Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - januari 2014:


31 januari 2014
Medisch Centrum Haaglanden verliest kort geding over contract met ’t Lange Land Ziekenhuis

'Medisch Centrum Haaglanden (MCH) heeft bij de rechtbank Den Haag niet hard kunnen maken dat het ziekenhuis een doorlopend contract heeft met ’t Lange Land Ziekenhuis in Zoetermeer voor dienstverlening op het gebied van Pathologie en Medische Microbiologie. De voorzieningenrechter was het eens met het Zoetermeerder ziekenhuis dat nergens uit blijkt dat beide partijen het eens zijn over een voortzetting van het contract.

Partijen verschilden van mening over de vraag of tussen hen al dan niet een overeenkomst tot stand is gekomen met betrekking tot voortzetting door MCH van dienstverlening ten behoeve van 't Lange Land op het gebied van Pathologie en Medische Microbiologie. MCH probeerde in een kort geding tevergeefs af te dwingen dat het ’t Lange Land na 16 februari 2014 een bestaand contract tegen lagere tarieven zou voortzetten voor een periode van vijf jaar.

Weliswaar heeft MCH in de correspondentie van haar kant aan 't Lange Land meegedeeld dat zij betaling in termijnen door 't Lange Land heeft toegestaan onder de voorwaarde van continuering van de dienstverlening door MCH, maar 't Lange Land heeft in ieder geval in haar brieven van 12 en 22 augustus 2013 op ondubbelzinnige wijze duidelijk gemaakt dat zij niet akkoord gaat met de door MCH gestelde voorwaarde en dat zij alleen bereid is de dienstverlening door MCH voort te zetten indien MCH marktconforme tarieven hanteert. De voorzieningenrechter besloot daarom de eisen van MCH richting ’t Lange Land af te wijzen.'



31 januari 2014
Celstraf van een jaar voor geweld in vliegtuig

'Een 52-jarige man is in hoger beroep veroordeeld voor geweldpleging aan boord van een vliegtuig. Hij kreeg een gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Het gerechtshof Amsterdam heeft dit vandaag beslist. Deze straf is aanzienlijk hoger dan de eerder door de rechtbank opgelegde straf.

Geweld in vliegtuig
De verdachte is aan boord van een vliegtuig met passagiers en bemanningsleden tijdens de vlucht onder invloed van alcoholhoudende drank fysiek en verbaal tekeer gegaan tegen een aantal bemanningsleden en medepassagiers. Hij was gedurende een deel van de tijd niet te stoppen in zijn agressieve handelingen en uitlatingen. De verdachte heeft een steward geduwd, getrapt en speeksel, vermengd met bloed, in zijn linkeroog en mond gespuugd. Hierdoor is de steward wekenlang gedwongen geweest medicijnen te slikken ter voorkoming van eventuele besmetting met het HIV-virus. De verdachte heeft zich op dusdanige wijze misdragen dat het noodzakelijk was om tie-wraps bij hem aan te leggen waarbij hij zich hevig heeft verzeten medepassagiers te hulp moesten schieten om de verdachte in bedwang te houden. Tijdens zijn verzet heeft hij herhaaldelijk tegen een stoel en een vliegtuigraam geschopt. Als gevolg van het agressieve gedrag van de verdachte heeft de gezagvoerder gedurende vijf minuten de cockpit moeten verlaten en zelfs overwogen om een tussenlanding te maken.

Hogere straf
De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen, waarvan 164 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar met aftrek van voorarrest en een taakstraf. De verdachte is in hoger beroep gegaan. Het hof is echter van oordeel dat het opleggen van een taakstraf gecombineerd met een deels voorwaardelijke gevangenisstraf geen recht doet aan de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder het is begaan en heeft daarom een hogere straf opgelegd.'



31 januari 2014
Themazitting ingezetenencriterium coffeeshops Maastricht

'Op woensdag 5 februari behandelt het gerechtshof ’s-Hertogenbosch tijdens een speciale themazitting gelijktijdig 22 strafzaken tegen medewerkers en uitbaters van verschillende Maastrichtse coffeeshops. In bijna al deze zaken (21) draait het om overtreding van het verbod om aan niet-ingezetenen van Nederland softdrugs te verkopen. In één strafzaak gaat het om het verbod op reclame maken.

Nederlandse coffeeshopbeleid
Naast de al langer bestaande gedoogvoorwaarden, bijvoorbeeld dat er geen harddrugs of grote hoeveelheden softdrugs mogen worden verkocht, maakt dit zogeheten ‘ingezetenencriterium’ sinds 1 januari 2013 deel uit van het landelijke Nederlandse coffeeshopbeleid.

Tegengaan coffeeshoptoerisme
De burgemeester van Maastricht en het openbaar ministerie houden Maastrichtse coffeeshops strikt aan het ingezetenencriterium. Dit om het coffeeshoptoerisme en de overlast die daarmee gepaard gaat, tegen te gaan. De Maastrichtse coffeeshops zijn het daar niet mee eens. Ze vinden onder meer dat het ingezetenencriterium in strijd is met Europese regels en discriminatieverboden.

Verschillende uitspraken
De rechtbank Limburg heeft op 26 juni 2013 in zeven zaken geoordeeld dat het ingezetenencriterium wel door de beugel kan, terwijl de politierechter in veertien latere zaken op 4 september 2013 tot het tegenovergestelde oordeel kwam en het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaarde. In het eerste geval heeft de verdediging hoger beroep ingesteld, in het laatste geval het openbaar ministerie. De verdachte die terecht stond voor overtreding van het verbod op reclame maken is door de eerste rechter vrijgesproken.

Ook bestuursrechtelijke procedures
Naast deze strafrechtelijke trajecten lopen bij de Raad van State ook bestuursrechtelijke procedures waarin het ingezetenencriterium inzet is van discussie. In deze bestuursrechtelijke zaken is op 24 december 2013 een conclusie genomen door staatsraad advocaat-generaal Keus. De beslissing van de Raad van State wordt in de eerste helft van 2014 verwacht.

Naar verwachting doet het hof op 19 februari a.s. uitspraak in al deze zaken.'



29 januari 2014
Uniforme redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure is vier jaar

'De redelijke termijn die als uitgangspunt geldt voor de afdoening van bestuursrechtelijke geschillen die bestaan uit een bezwaarprocedure en twee rechterlijke instanties, is uniform bepaald op vier jaar. Hierbij staat zowel voor de bezwaar- en beroepsfase tezamen als die voor het hoger beroep een termijn van twee jaar. Wordt deze overschreden, dan moet de overheid € 500 aan immateriële schadevergoeding betalen voor ieder half jaar overschrijding. Voor de bezwaarfase bij het bestuursorgaan wordt daarbij uitgegaan van een termijn van een half jaar, voor de procedure bij de rechtbank van anderhalf jaar.

Grote kamer
Dit is het gevolg van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (29 januari 2014). De uitspraak is gedaan door een zogenoemde grote kamer die bestond uit de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, de presidenten van de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven en een lid van de Hoge Raad die tevens staatsraad in buitengewone dienst zijn en een staatsraad van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het is de eerste keer dat een bestuursrechtelijke grote kamer een uitspraak doet.

Redelijke termijn
Met deze uitspraak wordt aangesloten bij de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep en de Hoge Raad, die op dit moment een redelijke termijn van vier jaar hanteren. Daarbij wordt gewezen op het maatschappelijke belang van een spoedige beslechting van geschillen en op het belang van rechtseenheid. Tot op heden hanteerden de Afdeling bestuursrechtspraak en het College van Beroep voor het bedrijfsleven een redelijke termijn van vijf jaar.

Overgangsregeling
De redelijke termijn van vier jaar geldt voor bezwaar- en beroepsprocedures die volgen op besluiten die na 1 februari 2014 bekend worden gemaakt. Voor besluiten van vóór die datum wordt door de Afdeling bestuursrechtspraak en het College van beroep voor het bedrijfsleven nog een redelijke termijn van vijf jaar gehanteerd, waarin voor de bezwaarprocedure een jaar staat, die voor het beroep bij de rechtbank twee jaar en die voor het hoger beroep eveneens twee jaar.

Overschrijding gerechtvaardigd
Ingewikkeldheid van de zaak, de wijze waarop het bestuursorgaan en de rechter de zaak hebben behandeld en het processuele gedrag van bezwaarmakers zijn omstandigheden die ervoor kunnen zorgen dat overschrijding van de redelijke termijn gerechtvaardigd is. Zo kan bijvoorbeeld het inschakelen van een deskundige door een bestuursorgaan of de rechter er onder omstandigheden toe leiden dat deze termijn mag worden overschreden. Deze vaste rechtspraak blijft onverminderd gelden.

Prejudiciële procedure buiten beschouwiing
Bij het beoordelen van een overschrijding van de redelijke termijn in de nationale procedure wordt de duur van een zogenoemde prejudiciële procedure bij het Hof van Justitie in Luxemburg buiten beschouwing gelaten. Dit geldt zowel in zaken waarin prejudiciële vragen zijn gesteld als in andere zaken die in verband daarmee door de rechter zijn aangehouden. In het laatste geval moet de aanhouding dan wel 'redelijk' zijn. Bij aanhouding van een dergelijke zaak begint de termijn die buiten beschouwing kan worden gelaten, pas op het moment waarop partijen door de rechter hiervan bij brief in kennis zijn gesteld en eindigt die termijn op de dag van openbaarmaking van het arrest van het Hof van Justitie. De Afdeling bestuursrechtspraak beveelt aan om partijen een termijn van zes weken te geven om hierop te reageren. Als de rechter dat niet doet, dan zal de redelijkheid van de aanhouding moeten worden beoordeeld. Dit is ook het geval als partijen bezwaren kenbaar hebben gemaakt tegen de aanhouding.

Conclusie van de Advocaat-Generaal
De Afdeling bestuursrechtspraak had eerder in deze procedure Advocaat-Generaal Widdershoven gevraagd een conclusie te nemen over de uiteenlopende jurisprudentie van de vier hoogste bestuursrechters met betrekking tot de redelijke termijn van artikel 6 van het EVRM. Widdershoven heeft zijn conclusie op 23 oktober 2013 uitgebracht.'



29 januari 2014
Nederland mag verdachte van online drugshandel uitleveren aan VS

'De Nederlandse staat mag een verdachte van online drugshandel uitleveren aan de Verenigde Staten, zo heeft de voorzieningenrechter in Den Haag geoordeeld. De man, die in Amerika verdacht wordt van de handel in drugs, had een kort gedingaangespannen om zijn uitlevering te voorkomen.

De voorzieningenrechter vindt zo’n beslissing toelaatbaar omdat naar zijn oordeel er geen dwingende redenen zijn of nieuwe informatie naar boven is gekomen op basis waarvan hij de verzochte uitlevering zou kunnen verbieden. Er is daarnaast sprake van een bestaand uitleveringsverdrag, waarbij de voorzieningenrechter overweegt dat er geen aanleiding bestaat af te wijken van het vertrouwensbeginsel tussen Nederland en de VS.'



29 januari 2014
Wetgeving voor kabelexploitanten deels buiten werking

'De Nederlandse wet mag kabelexploitanten niet dwingen om hun zenderpakket door te verkopen aan derden, omdat Europese regels dit niet toestaan. Dat heeft de rechtbank Den Haag bepaald in twee zaken die Ziggo en UPC hadden aangespannen tegen de Staat.

De Europese regels voor elektronische-communicatiediensten staan volgens de rechtbank niet toe dat lidstaten op deze wijze de markt beïnvloeden. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de gedwongen doorverkoop niet zorgt voor meer concurrentie op de Nederlandse kabelmarkt. Zo geeft de doorverkoop consumenten inhoudelijk niet meer keuzevrijheid bij het kiezen van een zenderpakket, aangezien dit qua samenstelling niet verandert door de doorverkoop.

De rechtbank heeft met deze uitspraak artikel 6.14a Mediawet onverbindend verklaard, dat de doorverkoop toestaat. Hetzelfde geldt voor artikel 6a.21a Telecommunicatiewet, dat de Autoriteit Consument en Markt toestaat om ondernemingen met een groot marktaandeel te verplichten bepaalde dienstverlening te bieden aan kleinere ondernemingen. Deze regels hadden als doel om de kabelmarkt open te breken, maar zijn door de uitspraak van de rechtbank buiten werking gesteld.'



28 januari 2014
Strand Delft bij grote drukte ongeschikt voor naaktrecreatie

'De kantonrechterin Den Haag heeft geoordeeld dat het strand in Delft voor naaktrecreatie ongeschikt is, als er op dat moment meer dan 150 geklede mensen, waaronder kinderen, aanwezig zijn.

De mensen die in de zomer van 2013 naakt recreëerden terwijl er minder dan 150 geklede recreanten aanwezig waren, zijn vrijgesproken. Het ging tijdens de zitting vandaag om dertig vrijspraken op een totaal van vierenveertig ten laste gelegde overtredingen. Daarnaast zijn er 2 nietige dagvaardingen en is één persoon ontslagen van rechtsvervolging.

De rest moet de boete van €90 per overtreding alsnog betalen. Het gaat hierbij om negen mensen met in totaal elf boetes.'



28 januari 2014
Geen tbs: hof verdubbelt straf voor doodslag en zware mishandeling van baby

'Een 47-jarige man uit Sittard is in hoger beroep veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf voor doodslag op en zware mishandeling van zijn zoontje en mishandeling van zijn (zwangere) partner. Hiermee verdubbelt het hof de gevangenisstraf van 7 jaar die de rechtbank hem eerder, naast tbs, oplegde. Het hof legt de man geen tbs op, omdat dat volgens deskundigen niet nodig is.

Doodslag en zware mishandeling
De man heeft zijn zoontje vanaf de leeftijd van ongeveer 4 weken zwaar mishandeld. De baby liep hierdoor vele ribbreuken, beenbreuken en een scheur in zijn schedel op. De baby overleed op 24 juli 2011, toen hij bijna 3 maanden was, als gevolg van ernstig hersenletsel. De man heeft die dag zijn zoontje, die al verschrikkelijk moet hebben geleden door de eerdere toegebrachte zware letsels, zo hard met een vuist op zijn hoofd geslagen dat een nieuwe scheur van 11 cm in zijn schedel ontstond. Als gevolg daarvan is het kind overleden.

Bovendien acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat man in de periode van 1 augustus 2010, het begin van haar zwangerschap, tot en met 18 juli 2011 zijn partner regelmatig heeft mishandeld.

Geen tbs
In hoger beroep is de man door gedragsdeskundigen van het Pieter Baan Centrum onderzocht. Zij komen tot een andere conclusie dan deskundigen die eerder werden geraadpleegd. Volgens hen heeft de man weliswaar een persoonlijkheidsstoornis, maar is deze stoornis slechts in geringe mate van invloed is geweest op het gewelddadige gedrag tegen zijn kind. Ook zal behandeling van de stoornis niet leiden tot vermindering van de kans op herhaling van feiten als deze. Het hof ziet hierdoor onvoldoende grond om hem tbs op te leggen.

Straf
De rechtbank Limburg legde de man op 13 augustus 2012 voor dezelfde feiten 7 jaar gevangenisstraf en tbs op. Het hof vindt dat de ernst van de feiten: een vader die zijn weerloze baby op gruwelijke en weerzinwekkende manier mishandelde en doodde, een hoge gevangenisstraf rechtvaardigt. Om deze reden verhoogt het hof de gevangenisstraf tot 14 jaar.'



28 januari 2014
Ondernemer uit Dordrecht mag gemeente niet bestoken met kansloze verzoeken

'Het Gerechtshof Den Haag heeft op 28 januari 2014 in hoger beroep bepaald dat K., een ondernemer die in de gemeente Dordrecht een groot aantal huurwoningen exploiteert, niet meer een stortvloed van brieven, faxen en e-mails bij de gemeente mag indienen. Doet hij dit toch, dan verbeurt hij een dwangsom. Het hof heeft in zoverre het vonnisvan de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag bekrachtigd.

K. exploiteert in de gemeente Dordrecht ca.42 panden. Deze exploiteert hij door middel van kamerverhuur. Hierover zijn tussen K. en de gemeente diverse geschillen gerezen. Die geschillen hebben er uiteindelijk in geresulteerd dat K. dwangsommen heeft verbeurd en dat de gemeente, om de dwangsommen te innen, twee panden van K. executoriaal heeft laten verkopen.

K. heeft in dit geschil aanleiding gezien om enorme aantallen brieven, faxen en e-mails tot de gemeente te richten die de gemeente allemaal dient te behandelen. De gemeente ontving gemiddeld 70 van dergelijke brieven per dag en, in de periode 2012 tot en met april 2013, in totaal 2.247 brieven. De gemeente is van mening dat K. dit doet met geen ander doel dan de gemeente dwars te zitten en zand in de machine te strooien, omdat K. bij het merendeel van deze brieven en verzoeken geen enkel belang heeft of omdat deze kansloos zijn. De gemeente vorderde daarom dat de rechter K. zou verbieden meer dan een bepaald aantal brieven en verzoeken per maand in te dienen. De voorzieningenrechter in de Rechtbank Den Haag heeft deze vordering toegewezen. K. heeft hoger beroep ingesteld.

Het hof is het in hoger beroep met de gemeente eens. Volgens het hof zijn er voldoende aanwijzingen dat het K. er slechts om te doen is om de gemeente dwars te zitten en op kosten te jagen. Enig reëel belang bij de brieven, faxen en e-mails heeft hij niet. Hij maakt dan ook misbruik van de aan iedere burger toekomende bevoegdheidzich met zijn klachten tot de overheid te wenden. Daar mag de burgerlijke rechter in sprekende gevallen beperkingen aan stellen. Daarbij is van belang dat K. de bevoegdheid houdt om een bepaald aantal brieven, faxen en e-mails per maand bij de gemeente in te dienen. Alleen indien hij over dat maximum heengaat, verbeurt hij een dwangsom. K. wordt daarmee niet belemmerd in de normale uitoefening van zijn bedrijf.

Het hof heeft op vordering van de gemeente een hogere dwangsom opgelegd dan de voorzieningenrechter. Een hogere dwangsom past beter bij de ernst van de overtreding en ook blijkt K. niet volledig doordrongen van de betekenis van het rechterlijk verbod, aldus het hof.'



28 januari 2014
Hof Den Haag: geen verplichting tot blokkade van The Pirate Bay

'Providers Ziggo en XS4All kunnen niet worden verplicht The Pirate Bay te blokkeren. Het Gerechtshof Den Haag heeft op 28 januari 2014 in hoger beroep uitspraak gedaan in een zaak tussen Brein en de twee providers over de blokkade van The Pirate Bay.

De rechtbank had op vordering van Brein de providers bevolen om die blokkade in te stellen. Het gerechtshof heeft in hoger beroep tot uitgangspunt genomen dat deze blokkade op grote schaal wordt ontweken. De abonnees van de providers maken daarbij voornamelijk gebruik van proxy’s of nemen hun toevlucht tot alternatieve torrent sites. Die blokkade is dus niet effectief. Daarom is er onvoldoende rechtvaardiging voor de aantasting van het grondrecht van vrijheid van ondernemerschap van de providers, die de blokkade veroorzaakt. Hierbij is van groot belang dat de providers zelf geen inbreuk maken op auteursrechten. Het gerechtshof heeft om deze reden het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vordering van Brein alsnog afgewezen.'



28 januari 2014
Gevangenisstraffen voor mishandeling bij camping Fort Oranje

'In hoger beroep zijn een 40-jarige man en een 51-jarige man veroordeeld tot respectievelijk 4,5 jaar en 17 maanden gevangenisstraf voor het medeplegen van poging tot zware mishandeling met voorbedachte raad van twee mannen en het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie. Bij de 40-jarige man zijn bovendien meer dan zeven kilo amfetaminepillen en een hoeveelheid softdrugs aangetroffen.

Mishandeling Rijsbergen
De twee slachtoffers zijn op 23 augustus 2011 vanaf een parkeerplaats bij camping Fort Oranje in Rijsbergen door 9 mannen, waaronder de 2 verdachten, in auto’s meegenomen. Zij werden naar een afgelegen parkeerplaats aan de Sintelweg in de gemeente Breda gebracht. Daar zijn ze uit de auto getrokken en op grove wijze mishandeld. De slachtoffers zijn onder meer door de 40-jarige verdachte op hun hoofd geslagen met een zaklamp van het merk 'Maglite'. Dat merk staat bekend om zijn robuuste en zware metalen zaklampen.

Poging tot zware mishandeling met voorbedachte raad
Het hof heeft vastgesteld dat de 9 mannen naar camping Fort Oranje zijn gereden met het plan om beide slachtoffers in hun auto’s mee te nemen en hen te mishandelen. Deze mishandeling is uitgevoerd op een manier die tot zeer ernstig letsel had kunnen leiden. Omdat het letsel bij beide slachtoffers relatief beperkt is gebleven, is er in juridische zin geen sprake van (een voltooide) zware mishandeling maar van een poging daartoe.

Straf
Bij het opleggen van de gevangenisstraf aan de 40-jarige man heeft het hof het feit dat hij de slachtoffers met de zaklamp heeft geslagen in strafverzwarende zin meegewogen. Daarnaast is aan de man een forse gevangenisstraf voor het bezit van de 7 kilo amfetaminepillen opgelegd. Deze hoeveelheid pillen geeft een indicatie dat de man in dergelijke pillen handelt. Voor gebruikers zijn deze harddrugs een groot gevaar voor de gezondheid.'



27 januari 2014
Celstraffen voor bedreigen en in brand steken van een man

'De rechtbank Den Haag heeft vier mannen van respectievelijk 18, 19 en 22 jaar veroordeeld die een jongeman hebben meegenomen naar een kelderbox, waar hij is geslagen en met een nepvuurwapen is bedreigd en uiteindelijk in brand is gevlogen.

De man die het slachtoffer met brommix (een mengsel van benzine en olie) heeft overgoten en met de aansteker heeft geklikt is veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf, waarvan een jaar voorwaardelijk. Op twee jonge mannen is het jeugdstrafrecht toegepast en zij zijn verminderd toerekeningsvatbaar. Zij krijgen een jaar jeugddetentie. Daarnaast krijgt de één een onvoorwaardelijke jeugd-TBS voor de duur van twee jaren en de ander een voorwaardelijke jeugd-TBS. De vierde man, die niet wist van het plan en buiten in de gang voor de kelderbox is blijven staan, is veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden.

Het slachtoffer, dat spullen van één van de vier mannen zou hebben gestolen, is naar een woning gelokt met het verhaal dat hij daar met meisjes zou gaan chillen. Buiten hebben de mannen het slachtoffer opgewacht en geslagen en onder bedreiging meegenomen naar de kelderbox. In de kelderbox kreeg het slachtoffer het nepvuurwapen op zijn hoofd en in zijn mond en werd hij geslagen. Hij moest zijn jas afgeven en vertellen waar de spullen waren die hij zou hebben gestolen.

Één van de mannen heeft een jerrycan met brommix gepakt en het slachtoffer daarmee overgoten. Daarna moest het slachtoffer zijn eigen aansteker afgegeven. Nadat met die aansteker geklikt is vloog het slachtoffer in brand. Het slachtoffer heeft het overleefd, maar heeft wel huidtransplantaties moeten ondergaan en zal littekens houden. De rechtbank heeft het slachtoffer een vergoeding voor de door hem geleden immateriële schade toegekend.'



27 januari 2014
OM niet-ontvankelijk verklaard in zaak van aanbieden van e-books via website piratebay

'Het Gerechtshof Den Haag heeft op 27 januari 2014 het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van een 23-jarige man uit Goudswaard. Deze man had eind 2011 en begin 2012 via de website van The Pirate Bay bijna 5.000 e-books ter beschikking gesteld om door anderen te worden gedownload.

Het Openbaar Ministerie is niet-ontvankelijk verklaard, omdat het naar het oordeel van het hof had gehandeld in strijd met de door het College van Procureurs-Generaal (de landelijke leiding van het openbaar ministerie) vastgestelde Aanwijzing intellectuele eigendomsfraude. Die Aanwijzing regelt het vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie bij de bestrijding van inbreuken op door intellectuele eigendomsrechten beschermde werken. Uitgangspunt vormt daarbij civielrechtelijke handhaving door de rechthebbenden. Daarvan kan worden afgeweken als het algemeen belang dat vereist. Omdat er bij de man geen sprake was van winstoogmerk, beroepsmatig handelen, betrokkenheid van een criminele organisatie of relevante recidive, is volgens het hof het algemeen belang niet aan de orde. Van civielrechtelijke acties tegen de verdachte is niet gebleken. Het standpunt van de advocaat-generaal dat van dergelijke acties bij voorbaat niet veel effect zou kunnen worden verwacht, acht het hof onvoldoende onderbouwd. Volgens het hof heeft het Openbaar Ministerie derhalve niet in redelijkheid tot zijn vervolgingsbeslissing kunnen komen. Door niettemin tot strafrechtelijke handhaving over te gaan zijn de beginselen van een behoorlijke procesorde geschonden.

De politierechter te Rotterdam was op 23 januari 2013 al tot eenzelfde oordeel gekomen.'



3 januari 2014
16 Oud en Nieuw-verdachten veroordeeld op supersnelrechtzittingen

'De rechtbanken in de vier grote steden hebben vrijdag 3 januari 16 verdachten van geweld, bedreiging, belediging en vernieling veroordeeld tijdens supersnelrechtzittingen. De opgelegde straffen waren veelal in lijn met de eisen van het Openbaar Ministerie. Veel verdachten kregen naast hun straf ook huisarrest opgelegd voor de volgende jaarwisseling.

Bierfles
In Rotterdam stonden vier mensen terecht voor mishandeling, bedreiging en belediging tijdens Oud en Nieuw. Een 41-jarige Rotterdammer die een halfvolle bierfles rakelings langs de hoofden van twee agenten gooide, werd veroordeeld tot 10 maanden gevangenisstraf, waarvan 4 maanden voorwaardelijk.Verdachten van 19, 20 en 41 jaar kregen straffen variërend van 3 dagen cel plus 180 uur werkstraf voor verzet tijdens arrestatie, tot 6 maanden (waarvan 1 voorwaardelijk) voor onder meer dreigen met een mes en beledigen van agenten. Alle vier de verdachten moeten bovendien binnenblijven als op 31 december aanstaande het Oud en Nieuw-feest weer losbarst.

Vuurwerk gooien
De rechtbank Den Haag legde een man die zwaar vuurwerk naar de politie had gegooid 6 maanden gevangenisstraf op, waarvan 1 voorwaardelijk, zoals de officier van justitie had geëist. Daarnaast moet hij 500 euro smartengeld betalen aan een agent die geraakt werd en de komende twee jaar thuisblijven tijdens Oud en Nieuw.Vijf anderen kregen celstraffen tot 4 maanden (waarvan 2 voorwaardelijk) plus huisarrest voor de eerstvolgende jaarwisseling. Een man die een agent een klap gaf, heeft 100 uur werkstraf, 2 weken voorwaardelijke celstraf en huisarrest gekregen. Eén verdachte kwam er vanaf met een boete van 200 euro; hij had een ruit vernield.

Brandstapel
De rechtbank Midden-Nederland veroordeelde 3 mensen die betrokken waren bij ongeregeldheden in de Utrechtse J.S. de Rijkstraat, waar de brandweer een brandstapel wilde blussen. Een 19-jarige man, verdacht van het gooien van zwaar vuurwerk naar agenten, werd vervolgd wegens het toebrengen van zwaar lichamelijk letstel. De rechter sprak hem daarvan vrij omdat niet vast te stellen viel welk type vuurwerk de man (die van een rotje spreekt) heeft gegooid. Wel noemde de rechter het gooien van vuurwerk in welke vorm dan ook bedreigend. In plaats van de geëiste 6 maanden cel (waarvan 2 voorwaardelijk) kreeg de man 4 weken (waarvan 2 voorwaardelijk) en reclasseringstoezicht opgelegd. Hij mag dit jaar tijdens Oud en Nieuw de straat niet op.

Strafverzwarend
Een 29-jarige man kreeg 3 maanden gevangenisstraf, waarvan 1 voorwaardelijk, voor het slaan van een agent. Hij moet ook 125 euro schadevergoeding betalen. En een 20-jarige man kreeg 60 uur werkstraf, waarvan 20 voorwaardelijk. Hij had een agent bij de keel gepakt, maar was snel tot inkeer gekomen en had een blanco strafblad. Daarom vond de rechter de geëiste van 90 uur te veel. Wel werd opnieuw een uitgaansverbod voor de volgende jaarwisseling opgelegd. De rechter woog in alledrie de zaken mee dat de feiten waren gepleegd tijdens Oud en Nieuw en zag dat als een strafverzwarende factor. Hij toonde zich gevoelig voor het toenemende geweld tegen agenten, maar benadrukte ook dat hij onafahankelijk moet oordelen en alle aspecten mee moet wegen. Een uitgebreid verslag van de Utrechtse zitting is te lezen in Op de rol.

Geen verband
Alleen de Amsterdamse politierechter, die vrijdag slechts over 1 zaak moest oordelen omdat twee andere zijn uitgesteld, kwam tot de slotsom dat er geen specifiek verband was tussen de viering van Oud en Nieuw en het gedrag van de verdachte. De man wilde zich in een overvolle trein wurmen – een probleem dat zich volgens de rechter elke dag kan voordoen -, kwam in aanvaring met NS-medewerkers, spuugde en sloeg. De officier eiste 2 weken cel, waarvan 10 dagen voorwaardelijk en betaling van 250 en 150 euro schadevergoeding. De rechter legde 3 dagen cel op (die de verdachte al had uigezeten) en 150 euro schadevergoeding voor het slaan van een agent; voor spugen ontbrak het bewijs.'



3 januari 2014
Harderwijkse brandstichtster veroordeeld tot gevangenisstraf van drie jaar

'Een 25-jarige vrouw uit Harderwijk is voor drie brandstichtingen en een woninginbraak veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk.

Na straf ambulante behandeling
De vrouw moet na het uitzitten van de gevangenisstraf een ambulante behandeling volgen bij een forensische polikliniek. De rechtbank heeft de vrouw en een medeverdachte ook veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan één van de slachtoffers.

Groot risico
De vrouw heeft in het voorjaar van 2013 diverse keren brand gesticht. Zij heeft daarbij geprobeerd ‘s nachts een woning in brand te steken. De vrouw en haar mededader hebben de woningbrand van te voren beraamd en uitgevoerd op een moment dat zij er vanuit gingen dat leden van de familie in de woning met rieten dakbedekking zouden slapen. Zij hebben de bewoners daarmee blootgesteld aan het risico dat zij daarbij om het leven zouden kunnen komen.

Eis
De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl