Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Het reglement van orde van de Eerste Kamer
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >



Fracties

Artikel 23Leden als een fractie beschouwd

1. De leden die gekozen zijn op lijsten boven welke dezelfde naam of aanduiding van een politieke groepering geplaatst is, worden bij de aanvang van de zitting als een fractie beschouwd.

2. Is onder een benaming of een nummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.



Artikel 24Leden die geen deel meer uitmaken van de fracties

Leden die geen deel meer uitmaken van de in het vorig artikel bedoelde fracties, dienen dat aan de Voorzitter kenbaar te maken. Zij kunnen tezamen of ieder afzonderlijk nieuwe fracties vormen. Hiervan moet aan de Voorzitter kennis worden gegeven. Artikel 25 is op deze nieuwgevormde fracties van overeenkomstige toepassing.



Artikel 25Samenstelling fractiebestuur

1. Fracties doen na de aanvang van een zitting aan de Voorzitter weten, hoe haar fractiebestuur is samengesteld.

2. Bij tussentijdse wijzigingen in de samenstelling van een fractie of een fractiebestuur, wordt de Voorzitter daarvan onverwijld op de hoogte gesteld.



Personeel van de Kamer

Artikel 26Kamer benoemt en ontslaat de Griffier

1. De Kamer benoemt en ontslaat de Griffier.

2. De Huishoudelijke Commissie benoemt en ontslaat de plaatsvervangend griffier(s). De overige ambtenaren worden door of namens de Huishoudelijke Commissie aangesteld onderscheidenlijk op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst genomen, dan wel ontslagen.



Artikel 27Beraadslagingen omtrent personen achter gesloten deuren

Beraadslagingen omtrent de persoon, bedoeld in artikel 26 eerste lid, vinden plaats achter gesloten deuren.



Artikel 28Commissie belast met uitoefenen van bevoegdheden

1. De Huishoudelijke Commissie is belast met het uitoefenen van de bevoegdheden ingevolge het Ambtenarenreglement Staten-Generaal en het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 ten aanzien van de Griffier en de plaatsvervangend(e) griffier(s).

2. De Huishoudelijke Commissie bepaalt de taken en bevoegdheden van de Griffier en de plaatsvervangend(e) griffier(s).



Artikel 29Griffier heeft leiding ambtelijke organisatie

De Griffier heeft de leiding van de ambtelijke organisatie. De Huishoudelijke Commissie oefent hierop toezicht uit.



Artikel 30Instelling geregeld van een Griffie

1. Bij afzonderlijk reglement, vast te stellen door de beide Kamers der Staten-Generaal, wordt de instelling geregeld van een Griffie voor de interparlementaire betrekkingen bij de Tweede Kamer.

2. De inhoudelijke aansturing van de dienstverlening aan beide Kamers en de verschillende delegaties wordt verzorgd door een bij genoemd reglement in te stellen gemengde commissie. De gemengde commissie adviseert de Voorzitters en de leden van beide Kamers over interparlementaire aangelegenheden.



Artikel 31Dienst Verslag en Redactie

1. Bij afzonderlijk reglement, vast te stellen door de beide Kamers der Staten-Generaal, worden de zorg voor de Dienst Verslag en Redactie, de taakuitoefening, de openbaarmaking van het verslag van het verhandelde in de vergaderingen der Staten-Generaal alsmede de bewaartermijnen geregeld.

2. De bevoegdheid om in het door de dienst geleverde verslag wijzigingen aan te brengen of aangebrachte wijzigingen ongedaan te maken wordt uitgeoefend door de bij genoemd reglement in te stellen gemengde commissie van beroep voor de Dienst Verslag en Redactie.



Hoofdstuk III. Vaste en bijzondere commissies

Taak


Artikel 32Voorstellen

1. De schriftelijke of mondelinge voorbereiding van naar de Kamer gezonden en door deze in behandeling genomen voorstellen geschiedt door de vaste of bijzondere commissies die volgens de hierna volgende bepalingen daartoe zijn ingesteld en aangewezen.

2. De bovenbedoelde commissies bevorderen de gedachtenwisseling met de regering eveneens over andere onderwerpen, voor zover die haar aangaan en waarover zij dat wenselijk achten.



Artikel 33Mondeling of schriftelijk overleg

1. De commissies kunnen ter uitoefening van de haar in artikel 32 opgedragen taak de regering uitnodigen tot mondeling of schriftelijk overleg. Ook kan de regering met haar in contact treden om een gedachtenwisseling over een bepaald voorstel met haar te bewerkstelligen.

2. Een commissie kan bepaalde personen en/of vertegenwoordigers van bepaalde instellingen horen over voorstellen en andere onderwerpen, voor zover deze binnen haar werkterrein zijn gelegen.

3. De inrichting van de gedachtenwisseling als in het eerste lid bedoeld, danwel het horen als in het tweede lid bedoeld, wordt, indien zij geschieden ter voorbereiding van een voorstel dat aan de commissie is toevertrouwd, geregeld in de artikelen 51 tot en met 53.



Wijze van samenstellen en functioneren

Artikel 34Instellen vaste commissie

1. De Kamer stelt voor elk ministerie ten minste één vaste commissie in.

2. De Kamer kan bijzondere commissies instellen ter voorbereiding van voorstellen die een bijzonder karakter dragen.



Artikel 35Opheffing van een vaste of bijzondere commissie

De Kamer besluit over opheffing van een vaste of bijzondere commissie. Een bijzondere commissie die zich van haar taak gekweten heeft houdt ook zonder daartoe strekkend besluit op te bestaan, tenzij de Kamer anders heeft besloten.



Artikel 36Voorzitter bepaalt aantal leden commissie

1. De Voorzitter bepaalt het aantal leden van een commissie.

2. Met inachtneming van de getalsverhoudingen tussen de fracties en tevens met de bepaling dat elk der fracties in elke commissie vertegenwoordigd zij, tenzij de Kamer uitdrukkelijk en per geval anders heeft besloten, wijst de Voorzitter de leden en zo mogelijk plaatsvervangende leden van de commissie aan.

3. De aanwijzing en benoeming geschieden zo mogelijk bij de aanvang van de zitting en gelden behoudens uitdrukkelijke wijziging voor de duur daarvan.



Artikel 37Benoeming voorzitter van de commissie

1. De Voorzitter benoemt een voorzitter en een ondervoorzitter van de commissie.

2. Bij verhindering zowel van de voorzitter als van de ondervoorzitter van een commissie treedt het lid van de commissie dat het langst zitting heeft in de Kamer, of bij gelijke zittingsduur het oudste lid in leeftijd, op als voorzitter.



Artikel 38Toegang tot de vergadering van de commissie

Leden en plaatsvervangende leden hebben gelijkelijk toegang tot de vergadering van de commissie en worden op gelijke wijze geconvoceerd. Beslissingen worden door de leden van de commissie genomen, met dien verstande dat bij afwezigheid van een lid diens plaatsvervanger in diens bevoegdheden treedt.



Artikel 39Werkzaamheden aan subcommissies opdragen

De commissie kan werkzaamheden aan subcommissies uit haar midden opdragen. Hiervan wordt bericht gegeven aan de Voorzitter. Een subcommissie bestaat uit ten minste drie leden.



Artikel 40Commissie wordt samengeroepen door voorzitter

1. De commissie wordt samengeroepen door haar voorzitter. Op verzoek van één of meer leden van de commissie belegt deze eveneens een vergadering.

2. De Voorzitter stelt, zo mogelijk op voorstel van de betrokken commissie(s), dag en uur vast van de inbrengvergaderingen als bedoeld in de artikelen 44 tot en met 50, met inachtneming van het vierde lid van artikel 71.



Artikel 41Onderzoek van een voorstel

1. De Voorzitter beslist aan welke commissie het onderzoek van een voorstel toevertrouwd wordt.

2. De Voorzitter kan het onderzoek ook aan meer dan één commissie toevertrouwen, welke commissies dan in het bijzonder volgens de bepalingen in de artikelen 47 tot en met 50 zullen handelen.

3. De Voorzitter kan tot een gezamenlijk onderzoek besluiten indien:
a. het voorstel naar zijn oordeel op het werkterrein ligt van meer dan één vaste of bijzondere commissie van de Kamer;
b. naar zijn oordeel twee of meer voorstellen, afkomstig van verschillende ministeries een zodanige samenhang vertonen, dat gezamenlijk onderzoek wenselijk en doelmatig is.



Vertrouwelijkheid

Artikel 42Openbaarmaking hetgeen is besloten

Naast hetgeen in een officieel schriftelijk of mondeling uitgebracht verslag wordt geopenbaard, wordt hetgeen in de vergadering van de commissies is besloten in beknopte vorm openbaar gemaakt.



Toegankelijkheid van commissievergaderingen

Artikel 43Aanwezig zijn tijdens inbrengvergaderingen

1. Alle leden van de Kamer hebben het recht aanwezig te zijn tijdens inbrengvergaderingen. Zij worden aldaar in de gelegenheid gesteld vragen te stellen en opmerkingen te maken met betrekking tot het voorstel waarvoor deze vergadering werd samengeroepen.

2. Alle leden, niet lid of plaatsvervangend lid van de commissie, worden tot de overige commissievergaderingen toegelaten voor zover de aard van de vergadering zich niet tegen aanwezigheid van anderen dan leden of plaatsvervangende leden van de commissie verzet.

3. De Voorzitter heeft toegang tot alle vergaderingen van de commissies. Voor zover hij van deze commissies geen deel uitmaakt heeft hij daarin een raadgevende stem.



Inbrengvergaderingen

Artikel 44Uitschrijven van een inbrengvergadering

Nadat de Voorzitter een voorstel aan een commissie heeft toevertrouwd, schrijft hij daarover een inbrengvergadering uit zoals bepaald bij artikel 40, tweede lid, tenzij artikel 55 toepassing vindt.



Artikel 45Inbreng tijdens de inbrengvergadering

De leden van de commissie brengen tijdens de inbrengvergadering datgene ter tafel, wat zij in het verslag opgenomen willen zien. De opmerkingen moeten ter beoordeling van de commissie in duidelijk verband staan met het ter tafel liggend voorstel. Ook de overige leden kunnen op dezelfde voet opmerkingen maken.



Artikel 46Nota's bij de commissie inleveren

Het staat ieder vrij om tijdens een inbrengvergadering beknopte, ondertekende, ook naar het oordeel van de commissie met het voorstel verband houdende nota’s bij de commissie in te leveren. Dergelijke nota’s worden bij het verslag van de commissie gevoegd, tenzij bij de commissie tegen de bewoordingen van de nota overwegende bezwaren bestaan.

-

Het reglement van orde van de Eerste Kamer is voor het laatst geactualiseerd op: 23 januari 2017.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl