Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Algemene wet bestuursrecht
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >


Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter

Titel 8.1. Algemene bepalingen over het beroep in eerste aanleg

Afdeling 8.1.1. Bevoegdheid


Artikel 8:1Beroep instellen tegen een besluit

Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak. » Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak. » Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.



Artikel 8:2Geen beroep mogelijk

1. Met een besluit wordt gelijkgesteld:
a. een andere handeling van een bestuursorgaan waarbij de volgende personen, hun nagelaten betrekkingen of hun rechtverkrijgenden belanghebbende zijn:
1°. een ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet als zodanig,
2°. een militair ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de Militaire Ambtenarenwet 1931 als zodanig,
3°. een lid van het personeel van een zelfstandig bestuursorgaan waarop ingevolge artikel 15 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen de ambtelijke rechtspositieregels van overeenkomstige toepassing zijn als zodanig,
4°. een dienstplichtige als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Kaderwet dienstplicht als zodanig,
b. een andere publiekrechtelijke handeling van een bij of krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie ingesteld bestuursorgaan.

2. Met een besluit wordt gelijkgesteld de schriftelijke beslissing, inhoudende de weigering van de goedkeuring van:
a. een besluit, inhoudende een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel of de intrekking of de vaststelling van de inwerkingtreding van een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel,
b. een besluit ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.



Artikel 8:3Geen beroep mogelijk

1. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit:
a. inhoudende een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel,
b. inhoudende de intrekking of de vaststelling van de inwerkingtreding van een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel,
c. inhoudende de goedkeuring van een besluit, inhoudende een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel of de intrekking of de vaststelling van de inwerkingtreding van een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel.

2. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling.



Artikel 8:4Geen beroep mogelijk

1. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit:
a. inhoudende een weigering op grond van artikel 2:15,
b. inhoudende een aanmaning als bedoeld in artikel 4:112 of een dwangbevel,
c. als bedoeld in artikel 7:1a, vierde lid, 7:10, tweede, derde of vierde lid, of 7:24, derde tot en met zesde lid,
d. inhoudende schorsing of vernietiging van een besluit van een ander bestuursorgaan,
e. als bedoeld in artikel 3:21, eerste lid, onderdeel b,
f. inzake vergoeding van schade wegens onrechtmatig bestuurshandelen.

2. Onverminderd hoofdstuk 2 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak kan geen beroep worden ingesteld tegen een besluit:
a. op grond van een in enig wettelijk voorschrift voor het geval van buitengewone omstandigheden toegekende bevoegdheid of opgelegde verplichting in deze omstandigheden genomen,
b. genomen op grond van een wettelijk voorschrift ter beveiliging van de militaire belangen van het Koninkrijk of zijn bondgenoten,
c. genomen op grond van een wettelijk voorschrift inzake de verplichte krijgsdienst, voor zover het keuring, herkeuring, werkelijke dienst, groot verlof of diensteindiging betreft, tenzij het besluit betrekking heeft op verlenging van werkelijke dienst of kostwinnersvergoeding.

3. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit:
a. tot benoeming of aanstelling, tenzij beroep wordt ingesteld door een ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet als zodanig, een militair ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de Militaire Ambtenarenwet 1931 als zodanig, een lid van het personeel van een zelfstandig bestuursorgaan waarop ingevolge artikel 15 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen de ambtelijke rechtspositieregels van overeenkomstige toepassing zijn als zodanig, een dienstplichtige als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Kaderwet dienstplicht als zodanig, hun nagelaten betrekkingen of hun rechtverkrijgenden,
b. inhoudende een beoordeling van het kennen of kunnen van een kandidaat of leerling die ter zake is geëxamineerd of op enigerlei andere wijze is getoetst, dan wel inhoudende de vaststelling van opgaven, beoordelingsnormen of nadere regels voor die examinering of toetsing,
c. inhoudende een technische beoordeling van een voertuig of een luchtvaartuig, dan wel een meetmiddel, een onderdeel daarvan of een hulpinrichting daarvoor.

4. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit:
a. inzake de nummering van kandidatenlijsten, de geldigheid van lijstverbindingen, het verloop van de stemming, de stemopneming, de vaststelling van de stemwaarden en de vaststelling van de uitslag bij verkiezingen van de leden van vertegenwoordigende organen, de benoemdverklaring in opengevallen plaatsen, alsmede de toelating van nieuwe leden van provinciale staten, van de gemeenteraad en van het algemeen bestuur van een waterschap, alsmede de verlening van tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte,
b. houdende een ambtshandeling van een gerechtsdeurwaarder of notaris.



Artikel 8:5Geen beroep mogelijk

1. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit als bedoeld in artikel 1 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak.

2. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit waartegen administratief beroep kan worden ingesteld of door de belanghebbende kon worden ingesteld.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.



Artikel 8:6Geen beroep mogelijk

1. Het beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank, tenzij een andere bestuursrechter bevoegd is ingevolge hoofdstuk 2 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak dan wel ingevolge een ander wettelijk voorschrift.

2. Bij elk van de bestuursrechters, genoemd in hoofdstuk 2 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, kan beroep worden ingesteld tegen een besluit waarover die rechter in hoger beroep oordeelt, indien hij toepassing heeft gegeven aan artikel 8:113, tweede lid.



Artikel 8:7Bevoegdheid rechtbank

1. Indien beroep wordt ingesteld tegen een besluit van een bestuursorgaan van een provincie, een gemeente of een waterschap dan wel tegen een besluit van een gemeenschappelijk orgaan of een bestuursorgaan van een openbaar lichaam dat is ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen, is bevoegd de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan het bestuursorgaan zijn zetel heeft.

2. Indien beroep wordt ingesteld tegen een besluit van een ander bestuursorgaan, is bevoegd de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan de indiener van het beroepschrift zijn woonplaats in Nederland heeft. Indien de indiener van het beroepschrift geen woonplaats in Nederland heeft, is bevoegd de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan het bestuursorgaan zijn zetel heeft.

3. Indien beroep wordt ingesteld tegen een besluit als bedoeld in hoofdstuk 3 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, is in afwijking van het eerste en tweede lid slechts de door dat hoofdstuk aangewezen rechtbank bevoegd.

4. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien beroep in eerste aanleg kan worden ingesteld bij een gerechtshof.



Artikel 8:8Beroep ingesteld bij meer dan één rechtbank

1. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één bevoegde rechtbank beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank waarbij als eerste beroep is ingesteld. Indien gelijktijdig bij meer dan één bevoegde rechtbank als eerste beroep is ingesteld, worden de zaken verder behandeld door de bevoegde rechtbank die als eerste wordt genoemd in artikel 1 van de Wet op de rechterlijke indeling.

2. De andere rechtbank verwijst, onderscheidenlijk de andere rechtbanken verwijzen de daar aanhangig gemaakte zaak of zaken naar de rechtbank die de zaken verder behandelt. De op de zaak of zaken betrekking hebbende stukken worden toegezonden aan de rechtbank die de zaken verder behandelt.

3. Indien tegen hetzelfde besluit bij meer dan één rechtbank beroep is ingesteld, doet het bestuursorgaan daarvan onverwijld mededeling aan die rechtbanken.

4. Indien het bestuursorgaan ingevolge artikel 7:1a, vijfde of zesde lid, twee of meer bezwaarschriften doorzendt, zendt het bestuursorgaan deze door aan de rechtbank die ingevolge de tweede volzin van het eerste lid de zaak zal behandelen.

5. Het eerste tot en met het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien beroep in eerste aanleg kan worden ingesteld bij een gerechtshof.



Artikel 8:9Oordeel in hoogste ressort over geschillen

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep, onderscheidenlijk het College van Beroep voor het bedrijfsleven, oordelen in hoogste ressort over geschillen tussen de rechtbanken over de toepassing van artikel 8:7 in zaken tot de kennisneming waarvan zij in hoger beroep bevoegd zijn.



Afdeling 8.1.2. Behandeling door een enkelvoudige, meervoudige of grote kamer

Artikel 8:10In behandeling genomen door een enkelvoudige kamer

1. De zaken die bij de rechtbank aanhangig worden gemaakt, worden in behandeling genomen door een enkelvoudige kamer.

2. Indien een zaak naar het oordeel van de enkelvoudige kamer ongeschikt is voor behandeling door één rechter, verwijst zij deze naar een meervoudige kamer. De enkelvoudige kamer kan ook in andere gevallen een zaak naar een meervoudige kamer verwijzen.

3. Indien een zaak naar het oordeel van de meervoudige kamer geschikt is voor verdere behandeling door één rechter, kan zij deze verwijzen naar een enkelvoudige kamer.

4. Verwijzing kan geschieden in elke stand van het geding. Een verwezen zaak wordt voortgezet in de stand waarin zij zich bevindt.

Artikel 8:10aIn behandeling genomen door een meervoudige kamer

1. De zaken die bij een andere bestuursrechter dan de rechtbank aanhangig worden gemaakt, worden in behandeling genomen door een meervoudige kamer.

2. Indien een zaak naar het oordeel van de meervoudige kamer geschikt is voor verdere behandeling door één rechter, kan zij deze verwijzen naar een enkelvoudige kamer.

3. Indien een zaak naar het oordeel van de enkelvoudige kamer ongeschikt is voor behandeling door één rechter, verwijst zij deze naar een meervoudige kamer.

4. De meervoudige kamer kan een zaak voorts verwijzen naar een grote kamer, indien haar dit met het oog op de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling geraden voorkomt. De eerste volzin geldt niet, indien de zaak aanhangig is bij een gerechtshof.

5. Verwijzing kan geschieden in elke stand van het geding. Een verwezen zaak wordt voortgezet in de stand waarin zij zich bevindt.



Artikel 8:11Voorschriften van toepassing

1. De voorschriften omtrent de behandeling van het beroep zijn van toepassing op de behandeling door elk van de kamers, bedoeld in de artikelen 8:10 en 8:10a.

2. Degene die zitting heeft in een enkelvoudige kamer heeft tevens de bevoegdheden en de verplichtingen van de voorzitter.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.



Artikel 8:12Vooronderzoek verrichten

De bestuursrechter kan aan een rechter-commissaris opdragen het vooronderzoek of een gedeelte daarvan te verrichten.



Afdeling 8.1.2a. Conclusie

Artikel 8:12aVerzoek conclusie te nemen

1. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de president van de Centrale Raad van Beroep en de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven kunnen in zaken die in hun college in behandeling zijn bij een meervoudige of grote kamer, een lid van het desbetreffende college verzoeken een conclusie te nemen.

2. Een dergelijk verzoek kan ook worden gericht aan een lid van een van de andere colleges in overeenstemming met de voorzitter onderscheidenlijk de president van dat college.

3. De conclusie wordt schriftelijk genomen, is met redenen omkleed en vermeldt:
a. de naam van degene die haar heeft genomen en
b. de dag waarop zij is genomen.

4. De conclusie wordt uiterlijk zes weken na sluiting van het onderzoek ter zitting ter kennis van het college gebracht en in afschrift aan partijen toegezonden. Aan artikel 8:64 behoeft daarbij geen toepassing te worden gegeven.

5. Partijen kunnen binnen twee weken na verzending van het afschrift van de conclusie hun schriftelijk commentaar daarop aan het college doen toekomen.

6. Artikel 8:79, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

7. Degene die de conclusie heeft genomen, neemt geen deel aan de beraadslagingen over de zaak.

8. De conclusie bindt het college niet.



Afdeling 8.1.3. Verwijzing, voeging en splitsing

Artikel 8:13Behandeling zaken door één rechtbank gewenst

1. De rechtbank kan een bij haar aanhangig gemaakte zaak ter verdere behandeling verwijzen naar de rechtbank waar een andere zaak aanhangig is gemaakt, indien naar haar oordeel behandeling van die zaken door één rechtbank gewenst is.

2. Een verzoek tot verwijzing kan worden gedaan tot de aanvang van het onderzoek ter zitting.

3. Indien de rechtbank waarnaar een zaak is verwezen, instemt met de verwijzing, worden de op de zaak betrekking hebbende stukken aan haar toegezonden.

4. Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien beroep in eerste aanleg kan worden ingesteld bij een gerechtshof.



Artikel 8:13a [Vervallen per 01-01-2013]



Artikel 8:14Zaken voegen en splitsen

1. De bestuursrechter kan zaken over hetzelfde of een verwant onderwerp ter behandeling voegen en de behandeling van gevoegde zaken splitsen.

2. Een verzoek daartoe kan worden gedaan tot de sluiting van het onderzoek ter zitting.

-

De algemene wet bestuursrecht is voor het laatst geactualiseerd op: 6 februari 2014.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl