Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - februari 2014:


28 februari 2014
Vierde verdachte vrijgesproken in monstransroofzaak

'Een 23-jarige man uit Utrecht is vrijdag door de rechtbank Midden-Nederland vrijgesproken van diefstal en heling van de monstrans uit het Museum Catharijneconvent in Utrecht. De man zou samen met drie mannen verantwoordelijk zijn voor de monstransroof in januari 2013.

De man stond terecht omdat hij met een scooter buiten het museum klaar zou hebben gestaan om de hoofddader met de monstrans te helpen ontsnappen. De hoofddader sloeg op klaarlichte dag onder het aanwezige publiek een vitrinekast in en ging er met de monstrans vandoor.

De rechtbank heeft de vierde man in deze zaak vrijgesproken omdat niet bewezen kan worden dat de aangetroffen scooter dezelfde scooter is als die bij de roof is gebruikt. Ook kan niet bewezen worden dat het aangetroffen DNA van de man op de scooter is achtergelaten op het moment van de diefstal.

In september 2013 werden drie mannen veroordeeld tot gevangenisstraffen voor diefstal respectievelijk heling van de monstrans.'



28 februari 2014
Gevangenisstraffen voor verkrachting minderjarig meisje

'De rechtbank heeft een 36-jarige man uit Pijnacker-Nootdorp veroordeeld tot 36 maanden gevangenisstraf. Een 24-jarige man uit Bronckhorst is veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf waarvan 8 maanden voorwaardelijk.

De rechtbank acht bewezen dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan het verkrachten van een minderjarig meisje uit Winterswijk.

Filmopnamen
De 36-jarige man heeft ook kinderpornografische filmopnamen gemaakt, door de seksuele handelingen die door de medeverdachte werden verricht te filmen.

Bijzondere voorwaarden
Aan het voorwaardelijke strafdeel van de 24-jarige man zijn bijzondere voorwaarden verbonden. De man moet na zijn vrijlating drie jaar lang contact onderhouden met de reclassering en eventueel een behandeling volgen.

De rechtbank legt zwaardere straffen op dan door de officier van justitie is geëist.'



28 februari 2014
Opname in psychiatrisch ziekenhuis voor afbijten vingerkootje van politieagent

'De rechtbank Oost-Brabant laat een 23-jarige Eindhovenaar voor één jaar opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis. De man maakte zich schuldig aan zware mishandeling van een politieagent en mishandeling van een andere agent. Hij moet zijn slachtoffers een schadevergoeding van in totaal 11.040 euro betalen.

De verdachte viel in september vorig jaar in Helmond twee politieagenten aan. Daarbij beet hij het vingerkootje van één van de agenten af. Ondanks een operatie moet het slachtoffer voor de rest van zijn leven het topje van zijn vinger missen. Bovendien sloeg de verdachte hem meermaals in zijn gezicht en beet hem in zijn oor. Ook sloeg en schopte hij de andere agent in zijn gezicht en beet hij hem in zijn arm.

Bij de verdachte was tijdens het incident sprake van een psychotische stoornis. Volgens de rechtbank had de man hierdoor geen enkele controle meer over zijn gedrag en handelen en was hij dus niet toerekeningsvatbaar. De feiten kunnen hem daarom niet worden toegerekend waardoor hij niet strafbaar is en wordt ontslagen van alle rechtsvervolging.'



27 februari 2014
Fundis moet besluit participatie in ’t Lange Land Ziekenhuis te Zoetermeer (LLZ) intrekken

'Fundis heeft onvoldoende de noodzaak onderkend om de (financiële) risico’s van de participatie in LLZ daadwerkelijk te minimaliseren, en moet het besluit daarom intrekken, zo oordeelde de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam (OK) vandaag.

Ondernemersbesluit
De OK stelt in haar uitspraak voorop dat het besluit van Fundis Holding B.V (Fundis) om in een andere zorgonderneming zoals LLZ te participeren, in beginsel een aangelegenheid van de ondernemer is. Er kunnen strategische en/of commerciële en/of bedrijfseconomische redenen voor zo’n besluit zijn en het is aan de ondernemer om die redenen te inventariseren en te beoordelen.

Belangen van stakeholders
De ondernemer moet echter de belangen van de onderneming en haar stakeholders, onder wie de werknemers, in zijn besluitvorming betrekken en een afweging maken van de beweegredenen en de te verwachten gevolgen van een voorgenomen participatie. Daarbij moeten de beoogde en redelijkerwijs te behalen voordelen worden afgewogen tegen de nadelen, waaronder die van financiële aard. De OK oordeelde dat Fundis, in het licht van alle beschikbare feiten en betrokken belangen, op zich kon besluiten dat de redelijkerwijs voorzienbare risico’s voor de Fundis Groep niet zo groot waren dat zij van participatie in LLZ zou moeten afzien. Daarbij speelde volgens de OK mee dat Fundis bij het aangaan van de intentieovereenkomst met LLZ de door haar in beeld gebrachte risico’s zo veel als redelijkerwijs mogelijk was, had uitgesloten of afgedekt.

Onvoldoende zorg voor daadwerkelijke risicominimalisatie
De OK onderschrijft echter het standpunt van de ondernemingsraad dat Fundis onvoldoende heeft zorggedragen voor de daadwerkelijke vervulling van die op papier overeengekomen, ‘risicomatigende’ voorwaarden. Toen zij op 15 november 2013 definitief tot participatie in LLZ besloot waren diverse van die voorwaarden immers niet vervuld en (kennelijk) ook welbewust onvervuld gelaten. Daarmee heeft Fundis onvoldoende onderkend dat het welslagen van de participatie vooral afhankelijk is van de mate waarin zij erin slaagt de door haar gesignaleerde (financiële) risico’s uit te sluiten of af te dekken.

Slotsom
De slotsom is dat Fundis bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot het bestreden besluit van 15 november 2013 om in ’t Lange Land Ziekenhuis te Zoetermeer te participeren. De Ondernemingskamer verplicht Fundis om voormeld besluit in te trekken en alle gevolgen daarvan ongedaan te maken en verbiedt handelingen te (doen) verrichten ter (verdere) uitvoering van het bestreden besluit of onderdelen daarvan.'



27 februari 2014
Gevangenisstraffen van vijftien en dertien jaar voor doodslag

'Twee mannen zijn donderdag 27 februari 2014 veroordeeld tot vijftien en dertien jaar gevangenisstraf in de zaak rond de dood van de 37-jarige Luc Brouwers. Ze worden veroordeeld voor gekwalificeerde doodslag. Dit houdt in dat ze het slachtoffer hebben gedood in combinatie met een ander misdrijf, in dit geval roof.

De twee verdachten hadden een afspraak met het slachtoffer dat uit België was komen rijden. Ze waren van plan Brouwers van zijn speed te beroven. Voor de beroving heeft een van de mannen Brouwers in het gezicht geschoten. Vervolgens hebben de schutter en zijn mededader de speed uit de auto gepakt en zijn er vandoor gegaan. Het slachtoffer is kort daarna aan zijn verwondingen overleden.

Nog geen drie weken later heeft de schutter met anderen weer iemand met geweld en onder bedreiging van een vuurwapen beroofd. Ditmaal werd het slachtoffer naar Rotterdam gelokt in de veronderstelling dat hij daar wiet kon kopen. Een week later is de schutter op straat aangehouden. Hij had op dat moment het pistool waarmee Luc Brouwers is doodgeschoten bij zich.

De mededader wilde een maand na de beroving van Brouwers opnieuw een gewapende overval plegen. Voorzien van valse bankbiljetten was hij met drie andere mannen op weg naar Amsterdam om ‘zaken’ te doen met een potentieel slachtoffer. De overvallers hadden daarvoor twee vuurwapens meegenomen. Door ingrijpen van de politie werd deze beroving voorkomen.

De rechtbank vindt het belangrijk dat de maatschappij beschermd wordt tegen deze verdachten. Daarom acht zij forse gevangenisstraffen op zijn plaats. Beide verdachten worden volledig toerekeningsvatbaar geacht. De straf valt iets lager uit dan door de officier van justitieis geëist. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met straffen die eerder in soortgelijke zaken zijn opgelegd, maar ook met de nog zeer jeugdige leeftijd (21 en 22 jaar) van de daders. Aan de weduwe moeten de daders een bedrag van € 5.338,97 aan schadevergoeding betalen.

Degene die het vuurwapen aan de schutter heeft geleverd is veroordeeld tot een jeugddetentie van 449 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk.'



27 februari 2014
Stagiaire Amsterdamse rechtbank mag blijven

'De Haagse voorzieningenrechter heeft beslist dat de Amsterdamse studente die stage liep bij de rechtbank Amsterdam, weer aan de slag mag. De rechtbank Amsterdam had de stageovereenkomst op 12 februari 2014 opgezegd nadat aan het licht kwam dat de broer van de stagiaire is opgenomen in de Top-600-lijst met jeugdige Amsterdamse criminelen en dat er op die dag een strafzaak tegen de broer zou dienen.

Melding
Volgens de Amsterdamse rechtbank had de stagiaire melding moeten maken van het criminele verleden van haar broer. Door dat niet te doen heeft zij de kernwaarden integriteit en onpartijdigheid van de rechtbank geschonden waardoor de stageovereenkomst niet kon voortduren. De voorzieningenrechter constateert echter dat medewerkers van de rechtbank alleen verplicht zijn melding te maken van lopende rechtszaken waarbij zij zijn betrokken, en niet van zaken die in het verleden hebben plaatsgevonden. Daarom hoefde de stagiaire geen melding te maken van het criminele verleden van haar broer. De stagiaire wist niet dat haar broer was opgenomen in de Top-600 lijst en ook niet dat hij op 12 februari 2014 als verdachte in een strafzaak moest verschijnen. Hieruit volgt dat de rechtbank Amsterdam de overeenkomst met de stagiaire niet had mogen beëindigen en dat zij haar stage mag vervolgen. Een dwangsom is volgens de voorzieningenrechter niet nodig omdat ervan uit mag worden gegaan dat er overeenkomstig het vonnis zal worden gehandeld.'



27 februari 2014
Uitspraak windturbines Hartelkanaal binnen twee weken

'Gisteren heeft bij de rechtbank Rotterdam het kortgeding plaatsgevonden over de windturbines die op dit moment worden geplaatst langs het Hartelkanaal in het Botlekgebied. Omwonenenden zijn naar de rechter gestapt omdat ze het niet eens zijn met de bouw van het windmolenpark. De rechter doet binnen twee weken uitspraak.'



27 februari 2014
Vijftien maanden gevangenisstraf voor ex-directeur The Entertainment Group

'De rechtbank Overijssel veroordeelt een ex-directeur van The Entertainment Group (TEG) tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. De rechtbank acht bewezen dat de man een bedrag van €304.250,- heeft onttrokken aan de boedel van het bedrijf, dat in 2009 failliet ging. Daarnaast heeft hij facturen vervalst om ten onrechte BTW terug te kunnen vragen bij de Belastingdienst en heeft hij onjuiste belastingaangiftes gedaan.

De verdachte werd eind 2008 door TEG benaderd om als een van de zogenaamde ‘4 musketiers’ te helpen om het bedrijf, dat in grote financiële problemen verkeerde, van de ondergang te redden. In september 2009 ging het bedrijf alsnog failliet.

Voorkomen beslag
Al in januari 2009 waren er problemen met de bank van TEG. Om te voorkomen dat de bank beslag zou leggen op €535.500,- van TEG werd het geld overgemaakt naar een rekening van de verdachte. Later boekte hij €231.250,- van dat bedrag terug. De rest van het geld hield hij voor zichzelf, waardoor €304.250,- werd onttrokken aan de boedel van het bedrijf. Hiermee heeft de verdachte schuldeisers van het bedrijf benadeeld.

Valse facturen
De rechtbank stelt vast dat de verdachte bij het redden van TEG een belangrijke kredietfunctie voor de Belastingdienst in gedachten had. Door facturen op te maken met hoge bedragen voor nooit verrichte werkzaamheden konden ten onrechte forse bedragen aan BTW teruggevraagd worden. Hiermee heeft de verdachte het vertrouwen dat door zakenpartners en de overheid aan facturen wordt toegekend op grove wijze beschaamd.

De verdachte hanteerde ook buiten TEG een vergelijkbare werkwijze door facturen op te maken voor nooit verrichte werkzaamheden, waardoor hij een hoger bedrag aan BTW terug kon vragen dan waar hij recht op had.

Straf
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat de man in 2011 door de civiele rechter al is veroordeeld tot terugbetaling van het onrechtmatig verkregen geld. Ook is hij inmiddels persoonlijk failliet verklaard. Daarnaast houdt de rechtbank er rekening mee dat het een tijd geleden is dat deze feiten zijn gepleegd. Ook weegt de rechtbank het feit mee dat er de nodige media-aandacht is geweest voor de verdachte, waarbij ten onrechte het beeld is geschetst dat het faillissement van TEG enkel aan hem te wijten is geweest.'



26 februari 2014
Faro-ramp: geen nieuwe overeenkomst schadevergoeding

'Martinair hoeft de overeenkomst voor de schadevergoeding die is afgesloten met de slachtoffers en nabestaanden van de Faro-ramp in 1992 niet opnieuw vast te stellen. Dat heeft de rechter bepaald in een procedure die dertig slachtoffers hadden aangespannen tegen de vliegtuigmaatschappij.

De slachtoffers stellen op basis van het rapport van deskundige Horlings uit 2012 dat Martinair destijds onjuiste en onvolledige informatie heeft gegeven over de toedracht van het ongeval en dat de overeenkomst voor schadevergoeding is gesloten op grond van een onjuiste voorstelling van zaken. Zij willen om die reden wijziging van de vaststellingsovereenkomsten en vergoeding van alle door hen geleden schade.

Geen onjuiste voorstelling van zaken
De rechtbank volgt hen daarin niet: beide partijen beschikten destijds over dezelfde feitelijke gegevens bij het vaststellen van de overeenkomst voor de schadevergoeding. Ook toen is op basis van onderzoek geconstateerd dat er vlak voor de landing windshear was opgetreden en door de bemanning onjuiste manoeuvres en beoordelingsfouten zijn gemaakt. Volgens de advocaat van de slachtoffers was er echter geen aanleiding uit te gaan van bewuste roekeloosheid van de bemanning. Vervolgens hebben de slachtoffers afgezien van een gerechtelijke procedure over de schuldvraag en is er een vaststellingsovereenkomst tussen Martinair en de slachtoffers gesloten waarin de oorzaak van het ongeval en de schuldvraag nadrukkelijk als onzekere factor zijn opgenomen. De door de slachtoffers ingehuurde deskundige Horlings heeft zijn recente onderzoek gebaseerd op dezelfde informatie die toen bekend was, maar trekt daaruit nu een andere conclusie dan Martinair destijds. Dat maakt volgens de rechtbank nog niet dat vliegmaatschappij een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven. Ook is niet gebleken dat de slachtoffers destijds een hoger bedrag aan schadevergoeding hadden kunnen claimen dan zij van Martinair hebben ontvangen.

Gelet op het voorgaande komt de rechter aan de vragen of Martinair bewust roekeloos heeft gehandeld of dat Martinair een hogere schadevergoeding zou moeten betalen in deze procedure niet toe.'



26 februari 2014
Toezichthouders woningstichting niet aansprakelijk voor mislukt bouwproject

'De leden van de Raad van Toezicht van woningstichting Servatius zijn niet aansprakelijk voor de schade die de woningstichting leed door een mislukt bouwproject in Maastricht. Dat is het oordeel van de rechtbank Oost-Brabant.

De rechtbank oordeelde vorig jaar dat de oud-directeur van de woningstichting onbehoorlijk heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade. De directeur gaf in 2008 opdracht voor de bouw van een complex met studentenwoningen, (sociale) woningbouw en commerciële ruimten. Daarbij gaf hij onder meer in strijd met de voorwaarden van de minister en de Raad van Toezicht van Servatius betalingsgaranties af voor de totale bouw en dekte hij de financiële risico’s voor Servatius onvoldoende af.

De rechtbank oordeelt in het vonnis van vandaag dat de oud-toezichthouders van de woningstichting niet aansprakelijk zijn. Volgens de rechtbank kan niet worden vastgesteld dat zij hun toezichthoudende taak onbehoorlijk hebben vervuld. Twee toezichthouders hadden al geen zitting meer in de Raad van Toezicht in de periode van het onbehoorlijk bestuurlijk handelen door de directeur. De andere toezichthouders hebben volgens de rechtbank serieuze invulling gegeven aan hun taak door de voorbereiding en voortgang van het bouwproject nauwlettend te volgen, door vragen te stellen en door informatie van deskundige derden in te winnen. Ook hebben zij sturing gegeven aan het handelen van de directeur zoals door het formuleren van kaders en het geven van concrete opdrachten.

Achteraf bezien had een strenger toezicht het onbehoorlijk bestuurlijk handelen van de directeur - en de daaruit voortgekomen schade voor de woningstichting - wellicht kunnen voorkomen. Maar dat betekent niet dat de Raad van Toezicht zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en dat de toezichthouders daarvan een ernstig verwijt kan worden gemaakt, zo oordeelt de rechtbank.'



21 februari 2014
Anderhalf jaar gevangenisstraf voor Badr Hari

'Badr Hari krijgt anderhalf jaar gevangenisstraf voor vijf mishandelingen, waaronder de zware mishandeling van Koen Everink tijdens Sensation White in de Amsterdam Arena. Zijn medeverdachte wordt vrijgesproken.

Badr Hari krijgt anderhalf jaar gevangenisstraf, waarvan een half jaar voorwaardelijk, voor een reeks van mishandelingen. Deze mishandelingen vonden plaats in het Amsterdamse uitgaansleven. De Amsterdamse rechtbank acht bewezen dat Hari tijdens het Sensation White-feest in de Amsterdam Arena, in Club Air, in café Cooldown en in de club Blinq een vijftal personen (ernstig) heeft mishandeld.

De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich ernstig heeft misdragen en dat hij met name Everink zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht. Verder beschouwt de rechtbank geweld dat wordt gepleegd in het uitgaansleven als een ernstig strafbaar feit, dat hevige gevoelens van onveiligheid bij de slachtoffers en het overige publiek teweeg brengt. Van een louter voorwaardelijke straf, een horecaverbod of een boete – zoals de advocaat van Hari voorstelde – kan volgens de rechtbank dan ook geen sprake zijn.

Lagere straf
Wel legt de rechtbank een lagere straf op dan het openbaar ministerie(OM) had geëist, onder meer omdat de rechtbank een aantal ten laste gelegde feiten niet bewezen acht. Bovendien was de straf die het OM eiste fors hoger dan de voor dit soort delicten gebruikelijke straffen. De rechtbank ziet geen reden om van die gebruikelijke richtlijnen af te wijken. Tot slot was in een van de zaken de redelijke termijn voor vervolging overschreden, wat een strafmatigende factor vormt.

Hari moet aan Everink een schadevergoeding betalen van ruim twintigduizend (20.792,30) euro betalen.

Medeverdachte in de Sensation White zaak, Ferhat Y., wordt vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Er zijn geen betrouwbare getuigenverklaringen waaruit zijn betrokkenheid bij de ernstige mishandeling blijkt.'



21 februari 2014
Gevangenisstraf voor man die katjes doodde

'De man die vier kleine katjes doodde, krijgt van de rechtbank Den Haag een gevangenisstraf van 70 dagen, waarvan 27 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Hij was via Marktplaats aan de kittens gekomen.

De man heeft volstrekt ontoelaatbaar gehandeld door vier weerloze kittens zonder redelijk doel pijn en letsel toe te brengen. Hij heeft dermate veel geweld toegepast dat zij zijn overleden. De rechtbank rekent dit de man zwaar aan.

Daar komt bij dat het geen eenmalige uitbarsting van geweld is geweest, maar dat hij keer op keer in de fout is gegaan. De man heeft zijn gedrag niet aangepast en ook geen hulp ingeschakeld om herhaling te voorkomen. In dat licht is het extra schrijnend dat hij kort nadat hij de katjes doodde, hij wederom per e-mail contact met adverteerders heeft gelegd om nieuwe katten aan te schaffen.

Om te voorkomen dat man in de toekomst in herhaling vervalt, legt de rechtbank verplichte behandeling en begeleiding door de reclassering op. Ook mag hij tijdens de proeftijd van drie jaar geen huisdieren hebben. De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met het feit dat de man zwakbegaafd is en trekken van een schizoïde persoonlijkheidsstoornis heeft, waardoor hij licht verminderd toerekeningsvatbaar is.'



21 februari 2014
Elf jaar celstraf voor doodslag in Eindhoven

'De rechtbank Oost-Brabant heeft zojuist een 28-jarige Eindhovenaar veroordeeld tot een gevangenisstraf van elf jaar voor doodslag. Daarnaast moet hij de nabestaanden van het slachtoffer een schadevergoeding van 3969,50 euro betalen.

De verdachte kreeg in juni vorig jaar tijdens een pauze op zijn werk ruzie met een collega. Hij trok daarbij een mes en stak het slachtoffer een aantal maal in zijn bovenlichaam. De man overleed aan zijn verwondingen.

De advocaat van de verdachte heeft bepleit dat er sprake was van noodweer of van een situatie waarin de man kon denken dat hij zich in zo’n positie bevond. De rechtbank verwierp beide verweren.

De man heeft buitengewoon zwaar en onherstelbaar leed toegebracht aan de nabestaanden van het slachtoffer. Ook de getuigen van de steekpartij hebben een bijzonder traumatische ervaring te verwerken gekregen. Omdat de verdachte weigerde mee te werken aan een onderzoek naar zijn geestvermogens, acht de rechtbank hem volledig toerekeningsvatbaar en dus volledig verantwoordelijk voor zijn handelen.

Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de verdachte eerder is veroordeeld en het feit pleegde terwijl hij zich nog in zijn proeftijd bevond van een eerdere veroordeling.'



19 februari 2014
Gebruik Kuifje door Hergé Genootschap toegestaan

'Het gebruik van de werken van Hergé – de geestelijk vader van Kuifje – door het Hergé Genootschap in de periode van 2009 tot 2012 is door de rechtbank Den Haag niet verboden. Het Belgische bedrijf Moulinsart, dat om een dergelijk verbod vroeg, heeft onvoldoende aangetoond dat het Hergé Genootschap inbreuk heeft gemaakt op haar auteursrechten door Kuifje-tekeningen in haar eigen publicaties te gebruiken.

De rechtbank oordeelt dat er sinds 2000 een overeenkomst tussen Moulinsart en het Hergé Genootschap bestond die nooit is opgezegd en op grond waarvan Moulinsart toestemming voor dergelijk gebruik heeft gegeven. Moulinsart stelde dat opzegging van de overeenkomst niet nodig was, omdat deze in haar ogen niet bestond.

De rechtbank oordeelt verder dat door Moulisart onvoldoende is aangevoerd om te kunnen aannemen dat het Hergé Genootschap met het gebruik van de domeinnaam kuifje.nl inbreuk maakt op een woord/beeldmerk van Moulisart waarin het bestanddeel “Kuifje” is opgenomen.'



19 februari 2014
Celstraf en lange proeftijd voor mishandeling van vriendin

'De rechtbank Gelderland heeft vandaag een 52-jarige man uit Huissen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 300 dagen waarvan 178 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.

Schoppen en slaan
De man heeft zich schuldig gemaakt aan poging tot zware mishandeling en vernieling. Hij heeft de bewuste avond zijn vriendin enorm mishandeld door haar aan haar haren over straat te sleuren en haar (onder meer tegen het hoofd) te schoppen en te slaan. Van een persoon die heeft geprobeerd de man te stoppen, heeft hij de kleding vernield. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de problemen op verschillende leefgebieden bij de man. Om die reden vindt de rechtbank het noodzakelijk dat een groot deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk wordt opgelegd en een proeftijd van drie jaar.

Meldingsplicht Reclassering
Aan het voorwaardelijke deel van de straf zijn enkele bijzondere voorwaarden gekoppeld waaronder een leefstijltraining. De man moet zich daarnaast melden bij de Reclassering. Van de straf wordt de tijd afgetrokken die de man al in voorlopige hechtenis heeft gezeten. Daarnaast moet hij schadevergoeding betalen van € 745 euro aan de man van wie de kleding is vernield.'



19 februari 2014
Haagse hof legt 18 jaar cel op aan verdachte van meerdere geweldsmisdrijven

'Het gerechtshof in Den Haag heeft op 19 februari 2014 een man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 jaar. De gevangenisstraf is onder meer opgelegd voor doodslag in Rotterdam, een poging tot doodslag op drie personen in de buurt van Arnhem en wederrechtelijke vrijheidsberoving.

Het hof heeft bewezen verklaard dat de verdachte in de nacht van 22 oktober 2009 in Rotterdam zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag op een 26-jarige man. De verdachte kreeg ruzie met de betreffende man. Hij schoot het slachtoffer op korte afstand door het bovenlichaam, waarbij deze het leven liet.

Daarnaast heeft het hof de man veroordeeld voor een poging doodslag in de nacht van september 2009 op de snelweg nabij Arnhem door vanuit een auto meermalen gericht te schieten met een semi-automatisch vuurwapen op een andere rijdende auto met drie inzittenden. Het is slechts een gelukkig toeval dat er geen doden of gewonden zijn gevallen.

Ook heeft de man in de periode van eind juni tot begin juli 2009, samen met anderen, een persoon meerdere malen wederrechtelijk van zijn vrijheid beroofd, waarbij aan deze persoon onder meer ook een vuurwapen is getoond. In september 2009 heeft de verdachte, met een andere mededader, een andere persoon met behulp van een vuurwapen bedreigd.

Tot slot heeft de man zich in december 2009 bij zijn aanhouding en daarna op het politiebureau zeer agressief gedragen. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan wederspannigheid, waarbij aan een tweetal politieambtenaren letsel is toegebracht, en aan mishandeling van een politieambtenaar.

Het hof heeft bij de strafoplegging overwogen dat de verdachte slechts een geringe aanleiding nodig lijkt te hebben om extreem gewelddadig te reageren en tot het gebruik van een vuurwapen over te gaan. Ook acht het hof gelet op de korte tijd waarin de verschillende feiten elkaar hebben opgevolgd het recidiverisico aanzienlijk. Op grond hiervan is het hof van oordeel dat de verdachte een zeer ernstige bedreiging voor (de veiligheid in) de samenleving kan zijn en dat de maatschappij daarom tegen hem moet worden beschermd.

Het hof heeft op 19 februari 2014 een tweede verdachte die betrokken was bij het schietincident nabij Arnhem, de wederrechtelijke vrijheidsberoving en de bedreiging met een vuurwapen, waarvoor de eerste verdachte is veroordeeld, een gevangenisstraf opgelegd van 6 jaar en 2 maanden. Aan een derde verdachte die een aandeel had in de wederrechtelijke vrijheidsberoving is door het hof een gevangenisstraf van 18 maanden opgelegd.

De rechtbank had de drie mannen tot respectievelijk 18 jaar, 7 jaar en 20 maanden cel veroordeeld. De advocaat-generaal had gevangenisstraffen geëist van respectievelijk 20 jaar, 8 jaar en 20 maanden gevangenisstraf. Het hof heeft de drie verdachten voor dezelfde feiten veroordeeld als de rechtbank. Het hof zou voor de eerste en de derde verdachte een straf conform de door de advocaat-generaal geëiste straf hebben opgelegd, ware het niet dat de redelijke termijn in hoger beroep is overschreden. Dit heeft geresulteerd in lagere straffen dan door de advocaat-generaal geëist. Ten aanzien van de tweede verdachte zou het hof een straf conform de rechtbank hebben opgelegd maar door de overschrijding van de redelijke termijn valt die straf lager uit dan door de rechtbank opgelegd.'



19 februari 2014
Ontwerpbedrijfsduur kerncentrale Borssele mag worden verlengd

'De minister van Economische Zaken mocht de zogenoemde ontwerpbedrijfsduur van de kerncentrale Borssele verlengen van 40 naar 60 jaar. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (19 februari 2014). Met het besluit heeft de minister alleen de ontwerpbedrijfsduur van de kerncentrale verlengd, en niet de werkelijke bedrijfsduur van de centrale. Deze blijft open tot 2033. De vergunning verandert ook niet de feitelijke werkzaamheden van de kerncentrale. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Aanleiding
In 1973 is voor de kerncentrale een vergunning 'voor onbepaalde tijd' verleend. Omdat destijds rekening werd gehouden met een bedrijfsduur van 40 jaar, is die periode ook uitgangspunt geweest bij het veiligheidsrapport van de centrale. Aangezien dat rapport na 40 jaar afliep in 2013, heeft de minister vergunning aangepast en bepaald dat de kerncentrale aan een geactualiseerd veiligheidsrapport voor een ontwerpbedrijfsduur van 60 jaar moet voldoen.

Bezwaren
Volgens Greenpeace Nederland, een aantal andere organisaties en particulieren is niet aangetoond dat de kerncentrale de komende twintig jaar zonder grote ongevallen kan functioneren. Eén van de zorgen betreft de 'verbrossing' van het reactorvat van de kerncentrale. De veiligheidsmarges die daarvoor gelden, zijn onvoldoende, aldus de bezwaarmakers.

Oordeel Raad van State
De Raad van State heeft alle bezwaren ongegrond verklaard. Zo hebben de bezwaarmakers naar het oordeel van de hoogste bestuursrechter niet aannemelijk gemaakt dat het onderzoek naar vermoeiing van 'veiligheidsrelevante componenten' binnen de centrale ondeugdelijk of onvolledig is. Evenmin is aannemelijk gemaakt dat de veiligheidsmarges voor verbrossing van het reactorvat niet ruim genoeg zijn, aldus de Raad van State.

Convenant Kerncentrale Borssele
In 2006 heeft de regering met de eigenaar van de kerncentrale, de Elektriciteits Produktiemaatschappij Zuid-Nederland, een convenant gesloten waarin is vastgelegd dat de kerncentrale tot 2033 in bedrijf zal blijven. Deze werkelijke bedrijfsduur is ook opgenomen in de Kernenergiewet.'



19 februari 2014
Chemie-Pack moet minister I&M kosten vergoeden voor opruimen verontreinigd bluswater

'Chemie-Pack Nederland B.V. en een holding uit Zevenbergen moeten de kosten vergoeden die de minister van Infrastructuur en Milieu heeft gemaakt om vervuiling van de Insteekhaven Roode Vaart en het Hollandsch Diep door verontreinigd bluswater tegen te gaan. Dit volgt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (19 februari 2014). De minister besloot in januari 2011 om zogenoemde spoedeisende bestuursdwang op te leggen aan de bedrijven om bodem- en waterverontreiniging door vuil bluswater tegen te gaan en nieuwe vervuiling te voorkomen. De minister heeft de kosten van deze opruimwerkzaamheden vervolgens verhaald op Chemie-Pack Nederland B.V. en de holding, als enig bestuurder van Chemie-Pack Nederland B.V.

Rechtbank
De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde in februari 2013 dat de minister niet bevoegd was om bestuursdwang toe te passen voor de Noordelijke Insteekhaven. En hoewel zij wel bevoegd was om op te treden tegen bodem- en waterverontreiniging van de Insteekhaven Roode Vaart en het Hollandsch Diep, mocht zij de kosten niet op de holding verhalen, aldus de rechtbank. De minister was het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en was daartegen in hoger beroep gekomen bij de Raad van State.

Raad van State
De Raad van State is, net als de rechtbank, van oordeel dat de minister alleen bevoegd was om spoedeisende bestuursdwang toe te passen voor de Insteekhaven Roode Vaart en het Hollandsch Diep. De minister mag de opruimkosten verhalen die voor deze wateren zijn gemaakt. Daarbij mag zij naar het oordeel van de Raad van State niet alleen Chemie-Pack B.V. aanspreken, maar ook de holding uit Zevenbergen. De holding had namelijk als enig bestuurder de zeggenschap over Chemie-Pack Nederland B.V. en had de feitelijke leiding over dit bedrijf, aldus de hoogste bestuursrechter.

Kosten
De minister zal nog wel een nieuw besluit moeten nemen over de exacte kosten die de holding moet vergoeden, omdat in het zogenoemde kostenbesluit ook kosten zijn opgenomen vanwege opruimwerkzaamheden in de Noordelijke Insteekhaven.

Chemie-Pack
Op 5 januari 2011 woedde brand bij het chemiebedrijf Chemie-Pack aan de Vlasweg in Moerdijk. Bij het blussen van de brand kwamen grote hoeveelheden verontreinigd bluswater vrij. Omdat het bluswater de Insteekhaven Roode Vaart en het Hollandsch Diep verontreinigde, nam de minister maatregelen om deze verontreiniging tegen te gaan. Het ging om het plaatsen van twee afschermingen, een waterzuiveringsinstallatie en het nemen van watermonsters in de Insteekhaven Roode Vaart en het Hollandsch Diep. Op 22 januari jl. heeft de Raad van State twee andere uitspraken gedaan over de opruimkosten na de brand bij Chemie-Pack. Het ging toen om bestuursdwangbesluiten van het Waterschap Brabantse Delta.'



19 februari 2014
Ingezetenencriterium coffeeshops niet in strijd met het recht

'Het ingezetenencriterium dat de burgemeester van Maastricht en de officier van justitie hanteren voor coffeeshops in Maastricht is rechtmatig. Zo luidt het oordeel van het gerechtshof vandaag. Volgens dit criterium mogen alleen ingezetenen van Nederland worden toegelaten tot een coffeeshop om softdrugs te kopen. Het Openbaar Ministerie mag daarom degenen die in strijd met dit criterium handelen strafrechtelijk vervolgen, oordeelt het hof. Tijdens een speciale themazitting twee weken geleden behandelde het hof 22 strafzaken van Maastrichtse coffeeshops tegelijkertijd. De rechtmatigheid van het ingezetenencriterium stond tijdens deze zaken centraal.

Onderscheid naar nationaliteit mag
Volgens de verdediging is het ingezetenencriterium in strijd is met EU-recht en met verschillende discriminatieverboden. Bovendien zou vervolging in strijd zijn met beginselen van een behoorlijke procesorde. Het hof oordeelt dat onderscheid op grond van nationaliteit gerechtvaardigd is, vanwege de bestrijding van het drugstoerisme en de overlast die daarmee gepaard gaat. Volgens het hof blijft het vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie verder binnen de grenzen van de Opiumwet en is het ook niet in strijd met beginselen van een behoorlijke procesorde. Dat in andere coffeeshopgemeenten in Nederland het ingezetenencriterium (nog) niet wordt gehandhaafd, maakt dit niet anders.

Veertien zaken terugverwezen
De politierechter verklaarde eerder in veertien zaken het OM niet-ontvankelijk in de vervolging van medewerkers en uitbaters van Maastrichtse coffeeshops. Het hof vernietigt deze uitspraken en wijst al deze zaken terug naar de rechtbank Limburg om deze opnieuw te behandelen.

Zeven veroordelingen
In zeven andere strafzaken heeft het hof wel inhoudelijk naar de feiten gekeken. Net als de rechtbank Limburg veroordeelt het hof de eigenaren, medewerkers en portiers van de coffeeshops voor het medeplegen van het bedrijfsmatig verkopen van softdrugs.

De medewerkers van de coffeeshops krijgen een lagere straf dan bij de rechtbank: een geheel voorwaardelijke geldboete van 450 euro. Ook de portiers krijgen een geheel voorwaardelijke geldboete van 450 euro. De straf voor de eigenaren van de coffeeshops is hetzelfde als bij de rechtbank: een onvoorwaardelijke geldboete van 2.500 euro en een voorwaardelijke taakstraf van 75 uur.

In één strafzaak ging het alleen om het verbod op reclame maken. Het hof bevestigt in deze zaak de vrijspraak door de politierechter.'



14 februari 2014
Geldboete voor verboden wapenbezit, wietverkoop en schenden raadsgeheim

'De rechtbank Den Haag heeft het Haagse gemeenteraadslid Arnoud van Doorn een geldboete opgelegd van duizend euro voor verboden wapenbezit, het verkopen van wiet aan jongeren en het schenden van een raadsgeheim. Ook krijgt hij hiervoor een voorwaardelijke werkstraf van 40 uur. Het raadslid is volgens de rechtbank niet medeplichtig aan diefstal van een geheim stuk.

Bewezen
De rechtbank verklaart bewezen dat Van Doorn een geladen alarmpistool onder zijn bed had liggen. Hij heeft geen rekening gehouden met de veiligheidsrisico’s die dit met zich kan brengen.

Van Doorn heeft tussen juli en oktober 2012 een aantal keren wiet verkocht aan een groepje jongeren. Hij beweerde dat hij hiermee het vertrouwen van hen wilde winnen om op die manier hun voormalige dealer te ontmaskeren. Dit rechtvaardigt volgens de rechtbank niet zijn handelen, omdat hij als gemeenteraadslid een voorbeeldfunctie heeft.

Deze voorbeeldfunctie heeft hij ook geschonden, door als raadslid in januari 2013 een vertrouwelijk stuk openbaar te maken. Hiermee heeft Van Doorn naar het oordeel van de rechtbank het vertrouwen dat de gemeenteraad in haar leden stelt ernstig beschaamd. Hij heeft aan een journalist van het Algemeen Dagblad zijn toegangspasje gegeven, waardoor hij het vertrouwelijke stuk uit de fractiekamer kon halen.

Vrijspraak diefstal
De journalist die verdacht werd van diefstal van het vertrouwelijke stuk wordt door de rechtbank vrijgesproken. Hij wist niet beter dan dat hij het stuk dat Van Doorn voor hem achterliet, mocht meenemen. Omdat de journalist wordt vrijgesproken, kan van medeplegen door Van Doorn aan diefstal geen sprake zijn. Hij wordt vrijgesproken van betrokkenheid bij diefstal van het geheime stuk.

Voorbeeldfunctie
De rechtbank stelt dat Van Doorn van mening lijkt te zijn dat zijn doelen de middelen heiligen en dat hij zelf kan bepalen welke regels gevolgd moeten worden. De boodschap die hij daarmee uitdraagt, ook gelet op zijn voorbeeldfunctie als gemeenteraadslid, is volgens de rechtbank de verkeerde.

Van Doorn is eerder veroordeeld voor een strafbaar feit. Dit was een oud feit waarmee de rechtbank geen rekening heeft gehouden bij het bepalen van de straf.'



14 februari 2014
Omroep Brabant mocht publiceren over strafrechtelijk verleden kandidaat-raadslid uit Breda

'De voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant heeft vandaag uitspraak gedaan in een kort geding tussen een kandidaat-raadslid en Omroep Brabant. Het kandidaat-raadslid had de rechter onder meer gevraagd om verwijdering van berichten op de website van Omroep Brabant over zijn strafrechtelijk verleden als minderjarige en over een reclasseringsrapport.

Het kandidaat-raadslid is in 2006 als minderjarige veroordeeld en heeft in 2010 onder invloed van alcohol ingereden op een groep mensen in Duitsland. Hierover heeft Omroep Brabant op haar website diverse keren gepubliceerd. Na de publicaties heeft Omroep Brabant anoniem verschillende documenten over het kandidaat-raadslid ontvangen, waaronder een reclasseringsrapport. Hierover heeft Omroep Brabant vervolgens een aantal artikelen gepubliceerd. En heeft daarbij de informatie uit de rapporten gepresenteerd als feiten. Het kandidaat-raadslid stelt onnodig te zijn aangetast in zijn eer en goede naam, dat hij door publicatie aanzienlijke imago- en reputatieschade heeft geleden en dat hiermee een ontoelaatbare inbreuk is gemaakt op zijn recht op privacy. Omroep Brabant had volgens het kandidaat-raadslid een andere belangenafweging moeten maken, zeker nu hij zich verkiesbaar heeft gesteld. Daarnaast zou de publicatie in strijd zijn met het internationaal verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK).

Omroep Brabant verweert zich hiertegen en stelt onder meer dat het haar taak is de kiezer te informeren over het verleden van het kandidaat-raadslid. Dat hij imagoschade heeft geleden, maakt de publicaties volgens Omroep Brabant niet onrechtmatig.

De beoordeling
Het verzoek van het kandidaat-raadslid spitst zich toe op de vraag of Omroep Brabant had mogen publiceren over de jeugddelicten en of zij had mogen publiceren over de inhoud van het reclasseringsrapport.

Publicaties strafrechtelijk verleden
De voorzieningenrechter is met Omroep Brabant van oordeel dat zijn kandidatuur voor de gemeenteraad met zich meebrengt dat het kandidaat-raadslid meer zal moeten dulden aan media-aandacht dan iemand die geen publieke functie ambieert. Van enige noodzaak tot beperking van de vrijheid van meningsuiting in een democratische samenleving is dan ook geen sprake. Het tegendeel lijkt eerder het geval. Voorstelbaar is dat de kiezers erbij gebaat zijn informatie te krijgen over het strafrechtelijk verleden van de kandidaat op wie zij mogelijk gaan stemmen. Het feit dat het kandidaat-raadslid in zijn eer en goede naam wordt aangetast vanwege publicaties die op feiten zijn gebaseerd, maakt publicatie nog niet onrechtmatig. Anders dan het kandidaat-raadslid stelt, is in het IVRK geen bepaling opgenomen dat hij als volwassene nog bescherming geniet. De voorzieningenrechter concludeert dat de publicaties van Omroep Brabant over de jeugddelicten van het kandidaat-raadslid niet onrechtmatig zijn.

Publicaties inhoud reclasseringsrapport
De voorzieningenrechter concludeert dat de informatie die door Omroep Brabant als feiten gepubliceerd zijn, niet op enig psychologisch onderzoek waren gebaseerd. Dit had Omroep Brabant ook behoren te weten. In het reclasseringsrapport staat vermeld dat het ging om een intakegesprek. Het zou voor Omroep Brabant duidelijk moeten zijn dat er nooit een psychologisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Omroep Brabant handelt onrechtmatig door de informatie uit het reclasseringsrapport te publiceren als feiten. Omroep Brabant moet daarom binnen een week alle berichten die verwijzen naar het reclasseringsrapport van haar site verwijderen. Doet zij dat niet, dan moet zij het kandidaat-raadslid een dwangsom betalen.'



14 februari 2014
Door AFM aan Fortis opgelegde boete houdt geen stand

'De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 19 augustus 2010 aan Fortis België en aan Fortis Nederland beide een boete opgelegd van € 144.000,- omdat zij vanaf 28 augustus 2007 nalieten koersgevoelige informatie openbaar te maken. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt in hoger beroep dat AFM niet heeft bewezen dat Fortis deze overtreding heeft gepleegd. Daarom schrapt het CBb vandaag de opgelegde boetes.

Het draait hierbij om zogenoemde subprime investeringen, waarbij hypothecaire leningen worden samengebracht in één pool, op basis waarvan obligaties worden uitgegeven die in verschillende tranches verdeeld zijn. Investeringen in de hogere tranches zijn meer kredietwaardig, ook al behoren tot de onderliggende pool ook leningen die niet worden terugbetaald.

Zo’n 95 procent van de subprime investeringen van Fortis had een AAA of AA rating, de hoogst mogelijke kredietwaardigheidsscores. Fortis verwachtte over 2007 een nettowinst van 4,2 miljard euro en een nettoverlies op haar subprime investeringen van 110 miljoen euro. Gelet op de omvang van de verwachte nettowinst concludeerde Fortis dat haar investeringen in subprime geen materieel effect zouden hebben op de nettowinst over 2007. Dat heeft zij op 21 september 2007 bekend gemaakt in de zogenoemde Trading Update, voorafgaand aan een claimemissie van € 13 miljard, bedoeld om de overname van ABN Amro te financieren.

AFM legde de boetes op omdat Fortis te weinig en te rooskleurige informatie over de subprime portefeuille zou hebben gegeven.

AFM heeft onvoldoende onderbouwd dat Fortis koersgevoelige informatie heeft achter gehouden. De risico-inschatting door Fortis was op dat moment niet onredelijk. Dat blijkt ook uit het feit dat de direct betrokken Belgische toezichthouder de Trading Update heeft goedgekeurd. De Belgische toezichthouder was op de hoogte van de inhoud van de subprime portefeuille van Fortis.

De volledige uitspraak is via onderstaande link te raadplegen. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.'



14 februari 2014
Vrijspraak van ontucht met minderjarig meisje

'De rechtbank Gelderland heeft een 70-jarige man uit Oss vrijgesproken van het plegen van ontucht met een meisje die de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt.

Niet bewezen
Anders dan de officier van justitieacht de rechtbank niet bewezen dat de man op momenten in de periode januari 2010 tot en met april 2012 ontuchtige handelingen heeft gepleegd bij het meisje.

Celmateriaal
Op de broek van het meisje werd celmateriaal van de man aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat op grond van het dossier niet is uit te sluiten dat dit celmateriaal op een andere manier dan door het betasten van de schaamstreek van het meisje, op de broek terecht is gekomen. Het dossier bevat naast de aangifte verder onvoldoende steunbewijs om tot een bewezenverklaring te komen.

Door de benadeelde partij is een vordering tot schadevergoeding ingediend. Nu de rechtbank de man vrijspreekt, hoeft hij geen schadevergoeding te betalen.'



14 februari 2014
Werkstraf en rijontzegging voor veroorzaken verkeersongeluk

'De rechtbank Gelderland heeft een 36-jarige man uit Tiel veroordeeld voor het veroorzaken van een verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel bij het slachtoffer tot gevolg.

Bevroren ruiten
Het ongeval vond plaats op 24 januari 2013 te Tiel. De man reed in zijn auto en het slachtoffer reed op zijn fiets. Verdachte nam bij het linksaf slaan de binnenbocht. Ook was zijn zicht enigszins belemmerd doordat zijn voorruit tijdens het rijden opnieuw was gaan bevriezen. Hij heeft mede daardoor de fietser over het hoofd gezien.

Werkstraf en rijontzegging
De rechtbank heeft een werkstraf opgelegd van 60 uren en een voorwaardelijke rijontzegging voor de duur van een half jaar. Deze straf is lager dan geëist door de officier van justitie. De rechtbank heeft in de strafmaat laten meewegen dat ook het slachtoffer een verkeersfout heeft gemaakt, namelijk door de man geen voorrang te verlenen waar dat wel had gemoeten. Daarnaast is verdachte niet eerder veroordeeld en heeft hij onmiddellijk na het ongeval openheid van zaken gegeven.'



13 februari 2014
Uitspraak in zaak minderjarige verdachten examenfraude

'De rechtbank heeft zojuist de twee minderjarige verdachten veroordeeld voor hun rol in de examenfraude op de Ibn Ghaldounschool. De rechtbank acht een 16-jarige jongen schuldig aan het helen van een gestolen examen maar hij kreeg daarvoor geen straf. Een 16-jarig meisje is veroordeeld voor het helen van meerdere gestolen examens en heeft daarvoor een werkstraf van 60 uur gekregen.

De rechtbank heeft eerder vanmiddag uitspraakgedaan in de zaak tegen de negen meerderjarige verdachten.'



13 februari 2014
Cel- en taakstraffen opgelegd in zaak examenfraude

'Vandaag heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak rond de examenfraude bij de Ibn Ghaldounschool in 2013. Negen meerderjarige en twee minderjarige verdachten stonden terecht voor het helen en stelen van eindexamens.

De verdachten zijn veroordeeld tot celstraffen en werkstraffen, variërend van 130 tot 170 uur. De verdachten die een gevangenisstraf kregen opgelegd hoeven niet terug naar de gevangenis, de opgelegde celstraf is in geen van de gevallen langer dan de tijd die zij in voorarrest hebben gezeten.

Hier staat de samenvatting van de strafmotivering met betrekking tot de meerderjarige verdachten, zoals deze is uitgesproken tijdens de zitting op 13 februari 2014.

De uitspraak in de zaak van de twee minderjarige verdachten wordt later vanmiddag gedaan. Daarover zal een afzonderlijk bericht verschijnen.'



12 februari 2014
Vrijspraak in zaak Vivica Spong

'De rechtbank Midden-Nederland spreekt een 43-jarige verdachte vrij van de moord, dan wel doodslag op zijn partner Vivica Spong en haar ongeboren kind. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende wettig bewijs is voor een veroordeling.

Doodsoorzaak
De 31-jarige hoogzwangere partner van verdachte werd op 2 juli 2012 onderaan de trap van haar woning in Utrecht aangetroffen. In deze zaak draait het om de vraag of de vrouw door een misdrijf om het leven is gekomen, of dat er andere doodsoorzaak is. Deskundigen kunnen hierover geen uitsluitsel bieden. Er zijn weliswaar summiere aanwijzingen voor verstikking maar een andere doodsoorzaak is eveneens mogelijk. De aangetroffen letsels zouden ook veroorzaakt kunnen zijn door een noodlottige val van de trap. Dit maakt dat de rechtbank op basis van forensische bevindingen niet heeft kunnen vaststellen dat Vivica Spong door een misdrijf om het leven is gekomen.

Bewijs
Bij deze stand van zaken dient hard bewijs voorhanden te zijn om toch tot een veroordeling te komen. De verdachte heeft leugenachtig verklaard over zijn handelen op de ochtend van het overlijden van Vivica en over zijn computergebruik in de weken voorafgaand aan haar dood. Op basis van het dossier kan echter niet worden vastgesteld dat verdachte ten tijde van het overlijden van Vivica in de woning was. Ook met betrekking tot andere feiten en omstandigheden, zoals de aangetroffen bloedsporen, kan geen relatie met een misdrijf worden vastgesteld. Daarnaast heeft de rechtbank geen motief kunnen ontdekken.

Vrijspraak
De rechtbank komt tot het oordeel dat niet met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat Vivica Spong ten gevolge van een door verdachte gepleegd misdrijf om het leven is gekomen.

De verdachte is door de rechtbank per direct in vrijheid gesteld.'



12 februari 2014
Aanleg Maximabrug over Oude Rijn mag doorgaan

'De aanleg van de Maximabrug in Alphen aan den Rijn en Rijnwoude mag doorgaan. Ook mogen bestaande aansluitende wegen worden heringericht en nieuwe aansluitende wegen worden aangelegd. Dat volgt uit twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (12 februari 2014) over de gelijknamige bestemmingsplannen 'Maximabrug' van de gemeente Alphen aan den Rijn en de gemeente Rijnwoude. Tegen de uitspraken is geen hoger beroep mogelijk.

Bezwaren
Stichting Landschappelijk Lint Lagewaard Landlustweg, Bewoners Vereniging Groenoord, Vereniging Maak Het Hart niet Hard en enkele omwonenden waren bij de Raad van State in beroep gekomen tegen de bestemmingsplannen. Hun bezwaren zagen op het nut en de noodzaak van de brug, de keuze van de locatie voor de brug en eventuele alternatieven, zoals een tunnel. Ook hadden zij zorgen over de luchtkwaliteit, de verkeersveiligheid en vreesden zij een aantasting van hun woongenot. De Raad van State verklaarde al deze bezwaren ongegrond.

Beschermde diersoorten
De Raad van State is het wél eens met de bezwaarmakers dat de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn had moeten onderzoeken of een aantal beschermde diersoorten in de omgeving van de brug voorkomen. Het zou dan gaan om de rugstreeppad, de steenuil en verschillende soorten vleermuizen. Dit onderzoek ontbrak bij de vaststelling van het bestemmingsplan, maar volgde later, in oktober 2013, alsnog. Omdat hieruit bleek dat deze diersoorten óf niet voorkomen in het gebied óf na het treffen van enkele maatregelen geen hinder zullen ondervinden van de brug, heeft de Raad van State bepaald dat 'de rechtsgevolgen van het bestemmingsplan in stand blijven'.

Maximabrug
Volgens de gemeenten Alphen aan den Rijn en Rijnwoude draagt de Maximabrug bij aan een verbetering van de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in beide gemeenten. De zuidoever van de brug komt te liggen tussen de Leidse Schouw en de Genielaan in de gemeente Alphen aan den Rijn. De noordoever van de brug komt ten noorden van de Gnephoek in Alphen aan den Rijn te liggen. Daar ligt een klein deel van het gebied op het grondgebied van de gemeente Rijnwoude.

Lees de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201305481/1 over het bestemmingsplan van de gemeente Alphen aan den Rijn en de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201308294/1 over het bestemmingsplan van de gemeente Rijnwoude.'



12 februari 2014
In hoger beroep 5 jaar cel voor poging doodslag in Renesse

'Een 32-jarige Duitse man is vandaag in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar voor poging tot doodslag. Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de man in de nacht van 25 op 26 augustus 2010 een destijds 16-jarige landgenote heeft geprobeerd te wurgen, toen zij na het uitgaan alleen terugliep naar de camping waar zij logeerde. De politie vond het bewusteloze meisje in een sloot op aanwijzing van de Duitse man, die een paar dagen later als verdachte werd gearresteerd.

Voldoende bewijs
De rechtbank in Middelburg sprak in 2011 de man nog vrij wegens onvoldoende bewijs. Het hof is van oordeel dat poging tot doodslag op het meisje wel degelijk bewezen kan worden. Tot het bewijs rekent het hof onder meer de verklaring die de man die nacht zelf - toen nog als getuige - heeft afgelegd. Ook heeft het meisje haar aanvaller naderhand herkend tijdens een fotoconfrontatie. Tenslotte voldoet de man aan het signalement dat het meisje bij haar aangifte heeft opgegeven bij de politie. Het verhaal van de Duitser dat hij het meisje bewusteloos in de sloot heeft aangetroffen en dat hij juist heeft geprobeerd haar te redden, vindt het hof niet aannemelijk.

Het Openbaar Ministerie had ook nog een poging tot aanranding ten laste gelegd. Hiervan spreekt het hof de man vrij.'



10 februari 2014
Geldboete voor chemiebedrijf voor dood door schuld en overtreding Arbeidsomstandighedenwet

'De rechtbank Gelderland heeft een chemiebedrijf uit Nijmegen veroordeeld tot een geldboete van 110.000 euro voor dood door schuld en overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet (1 en 2e feit).

Uitsluiten explosiegevaar niet in de praktijk gebracht
Bij het bedrijf vond in 2009 een ontploffing in een machine plaats, waarbij een werknemer om het leven kwam. Het bedrijf had in 2002 een procedure ontwikkeld die explosiegevaar moest uitsluiten. Die procedure was wel schriftelijk vastgelegd, maar niet omgezet in de officiële veiligheidsdocumentatie van het bedrijf. In de praktijk werd deze procedure op de werkvloer nauwelijks gevolgd en werd hierop geen toezicht uitgeoefend.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft het bedrijf daarom onvoldoende maatregelen getroffen om een explosie te voorkomen. De rechtbank verwerpt het verweervan de verdediging dat het bedrijf niet had kunnen voorzien dat hierdoor ernstig gevaar of levensgevaar voor werknemers kon ontstaan, omdat in een interne risico-inventarisatie stond dat een explosie ernstige gevolgen voor personen kon hebben.

De rechtbank spreekt het bedrijf vrij van het veranderen van de inrichting zonder vergunning (3e feit). Daarnaast werd de dagvaardingvoor wat betreft een vierde feit nietig verklaard, omdat dit onvoldoende was gespecificeerd.

Voormalig directeur vrijgesproken
De rechtbank heeft de voormalig directeur van het bedrijf, aan wie leiding geven aan deze feiten ten laste was gelegd, vrijgesproken. Naar het oordeel van de rechtbank is deze verdachte tekort geschoten in de handhaving van en controle op het veiligheidsbeleid, maar levert dit geen strafrechtelijk verwijt. Uit het dossier en uit de stellingen van het Openbaar Ministerie blijkt niet dat de directeur persoonlijk wetenschap had van het uiteenlopen van de veiligheidsdocumentatie en de dagelijkse praktijk bij het bedrijf en evenmin is gebleken dat hij daar wetenschap van had moeten hebben.'



10 februari 2014
Tbs voor verkrachting en vrijheidsberoving verlengd

'De rechtbank Oost-Brabant heeft zojuist de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) verlengd van een man die in 2001 werd veroordeeld voor verkrachting en vrijheidsberoving.

De tbs van de 46-jarige man uit Veldhoven werd in januari 2013 verlengd met een jaar. Op 14 januari 2014 werd de man aangehouden in verband met een andere strafzaak. De man verbleef toen onder begeleiding buiten de kliniek en was bezig met een resocialisatietraject waarin vooruitgang werd geboekt. Toch adviseerden de deskundigen de rechtbank om de tbs-maatregel met een jaar te verlengen. Volgens de kliniek bestaat bij beëindiging van de tbs een hoog risico op recidive van seksueel-agressief gedrag.

De rechtbank verenigt zich met het advies van de kliniek en van de gedragsdeskundige om de tbs met de termijn van een jaar te verlengen. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist, en wel met een jaar. Dit was ook de eis van de officier van justitie.'



7 februari 2014
Vijf jaar cel voor klap op strottenhoofd politieagent

'De rechtbank Gelderland heeft vandaag een 41-jarige man uit Ede veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar voor onder meer poging tot doodslag op een politieagent.

Klap op strottenhoofd
De man heeft nadat hij was aangehouden van korte afstand uit het niets opzettelijk met de vuist op het strottenhoofd van een politieagent geslagen. De man moet aan de politieagent immateriële schadevergoeding betalen. De veroordeling heeft ook betrekking op vernieling, meervoudige belediging van politieagenten, mishandeling van een medegedetineerde en twee diefstallen.

Geen medewerking
De officier van justitie heeft ook TBS met dwangverpleging opgelegd. Dit heeft de rechtbank niet opgelegd. Uit rapportages blijkt onvoldoende dat de man de strafbare feiten pleegde vanwege of onder invloed van een psychische stoornis. De man heeft steeds volgehouden dat hij niet wilde meewerken aan enige vorm van begeleiding of behandeling. Daarom volstaat de rechtbank met een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf.'



6 februari 2014
Voorlopig oordeel: strafontslag klokkenluider houdt geen stand

'Op 28 januari 2014 is ter zitting van de voorzieningenrechter (hangende bezwaar) de zaak behandeld van de Rotterdamse inspecteur van de gemeente Rotterdam die met vertrouwelijke informatie naar buiten was getreden.

De ambtenaar heeft met behoud van salaris in de periode van november 2012 tot oktober 2013 geschorst thuisgezeten. Het college van B&W heeft de ambtenaar per 28 oktober 2013 strafontslag verleend in verband met zeer ernstig plichtsverzuim (bestaande onder meer uit het lekken van vertrouwelijke stukken). Door het strafontslag heeft de ambtenaar ook geen recht op een WW-uitkering.

Klokkenluider
Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan de inspecteur worden gezien als zogenaamde klokkenluider. Dat betekent dat de openbaarmaking van vertrouwelijke stukken zijn rechtvaardiging vindt in een zwaarwegend publiek belang.

De inspecteur was op de hoogte van onregelmatigheden binnen de deelgemeente Feijenoord en heeft daarvan in lijn met de Regeling integriteitsschending bij de Gemeentelijke Ombudsman melding gemaakt.

Dit leidde echter niet tot aanpak van de gemelde integriteitschendingen, zodat de publiciteit zoeken - gelet op het belang van de onthulling – geen zeer ernstig plichtsverzuim oplevert. Het strafontslag houdt om die reden naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter geen stand.

Terugkeren naar de werkvloer
Het verzoek om te mogen terugkeren naar de werkvloer wijst de voorzieningenrechter af, omdat aannemelijk wordt geacht dat sprake is van een vertrouwensbreuk die mede is veroorzaakt door bepaalde andere gedragingen van de ambtenaar.

Nu dit mogelijk zal leiden tot ontslag op andere gronden en het college van B&W in de nog te nemen beslissing op bezwaarzich hierover dient uit te spreken, acht de voorzieningenrechter tewerkstelling momenteel niet opportuun.'



6 februari 2014
Gevangenisstraf voor ondergrondse hennepkwekerij Zeist

'De rechtbank Midden-Nederland heeft vandaag een 61-jarige man uit Nijmegen veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar voor grootschalige hennepteelt in een ondergrondse kwekerij in Zeist. De rechtbank acht bewezen dat de verdachte (mede)eigenaar en exploitant van de hennepkwekerij was en zich jarenlang schuldig heeft gemaakt aan de teelt van een groot aantal hennepplanten.

De politie trof op 7 maart 2013 in een bos in Zeist een ondergrondse kwekerij aan. Verdachte was eigenaar van het betreffende bosperceel, hij heeft er gewoond en kwam er nog wekelijks. Daarnaast kocht de man regelmatig goederen voor de kwekerij, waaronder de aggregaat waarmee de kwekerij van stroom werd voorzien. Verdachte heeft niet aannemelijk kunnen maken dat hij desondanks niets van de hennepteelt wist.

Bij de strafoplegging is meegewogen dat het kweken van hennep overlast veroorzaakt en schade voor de maatschappij oplevert. In dit geval is bosgrond vervuild met schadelijke stoffen. De man werd al eerder veroordeeld voor drugsdelicten. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van drie jaar, conform de eis van de officier van justitie, passend.'



6 februari 2014
Veroordeling en vrijspraak loodgieters voor dood vader en zoon

'De rechtbank Midden-Nederland heeft vandaag een 55-jarige man uit Harderwijk veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een werkstraf van 200 uur voor dood door schuld. De rechtbank heeft een 30-jarige medeverdachte vrijgesproken van hetzelfde feit.

In januari 2013 werden de stoffelijk overschotten van een 86-jarige man en zijn 53-jarige zoon aangetroffen in een bungalow in Zeewolde. Beide slachtoffer bleken te zijn overleden aan een koolmonoxidevergiftiging. De verdachten, loodgieters van beroep, installeerden eind 2012 een cv-ketel in de bungalow. De rechtbank oordeelt dat de 55-jarige verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onjuist installeren en monteren van de ketel en rookgasafvoerleiding. “Verdachte heeft, door bij de installatie de handleidingen niet goed te lezen, een ondeugdelijke meter te gebruiken, de rookgasafvoer onjuist aan te brengen en de ketel niet correct in te stellen op propaangas, zeer onachtzaam en zeer nalatig gehandeld en is in die zin schuldig aan de dood van de slachtoffers,” aldus de rechtbank.

De rechtbank vindt een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf passend en geboden. Naast het leed en verdriet dat veroorzaakt is bij nabestaanden, is ook het vertrouwen van de maatschappij in cv-installateurs geschaad. Bij de strafoplegging is meegewogen dat de gebeurtenissen ook op de verdachte een grote emotionele impact hebben gehad. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals geëist door de officier van justitie, vindt de rechtbank daarom niet op zijn plaats.

De 30-jarige loodgieter, de zoon van de 55-jarige verdachte, werd door de rechtbank vrijgesproken. De 30-jarige had als ondergeschikte niet de verantwoordelijkheid het werk van zijn vader te controleren. Gelet op de taakverdeling en het verschil in positie tussen beide loodgieters, draagt de 30-jarige verdachte geen schuld aan de dood van de slachtoffers.'



5 februari 2014
Raad van State vernietigt milieuvergunningen Enci Maastricht

'De milieuvergunningen voor de klinker- en cementfabriek van Enci en de mergelwinning in de groeve van de Sint-Pietersberg die het college van gedeputeerde staten van Limburg in 2010 heeft verleend, zijn vernietigd.

Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (5 februari 2014). Zowel Stichting Enci Stop als Enci zelf was tegen de vergunningen in beroep gekomen. De stichting vindt dat het provinciebestuur strengere eisen had moeten stellen aan de uitstoot van onder meer stof en zwaveldioxiden, terwijl Enci juist vindt dat de vergunning te streng is. Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.

Tussenuitspraak
In augustus 2012 oordeelde de Raad van State in een zogenoemde tussenuitspraak al dat het provinciebestuur de voorschriften voor stof en zwaveldioxiden in de vergunning beter moest motiveren. Verder kreeg het provinciebestuur de opdracht om de gevolgen van de activiteiten van Enci voor de nabijgelegen Natura 2000-gebieden in België in kaart te brengen. In november 2012 heeft het provinciebestuur de vergunningen hierop aangepast, maar zowel Stichting Enci Stop als Enci kon zich niet in die aanpassing vinden.

Einduitspraak
In de einduitspraak van vandaag is de Raad van State van oordeel dat 'significante gevolgen van Enci voor de Belgische Natura 2000-gebieden niet kunnen worden uitgesloten'. Daarom had het provinciebestuur een zogenoemde passende beoordeling moeten maken in het kader van de milieuvergunningen. Nu dat niet is gebeurd, heeft het provinciebestuur niet aan de opdracht in de tussenuitspraak voldaan, aldus de hoogste bestuursrechter. De voorschriften over de uitstoot van stof en zwaveldioxiden zijn naar het oordeel van de Raad van State door het provinciebestuur wel goed hersteld.

Gevolg van de uitspraak
Door de uitspraak van vandaag beschikt Enci niet meer over een milieuvergunning voor de klinker- en cementproductie.

Enci
De fabriek van Enci aan de Lage Kanaaldijk in Maastricht bestaat uit een cementoven en een aantal cementmolens. Het fabrieksterrein is ongeveer 30 hectare groot. In de groeve van ongeveer 140 hectare wordt kalksteen gewonnen voor de productie van cement en het halffabrikaat klinker. In 2010 is Enci met overheid, Natuurmonumenten en omgeving overeengekomen om de commerciële winning van kalksteen uiterlijk in juli 2018 te beëindigen. De klinkerproductie stopt uiterlijk op 1 juli 2019. Enci zal hierna het halffabrikaat klinker gaan importeren om dit vervolgens tot cement te vermalen.'



5 februari 2014
Voorlopige hechtenis Syriëgangers geschorst

'Dinsdag 4 februari 2014 behandelde de rechtbank Gelderland een zitting tegen twee Arnhemmers die ervan worden verdacht dat zij voorbereidingshandelingen tot moord, al dan niet met terroristisch oogmerk hebben verricht. Deze zitting had als enig doel de voorlopige hechteniste beoordelen en de voortgang van het onderzoek te bespreken.

De onderzoekswensen van beide advocaten zijn toegewezen. In verband met de verdenking dat het om het plegen van een terroristisch misdrijf in Syrië zou gaan, is tijdens de zitting onder andere gesproken over onafhankelijke deskundigen die tijdens de inhoudelijke behandeling meer opheldering kunnen geven over de politieke en militaire situatie en over terreurgroepen in Syrië.

De advocaten van beide verdachten dienden tijdens de zitting een verzoek in om de voorlopige hechtenis van beide mannen op te heffen of te schorsen. De rechtbank heeft ingestemd met het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze schorsing gaat in per 11 februari zodat de voorwaarden kunnen worden uitgewerkt en de gemeente Arnhem voorbereidingstijd heeft voor de terugkeer van verdachten in hun omgeving. Bijzondere voorwaarden hierbij zijn – onder meer – dat zij onder elektronische detentie komen te staan (GPS enkelband), dat zij in Nederland moeten blijven en zij zich niet in de buurt van vliegvelden mogen begeven.

Afhankelijk van het verloop van de getuigenverhoren wordt een datum gepland voor de inhoudelijke behandeling van de zaak. De rechtbank behandelt deze zaken gelijktijdig.'



4 februari 2014
Vijftig uur werkstraf voor stiekem filmen vrouwen op toilet

'De man die stiekem filmpjes maakte van een tweetal vrouwen in een toiletruimte krijgt van de rechtbank Den Haag een werkstraf van vijftig uur. De slachtoffers waren modellen tijdens een badmodeshow, waar hij als fotograaf werkzaam was.

De fotograaf maakte stiekem filmopnames in een toiletruimte die, zo was door de organisatie van het evenement bepaald, alleen door de modellen mocht worden gebruikt. Twee modellen, jonge vrouwen, zijn daarvan slachtoffer geworden. Zij zijn gefilmd terwijl zij urineerden dan wel zich aan het omkleden waren. Zij zijn daardoor ernstig in hun privacy aangetast. De fotograaf heeft bovendien het vertrouwen dat de modellen in hem stelden, geschonden. Dit feit heeft de slachtoffers behoorlijk aangegrepen.'



4 februari 2014
Gemeente Rotterdam moet opdracht toch aan MVRDV gunnen

'Vandaag heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in het kortgeding dat architectenbureau MVRDV had aangespannen tegen de gemeente Rotterdam.

Het ontwerp van MVRDV voor een nieuw collectiegebouw bij museum Boijmans kwam tijdens de aanbesteding als winnaar uit de bus. Kort daarop maakt de gemeente Rotterdam bekend dat MVRDV alsnog werd uitgesloten wegens voorkennis. De rechter heeft beslist dat de gemeente Rotterdam de opdracht toch aan MVRDV moet gunnen.

De rechter oordeelt dat MVRDV de aanbestedingsvoorschriften op zich heeft geschonden door bij de voorbereiding te praten met de directeur van Boijmans (die ook in de beoordelingscommissie zat).

Maar de rechter is ook van oordeel dat de gemeente Rotterdam MVRDV niet om deze reden had mogen uitsluiten van de verdere aanbesteding. Zo'n zware sanctie mag alleen worden toegepast als dat voldoende duidelijk volgt uit de aanbestedingsspelregels. Dat was hier niet het geval.

De rechter heeft verder onderzocht of MVRDV een ongeoorloofde voorsprong heeft verkregen door het voorgesprek met de directeur van Boijmans. Als dat het geval zou zijn geweest, zou namelijk niet langer sprake zijn van een ' level playing field'. Volgens de rechter is zo'n voorsprong niet gebleken.

De punten waarop MVRDV beter scoorde dan het bureau waaraan de gemeente de opdracht heeft gegund zijn tijdens het gesprek tussen MVRDV en de directeur van Boijmans niet aan de orde gekomen. Aangezien MVRDV verder als beste uit de bus kwam moet de gemeente de opdracht voor het collectiegebouw aan MVRDV gunnen.'



4 februari 2014
Paaspop mag huidige eindtijden handhaven

'De gemeente Schijndel heeft redelijke eindtijden en daarbij horende geluidsniveaus gesteld voor het jaarlijkse evenement Paaspop. Dit oordeelt de rechtbank Oost-Brabant. Een omwonende stapte naar de bestuursrechter om voor de komende editie(s) de geluidsniveaus te verlagen en de eindtijden te vervroegen.

De gemeente Schijndel verstrekte voor het driedaagse festival, dat werd gehouden van 29 tot en met 31 maart 2013, onder meer een evenementenvergunning. Een omwonende uit Gemonde stelde tegen dit besluit beroep in. Zij stelt in de avond- en nachtelijke uren overlast te hebben gehad van het geluid van het evenement. Ze meent dat de geluidsvoorschriften die de gemeente aan de evenementenvergunning heeft verbonden, niet ver genoeg gaan. Volgens haar is het redelijk dat het geluidsvolume in de avonduren wordt beperkt en de eindtijd voor alle dagen op middernacht wordt bepaald.

Bij het verstrekken van evenementenvergunningen hanteert de gemeente Schijndel haar eigen evenementennotitie. Hierin staat onder meer dat Paaspop een uitzonderlijke positie inneemt op de landelijke festivalagenda. Om de naamsbekendheid van het festival én van de gemeente te behouden, geldt voor de eerste dag een eindtijd van 02.00 uur en voor de tweede dag 01.00 uur.

Volgens de rechtbank heeft de gemeente in dit beleid voldoende gemotiveerd waarom het voor Paaspop afwijkt van de voor andere evenementen geldende eindtijden en geluidniveaus. Daarnaast komen er - gezien de grootschaligheid van Paaspop - betrekkelijk weinig klachten (maximaal vijf per jaar) binnen van de omwonenden over de eindtijd en het geluidniveau van het evenement.

Bij de beoordeling van de evenementenvergunning voor Paaspop speelt het geen rol of een omgevingsvergunning nodig is en of geluidsvoorschriften op grond van de milieuregelgeving worden overtreden, zoals de omwonende uit Gemonde had aangevoerd.'



4 februari 2014
Celstraffen voor zes leden Culemborgse jeugdgroep

'De rechtbank Gelderland heeft vandaag 6 mannen in de leeftijden van 17, 19 en 21 jaar veroordeeld tot gevangenisstraffen, variërend van 504 dagen waarvan 252 voorwaardelijk tot 48 maanden onvoorwaardelijk, voor deelneming aan een criminele organisatie en het plegen van woninginbraken, heling en witwassen.

Crimineel samenwerkingsverband
De groep wordt verantwoordelijk gehouden voor tientallen inbraken, waarbij vaak grof te werk werd gegaan. Er was sprake van geraffineerde, georganiseerde criminaliteit. De groep kende een hoge organisatiegraad en ging veelal volgens vaste afspraken te werk. De inbraken zijn op een doortrapte manier voorbereid en gepleegd. Er vond voorverkenning plaats om het doelwit te bepalen en er was een taakverdeling om het risico op betrapping te verkleinen. Er stond iemand op de uitkijk en iemand van de groep hield de politie in de gaten.

De veelheid aan inbraken heeft grote impact gehad op de wijkbewoners en heeft het veiligheidsgevoel een forse knauw gegeven. De zes mannen die vandaag zijn veroordeeld vormden de kern van de organisatie.

Stemherkenning
In het opsporingsonderzoek "08Robar" is veelvuldig gebruik gemaakt van het opsporingsmiddel "opnemen van vertrouwelijke communicatie met een technisch hulpmiddel" (OVC). Bij de weergave van de opgenomen en afgeluisterde communicatie heeft de politie beschreven welke stemmen zouden zijn herkend door opsporingsambtenaren. Van deze stemherkenningen zijn processen-verbaal opgemaakt. De officier van justitiewas van mening dat de stemherkenningen als bewijsmiddel konden dienen, terwijl de advocaten die stemherkenningen onbetrouwbaar vonden, zodat deze niet als bewijs mochten gelden.

De rechtbank vindt stemherkenning als bewijs toelaatbaar. Tegelijkertijd vindt de rechtbank ook dat daarmee behoedzaam moet worden omgegaan. En daarom is stemherkenning alleen als bewijs gebruikt als de stemherkenning door andere feiten en omstandigheden werd bevestigd.

Celstraffen
De hoogste straf (48 maanden) is opgelegd aan één van de 19-jarige verdachten (A.) bij wie 13 woninginbraken, 1 poging tot woninginbraak, 2 helingfeiten, 2 witwasfeiten en deelneming aan een criminele organisatie bewezen zijn verklaard.

Aan een 21-jarige verdachte (D.) is 42 maanden gevangenisstraf opgelegd voor10 inbraken, 2 helingfeiten, 2 witwasfeiten en deelneming aan een criminele organisatie.

Met betrekking tot een 17-jarige verdachte (M.) heeft de rechtbank, anders dan de officier van justitie en de advocaat, geoordeeld dat hij in aanmerking komt voor toepassing van het meerderjarigenstrafrecht. Hierbij overweegt de rechtbank dat het hier gaat om ‘volwassen’ criminaliteit waar verdachte een leidende rol in heeft gehad. Hem is voor 10 inbraken, 2 helingfeiten, 1 witwasfeit en deelname aan een criminele organisatie 36 maanden gevangenisstraf opgelegd.

Aan een 19-jarige verdachte (D.) is ook 36 maanden gevangenisstraf opgelegd wegens 10 inbraken, 1 witwasfeit en deelname aan een criminele organisatie.

Een 21- jarige verdachte (E.K.) is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden voor 7 inbraken, 1 poging inbraak en deelname aan een criminele organisatie. Van deze verdachte was de voorlopige hechtenisgeschorst om hem de kans te geven zijn school af te maken. De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de feiten rechtvaardigt dat hij nu alsnog gevangenisstraf zal moeten ondergaan. De schorsing van de voorlopige hechtenis is per vandaag opgeheven en de man is meteen na de uitspraak aangehouden en in hechtenis genomen.

Jeugddetentie van 504 dagen waarvan 252 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, is opgelegd aan één van de 17-jarige verdachten (O.) voor 7 inbraken, 1 witwasfeit en deelname aan een criminele organisatie. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf is onder andere de bijzondere voorwaarde gekoppeld dat verdachte mee moet werken aan ‘het Harde Kern-traject’, een traject waarin jongeren in samenwerking met het gezin in een strak kader van school, begeleiding en zo nodig behandeling worden gesteld. Deze straf is overeenkomstig de eis van de officier van justitie.'



4 februari 2014
Adviseur Rochdale moet van rechter informatie geven aan parlementaire commissie

'Een adviseur die de kwaliteit van het interne toezicht van woningcorporatie Rochdale in de periode 2004-2009 heeft onderzocht, moet afschriften van zijn gespreksverslagen afstaan aan de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties. Dat heeft de voorzieningenrechter in Den Haag bevolen, nadat de commissie hierom had verzocht.

De adviseur weigerde de afschriften van de gespreksverslagen – onvoorwaardelijk – te verstrekken aan de enquêtecommissie, omdat aan de geïnterviewde personen was toegezegd dat met de inhoud van de gesprekken vertrouwelijk zal worden omgegaan. Volgens de voorzieningenrechter kan die toezegging niet in de weg staan aan de in de Wet op de parlementaire enquête 2008 neergelegde verplichting tot – onvoorwaardelijke – medewerking. Weliswaar zijn in de wet uitzonderingssituaties beschreven, waarin een beroep kan worden gedaan op een verschoningsrecht, maar die doen zich hier niet voor.'



4 februari 2014
Udense vastgoedondernemer moet terug naar gevangenis

'De Udense vastgoedondernemer die begin oktober 2013 onder voorwaarden vrij kwam, moet weer terug naar het huis van bewaring. Dit bepaalde de rechtbank Oost-Brabant. Een verzoek van de man tot opheffing of schorsing van zijn inbewaringstelling werd afgewezen.

Voorgeschiedenis
De Udense vastgoedondernemer werd in april 2013 persoonlijk failliet verklaard, waarbij een rechter-commissaris en twee curatoren werden benoemd. Omdat de man zich volgens de rechter-commissaris niet houdt aan de verplichtingen uit de Faillissementswet, waaronder de plicht curatoren informatie te verstrekken, heeft de rechter-commissaris de rechtbank eind augustus gevraagd om de man vast te zetten. De rechtbank heeft dat verzoek toen toegewezen en de man zat sinds 10 september 2013 vast in het huis van bewaring. Begin oktober kwam de vastgoedondernemer onder voorwaarden vrij. In december heeft de rechtbank bevolen dat de schorsing van de inbewaringstelling wordt opgeheven en moest de man weer naar het huis van bewaring.

Beslissing van de rechtbank
De vastgoedondernemer heeft de rechtbank daarna opnieuw verzocht zijn inbewaringstelling op te heffen of te schorsen of zijn inbewaringstelling uit te zitten in zijn eigen woning. De rechtbank heeft hem opgeroepen voor een zitting begin januari. Daar is hij zelf niet verschenen. De rechtbank heeft nu het verzoek tot opheffing of schorsing van de inbewaringstelling afgewezen. Via zijn zeggenschap over (een deel van) het concern en door niet alle gegevens te verstrekken, frustreert de Udenaar het beheer en de vereffening van de boedel in het faillissement. De inbewaringstelling dient als dwangmiddel tegen dit plichtsverzuim.

De rechtbank heeft de man ook een contactverbod opgelegd met iedereen behalve zijn advocaten, curatoren en de rechter-commissaris. Er bestaat namelijk een reëel gevaar dat eventueel aanwezige vermogens waarop de boedel aanspraak zou kunnen maken, door de man alsnog elders ondergebracht zullen worden.'



3 februari 2014
Gevangenisstraf voor houden hennepkwekerij Apeldoorn

'Rechtbank Gelderland heeft een verdachte uit Hillegom veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Hij heeft gedurende een periode van ongeveer 3 jaar een hennepkwekerij gehad in een Apeldoornse huurwoning.

Katvanger
De advocaat van verdachte heeft aangevoerd dat verdachte niet strafbaar is. Verdachte zou katvanger geweest zijn en gedwongen zijn de kosten van de woning op zijn naam te zetten en te betalen met het geld dat hij ontving van de werkelijke houder van de kwekerij. Ook zou hij de woning bewoonbaar moeten laten lijken. De rechtbank is echter van oordeel dat verdachte degene is geweest die de hennepkwekerij heeft opgericht en in stand heeft gehouden. Er is onvoldoende aannemelijk geworden dat anderen dat hebben gedaan en dat verdachte onder dwang als katvanger zou hebben gefungeerd. Zo hebben bijvoorbeeld buurtbewoners nooit iemand anders dan verdachte en een vriendin van hem bij de woning gezien. Verdachte wist ook van de hennepteelt.

Ontnemingsvonnis
In een afzonderlijk ontnemingsvonnis heeft de rechtbank de verdachte de verplichting opgelegd om een bedrag van € 264.269,32 aan de Staat te betalen. Dit is het geschatte voordeel dat verdachte met de hennepkwekerij heeft behaald. '



3 februari 2014
Gevangenisstraf van 3 jaar voor mensenhandel

'De rechtbank heeft een 26-jarige man uit Deventer veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren voor het tweemaal plegen van mensenhandel.

Overwicht
De man heeft misbruik gemaakt van zijn overwicht en de kwetsbare positie van de slachtoffers, waarvan één slachtoffer zwakbegaafd was. Het andere slachtoffer heeft hij ook misleid en bedreigd met geweld. Door deze omstandigheden heeft de man ervoor gezorgd dat de vrouwen in de prostitutie gingen werken en daarin werkzaam bleven, terwijl hij profiteerde van de opbrengsten.

Schadevergoeding
De rechtbank neemt de man zeer kwalijk dat hij ondanks een eerdere gevangenisstraf voor mensenhandel, zich weer schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel bij twee vrouwen. De straf is lager dan de eis van 42 maanden, onder meer omdat de rechtbank een kortere periode bewezen acht dan waarvan de officier van justitie bij haar eis uitging. Daarmee wil de rechtbank niets afdoen aan de ernst van dit feit en het leed dat daardoor aan beide slachtoffers is aangedaan. De man moet aan een van de slachtoffers een schadevergoeding betalen van € 30.605,00.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl