Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Wet langdurige zorg
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >


Hoofdstuk 4. De Wlz-uitvoerders

§ 1. De aan- en afmelding en de statuten

Artikel 4.1.1

1 Een rechtspersoon die behoort tot een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waarvan ook een zorgverzekeraar deel uitmaakt en die deze wet ten aanzien van de verzekerden wenst uit te voeren, meldt zich daartoe als Wlz-uitvoerder aan bij de zorgautoriteit, onder vermelding van de dag met ingang waarvan hij voornemens is zulks te gaan doen.

2 Na aanmelding is de rechtspersoon verplicht te voldoen aan de voorschriften die bij of krachtens deze wet aan Wlz-uitvoerders zijn opgelegd.

3 Artikel 26 van de Zorgverzekeringswet is van overeenkomstige toepassing.

4 De in het eerste lid bedoelde rechtspersoon kan deze wet niet eerder uitvoeren dan nadat de zorgautoriteit met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels heeft vastgesteld dat de rechtspersoon in voldoende mate is voorbereid op de uitvoering van de wet. De zorgautoriteit kan aan die vaststelling voorschriften of beperkingen verbinden.

5 De Wlz-uitvoerder draagt er zorg voor dat, en kan de melding bedoeld in het eerste lid slechts doen indien, het dagelijks beleid wordt bepaald of mede wordt bepaald door personen:
1°. die geschikt zijn in verband met de uitvoering van de wettelijke taken en daaruit voorvloeiende werkzaamheden, en
2°. wier betrouwbaarheid buiten twijfel staat.

6 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop wordt vastgesteld of de geschiktheid en betrouwbaarheid van een persoon als bedoeld in het vijfde lid buiten twijfel staat en welke feiten en omstandigheden daarbij in aanmerking worden genomen.



Artikel 4.1.2

1 De statuten van een Wlz-uitvoerder:
a. sluiten winstoogmerk en het uitkeren van winst uit,
b. voorzien in toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de rechtspersoon en de daarmee verbonden onderneming,
c. bieden waarborgen voor een redelijke mate van invloed van de verzekerden op het beleid, en
d. sluiten iedere verplichting van de verzekerden of gewezen verzekerden tot het doen van een bijdrage in tekorten van de rechtspersoon uit.

2 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de mate van invloed die verzekerden ten minste op het beleid van een Wlz-uitvoerder dienen te hebben.



Artikel 4.1.3

1 De Wlz-uitvoerder die deze wet niet meer wenst uit te voeren, meldt het voornemen hiertoe schriftelijk aan de zorgautoriteit, onder vermelding van de dag waarop hij deze wet niet meer zal uitvoeren.

2 Artikel 26 van de Zorgverzekeringswet is van overeenkomstige toepassing.

3 De in het eerste lid bedoelde Wlz-uitvoerder kan door de zorgautoriteit met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels worden verplicht tot het voortzetten van de uitvoering van deze wet tot is voorzien in een zodanige afwikkeling van de activiteiten van de Wlz-uitvoerder dat verzekerden en zorgaanbieders daarvan geen onevenredig nadeel ondervinden.



Artikel 4.1.4

1 Indien de Wlz-uitvoerder verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, voldoet het Zorginstituut aan verzekerden en aan zorgaanbieders jegens die Wlz-uitvoerder of voormalige Wlz-uitvoerder bestaande vorderingen, ter zake van op grond van deze wet verstrekte zorg of vergoeding van daarvoor gemaakte kosten.

2 De vorderingen, bedoeld in het eerste lid, gaan bij wijze van subrogatie op het Zorginstituut over voor zover dat college deze heeft voldaan.

3 Het Rijk is tegenover het Zorginstituut aansprakelijk voor de betalingen, bedoeld in het eerste lid.



§ 2. De taken van de Wlz-uitvoerder

Artikel 4.2.1

1 De Wlz-uitvoerder heeft een zorgplicht, die inhoudt dat:
a. hij de bij hem ingeschreven verzekerde informatie verschaft over de leveringsvormen, bedoeld in hoofdstuk 3, paragraaf 3, en deze verzekerde, indien hij in aanmerking kan komen voor meerdere leveringsvormen, in de gelegenheid stelt voor zorg met verblijf in een instelling, voor een volledig pakket thuis of voor een modulair pakket thuis te kiezen of hem wijst op de mogelijkheid om bij het zorgkantoor een persoonsgebonden budget aan te vragen,
b. indien de verzekerde zorg in natura zal worden verstrekt:
1°. hij ervoor zorgt dat de zorg waarop de verzekerde aangewezen is binnen redelijke termijn en op redelijke afstand van waar deze wenst te gaan wonen dan wel bij hem thuis, wordt geleverd,
2°. hij de verzekerde de keuze laat uit alle geschikte, gecontracteerde zorgaanbieders die deze verzekerde de zorg op redelijke termijn kunnen verlenen, of
3°. hij de verzekerde desgewenst bemiddelt naar geschikte, gecontracteerde zorgaanbieders,
c. hij ervoor zorgt dat voor de verzekerde cliëntondersteuning beschikbaar is waarop de verzekerde, al dan niet met behulp van zijn vertegenwoordiger of mantelzorger, een beroep kan doen.

2 Het zorgkantoor heeft een zorgplicht, die inhoudt dat:
a. hij de verzekerden die wonen in de regio waarvoor hij als zorgkantoor is aangewezen, desgevraagd informatie verschaft over de voorwaarden waaronder zij in aanmerking kunnen komen voor een persoonsgebonden budget,
b. hij, indien hij met toepassing van artikel 3.3.3 een persoonsgebonden budget heeft verleend, ervoor zorgt dat het budget binnen redelijke termijn beschikbaar wordt gesteld.

3 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

4 De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.



Artikel 4.2.2

1 Ter uitvoering van zijn zorgplicht sluit een Wlz-uitvoerder schriftelijke overeenkomsten met zorgaanbieders die zorg kunnen verlenen die ingevolge artikel 3.1.1 verzekerd is.

2 De overeenkomsten bevatten ten minste bepalingen over:
a. de ingangsdatum van de overeenkomst, de duur van de overeenkomst en de mogelijkheden voor tussentijdse beëindiging van de overeenkomst;
b. de aard, de kwaliteit, de doelmatigheid en de omvang van de te verlenen zorg;
c. de prijs van de te verlenen zorg;
d. de wijze waarop de verzekerden van informatie worden voorzien;
e. de wijze waarop bij de zorgverlening mantelzorgers en vrijwilligers betrokken kunnen worden;
f. de controle op de naleving van de overeenkomst, waaronder begrepen de controle op de te verlenen dan wel verleende zorg en op de juistheid van de daarvoor in rekening gebrachte bedragen;
g. de administratieve voorwaarden die partijen bij de uitvoering van de overeenkomst in acht zullen nemen.

3 De duur van een overeenkomst bedraagt maximaal vijf jaar.

4 De Wlz-uitvoerder draagt er zorg voor dat in het aanbod van gecontracteerde zorgaanbieders redelijkerwijs rekening wordt gehouden met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging, de culturele achtergrond en de seksuele gerichtheid van de bij hem ingeschreven verzekerden.

5 Indien na beëindiging van een overeenkomst voor een bepaalde vorm van zorg door een Wlz-uitvoerder geen aansluitende overeenkomst voor die vorm van zorg met dezelfde zorgaanbieder tot stand komt, behoudt de verzekerde, zolang die zorg noodzakelijk en verantwoord is, jegens de Wlz-uitvoerder recht op ononderbroken voortzetting van die vorm van zorg, te verlenen door dezelfde zorgaanbieder, indien die zorg is aangevangen voor de datum waarop de overeenkomst met die zorgaanbieder voor de desbetreffende vorm van zorg is beëindigd.

6 Gedurende de tijdelijke voortzetting van de zorg, bedoeld in het vijfde lid, gelden tussen de Wlz-uitvoerder en de zorgaanbieder de voorwaarden van de overeenkomst waaronder de zorg aan de in het vijfde lid bedoelde verzekerde is aangevangen, behoudens voor zover bij ministeriële regeling anders wordt bepaald.

7 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

8 De voordracht voor een krachtens het zevende lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.



Artikel 4.2.3

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld waarmee de zorg persoonsvolgend kan worden bekostigd.



Artikel 4.2.4

1 De Wlz-uitvoerder is verantwoordelijk voor de uitvoering van hetgeen bij en krachtens deze wet is geregeld voor de bij hem ingeschreven verzekerden. De eerste volzin geldt niet voor werkzaamheden die bij of krachtens de wet aan een andere rechtspersoon zijn opgedragen.

2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt Nederland ingedeeld in regio’s. Onze Minister wijst per regio een Wlz-uitvoerder aan als zorgkantoor. Het zorgkantoor is voor alle verzekerden die wonen in de regio waarvoor hij is aangewezen belast met de verstrekking van het persoonsgebonden budget, alsmede in een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen mate met de administratie of controle van de aan die verzekerden verleende zorg.

3 Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur of de aanwijzing, bedoeld in het tweede lid, kunnen nadere voorwaarden aan de administratie of controle worden gesteld en kunnen, voor het geval voor een regio een ander zorgkantoor wordt aangewezen, regels worden gesteld om een goede taakoverdracht te bewerkstelligen.

4 Indien een Wlz-uitvoerder werkzaamheden ter vervulling van zijn zorgplicht of van zijn in het eerste lid bedoelde taak uitbesteedt, neemt hij daartoe bij algemene maatregel van bestuur te bepalen regels in acht alsmede, voor zover het verlenen van de verzekerde zorg wordt uitbesteed, de bij of krachtens artikel 4.2.2 gestelde regels.

5 Nadat Onze Minister een melding van de zorgautoriteit als bedoeld in artikel 79, vierde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg heeft ontvangen, kan hij bepalen dat de Wlz-uitvoerders geen werkzaamheden mogen uitbesteden aan het in de melding genoemde zorgkantoor en kan hij de in het tweede lid bedoelde aanwijzing van het zorgkantoor intrekken.

6 Overeenkomsten die in strijd met het bij en krachtens het vierde en vijfde lid of het bij of krachtens artikel 4.2.2 bepaalde zijn gesloten, zijn nietig.



Artikel 4.2.5

De Wlz-uitvoerder is verplicht zijn werkzaamheden op een doelmatige wijze uit te voeren. Hij treft de nodige maatregelen ter voorkoming van de verstrekking van onnodige zorg en van uitgaven die hoger dan noodzakelijk zijn.



Artikel 4.2.6

1 De Wlz-uitvoerder voert ter zake van de uitvoering van deze wet een administratie die gescheiden is van de overige activiteiten die plaatsvinden in de groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waartoe de Wlz-uitvoerder behoort.

2 Buiten de werkzaamheden die uit deze wet voortvloeien, verricht de Wlz-uitvoerder slechts taken die hem bij of krachtens de wet zijn opgedragen.



§ 3. Verslaglegging

Artikel 4.3.1

1 Een Wlz-uitvoerder zendt voor 1 juli aan de zorgautoriteit een financieel verslag over het voorafgaande kalenderjaar. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen de beheerskosten en de kosten van verstrekking van zorg en vergoedingen.

2 Het financieel verslag gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede van een verslag van zijn bevindingen over de ordelijkheid en controleerbaarheid van het gevoerde financiële beheer.

3 Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gesteld omtrent de inhoud van het financieel verslag.

4 De zorgautoriteit zendt het Zorginstituut onverwijld een exemplaar van de in het eerste en tweede lid bedoelde stukken.

5 Op aanvraag van een Wlz-uitvoerder is de zorgautoriteit bevoegd voor in haar besluit aan te wijzen baten en lasten te besluiten dat het ontbreken van een overeenkomst als bedoeld in artikel 4.2.2 geen gevolgen heeft voor de inhoud van de verklaring, bedoeld in het tweede lid.



Artikel 4.3.2

1 De Wlz-uitvoerder zendt voor 1 juli aan de zorgautoriteit in tweevoud een uitvoeringsverslag waarin hij:
a. rapporteert over de uitvoering van deze wet in het voorafgaande kalenderjaar, en
b. een overzicht geeft van zijn voornemens met betrekking tot de uitvoering van deze wet in het lopende kalenderjaar en het daaropvolgende kalenderjaar.

2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gesteld omtrent de inhoud van het uitvoeringsverslag. De voorschriften kunnen in het bijzonder betrekking hebben op naleving van een in de regeling aan te wijzen gedragscode.

3 De Wlz-uitvoerder voegt bij het uitvoeringsverslag twee exemplaren van een verslag met bevindingen van een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek over de vraag of:
a. het uitvoeringsverslag overeenkomstig de daarvoor geldende regels is opgesteld;
b. de uitvoering is geschied overeenkomstig de verplichtingen die bij of krachtens deze wet in het voorafgaande kalenderjaar op de Wlz-uitvoerder rustten.

4 Artikel 4.3.1, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.



Artikel 4.3.3 [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen



§ 4. Overig

Artikel 4.4.1

De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is niet van toepassing op de Wlz-uitvoerders.

-

De Wet langdurige zorg is voor het laatst geactualiseerd op: 13 maart 2017.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl