Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - maart 2015:


27 maart 2015
Drie jaar cel en tbs voor poging moord op ex-vrouw

'De rechtbank Oost-Brabant heeft vandaag een 46-jarige man uit Veldhoven veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en tbs met dwangverpleging. De man probeerde in september vorig jaar zijn ex-vrouw te vermoorden.

De vrouw had ’s ochtends hun zoontje naar school gebracht en liep op straat in Veldhoven, toen de man haar op zijn fiets benaderde. Ze probeerde direct op de vlucht te slaan. De man gooide zijn fiets neer, kwam achter de vrouw aan en stak driemaal in haar rug en eenmaal in haar been en arm. Hij bekende dat hij de vrouw heeft gestoken.

Voorbedachten rade
De rechtbank oordeelt dat de man opzettelijk en met voorbedachten rade te werk ging. De vrouw had de relatie met de man zo’n anderhalf jaar voor het steekincident verbroken. In de periode daarna bedreigde de man zijn ex-vrouw meerdere malen. Op 15 september vorig jaar hoorde hij dat de vrouw een nieuwe vriend had. Vanaf dat moment was het zijn bedoeling haar te doden, zo verklaarde hij. De man ging met dat voornemen een dag later op pad met een mes op zak. Omdat hun zoontje en een andere vrouw te dicht bij zijn ex-vrouw waren, zag hij er toen van af haar neer te steken. Twee dagen later zocht hij haar nogmaals op en stak de vrouw neer. De rechtbank veroordeelt de man voor een poging tot moord.

Tbs
De man weigerde medewerking aan onderzoek door een psychiater en een psycholoog, die daarom geen advies hebben kunnen geven over de mate van toerekeningsvatbaarheid. Wel halen de deskundigen een eerder onderzoek aan, waarin wordt geconcludeerd dat er destijds sprake was van ernstige persoonlijkheidsproblematiek bij de man. Omdat deze problematiek tijdens een eerdere tbs-maatregel niet in de kern is behandeld, achten de deskundigen de kans groot dat de problematiek nog steeds aanwezig is. Zij stellen bovendien dat de kans op herhaling aanwezig is als de voor de man veilige situatie van een relatie wegvalt. De rechtbank oordeelt onder meer op basis van het deskundigenrapport, dat de man tijdens het delict in zekere mate verminderd toerekeningsvatbaar was.

Volgens de rechtbank is het van belang dat de man wordt behandeld voor zijn persoonlijkheidsproblematiek. Het is voor de veiligheid van anderen noodzakelijk dat de man tbs met dwangverpleging krijgt. De rechtbank gaat er vanuit dat een lange behandelduur nodig is en legt daarom een kortere celstraf op dan de officier van justitie eiste. Naast de celstraf en tbs-maatregel, moet de man zijn ex-vrouw een schadevergoeding van 13.595,99 euro betalen.'



27 maart 2015
Belastingdienst mag foto’s KLPD gebruiken voor controle

'Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft vandaag geoordeeld dat de Belastingdienst bij het controleren van de rittenadministratie, foto’s van het Korps landelijke politiediensten (KLPD) mag gebruiken. Het gaat om de foto’s die gemaakt worden door camera’s boven de snelweg. Deze camera’s registreren de auto’s die gebruik maken van de snelweg.

Bijtelling
Een werknemer met een auto van de zaak moet belasting betalen als hij de auto ook privé gebruikt, de zogeheten bijtelling. Alleen als de werknemer kan aantonen dat hij in een jaar minder dan 500 kilometer privé rijdt, blijft die bijtelling achterwege. Dat aantonen moet gebeuren door middel van een rittenadministratie.

Controle
Bij het controleren van de rittenadministratie maakt de Belastingdienst gebruik van foto’s die door het KLPD zijn gemaakt. Een burger vond dat hiermee inbreuk werd gemaakt op zijn recht op privacy en spande een zaak aan tegen de Belastingdienst. De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde in het nadeel van de burger, zoals ook het gerechtshof nu doet.

Recht op privacy
Het hof vindt dat het gebruik van de foto’s weliswaar een inmenging van het privéleven is, maar dat die inmenging in dit geval is toegestaan. Hierbij is van belang dat het controleren van de rittenadministratie op heel veel belastingplichtigen van toepassing is. Dan is een voor de Belastingdienst zo efficiënt mogelijke controle gerechtvaardigd, aldus het hof. Daar komt bij dat andere manieren van controle ook een inbreuk op de privacy zouden betekenen en mogelijk nog belastender zouden zijn voor burgers.'



26 maart 2015
Faillissement Thebe blijft overeind

'In hoger beroep is het verzet tegen het faillissement van Thebe ongegrond verklaard. Ook is het faillissement van de huishoudhulporganisatie bekrachtigd.

Verliezen en schulden
Al jaren was Thebe verlieslijdend en kampte het met schulden. Sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning in 2007 was de vraag naar thuishulpen structureel verminderd. Daardoor had Thebe teveel thuishulpen in dienst. Ook de tarieven die de gemeenten betaalden voor het verlenen van thuishulp daalden steeds verder. Als gevolg daarvan kreeg Thebe in veel gevallen een tarief betaald dat lager was dan de kostprijs van thuishulp.

Faillissement
In november 2014 werd duidelijk dat door nieuwe wetswijzigingen per 1 januari 2015 gemeenten nog minder of zelfs helemaal geen thuishulp meer zouden gaan inkopen. Voor Thebe zou dit een omzetdaling van 55% betekenen. Thebe zag geen andere uitweg dan het aanvragen van het faillissement en heeft dat op 18 december 2014 gedaan. Diezelfde dag nog werd Thebe failliet verklaard.

Verzet
Medewerkers vonden dat Thebe hen op deze manier goedkoop kwijt wilde raken. Zij waren ervan overtuigd dat er concrete plannen waren voor een overname. Volgens hen maakte Thebe op deze manier misbruik van het faillissementsrecht. Zij gingen tegen het faillissement in verzet met een procedure bij de rechtbank.

Geen misbruik
Het hof vindt dat Thebe, mede met het oog op het behoud van werkgelegenheid, voldoende pogingen heeft gedaan om personeel elders onder te brengen. Dit bleek tevergeefs. Verder is uit niets gebleken dat sprake was van een ‘voorgekookte’ doorstart. Net zoals de rechtbank wijst ook het hof het verzet van de werknemers af, Thebe heeft geen misbruik gemaakt van het faillissementsrecht. Het faillissement van Thebe blijft hiermee overeind.'



26 maart 2015
Kantonrechter schorst bewindvoerder

'De kantonrechter te Bergen op Zoom heeft een bewindvoerder (die daarnaast ook optrad als curator en mentor) geschorst in verband met de wijze waarop hij zijn werkzaamheden heeft uitgevoerd.

Vertegenwoordiger
In de zaken waarin de bewindvoerder was benoemd, is een opvolgend (tijdelijk) wettelijk vertegenwoordiger benoemd. De onder bewind/curatele gestelden zijn persoonlijk geïnformeerd over de schorsing en de benoeming van een opvolgend bewindvoerder/curator.

Aangifte
Op dit moment wordt onderzocht of, en zo ja in hoeverre, het handelen van de bewindvoerder tot schade heeft geleid. Dit onderzoek is nog niet afgerond maar geeft inmiddels wel aanleiding tot het doen van aangifte bij de politie. Deze aangifte zal op korte termijn worden gedaan, waarna het onderzoek wordt overgedragen aan het Openbaar Ministerie. De rechtbank zal bovendien onafhankelijk onderzoek laten doen naar de wijze waarop het toezicht ten aanzien van deze bewindvoerder is gerealiseerd.'



26 maart 2015
Celstraffen penningmeester en bestuurslid Woning Onderhoud Stichting Arnhem

'De rechtbank Gelderland heeft drie verdachten veroordeeld voor betrokkenheid bij het onttrekken van grote geldbedragen aan de Woning Onderhoud Stichting (WOS) in Arnhem. Twee van de verdachten waren ten tijde van een groot deel van de strafbare feiten bestuurslid van de WOS. Deze verdachten hebben de deelnemers aan de WOS gedupeerd en het vertrouwen dat in hen als bestuur was gesteld ernstig beschaamd. Zij hebben daarbij niet geschroomd om derden te benaderen en in te zetten voor eigen financieel gewin.

Rol van verdachte bepaalt de straf
De penningmeester van de WOS wordt verantwoordelijk gehouden voor het grootste deel van de strafbare feiten en wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan vier voorwaardelijk. Het andere bestuurslid heeft naar het oordeel van de rechtbank ook een zeer kwalijke, maar iets minder grote rol gespeeld en wordt daarom veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden waarvan vier voorwaardelijk. Een derde verdachte, die bij slechts een van de strafbare feiten is betrokken, wordt veroordeeld tot een werkstraf van 180 uur waarvan 40 voorwaardelijk.

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met een ieders rol in het geheel en met het feit dat de strafzaak lang heeft geduurd.'



26 maart 2015
V&D moet volledige huur betalen voor pand in Hengelo

'V&D moet de volle huurprijs betalen voor het winkelpand in Hengelo (O). De kantonrechter in Enschede oordeelt in kort geding dat verhuurder Mondia Investments B.V. daar recht op heeft. Mondia deed niet mee aan de overeenkomst tussen andere verhuurders van V&D-panden en V&D om de huur te verlagen. Mondia hoeft niet akkoord te gaan met eenzijdige huurverlaging.

Behoeden voor faillissement
Andere verhuurders van V&D-panden hadden met V&D afgesproken om van februari 2015 tot en met juli 2015 een lagere huurprijs te accepteren, om V&D voor een faillissement te behoeden. Mondia heeft deze overeenkomst niet gesloten. V&D deelde aan Mondia mee dat zij niet meer de volledige huurprijs zou gaan betalen aan Mondia. Mondia spande hierop een kort geding aan.

Recht op huur
De kantonrechter oordeelt dat Mondia terecht aanspraak maakt op de door V&D en Mondia afgesproken huurprijs. V&D erkent de achterstand in de betaling en het heeft er alle schijn van dat de totale hoogte van die huurschuld zal oplopen tot circa € 150.000 euro.

Uiteraard staat dat bedrag niet in verhouding tot de schade die V&D zou kunnen gaan lijden, maar op zichzelf is dat geen criterium. De kern van de zaak ligt bij het feit dat V&D éénzijdig het besluit heeft genomen om de maandelijkse huur van het pand in Hengelo voor vijf maanden meer dan te halveren.

Morele verplichting
V&D betoogde dat de financiële positie van V&D zodanig benard is dat het te hulp schieten van V&D eigenlijk gezien moet worden als een morele verplichting van iedere verhuurder van zo’n pand. Maar hoe triest het een en ander voor V&D ook moge zijn, dat doorbreekt niet het recht van een verhuurder op de afgesproken huurprijs.

Juiste weg naar de rechter
Mondia maakt door het kort geding aan te spannen geen misbruik van recht, zoals V&D stelt. “Het kan een verhuurder, die zonder zijn toestemming moet toezien dat meer dan de helft van de maandelijkse huur gedurende vijf maanden niet wordt betaald, tezamen een aanzienlijk bedrag, niet euvel worden geduid dat hij het met die beslissing van de huurder niet eens is. De weg naar de rechter is dan de enig juiste weg. Men heeft het recht om naar de rechter te gaan en dat recht behoort niet te wijken voor economische motieven.” aldus de kantonrechter.

Voorkomen van rechtsongelijkheid
Toewijzing van de stellingen van V&D zou tot gevolg kunnen hebben dat andere noodlijdende bedrijven eveneens haar toevlucht zullen nemen tot een drastische verlaging van de maandelijkse huur- of hypotheekverplichting. Met een beroep op het economisch belang en een appel op de saamhorigheid in de samenleving zou dan, in de lijn van V&D doorredenerend, bereikt kunnen worden dat een faillissement kan worden voorkomen.

In Nederland dreigt dan, zo vreest de kantonrechter, een juridische chaos. Enige zekerheid voor een verhuurder is er niet meer. Het gaat ook leiden tot rechtsongelijkheid binnen het huurrecht: particuliere huurders staan ook vaak aan de rand van de afgrond en niet valt in te zien waarom deze categorie huurders dan niet de mogelijkheid zouden hebben om de huur eenzijdig met de helft te verlagen. Deze zeer onwenselijke situatie moet worden voorkomen.'



26 maart 2015
Geldboetes en taakstraffen voor fraude bij eierbroederij en leghenboerderijen

'De rechtbank Gelderland veroordeelt een eierbroederij en drie leghenboerderijen tot geldboetes en de leidinggevenden tot werkstraffen. Door middel van valsheid in geschriften werden meer kippen gehouden dan was toegestaan.

Eierbroederij
De rechtbank acht bewezen dat op een eierbroederij uit Babberich facturen vals werden opgemaakt. Op de facturen werden minder leghennen vermeld, dan daadwerkelijk waren geleverd. Hierdoor werd het de leghenhouders gemakkelijker gemaakt dat ze meer hennen konden houden dan op grond van wet- en regelgeving daadwerkelijk was toegestaan. Het bedrijf en de directeuren waren hiervan op de hoogte, maar hebben hun administratie toch zo ingericht dat het opmaken van deze valse facturen mogelijk was.

De rechtbank vindt de straf voor het bedrijf zoals geëist door de officier van justitie passend en heeft het bedrijf veroordeeld tot een geldboete van € 150.000,00. De beide directeuren zijn veroordeeld tot taakstraffen van 240 uur, waarvan 80 uur voorwaardelijk. Omdat zij niet eerder strafrechtelijk zijn veroordeeld, is er geen reden tot het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf.

Valse facturen en Meststoffenwet overtreden bij leghenboerderijen
Na het uitbroeden van de eieren bij de eierbroederij gaan de hennen van de eierbroederij naar de leghenbedrijven. De rechtbank acht bewezen dat drie leghenbedrijven de valse facturen van de eierbroederij uit Babberich voorhanden hebben gehad.

De bedrijven hebben daarnaast de Meststoffenwet overtreden. Zij hadden meer hennen in hun bedrijf dan was toegestaan op grond van hun pluimveerechten.

Geen bewijs voor onterecht op de markt brengen van eieren als scharrel- / vrije uitloopeieren

De officier van justitie heeft de bedrijven ook verweten dat zij meer leghennen hielden dan zij op grond van Europese regelgeving mochten houden. Hierdoor zouden, volgens de officier van justitie, aan grote hoeveelheden eieren verkeerde kwalificaties (zoals scharreleieren of vrije uitloopeieren) zijn meegegeven.

De rechtbank is van oordeel dat dit niet kan worden bewezen. De Europese regelgeving geeft normen waaraan een leghok moet voldoen, zoals bijvoorbeeld de ruimte voor de hennen en drink- en eetvoorzieningen. Uit de dossiers blijkt niet of de specifieke hokken wel of niet aan deze regels voldoen. Het Openbaar Ministerie heeft geen onderzoek verricht aan de betreffende hokken.

De verdachten hebben met stukken onderbouwd dat hun hokken aan de Europese normen voldoen. Het Openbaar Ministerie heeft alleen verwezen naar certificaten van de CPE (de Stichting Controle Pluimvee, Eieren en Eiproducten) die bij het aanschaffen van de leghennen zijn verstrekt. Dit heeft de rechtbank in deze specifieke gevallen onvoldoende gevonden. Nu deze bedrijven voor dit wezenlijke onderdeel zijn vrijgesproken, heeft de rechtbank lagere straffen opgelegd dan door de officier van justitie geëist.

Geldboetes en werkstraffen
De rechtbank heeft een leghenbedrijf uit Leveroy veroordeeld tot een geldboete van € 39.000,00, een leghenbedrijf uit Haule tot een geldboete van € 31.000,00 en een leghenbedrijf uit Landhorst tot een geldboete van € 23.000,00. Daarbij heeft de rechtbank rekening gehouden met de grootte van het bedrijf en de mate van overschrijding van de pluimveerechten.

De leidinggevenden van de bedrijven zijn allemaal afzonderlijk veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 160 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk.'



26 maart 2015
Vrijspraak verdachten voor doden fotograaf

'Een 38-jarige man en een 24-jarige medeverdachte zijn door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, vrijgesproken van moord dan wel doodslag op een fotograaf uit Sint Maartensdijk. De twee mannen werden verdacht van het ombrengen van de fotograaf omstreeks 08 juni 2011 in zijn woning. Het slachtoffer zou een hennepkwekerij hebben gerund.

Verklaring
De ex-vriendin van één van de mannen heeft verklaard dat hij haar verteld had dat deze mannen verantwoordelijk zijn voor ombrengen van de fotograaf. De twee mannen ontkennen op de plaats delict aanwezig te zijn geweest.

Geen forensisch spoor
De rechtbank stelt vast dat geen enkel forensisch spoor (of DNA-onderzoek) het rechtstreeks bewijs heeft opgeleverd voor de aanwezigheid van de mannen in de woning. De ex-vriendin is de enige die hierover verklaart, maar haar verklaringen komen niet voort uit haar eigen wetenschap. Het zijn zogenoemde ‘de auditu’ verklaringen (verklaringen van horen zeggen). Dit houdt in dat deze niet meer informatie bevatten dan dat wat de verdachte aan haar heeft verteld.

Vrijspraak
Voor het veroordelen van ontkennende verdachten is nodig dat de verklaringen van één (de auditu) getuige voldoende gesteund wordt door ander bewijsmateriaal. Daarbij stelt de rechtbank in deze strafzaak vast dat er niet bewezen kan worden dat de mannen in de woning van de fotograaf zijn geweest. De rechtbank acht daarom niet wettig en overtuigend bewezen dat de twee verdachten het ten laste gelegde hebben begaan en spreekt hen vrij.

De officier van justitie had 10 jaar gevangenisstraf geëist.'



25 maart 2015
Zwemleraar veroordeeld voor ontucht met 15 kinderen

'De rechtbank Noord-Holland heeft op 25 maart 2015 de 29-jarige zwemleraar Jacob V. veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf, waarvan één jaar voorwaardelijk, en een proeftijd van 10 jaar omdat hij jonge kinderen tijdens de zwemles heeft betast.

Zwemles
V. was zwemleraar in Spaarnwoude en gaf les aan kinderen in de leeftijd van vier tot zeven jaar. Tijdens de zwemlessen was V. bij de kinderen in het zwembad en ging hij, wanneer zij aan het zwemmen waren, met zijn hand in (of over) hun zwembroek en betastte hij de schaamstreek van de kinderen.

Bewezenverklaring
Aan V. waren 26 gevallen van ontucht ten laste gelegd. Daarvan heeft de rechtbank 15 bewezenverklaard. In deze gevallen was op essentiële punten steeds sprake van overeenkomsten in uitvoering en werkwijze van verdachte, waarbij de kinderen onafhankelijk van elkaar over de handelingen van de zwemleraar hebben verteld. Deze verklaringen versterken elkaar over en weer en zijn daarmee redengevend voor het bewijs in elkaars zaken.

In 11 gevallen was de rechtbank van oordeel dat niet uit te sluiten was dat de verklaring van het betreffende kind was beïnvloed door de manier waarop deze was bevraagd of omdat het kind voor het afleggen van zijn verklaring informatie over de gedragingen van de zwemleraar bij andere kinderen had gekregen. Dit stond aan een bewezenverklaring in de weg.

Straf
Alhoewel V. van meer feiten is vrijgesproken dan de officier van justitie in haar eis had betrokken heeft de rechtbank bepaald dat niet kon worden volstaan met een lagere straf dan was gevorderd, gelet op de aard, de ernst en de veelheid van feiten. Daarbij was ook van belang dat V. niet heeft willen meewerken aan onderzoek naar zijn persoon en er daardoor geen aanknopingspunt was om V. ter bescherming van de maatschappij een vorm van behandeling of toezicht op te leggen. V. heeft met zijn handelen het vertrouwen dat de slachtoffers en de ouders in hem stelden als zwemleraar op zeer ernstige wijze beschaamd. Vertrouwen dat hij eerst had gewonnen door zichzelf en de zwemschool aan te prijzen als een plek waar - ook kwetsbare - kinderen terecht konden voor hun zwemles. De verschillende indringende slachtofferverklaringen illustreren welke impact het handelen van verdachte op de kinderen en andere gezinsleden heeft gehad.

Bijzondere voorwaarden
De rechtbank heeft een proeftijd van tien jaar aan het voorwaardelijk opgelegde deel van de straf verbonden. Deze proeftijd gaat lopen op het moment dat V. uit de gevangenis komt. Gedurende deze proeftijd mag hij niet als zwemleraar werken en mag hij geen werkzaamheden of activiteiten met kinderen onder de zestien jaar verrichten. Als hij dat wel doet kan de voorwaardelijk opgelegde straf alsnog ten uitvoer worden gelegd, wat betekent dat hij dan opnieuw de gevangenis in moet.

Schadevergoeding
De rechtbank heeft in de gevallen, waarin tot een bewezenverklaring is gekomen, aan de slachtoffers, die schade hadden gevorderd, zowel materiële als immateriële schade toegekend. De materiele schade ziet op kosten die zijn gemaakt, zoals reis- en parkeerkosten en door ouders opgenomen verlofdagen. De immateriële schade, ook wel smartengeld genoemd, heeft betrekking op psychische of lichamelijke gevolgen van de ontucht voor de kinderen. De benadeelden hoeven niet zelf te proberen deze bedragen te incasseren, dat zal in eerste instantie de Staat doen, omdat de rechtbank in alle gevallen de bijbehorende schadevergoedingsmaatregelen heeft opgelegd.'



25 maart 2015
Uitspraak in geschil over merkenrechten wodka

'De rechtbank Rotterdam heeft vandaag een eindvonnis gewezen in een geschil over de merkrechten op Stolichnaya, Moskovskaya en Na Zdorovye wodka. Deze rechten zouden wereldwijd zeer veel geld waard zijn. In deze zaak vordert een Russische staatsonderneming deze rechten, die vroeger aan de Sovjet Unie toebehoorden, terug en stelt in dat verband bijkomende vorderingen in.

De gedaagde partij is van mening dat zij eigenaar is geworden van de merkrechten als gevolg van transacties ten tijde van het uiteenvallen van de Sovjet Unie. De zaak loopt al jaren, ook omdat partijen van een eerder tussenvonnis al in hoger beroep en in cassatie zijn geweest. Het hof en de Hoge Raad hebben dus ook al beslissingen genomen. De rechtbank heeft nu beslist dat er geen ruimte is om alsnog een deel van het debat opnieuw te doen. De rechtbank heeft de eiseres grotendeels gelijk gegeven omdat de merken niet rechtsgeldig aan gedaagde zijn overgedragen.

De merken zijn dus nog van de oude eigenaar (de Russische staat) en niet van de gedaagde partij. Een groot aantal afgeleide merken, meest voor wodka met smaakjes, die de gedaagde partij heeft ingeschreven lijken te veel op de Stolichnaya en Moskovskaya-merken. De rechtbank oordeelt dat het publiek daardoor in verwarring kan raken en zal denken, dat het om moderne varianten op de wodkamerken van eiseres gaat. Gedaagde mag die merken dus niet meer gebruiken. Het (woord en beeld-)merk “Stoli” mag gedaagde nog wel gebruiken omdat dat merk volgens de rechtbank niet tot verwarring leidt.

Gedaagde had ook tegenvorderingen ingesteld, maar die worden afgewezen.'



13 maart 2015
Zes Hongaren veroordeeld tot celstraffen voor mensenhandel

'Zes Hongaarse mannen en vrouwen zijn vandaag veroordeeld voor mensenhandel, medeplichtigheid aan uitbuiting en mishandeling en hebben straffen opgelegd gekregen variërend van twee tot vijf jaar. De rechtbank acht bewezen dat de zes misbruik hebben gemaakt van de kwetsbare positie van vier jonge Hongaarse vrouwen door hen te dwingen tot prostitutie voor eigen gewin. Ook gebruikten zijn geweld tegen de slachtoffers. Aan twee van hen moet een bedrag van bijna 27.000 respectievelijk 30.000 euro aan materiële en immateriële schadevergoeding worden betaald.

Gedwongen prostitutie
De zes zijn een vader (4 jaar cel), een moeder (4 jaar cel) en hun zoon (2 jaar cel) , een tweede echtpaar (beide 5 jaar cel) en een handlanger (2 jaar cel). De zes legden met de vier vrouwen contact in Hongarije, brachten deze vervolgens naar Nederland en dwongen hen hier tot prostitutie. De opbrengsten uit de prostitutie moesten de slachtoffers afdragen. Dat de bedragen door de verdachten in Nederland werden witgewassen acht de rechtbank niet bewezen.

Vijfde slachtoffer niet meegewogen
De rechtbank stelt dat in strafzaken, en zeker in mensenhandel zaken, er zorgvuldig dient te worden omgegaan met verklaringen van slachtoffers. De verklaringen kunnen onder druk komen te staan door wraakgevoelens, maar ook door gevoelens van angst of schaamte. In een eerder stadium had een vijfde slachtoffer vals verklaard en blijkt dat zij met psychische problemen kampt. Wegens gebrek aan voldoende bewijs is haar zaak niet meegewogen in het oordeel.

Bevel tot onmiddellijke gevangenhouding
De rechtbank wijst het verzoek van de officier van justitietot onmiddellijke gevangenhouding toe. De rechtbank oordeelt dat de verdachten nu zonder uitstel hun straf dienen te ondergaan. De procedure heeft lang geduurd en de verdachten hebben zich schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten.'



13 maart 2015
In hoger beroep 8 jaar cel voor neerschieten Oisterwijkse ondernemer

'Een 58-jarige man is zojuist in hoger beroep veroordeeld tot acht jaar cel voor een poging doodslag op een Oisterwijkse ondernemer en diefstal van zijn spullen. Het hof verhoogt hiermee de straf van de rechtbank van 4 juli 2013 met één jaar. Ook moet de man ruim 16.000 euro aan schadevergoeding betalen.

Schietpartij
De man en het slachtoffer hadden een conflict over de betaling van stookkosten. Op 9 maart 2013 is de man met een doorgeladen wapen, tegen sluitingstijd, de winkel van het slachtoffer binnengelopen. Toen daar een discussie ontstond, vuurde de man een kogel af op het hoofd van het slachtoffer. Het slachtoffer werd in zijn gezicht geraakt en mag van geluk spreken dat hij de aanslag heeft overleefd.

Poging tot doodslag
Ondanks dat de omstandigheden aanknopingspunten bieden voor voorbedachte raad, vindt het hof het onvoldoende om te concluderen dat de man het plan had om het slachtoffer de doden.

Omdat het hof niet kan uitsluiten dat de man heeft gehandeld in ogenblikkelijke gemoedsopwelling, spreekt het hof de man vrij van poging tot moord.

Straf
Bij het opleggen van de straf houdt het hof rekening met al het lichamelijke en psychische leed dat de man heeft veroorzaakt. Het slachtoffer heeft de aanslag op zijn leven overleefd, maar heeft blijvende klachten aan onder meer zijn kaak en hoofd. Verder heeft het slachtoffer slaapproblemen, is hij erg onzeker, voelt hij zich niet op zijn gemak, is hij erg alert en kan hij zich niet meer concentreren.

Het hof rekent het de man bovendien zwaar aan dat hij spullen van het slachtoffer heeft gestolen, onder meer uit zijn zakken net nadat hij was neergeschoten.'



13 maart 2015
Automobilist uit Groesbeek vrijgesproken van veroorzaken dodelijk verkeersongeval

'Een 65-jarige automobilist uit Groesbeek is door de rechtbank vrijgesproken van het verwijtbaar veroorzaken van een dodelijk ongeval. De man wordt geen verwijt gemaakt omdat aannemelijk is geworden dat hij ten tijde van het ongeval een hartstilstand heeft gehad waardoor hij is flauwgevallen.

De rechtbank heeft bij haar oordeel betrokken dat verschillende getuigen hebben verklaard dat zij zagen dat de auto van de man naar links dreef maar dat hij geen stuurcorrecties maakte of remde. Ook heeft een cardioloog verklaard dat na onderzoek is gebleken dat de man (kortdurende) hartinfarcten heeft.

Gezien de ziektegeschiedenis en de bevindingen heeft de cardioloog als zeer aannemelijke oorzaak voor het ongeval ‘collaps’ (flauwvallen) genoemd. De man stond onder controle van een cardioloog, nam zijn medicatie, had nooit eerder merkbaar hartproblemen ervaren en beschikte ook over een geldig rijbewijs.

De rechtbank is van oordeel dat onder deze omstandigheden aan verdachte in strafrechtelijke zin geen verwijt te maken valt. Dit betekent dan ook dat verdachte wordt vrijgesproken van de tenlastegelegde overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet, omdat het bestanddeel ‘aanmerkelijke schuld’ niet kan worden bewezen.'



12 maart 2015
Gevangenis- en taakstraffen voor opblazen parkeerautomaat

'De rechtbank Rotterdam heeft gevangenisstraffen, taakstraffen en een te betalen schadevergoeding opgelegd aan drie verdachten voor het opblazen van een parkeerautomaat. Het incident vond plaats tijdens de oud- en nieuw viering van 2013/2014.

Bij de ontploffing raakten twee omstanders door rondvliegende scherven gewond. Het letsel van een van de slachtoffers was zeer ernstig. De rechtbank heeft voorop gesteld dat de gevolgen voor de slachtoffers enorm zijn en dat, welke straf ook wordt opgelegd, die gevolgen en het toegebrachte leed daarmee niet ongedaan gemaakt kunnen worden.

De rechtbank heeft echter ook vastgesteld dat de verdachten de ernstige gevolgen van de ontploffing niet hebben gewild. Wel hebben zij onaanvaardbare veiligheidsrisico’s genomen door het afsteken van zwaar illegaal vuurwerk in een woonwijk. Daarmee hebben zij schuld aan het zware letsel dat de twee omstanders door de ontploffing hebben opgelopen en de schade die is ontstaan.

Twee verdachten zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen voor de duur van 13 maanden, waarvan 12 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast krijgen zij 240 uur taakstraf opgelegd. De derde verdachte is voor medeplichtigheid volgens het jeugdstrafrecht veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 44 dagen. Ook krijg hij een taakstraf van 200 uur opgelegd, met een proeftijd van twee jaar.

De drie verdachten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het betalen van een schadevergoeding van in totaal € 36.619 en € 1.050 aan de twee omstanders die gewond raakten. Aan Stadsbeheer gemeente Rotterdam moeten zij € 7.898,40 betalen voor geleden materiele schade.

Twee verdachten zijn 20 jaar oud, een verdachte is 19 jaar.'



12 maart 2015
Oud-burgemeesterskandidaat veroordeeld voor medeplichtigheid schending geheimhoudingsplicht

'Gerechtshof Den Haag veroordeelt op 12 maart 2014 een oud-burgemeesterskandidaat wegens medeplichtigheid aan schending van een geheimhoudingsplicht tot een taakstraf van 60 uur. De verdachte is vrijgesproken van passief ambtelijke corruptie.

Verdachte had in 2012 gesolliciteerd naar de functie van burgemeester van Roermond. Als adviseur van de gemeentelijke vertrouwens(sollicitatie-)commissie trad een wethouder, tevens locoburgemeester op, partijgenoot van de verdachte. Deze adviseur heeft onder meer (nadat de gesprekken met de andere kandidaten waren gevoerd) de verdachte voorafgaand aan diens sollicitatiegesprek geïnformeerd over onderwerpen die aan de orde zouden komen en hem gesuggereerd welke antwoorden hij zou kunnen geven.

Het hof acht zeer aannemelijk dat de verstrekte informatie de verdachte een voorsprong op andere kandidaten heeft gegeven; daarmee heeft de adviseur hem een dienst verleend. Het hof is echter van oordeel dat niet is komen vast te staan dat die dienst is verleend met het oog op een in de toekomst door de verdachte aan deze adviseur te verlenen gunst; daarvan moet sprake zijn, wil het handelen als passief ambtelijke corruptie op grond van het Wetboek van strafrecht strafbaar zijn. Naar het oordeel van het hof kan niet worden uitgesloten dat de adviseur aldus heeft gehandeld om hun beider politieke partij (met de benoeming van de verdachte als burgemeester) een zo sterk mogelijke positie in het binnenlands bestuur in de regio te verschaffen. Daarom wordt de verdachte van die primair tenlastegelegde passief ambtelijke corruptie vrijgesproken.

Het hof is van oordeel dat de adviseur door aldus te handelen zijn geheimhoudingsplicht op grond van de Gemeentewet als lid van de vertrouwenscommissie heeft geschonden. De verdachte is door zijn handelen daaraan medeplichtig geweest.

Bij de straftoemeting heeft het hof betrokken dat de verdachte de integriteit van de benoemingsprocedure ernstige schade heeft berokkend en afbreuk heeft gedaan aan het goede functioneren van het openbaar bestuur. In matigende zin houdt het hof echter rekening met de ingrijpende gevolgen die het gebeurde voor de verdachte heeft gehad.'



12 maart 2015
Gevangenisstraf na inbraak en spectaculaire achtervolging bij Den Hoorn

'Vier jonge mannen, waaronder twee minderjarigen, die in november 2014 zijn aangehouden na een spectaculaire achtervolging op de Rijksstraatweg bij Den Hoorn, zijn door de Haagse rechtbank veroordeeld tot gevangenisstraffen en werkstraffen.

Poging woninginbraak Schipluiden
De rechtbank acht bewezen dat zij hebben geprobeerd in te breken in een woning in Schipluiden. Toen de bewoner thuiskwam werd hij bedreigd met een stroomstootwapen.

Vervolgens zijn de mannen gevlucht in een auto.

Frontale botsing
Tijdens hun vlucht zijn ze gevolgd en gefilmd door een politiehelikopter en achtervolgd door de politie. De vlucht is geëindigd in een frontale botsing met een BMW. Daarna is de politieauto op de vluchtauto gebotst.

Omdat niet gebleken is dat daardoor letsel is veroorzaakt bij de bestuurder van de BMW of de achtervolgende politieagenten, kan de rechtbank de bestuurder van de vluchtauto slechts veroordelen voor gevaarlijk rijgedrag (artikel 5 WVW).

Straffen
De twee meerderjarige mannen krijgen gevangenisstraffen van twee jaar (bestuurder) en een jaar, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De bestuurder krijgt daarnaast een ontzegging van de rijbevoegdheid van een jaar opgelegd. Deze mannen blijven voorlopig vastzitten.

De twee minderjarige mannen krijgen jeugddetentie voor de duur van 188 dagen, waarvan 120 voorwaardelijk, en 160 dagen waarvan 120 voorwaardelijk. Zij hebben hun straf al uitgezeten. Daarnaast krijgen zij een werkstraf.'



12 maart 2015
Participant scheepvaartfonds ondernemer voor de inkomstenbelasting

'Een participant in een (bepaald) scheepvaartfonds mag zijn participatie zonder heffing van inkomstenbelasting omzetten in een BV, zo oordeelde het gerechtshof Amsterdam vandaag. Die participant is met betrekking tot die participatie namelijk aan te merken als een ondernemer.

Het Scheepvaartfonds
De belanghebbende in deze procedure (A) is participant in een zogeheten (besloten) fonds voor gemene rekening, het scheepvaartfonds X. Het scheepvaartfonds is in december 2010 opgericht. Er zijn in totaal 11 participanten, waaronder de beheerder van het fonds, Beheermaatschappij X BV. Het fonds heeft geen rechtspersoonlijkheid. De beheerder is niet bevoegd de participanten zonder hun schriftelijke toestemming tegenover derden te binden, behalve wat betreft de gewone dagelijkse bedrijfsuitoefening.

Nog in december 2010 heeft de beheerder namens (de participanten van) het scheepvaartfonds een schip in aanbouw, de bulkcarrier ms. X, gekocht. In de desbetreffende koop-/verkoopovereenkomst is vastgelegd dat het fonds de economische eigendom van het schip verkrijgt voor een koopprijs van ongeveer 50 miljoen dollar en dat de beheerder ‘om niet’ de juridische eigendom van het schip verkrijgt. De participanten van het scheepvaartfonds zijn mede partij bij de koopovereenkomst.

Een Duitse bank heeft de aankoop van het schip grotendeels gefinancierd. De desbetreffende lening-overeenkomst is door de participanten naderhand bekrachtigd.

Geschil: ondernemer of niet?
Net als voor de rechtbank was in hoger beroep in geschil of A als participant van het scheepvaartfonds voor de heffing van inkomstenbelasting als ondernemer kon worden aangemerkt (of hij een onderneming dreef). A vond het wel; hij wenste zijn onderneming in mei 2011 ‘geruisloos’ (zonder heffing van inkomstenbelasting) om te zetten in een BV. Volgens de inspecteur was dat niet mogelijk en moest A fiscaal ‘afrekenen’ bij de inbreng van zijn participatie in de BV.

Oordeel rechtbank
De rechtbank Noord-Holland oordeelde eerder dat voor A weliswaar sprake was van een bron van inkomen, maar niet van een onderneming. Op basis van de rendementsprognose was aannemelijk dat redelijkerwijs kon worden verwacht dat de exploitatie van het schip winstgevend zou zijn. De rechtbank vond echter dat A niet ‘rechtstreeks verbonden’ werd voor ‘verbintenissen betreffende de onderneming’ van het scheepvaartfonds (zoals de Wet IB 2001 vereist); zij vond althans de mate van aansprakelijkheid van A voor die verbintenissen onvoldoende. De rechtbank oordeelde daarom dat er in de periode december 2010-mei 2011 geen sprake was van een door A gedreven onderneming.

Oordeel hof
In hoger beroep komt het hof tot een ander oordeel.

Het hof overweegt dat de participanten van het scheepvaartfonds gemeenschappelijk eigenaar zijn van (de economische eigendom van) het schip en dat de voor- en nadelen van de exploitatie van het schip rechtstreeks voor hun rekening komen. Verder overweegt het hof dat, naar civielrechtelijke maatstaven beoordeeld , het scheepvaartfonds als een vennootschap onder firma (vof) moet worden gekwalificeerd en dat daarom A als vennoot van de vof hoofdelijk is verbonden (en daarmee aansprakelijk is) voor de verbintenissen van de vof. Dit geldt niet alleen voor zover A zelf bij overeenkomsten optreedt, maar ook waar wettelijke aansprakelijkheid ontstaat, zoals bij schijnvertegenwoordiging en onrechtmatige daad. A moet dan ook als ondernemer worden aangemerkt en kan zijn onderneming ‘geruisloos’ omzetten.'



11 maart 2015
In hoger beroep 12 jaar cel voor steekpartij Cuijk

'Een 35-jarige man is in hoger beroep veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf voor doodslag. Volgens het hof is bewezen dat de verdachte op 19 oktober 2012 een 39-jarige man uit Cuijk heeft doodgestoken. De rechtbank Oost-Brabant veroordeelde hem eerder tot 10 jaar cel en tbs met dwangverpleging.

Broer
Toen de verdachte te horen kreeg dat zijn ex-vriendin zwanger zou zijn van haar nieuwe vriend, ging hij ’s nachts met een groot mes naar haar huis in Cuijk. In dat huis was onder meer de broer van de nieuwe vriend aanwezig. De verdachte belde aan, maar de deur werd niet geopend. Hij is toen, met het mes in zijn hand, door de ruit van de voordeur naar binnen gesprongen en de trap opgelopen. De broer liep op dat moment dat trap af. Bij de confrontatie op de trap is de broer meerdere malen met het mes gestoken. Daarna vluchtte de verdachte en is het slachtoffer gestorven in de armen van de ex-vriendin.

Doodslag
De verdachte was kwaad op de nieuwe vriend van zijn ex, maar is niet naar de woning gegaan om zijn broer van het leven te beroven. Het hof vindt daarom, net zoals de verdediging en het Openbaar Ministerie, dat er geen sprake is van moord. Wel vindt het hof bewezen dat de verdachte schuldig is aan doodslag.

Geen tbs
In het hoger beroep is de verdachte opnieuw onderzocht door gedragsdeskundigen. Ook zij stellen dat verdachte lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis in combinatie met een alcohol- en cocaïneverslaving. Volgens de gedragsdeskundigen kan het doodsteken van het slachtoffer de verdachte in enigszins verminderde mate worden toegerekend. Zij concluderen ook, in tegenstelling tot degenen die de verdachte tijdens zijn proces bij de rechtbank hebben onderzocht, dat er geen grote kans op herhaling is en adviseren om de verdachte geen tbs op te leggen. Het hof ziet hier dan ook, net zoals de verdediging en het Openbaar Ministerie, geen aanleiding voor.

Gevangenisstraf
De verdachte heeft de nabestaanden van het slachtoffer een diep en onherstelbaar leed aangedaan. Hij heeft hun geliefde doodgestoken en hen zeer angstige momenten bezorgd toen hij ’s nachts, gewapend met een groot mes, de woning binnendrong. Uit de verklaringen van enkele nabestaanden blijkt dat deze gebeurtenissen een diepe en blijvende impact op hun leven hebben. Het hof heeft hier rekening mee gehouden bij het bepalen van de straf. Ook de enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid heeft een rol gespeeld bij de strafbepaling. Alles afwegende komt het hof tot een gevangenisstraf van 12 jaar. Daarnaast moet hij een schadevergoeding van ruim 16.500 euro betalen aan de nabestaanden van het slachtoffer.'



11 maart 2015
Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens buiten werking

'De kortgedingrechter in Den Haag heeft de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens buiten werking gesteld. Deze wet verplicht aanbieders van telefoon- en internetdiensten de verkeers- en locatiegegevens van gebruikers op te slaan. De wet maakt een inbreuk op het recht op eerbiediging van privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens. De rechter is van oordeel dat deze inbreuk niet is beperkt tot het strikt noodzakelijke.'



11 maart 2015
Buitenring Parkstad Limburg mag worden aangelegd

'Het provinciale inpassingsplan 'Buitenring Parkstad Limburg 2012' dat de aanleg van een nieuwe provinciale weg in de regio Parkstad mogelijk maakt, is bijna volledig in stand gelaten. Dat betekent dat definitief met de aanleg van de provinciale weg kan worden begonnen.

Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (11 maart 2015). Tegen het inpassingsplan waren achttien bezwaarmakers in beroep gekomen, waaronder de Natuurmonumenten en de Stichting Stop Buitenring. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep meer mogelijk.

Gevolgen voor natuurgebieden
De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat de provincie Limburg op basis van drie nieuwe natuuronderzoeken naar de gevolgen van de buitenring de benodigde zekerheid heeft verkregen dat 'de natuurlijke kenmerken' van de beschermde natuurgebieden 'Brunssummerheide' en 'Geleenbeekdal' niet worden aangetast. Uit het veldonderzoek komt naar voren dat de kwaliteit van vijf beschermde habitatsoorten – waaronder droge en vochtige heiden – "zeer beperkt afhankelijk" is van de stikstofneerslag. Daarvoor zijn andere factoren, zoals de hydrologische situatie, van doorslaggevend belang. De toename van de stikstofneerslag door de buitenring staat daarom niet in de weg aan de aanleg van de buitenring, aldus de hoogste bestuursrechter.

Rechtsgevolgen in stand
Het oorspronkelijke natuuronderzoek uit 2012 bood naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak niet deze noodzakelijke zekerheid. Dat is de reden dat de Afdeling bestuursrechtspraak het inpassingsplan heeft vernietigd. Nu de drie nieuwe onderzoeken uit 2013 en 2014 echter alsnog deze zekerheid boden, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak de 'rechtsgevolgen van het inpassingsplan in stand gelaten". Dat betekent dat de provinciale weg nu definitief mag worden aangelegd.

Pluimveehouderij
Het enige deel van het inpassingsplan dat definitief is vernietigd, is de natuurbestemming die per ongeluk was toegekend aan een pluimveehouderij aan de Naanhofsweg in Nuth.

Voorgeschiedenis
Deze zaak kent een lange voorgeschiedenis. De Afdeling bestuursrechtspraak vernietigde al in december 2011 een eerder inpassingsplan voor de buitenring. De provincie Limburg stelde vervolgens in juni 2012 een nieuw inpassingsplan vast. De Afdeling bestuursrechtspraak besloot om de einduitspraak over het inpassingsplan aan te houden, nadat zij prejudiciële vragen had gesteld in de zaak over het tracébesluit A2 's Hertogenbosch-Eindhoven. De Afdeling bestuursrechtspraak wilde van het Hof van Justitie in Luxemburg uitleg over de Europese Habitatrichtlijn. De antwoorden die het Hof van Justitie in mei 2014 gaf, waren ook relevant voor de zaak over de buitenring.'



6 maart 2015
Fibonacci wint kort geding tegen Binck Bank

'Binck Bank had de beleggingsportefeuille van Fibonacci niet mogen liquideren. De rechter in Amsterdam heeft vandaag geoordeeld dat Binck Bank de schade die Fibonacci door de liquidatie heeft geleden moet vergoeden.

Beleggersvereniging Fibonacci belegde het geld dat door haar leden was ingelegd tot januari van dit jaar in opties via een ‘zelf-beleggen-rekening’ van Binck Bank. Op 26 januari heeft Binck Bank de gehele beleggingsportefeuille van Fibonacci in enkele uren tijd geliquideerd. Fibonacci spande daarop een kort gedingaan tegen Binck Bank en heeft van de rechter gelijk gekregen.

Te rooskleurig
Binck Bank stelde dat zij tot de liquidatie was overgegaan om de leden van Fibonacci te beschermen. Volgens haar spiegelde Fibonacci aan haar leden te positieve verwachtingen en te rooskleurige resultaten voor. Ook zou Fibonacci in strijd met de Wet financieel toezicht handelen doordat zij geen vergunning van de AFM had. Dit alles zou Binck Bank in januari jongstleden hebben ontdekt. Na twee gesprekken daarover met de penningmeester van Fibonacci, op 19 en 22 januari 2015, achtte de bank de liquidatie geboden in het belang van de leden.

Misleiding
De rechter gaat in die redenering niet mee. Volgens het vonnisis verschil van mening mogelijk over de vraag of Fibonacci een vergunning nodig had, maar kan de visie van Binck Bank op dat punt niet zonder meer voor juist worden gehouden. De AFM deelt die visie bijvoorbeeld niet. Dit blijkt uit een e-mail die de AFM in 2014 aan Fibonacci zond. Dat Fibonacci haar leden misleidt, is ook niet gebleken. Fibonacci berekent haar resultaten wel op een wijze die afwijkt van wat gebruikelijk is, maar die methode staat op haar website goed uitgelegd en er wordt bij vermeld dat het een ongebruikelijke methode is. Daarom kan niet direct van misleiding worden gesproken.

Nader onderzoek
De bank had volgens het vonnis nader onderzoek naar haar vermoedens moeten doen en had in geen geval zonder schriftelijke waarschuwing vooraf tot de liquidatie mogen overgaan. Nu is aan Fibonacci geen gelegenheid geboden eventuele verzuimen te herstellen. Evenmin is Fibonacci in de gelegenheid gesteld de portefeuille zelf of in overleg met de bank af te bouwen op een manier die zo min mogelijk schade veroorzaakt, mocht na verder onderzoek zijn gebleken dat dat in het belang van de leden noodzakelijk was.'



6 maart 2015
Openbaar ministerie niet ontvankelijk verklaard in milieuwetgeving zaak

'Het gerechtshof Amsterdam heeft vandaag het openbaar ministerieniet ontvankelijk verklaard in zijn vervolging van een verdachte, aangezien in deze zaak het proces-verbaalvan de politie niet naar waarheid is opgemaakt. De belangen van de verdachte zijn daardoor onherstelbaar geschaad. De zaak gaat over een overtreding van de milieuwetgeving. De rechtbank heeft de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van 10.000 euro, waarvan 5.000 euro voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

Geen correcte kenbron
De verdachte, een vennootschap, is beschuldigd van de overtreding van diverse, het milieu beschermende regels. Het proces-verbaal dat naar aanleiding van een controle op haar terrein is opgemaakt, is bewust onvolledig en niet naar waarheid opgemaakt. De inhoud van het proces-verbaal in deze zaak is daarom niet de correcte kenbron waarop alle betrokken partijen in het strafproces moeten kunnen vertrouwen.

Geen zuiver oordeel
Er kan niet meer worden achterhaald wat exact de situatie was ten tijde van de pleegdatum. De betreffende verbalisant heeft pas jaren na dato enige openheid van zaken gegeven.

De verdachte kan zich daarom niet behoorlijk tegen de beschuldiging verdedigen en het hof kan zich geen zuiver oordeel vormen over de situatie zoals die was op het moment van de controle.

De verdachte is hierdoor zodanig in haar belangen geschaad, dat naar het oordeel van het hof een eerlijk proces niet meer mogelijk is. Bovendien is door dit zeer onzorgvuldig en niet integer optreden van het opsporingsapparaat het vertrouwen in de rechtspleging in aanzienlijke mate geschonden.

Het hof heeft aan dit vormverzuim in het vooronderzoek de meest vergaande sanctie verbonden: de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.'



6 maart 2015
Rijkswaterstaat mocht nieuw dienstrooster niet invoeren

'Rijkswaterstaat had de nieuwe dienstroosters voor het organisatieonderdeel Rijkswaterstaat Verkeer en Watermanagement (RVWM) niet mogen invoeren. Dat heeft de rechter geoordeeld in procedure die was aangespannen door de ondernemingsraad van RVWM. De rechter oordeelde dat de nieuwe jaarroosters voor instemming voorgelegd hadden moeten worden aan de ondernemingsraad. Dat is niet gebeurd.

Nietig
RVWM werkt sinds begin dit jaar met een nieuwe vorm van roostering. Op basis van een jaarrooster (normrooster) wordt een maandrooster vastgesteld. De rechter oordeelde dat het normrooster op basis van de Wet op de Ondernemingsraden instemmingsplichtig is. De directie van de RVWM heeft het normrooster in november 2014 vastgesteld, maar niet ter instemming voorgelegd aan de ondernemingsraad. De OR heeft daarop aan de directie laten weten dat de roosters daarom nietig zijn. De rechter oordeelde dat dat inderdaad het geval is. De meer gedetailleerde maandroosters zijn op zich niet instemmingsplichtig, maar omdat ze gebaseerd zijn op de normroosters hadden ook die roosters niet ingevoerd mogen worden.

Overleg
De rechter oordeelde dat de roosters nu alsnog moeten worden voorgelegd aan de ondernemingsraad. Daarna kunnen directie en OR daarover in overleg. De rechter verbiedt het gebruik van de nieuwe roosters niet, maar wil een oordeel daarover afwachten tot het overleg tussen directie en OR is afgerond. De rechter woog daarbij onder meer mee dat de OR niet concreet heeft gemaakt dat er grote problemen zijn met de toepassing van het nieuwe dienstrooster.

De rechter geeft de partijen nu vier weken de tijd om met elkaar in overleg te gaan. Daarna beslist hij – als dat nodig is - over de vraag of het gebruik van de nieuwe dienstroosters moet worden verboden of toegestaan blijft.'



6 maart 2015
Langgestraften in Norgerhaven moeten verhuizen

'De kortgedingrechter in Den Haag is van oordeel dat de terbeschikkingstelling van de locatie Norgerhaven van de PI Veenhuizen aan de Noorse autoriteiten voor Noorse gevangenen niet onrechtmatig is. Dat betekent dat achttien (levens)langgestraften die daar op dit moment verblijven in Afdeling K gedwongen worden overgeplaatst.

Besluitvorming roept wel vragen op
De besluitvorming roept voor de rechter wel een aantal vragen op. Zo doorkruist deze terbeschikkingstelling aan de Noorse autoriteiten het voorbestaan van afdeling K. Deze afdeling is op dit moment de enige afdeling in Nederland die speciaal is ingericht voor de detentie van (levens)lang gestraften. Voorts heeft de staatssecretaris de indruk gewekt – hij reageerde namelijk nergens op – dat hij zich weinig gelegen laat liggen aan de belangen van de eisers. Dat maakt zijn beslissing echter niet onrechtmatig.

Alternatief
Het belang van de staatssecretaris – het behoud van werkgelegenheid – is voor de rechter een gerechtvaardigd belang. Daarnaast kunnen afdelingen in andere gevangenissen passend worden gemaakt voor deze langgestraften. Ter zitting is namens de staatsecretaris ook erkend dat eisers een adequaat alternatief moet worden geboden.'



6 maart 2015
Advies AG: inzageverzoek psychiatrisch rapport schutter Alphen aan den Rijn opnieuw beoordelen

'Het hof heeft te strenge criteria gebruikt bij het afwijzen van het inzageverzoek van slachtoffers en nabestaanden van de schietpartij in Alphen aan de Rijn in het psychiatrisch rapport van de schutter. Dat stelt advocaat-generaal Langemeijer vandaag in een advies aan de Hoge Raad. Hij stelt voor dat een andere rechter opnieuw de mogelijkheid van afgifte van een kopie van het rapport beoordeelt.

Na de schietpartij in het winkelcentrum Ridderhof in Alphen a/d Rijn op 9 april 2011 heeft het Openbaar Ministerie een psychiatrisch rapport laten opstellen over de schutter, Tristan van der V., die bij het incident is overleden. Over de conclusies van dat rapport heeft het Openbaar Ministerie mededeling gedaan in een persconferentie in juli 2011.

41 slachtoffers en nabestaanden nemen geen genoegen met die mededeling en hebben in kort gedinggeëist dat het Openbaar Ministerie hun advocaat een kopie van dat rapport geeft. Het Openbaar Ministerie heeft dit geweigerd, vanwege het medisch beroepsgeheim en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van familieleden die aan dat psychiatrisch onderzoek hebben bijgedragen.

Het gerechtshof Den Haag heeft de vordering afgewezen (ECLI:NL:GHDHA:2014:707).

De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad. De Hoge Raad behoeft dit advies niet te volgen. Het parket van de procureur-generaal bij de Hoge Raad maakt geen deel uit van het Openbaar Ministerie.

De Hoge Raad verwacht in deze zaak uitspraak te zullen doen op 5 juni.'



5 maart 2015
Veroordelingen in het ANDES-proces

'De rechtbank Noord-Holland heeft in het mega-proces ANDES aan de hoofdverdachten Danny K. en Dick V. gevangenisstraffen opgelegd van 54 en 36 maanden met aftrek van de tijd die zij al hebben vastgezeten. Zij werden veroordeeld vanwege het vormen van een criminele organisatie, het op grote schaal witwassen van crimineel verkregen gelden en het bedreigen met geweld van (ex)partners en anderen.

Criminele organisatie
K. is door de rechtbank gezien als leider van de criminele organisatie waarbij hij opdrachten gaf en medeverdachten aanstuurde. V. incasseerde voor de organisatie gelden en voorzag via zijn sportschool in auto’s. Daarnaast werden nog twee verdachten als lid van deze organisatie gezien en ook zij werden tot langere straffen veroordeeld.

Witwassen
K. zorgde voor woningen, auto’s en levensonderhoud van (ex)partners, betaalde vele dure vakanties en kocht horloges voor aanzienlijke bedragen. Hij leidde een luxe leven, waarin het hem en anderen aan weinig materiële zaken ontbrak. En dat terwijl verdachte niet op een adres in Nederland stond ingeschreven, geen bankrekeningen in Nederland heeft en niet bekend is bij de Belastingdienst of de Kamer van Koophandel. Het kan volgens de rechtbank dan ook niet anders dan dat deze miljoenen euro’s een criminele herkomst hebben.

De rechtbank heeft V. ook nog veroordeeld vanwege het bezit van munitie en vele mishandelingen.

Willem H.
H. is door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 46 dagen voor de bedreiging van Peter R. de Vries op 25 april 2013 en vrijgesproken van afpersing van een voormalig leider van de Hell’s Angels in Amsterdam. Daarnaast moet H. vanwege een oude veroordeling nog 90 dagen vastzitten.

Overige veroordelingen
De vele overige verdachten, waaronder ex-partners van K., zijn eveneens veroordeeld tot straffen, variërend van onvoorwaardelijke gevangenisstraffen tot werkstraffen.

Bijzonderheden
Dick V. is eerder door de rechtbank geschorst geweest, maar vanwege een mogelijke aanslag op zijn leven heeft hij vlak voor de aanvang van het proces verzocht om deze schorsing op te heffen. V. kwam hierdoor weer vast te zitten.

Een andere verdachte en vriend van V., Hans N., werd gedurende het ANDES-proces op 5 november 2014 in Beverwijk doodgeschoten.'



5 maart 2015
Geen ontucht op voetbalkamp Schalkhaar

'De rechtbank Overijssel oordeelt dat er geen ontucht heeft plaatsgevonden tijdens het voetbalkamp van de D1 van SV Schalkhaar in de zomer van 2014. Drie begeleiders van 44, 25 en 20 jaar oud, die werden beschuldigd van ontucht met twee minderjarige jongens en de mishandeling van één jongen, worden daarvan vrijgesproken. De 25-jarige begeleider is veroordeeld voor het vloeren van een jongen, maar krijgt hiervoor geen straf.

Onbetamelijk
De rechtbank oordeelt dat de drie begeleiders uit Schalkhaar en Deventer de grenzen van het betamelijke zeker hebben overschreden met een soort douche en uitkleedspel dat zij speelden. Daarbij zijn geen ontuchtige handelingen gepleegd zoals bedoeld in het wetboek van Strafrecht. De rechtbank vind het voorstelbaar dat ouders, toen zij hoorden van de gebeurtenissen op het kamp, de nodige vragen en zorgen hadden. Het is zo bezien ook logisch dat de politie vervolgens onderzoek heeft gedaan naar de gedragingen.

Spelvorm
In een soort spelvorm moesten de spelers zich onder de douche binnen 10 seconden tot hun onderbroek uitkleden. Om het moeilijker te maken werden sommigen getapet aan handen en voeten. Twee jongens werd gevraagd om in een besloten ruimte zich helemaal uit te kleden. De ene jongen kreeg een plastic bekertje voor zijn geslachtsdeel getapet en de andere kreeg een doek voor zijn geslachtsdeel. Hierna werden ze de kamer uitgestuurd en hebben ze zich aan de groep laten zien.

Geen seksuele bedoelingen
De rechtbank is van oordeel dat er hierbij geen sprake was van seksueel contact of seksuele bedoelingen van de verdachten. De jongens verklaarden niets dat daar op zou duiden. Er gebeurde ook niets onder dwang. Uit verschillende verklaringen van jongens die mee waren met het kamp, blijkt dat regelmatig werd gevraagd of ze het nog leuk vonden en dat, wanneer dit niet het geval was, er niets meer gebeurde. Uit de verschillende verklaringen in het dossier blijkt dat iedereen het - over het algemeen - als een leuk voetbalkamp heeft ervaren.

Mishandeling
De begeleiders zijn vrijgesproken voor mishandeling. Zij zouden tijdens het kamp ook één jongen hebben mishandeld door hem onder andere vast te tapen en een roos in zijn mond te doen. Uit het dossier blijkt niet dat zij daarbij betrokken zijn geweest. De verklaringen wijzen een andere persoon aan. De 25-jarige begeleider is veroordeeld voor mishandeling van één van de spelers. Tijdens een stoeipartij met één van de voetballers van twaalf jaar oud vloerde hij hem hardhandig en heeft hem daardoor pijn gedaan. De rechtbank volstaat hier met een schuldigverklaring zonder straf.'



5 maart 2015
Voormalig docente krijgt taakstraf voor ontucht en grooming met leerlingen

'Een 31-jarige vrouw uit Tilburg is zojuist door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. Ze pleegde als lerares ontucht met twee minderjarige leerlingen en maakte zich schuldig aan grooming met één van hen.

De vrouw was geschiedenisdocente op een middelbare school in ’s-Hertogenbosch toen ze in september en oktober 2013 ontucht pleegde met twee leerlingen van die school. Ze masseerde het lichaam van een destijds zestienjarige jongen, likte zijn gezicht en kneep in zijn billen. Met een vijftienjarige jongen pleegde ze vergaande seksuele handelingen. Daarnaast stuurde de vrouw beide leerlingen veelvuldig WhatsApp-berichten met veelal een seksueel getinte lading. Bovendien maakte ze zich schuldig aan grooming door de vijftienjarige jongen berichten te sturen om hem zover te krijgen met haar af te spreken en ontuchtige handelingen te verrichten.

Het plegen van ontucht met minderjarigen kan hen ernstige psychische, emotionele en lichamelijke schade bezorgen. De vrouw maakte inbreuk op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de aan haar zorg en opleiding toevertrouwde jongens. Ze overschreed daarmee grenzen, waarbij zij zich door haar eigen lustgevoelens liet leiden. In strafmatigende zin houdt de rechtbank er onder meer rekening mee dat de vrouw in de periode dat er aangifte werd gedaan te maken had met grote persbelangstelling en daar veel last van had.'



5 maart 2015
Twaalf jaar cel na steekpartij met dodelijke afloop

'De rechtbank Den Haag heeft een 27-jarige man veroordeeld tot twaalf jaar cel voor doodslag. De man heeft het 20-jarige slachtoffer in zijn woning om het leven gebracht door hem met een mes in zijn rechterbil te steken, waarbij een grote ader werd geraakt. Het slachtoffer wist zijn woning te ontvluchten, maar zakte op straat in elkaar. Hij overleed later die dag in het ziekenhuis.

Skype
Op de bewuste dag had het slachtoffer een chatgesprek via Skype. De vrouwelijke getuigeuit Oekraïne heeft gezien dat er een persoon achter het slachtoffer stond waarna ze hem hard hoorde schreeuwen van de pijn. Op grond van haar verklaringen oordeelt de rechtbank dat verdachte het slachtoffer in de woonkamer met een mes in zijn bil heeft gestoken op het moment dat hij naar het raam liep. Ook gaat de rechtbank ervan uit dat er nog een worsteling in de hal heeft plaatsgevonden. Dit verklaart de vele bloedsporen die in de hal zijn gevonden. Tijdens deze worsteling moet het slachtoffer verdachte met het mes hebben geraakt, waardoor verdachte ook verwondingen heeft opgelopen.

Geen TBS
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte TBS wordt opgelegd. De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis en kan niets anders dan verdachte veroordelen tot een zeer lange gevangenisstraf.'



5 maart 2015
ACM moet methodebesluit landelijk gasnet (GTS) aanpassen

'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) deed vandaag een tussenuitspraak in het beroep van de landelijk netbeheerder gas (Gasunie Transport Services) tegen het methodebesluit gas 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016 en het daarop gebaseerde x-factorbesluit voor dezelfde periode van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).

Met het methodebesluit bepaalt ACM de methode tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering (de x-factor), de methode tot vaststelling van de kwaliteitsterm (de q-factor) en de methode tot vaststelling van het rekenvolume van elke tariefdrager van elke dienst waarvoor een tarief wordt vastgesteld (rekenvolumina). In het x-factorbesluit zijn de uitgangspunten voor bevordering van doelmatige bedrijfsvoering die in het methodebesluit staan, geconcretiseerd. Op basis van dit besluit worden de tarieven vastgesteld. Er is voor de komende reguleringsperiode geen q-factor vastgesteld.

Het beroep van GTS met betrekking tot de toepassing van de dynamische efficiëntieparameter voor de periode 2014-2016 op de periode 2010-2013 slaagt. Het College zal het x-factor-besluit in zoverre vernietigen.

Daarnaast heeft het methodebesluit twee herstelbare gebreken, namelijk de onderbouwing van de keuze om geen rentevergoeding in de WACC op te nemen voor de kosten van vreemd vermogen en de gebrekkige motivering van de keuze voor twee business cycles bij de bepaling van de dynamische efficiëntie van GTS.

Het College zal ACM opdragen om deze gebreken te herstellen.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl