dossierstukken kan de rechtbank niet buiten gerede twijfel vaststellen dat hij ook een 3e slachtoffer van de steekpartij heeft gestoken. Hiervan wordt hij door de rechtbank vrijgesproken.

Daarnaast vindt de rechtbank bewezen dat de man samen met 2 anderen een andere man heeft mishandeld op 15 november 2015 in zijn woonplaats.

Straf conform eis
De opgelegde straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie. De rechtbank heeft de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van direct opgeheven, zodat de man weer vast komt te zitten.

Schadevergoedingen
Tot slot moet de Wijchenaar aan 3 slachtoffers schadevergoedingen betalen. Aan de slachtoffers van de steekpartij moet hij beiden ruim 27.000 euro betalen. Aan het mishandelde slachtoffer moet hij ruim 500 euro betalen.'



7 april 2017
Apeldoorner bestraft voor bezit en verspreiden kinderporno

'De rechtbank Gelderland veroordeelde een 45-jarige man uit Apeldoorn voor het verwerven, in bezit hebben, aanbieden en verspreiden van kinderporno. Hij kreeg een gevangenisstraf van 26 weken, waarvan 25 voorwaardelijk. Verder legde de rechtbank een werkstraf van 240 uur op.

De man maakte zicht tussen november 2014 en januari 2016 schuldig aan deze feiten. De rechtbank rekent het de man zwaar aan dat hij van het verwerven en in het bezit hebben van kinderporno een gewoonte heeft gemaakt. Het aanbieden en verspreiden heeft de man in mindere mate gedaan.

Openheid van zaken
De officier van justitie eiste 24 maanden celstraf, waarvan 16 voorwaardelijk. De rechtbank weegt in het voordeel van de Apeldoorner mee dat hij openheid van zaken heeft gegeven en hij een gezin heeft en kostwinner is. De rechtbank vindt het daarnaast positief dat de man direct begonnen is met een intensieve psychische behandeling. Als bijzondere voorwaarde moet hij deze behandeling tijdens zijn proeftijd voortzetten. Ook moet hij zijn digitale gegevensdragers laten controleren.'



7 april 2017
10 jaar cel voor seksueel misbruik van dochter en stiefdochter

'De rechtbank Limburg heeft vandaag een 52-jarige man uit Swalmen veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf voor jarenlange ontucht met en verkrachting van zijn dochter en ontucht met zijn stiefdochter. Het misbruik vond (deels) plaats in de periode dat de vrouwen nog minderjarig waren.

Misbruik van de dochter
Volgens de rechtbank is er genoeg bewijs waaruit blijkt dat de verdachte zijn dochter, vanaf dat zij 14 jaar oud was, jarenlang heeft vernederd, agressief heeft bejegend, gewelddadig heeft behandeld, heeft misbruikt en verkracht. De rechtbank is van oordeel dat de aangifte van de dochter betrouwbaar is. Dat verdachte agressief was, blijkt bovendien uit verklaringen van diverse getuigen. De bewering van de verdachte dat het seksueel contact vrijwillig was en pas is begonnen toen zijn dochter 21 jaar oud was, vindt de rechtbank leugenachtig. Deze verklaring kwam pas ter zitting naar voren, nadat uit DNA-onderzoek was gebleken dat de verdachte een kind bij zijn dochter heeft verwekt.

Ontucht met de stiefdochter
Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van ontucht met zijn stiefdochter tussen haar 16de en 18de jaar. De verdachte heeft aanvankelijk over deze seksuele contacten niets willen verklaren. Toen bleek dat een in die jaren geboren kind waarschijnlijk door de verdachte is verwekt, kwam de stiefdochter met een bizar en niet te controleren verhaal over hoe dat zou zijn gegaan. Verdachte heeft dit verhaal lange tijd niet ontzenuwd, hoewel hij wist dat het niet waar was. Pas op de zitting heeft de verdachte toegegeven dat hij in die tijd geslachtsverkeer met zijn stiefdochter heeft gehad, maar dat daar helemaal niets mis mee was.

De rechtbank vindt de verklaring van verdachte dat sprake was van een opbloeiende “ethisch verantwoorde” liefdesrelatie daarom ongeloofwaardig. De rechtbank stelt ook vraagtekens bij de vrijheid van de stiefdochter om een relatie en vervolgens een huwelijk met de verdachte aan te gaan. Het leeftijdsverschil van 23 jaar en het daarmee van nature aanwezige overwicht wegen daarbij mee.

Ernst van de zaak
Seksueel misbruik van een eigen kind gedurende langere tijd is een zeer ernstig misdrijf, waarbij een zware straf past. Daarbij rekent de rechtbank de verdachte aan dat hij aanvankelijk alles heeft ontkend en zijn verklaringen daarna op ongeloofwaardige wijze heeft aangepast toen hij geconfronteerd werd met DNA-bewijs. Hieruit komt een beeld naar voren van een man die geen verantwoordelijkheid wil nemen voor zijn daden.

De rechtbank vindt daarom een gevangenisstraf van 10 jaar op zijn plaats. De rechtbank volgt daarmee de eis van de officier van justitie. Verder moet de verdachte aan zijn dochter een immateriële schadevergoeding van 15.000,- euro betalen.'



7 april 2017
Geldboete man uit Schalkhaar voor vernielen deur

'Vrijspraak voor mishandeling echtgenote

De rechtbank Gelderland veroordeelde een 35-jarige man uit Schalkhaar voor het vernielen van een deur van een woningcorporatie. Hij kreeg een geldboete van 100 euro opgelegd.

De officier van justitie vond naast de vernieling ook andere feiten bewezen, zoals het mishandelen van zijn echtgenote. Daarom eiste het OM een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf. Maar de rechtbank vindt de andere feiten niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt de man daarvan vrij. '



7 april 2017
Vrijspraak van aanranding in sauna Twello

'De rechtbank Gelderland sprak een 50-jarige man uit Almelo vrij van aanranding in sauna. De rechtbank was er niet van overtuigd dat hij zich hieraan schuldig heeft gemaakt.

De Almeloër werd ervan verdacht dat hij op 27 april 2016 dat hij een destijds 13-jarig meisje had aangerand in een sauna in Twello. De officier van justitie had vrijspraak geëist. De rechtbank gaat hierin mee. Volgens de rechtbank zijn de verklaringen over de gebeurtenissen voor meerdere uitleg vatbaar.'



6 april 2017
Twee jaar gevangenisstraf voor man die echtgenote in brand steekt

'De rechtbank Noord-Holland heeft aan de 57-jarige S. twee jaar gevangenisstraf opgelegd. De rechtbank acht bewezen dat hij op 11 september 2016 zijn toenmalige echtgenote W. die in bed lag met terpentine heeft besprenkeld. Vervolgens stak hij de terpentine in brand, waardoor de vrouw tweede- en derdegraads verwondingen aan haar hoofd, nek, rechterarm en handen opliep. Dankzij doortastend optreden van een gealarmeerde zoon is erger letsel voorkomen.

Motief
S. ging die avond na een kermisbezoek samen met W. naar huis. S. was stomdronken, viel een aantal keren op weg naar huis waarna W. hem overeind hielp. Toen hij nog een keer viel, liep W. alleen naar huis en is gaan slapen. Zij werd wakker toen zij de spetters van de terpentine in haar gezicht voelde. Direct daarop stond haar bed in brand. S. verklaarde tot zijn daad te zijn gekomen, omdat hij dronken was en zich gekrenkt en boos voelde door de handelswijze van W.

Vrijspraak van poging tot moord/doodslag
De rechtbank spreekt S. vrij van moord-doodslag. Daarvoor moet vaststaan dat de handelwijze van S. tot de dood van W. had kunnen leiden, óók als niet zou zijn ingegrepen door hun zoon. Volgens rapportage van het NFI is dat niet het geval. Het letsel bij W. is beperkt gebleven tot verwondingen op 5 procent van haar lichaam, waarbij volgens de ingeschakelde deskundige het risico op overlijden gering is, ook zonder hulpverlening. Dat zou anders zijn geweest bij een ’massale overgieting’ met terpentine door S., maar daarvoor is geen bewijs. Gelet op het geconstateerde letsel bij W. gaat de rechtbank uit van een ‘beperkte sprenkeling’, die zeer ernstig is, maar niet tot haar dood had kunnen leiden.

Mishandeling met zwaar lichamelijk letsel zonder voorbedachte raad
De rechtbank acht bewezen dat S. zijn toenmalige echtgenote opzettelijk heeft mishandeld met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. Door de opgelopen brandwonden heeft zij blijvende littekens en heeft zij een huidtransplantatie moeten ondergaan. De rechtbank acht niet bewezen dat S. na kalm beraad en rustig overleg tot zijn daad is gekomen, gelet op zijn boosheid, staat van dronkenschap en het geringe tijdsverloop tussen het halen van de terpentine uit het schuurtje en het daadwerkelijk brandstichten.

Strafmotivering
Volgens de rechtbank heeft S. zich schuldig gemaakt aan één van de meest gruwelijke vormen van mishandeling. Strafverzwarend weegt dat het slachtoffer zijn toenmalige echtgenote was. Daarbij past slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft als straf verminderend meegewogen dat S. een blanco strafblad heeft en dat hij verminderd toerekeningsvatbaar was.

Schadevergoeding
De rechtbank kende aan W. de gevorderde materiële schadevergoeding toe van 1.284, 34 euro voor door haar gemaakte kosten.'



6 april 2017
Loterijverlies mocht telefoonnummer Telegraaf-journalist niet verspreiden

'Loterijverlies had het telefoonnummer van een Telegraaf-journalist niet onder haar leden mogen verspreiden met de oproep de journalist onder druk te zetten. Dat heeft de rechter in kort geding bepaald. Loterijverlies moet de desbetreffende nieuwsbrief van haar website halen. Ook moet de organisatie een nieuwe brief sturen met de mededeling dat de oproep onrechtmatig was. Loterijverlies is een organisatie die schadevergoeding eist van de Staatsloterij, namens ongeveer 190.000 deelnemers die zich misleid voelen door de winkansen die de Staatsloterij heeft genoemd in de periode tussen januari 2000 tot en met december 2007.

Maximale druk
Loterijverlies stuurde op 21 maart een nieuwsbrief rond waarin zij reageerde op de aanhoudende en zeer kritische berichtgeving van De Telegraaf over Loterijverlies. In de brief vermeldde de organisatie het mobiele telefoonnummer van de journalist en vroeg haar leden hem aan te spreken op “zijn ontoelaatbare gedrag”. Loterijverlies deed “een klemmend beroep” op haar leden om “de druk” op De Telegraaf en de betreffende journalist “te maximaliseren”.

Ernstig belemmerd
De journalist werd daarna naar eigen zeggen zo vaak gebeld en ge-sms’t (berichten met een veelal zeer negatieve en dreigende lading) dat hij ernstig werd belemmerd in de uitoefening van zijn werk. Loterijverlies is met haar oproep daarvoor volgens de rechter mede verantwoordelijk.

Geen rectificatie
Loterijverlies hoeft de inhoud van de nieuwsbrief (waarin zij de journalist en De Telegraaf beticht van het verspreiden van leugens) overigens niet te rectificeren. Dat had de krant eveneens geëist, maar daarvoor bestaat volgens de rechter onvoldoende aanleiding. Een publiek debat mag immers fel zijn – en van directe dreigementen en/of laster is hier geen sprake.'



6 april 2017
Vrouw uit Apeldoorn veroordeeld voor bedreiging en stalking

'De rechtbank veroordeelde een 32-jarige vrouw uit Apeldoorn voor onder meer bedreiging en stalking. De vrouw kreeg een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, opgelegd.

Enorme angst
Rechtbank Zutphen
De vrouw heeft zich via het verzenden van veel sms-berichten een lange periode schuldig gemaakt aan het uiten van bedreigingen en het belagen van 3 personen. De berichten werden verzonden van eind 2014 tot en met begin 2016. Hierbij heeft ze ook nog haar ex-partner in een kwaad daglicht gesteld door die berichten in zijn naam te versturen. Zij heeft hiermee de slachtoffer enorme angst aangejaagd. Dit leidde er onder meer toe dat een omgangsregeling verstoord raakte, waardoor 1 van de slachtoffers geen normale omgang met zijn dochter kon hebben. Ook heeft de vrouw zeer kwetsende berichten gestuurd aan de andere 2 slachtoffers, waarin onder meer werd gezinspeeld op het overlijden van hun kind. Deze berichten hebben er onder meer toe geleid dat zij niet aan rouwverwerking toekwamen.

Onbegrijpelijk
Het is maar moeilijk te begrijpen - en voor de slachtoffers niet of nauwelijks te verteren - dat de vrouw de berichten stuurde terwijl zij ook bevriend was met hen. In die tijd was zij daar altijd welkom. Zij heeft van dichtbij meegemaakt dat het kindje overleed en is door hen toen intensief in vertrouwen genomen. Nog onbegrijpelijker is het daarom, dat zij schijnbaar onbewogen heeft toegezien hoe schadelijk het effect was dat de berichten hadden op de slachtoffers.

Valse aangifte
De Apeldoornse heeft - om te voorkomen dat zij zou worden ontmaskerd als de verzender van de berichten - ook zichzelf bedreigende sms-berichten gestuurd. Om vervolgens hiervan valselijk aangifte te doen.

Bijzondere voorwaarden
Aan het voorwaardelijke strafdeel zijn bijzondere voorwaarden verbonden. Zo heeft de vrouw een meldplicht en moet zich verplicht laten behandelen. Daarnaast heeft zij een contact- en locatieverbod opgelegd gekregen.

Schadevergoeding
Tot slot moet de vrouw moet een schadevergoeding van in totaal ruim 9000 euro betalen aan 3 slachtoffers.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl