Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - augustus 2016:


31 augustus 2016
Toewijzing van broeikasgasemissierechten blijft in stand

'De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft in 2013 terecht broeikasgasemissierechten toegewezen op basis van de correctiefactor die de Europese Commissie eerder had vastgesteld. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (31 augustus 2016).

Daarmee blijft de toewijzing van broeikasgasemissierechten voor de periode 2012 tot 2020 aan bedrijven uit de zware industrie en andere sectoren in stand. Een aantal bedrijven was het niet eens met de correctiefactor, omdat die ongeldig zou zijn vastgesteld. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Correctiefactor
De Afdeling bestuursrechtspraak stelde in juni 2014 zogenoemde prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie in Luxemburg over de correctiefactor van de Europese Commissie. In april 2016 verklaarde het Europese Hof dat de correctiefactor ongeldig was vastgesteld. Wel bepaalde het Hof dat deze ongeldigverklaring geen gevolgen heeft voor de toewijzing van emissierechten tot tien maanden na zijn arrest, 'teneinde ernstige gevolgen voor een groot aantal te goeder trouw tot stand gebrachte rechtsverhoudingen te voorkomen'. Dit betekent dat de ongeldig vastgestelde correctiefactor toch moet worden toegepast. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak volgt uit het arrest dat de staatssecretaris de toewijzing van broeikasgasemissierechten terecht heeft gebaseerd op die correctiefactor.

Overige bezwaren
De bedrijven vonden verder dat de staatssecretaris de toewijzing van de broeikasgasemissierechten zorgvuldiger had moeten voorbereiden en beter had moeten motiveren. Ook had de staatssecretaris volgens hen meer rekening moeten houden met hun belangen. Bovendien zou de toewijzing rechtsonzeker zijn. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft al deze bezwaren ongegrond verklaard.

Nationaal toewijzingsbesluit
In het nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten 2012-2020 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu voor de periode 2012 tot 2020 jaarlijks kosteloze broeikasgasemissierechten toegewezen aan bedrijven in de zware industrie en andere sectoren. Deze bedrijven doen mee aan het Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten.'



29 augustus 2016
Ziekengeld en twee dienstbetrekkingen, wijziging jurisprudentie

'De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 18 augustus 2016 dat anders dan voorheen de Raad thans van oordeel is dat er voldoende aanknopingspunten zijn om bij de beoordeling van de aanspraak op een ZW-uitkering het bestaan van een tweede dienstbetrekking voor bepaalde tijd naast een eerder tot stand gekomen dienstbetrekking voor onbepaalde tijd aan te nemen.

De Raad heeft in zijn uitspraak van 18 februari 2003, ECLI:NL:CRVB:2003:AF5806 (USZ 2003/188) overwogen dat er geen grond is om een splitsing in twee dienstbetrekkingen tussen dezelfde werknemer en werkgever te maken als de werkzaamheden in de extra uren niet wezenlijk verschillen van het werk binnen de contractueel vastgelegde uren, en er ook overigens geen verschillende arbeidsvoorwaarden gelden. De Raad is thans van oordeel dat er in een geval als dat van appellante voldoende aanknopingspunten zijn om bij de beoordeling van de aanspraak op een ZW-uitkering het bestaan van een tweede dienstbetrekking voor bepaalde tijd naast een eerder tot stand gekomen dienstbetrekking voor onbepaalde tijd aan te nemen. Geen wetsbepaling staat eraan in de weg dat appellante en werkgeefster meerdere naast elkaar bestaande arbeidsovereenkomsten konden sluiten. Ook de toepasselijke cao verbiedt zodanige naast elkaar aanwezige arbeidsovereenkomsten niet. In de, elkaar opvolgende, overeenkomsten voor bepaalde tijd hebben partijen specifieke redenen opgenomen waarom zij die overeenkomsten zijn aangegaan en wat de arbeidsomvang en (maximum)duur van die overeenkomsten is. Duidelijk is kenbaar gemaakt dat zij aan te onderscheiden delen van hun arbeidsverhouding afzonderlijke rechtsgevolgen hebben willen verbinden. Dat de werkzaamheden in beide dienstverbanden die van voorschoolleidster behelsden, de werkzaamheden in die dienstverbanden niet wezenlijk van elkaar verschilden, en in zowel de overeenkomst voor onbepaalde tijd als in die voor bepaalde tijd de toepasselijke cao is vermeld, doet aan het bestaan van zelfstandig naast elkaar aangegane arbeidsovereenkomsten niet af. Het voortduren van de overeenkomst voor onbepaalde tijd van appellante met werkgeefster is dan ook geen beletsel voor een aanspraak van appellante op ziekengeld - wegens ziekte na eindiging van de tweede arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd - aangezien appellante na eindiging van die arbeidsovereenkomst daaruit geen loonaanspraken meer op werkgeefster had.'



29 augustus 2016
Berekening maatmaninkomen, niet geïnd loon

'De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 22 augustus 2016 dat appellant werkgeefster tijdens de referteperiode niet heeft gemaand het cao-loon volledig te betalen. Het Uwv heeft dan ook in redelijkheid kunnen weigeren om toepassing te geven aan artikel 7a, vijfde lid, van het Schattingsbesluit.

Uitgangspunt bij het bepalen van het inkomensverlies wegens ziekte is het feitelijk genoten loon dat betrokkene ontving voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:CRVB:2009:BI3128 en ECLI:NL:CRVB:2012:BW3706). Voor de situatie als hier aan de orde, waarin het loon waarop rechtens aanspraak bestond niet geheel is betaald, is in artikel 7a, vijfde lid, van het Schattingsbesluit (SB) een bijzondere regeling getroffen, op grond waarvan het Uwv bevoegd is om niet in de aangiftetijdvakken in het refertejaar opgegeven loon toch in aanmerking te nemen voor de berekening van het maatmaninkomen. Volgens de nota van toelichting bij die bepaling gaat het om die loonbestanddelen waarvan vaststaat dat de werknemer daar recht op had in de aangiftetijdvakken maar die nog niet geïnd zijn door de werknemer, waarbij wordt vermeld dat deze bepaling in het SB aansluit bij artikel 2, vierde lid, van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen. Voor de toepassing van laatstgenoemd artikel (en ook voor artikel 15, tweede lid, van het sinds 1 juni 2013 geldende Dagloonbesluit werknemersverzekeringen) is vereist dat de werknemer heeft aangetoond dat hij op niet mis te verstane wijze de werkgever in het refertejaar heeft gemaand het (nog) vorderbare loon uit te keren. Gelet op het derving beginsel bij de bepaling van de mate van de arbeidsongeschiktheid en de in het SB daarop gebaseerde berekeningswijzen, wordt vastgesteld dat artikel 7a, vijfde lid, van het SB de bevoegdheid bevat om af te wijken van het uitgangspunt dat het maatmaninkomen wordt gebaseerd op het voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid feitelijk ontvangen loon. Het Uwv maakt van deze bevoegdheid gebruik in situaties dat in het refertejaar (nog) vorderbaar loon ondanks vordering in het refertejaar niet of niet geheel inbaar is gebleken. Bij het opnemen van deze uitzondering heeft de wetgever blijkens de nota van toelichting uitdrukkelijk verwezen naar het toen geldende artikel 2, vierde lid, van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen, dat eveneens niet genoten, nog vorderbaar loon buiten beschouwing laat als dat niet al in het refertejaar oninbaar is gebleken. Het op basis van deze uitzonderingsbepaling in het SB door het Uwv geformuleerde beleid gaat de grenzen van een redelijke beleidsbepaling niet te buiten. Ter zitting is erkend dat appellant werkgeefster tijdens de referteperiode niet heeft gemaand het cao-loon volledig te betalen. Het Uwv heeft dan ook in redelijkheid kunnen weigeren om toepassing te geven aan artikel 7a, vijfde lid, van het SB. In wat ter zitting is aangevoerd over de geringe arbeidskansen van appellant, gelet op zijn leeftijd, en de mogelijk daaruit voortvloeiende teruggang in inkomen, ziet de Raad geen bijzondere omstandigheden op grond waarvan het Uwv, met (overeenkomstige) toepassing van artikel 4:84 (slot) van de Algemene wet bestuursrecht, van het beleid had moeten afwijken.

De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.

Dit is een nieuwsbericht op basis van de genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit nieuwsbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.'



29 augustus 2016
Eindhovenaar cel in voor ontucht en maken kinderporno

'Een 74-jarige man uit Eindhoven is zojuist door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld voor het maken van kinderporno van 4 jonge meisjes en het plegen van ontucht met 2 van hen. De man krijgt een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 6 jaar.

De man maakte kinderporno van de zeer jonge meisjes door hen te fotograferen en te filmen. Bij 2 van de slachtoffers pleegde hij bovendien meerdere keren zelf seksuele handelingen, die hij filmde.

De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf rekening mee dat de slachtoffers pas 2 tot 4 jaar waren. De man was slechts op jacht naar zijn eigen gerief en liet zich daarbij niet weerhouden door de kwetsbare positie waarin de slachtoffers zich bevonden. Zij konden op geen enkele wijze weerstand bieden. De verdachte heeft niet alleen de slachtoffers leed berokkend, maar in het verlengde daarvan ook hun ouders en naaste familie. De man was jarenlang een huisvriend van de families van de slachtoffers en werd door hen als lid van de familie beschouwd. Anderzijds weegt de rechtbank mee dat de man – op advies van een psycholoog en een psychiater naar diens geestvermogens – als (enigszins) verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.

De rechtbank legt een deel van de straf voorwaardelijk op om de verdachte ervan te weerhouden opnieuw de fout in te gaan. Bovendien kan de rechtbank op deze manier een aantal bijzondere voorwaarden opleggen, zoals een klinische en ambulante behandeling. Hiermee wordt volgens de rechtbank de kans dat het tot een herhaling komt zo klein mogelijk gemaakt. Gezien de omstandigheden koppelt de rechtbank een proeftijd van 6 jaar aan die voorwaardelijke straf.

De man moet de slachtoffers ook schadevergoedingen betalen van in totaal 6.000 euro.'



29 augustus 2016
3 jaar cel voor misbruik dochter

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 51-jarige man uit Geldrop veroordeeld tot een celstraf van 3 jaar voor ontucht met zijn minderjarige dochter.

De man pleegde in ongeveer 2,5 jaar tijd meerdere keren ontuchtige handelingen bij zijn dochter. Het meisje heeft een lichte vorm van autisme en was destijds tussen de 11 en 13 jaar.

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank meegewogen dat de man zijn dochter een (vrijwel) onherstelbaar leed heeft aangedaan. Hij maakte grote inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer en tastte haar lichamelijke integriteit aan. Haar vader zou een persoon moeten zijn waar zij zich veilig bij had moeten voelen. De rechtbank oordeelt dat de man louter en alleen oog had voor zijn eigen directe behoeftebevrediging en zich in het geheel niet bekommerde om zijn dochter. Uit het uitgevoerde psychologisch onderzoek is weliswaar naar voren gekomen dat hij lijdt aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, maar omdat er geen verband is vastgesteld tussen de stoornis en het misbruik, is er geen aanleiding de man hiervoor verminderd toerekeningsvatbaar te achten.'



22 augustus 2016
Gevangenisstraf voor Arnhemmer die bank oplichtte voor ruim 5 ton

'De rechtbank heeft een 36-jarige Arnhemmer veroordeeld voor oplichting van een bank voor ruim 5 ton. De man kreeg een gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd, met aftrek van de tijd die hij al heeft vastgezeten.

Hypothecaire geldlening van ruim 5 ton
De man verklaarde dat hij werkzaam was bij een bedrijf en daar een bepaald nettosalaris per maand verdiende. Samen met een valse werkgeversverklaring bewoog dit een bank tot het verstrekken van een hypothecaire geldlening van ruim 5 ton aan de Arnhemmer.

Het gaat hier om een ernstig vermogensmisdrijf. De man heeft op een zeer schadelijke manier misbruik gemaakt van het vertrouwen - in met name werkgeversverklaringen - dat in de Nederlandse samenleving bestaat. Iets dat voor het goed functioneren van het bancaire stelsel in Nederland van belang is. Het handelen van de Arnhemmer schendt dit vertrouwen. De man liet zich kennelijk alleen leiden door eigen financieel voordeel, terwijl de bank gedupeerd is. Dit neemt de rechtbank verdachte erg kwalijk.

Vrijgesproken van valsheid in geschrift
De man werd ook verdacht van valsheid in geschrift, omdat hij gebruik zou hebben gemaakt van een valse werkgeversverklaring. Hiervan spreekt de rechtbank hem vrij, omdat niet te bewijzen is dat het gebruik van een valse werkgeversverklaring heeft plaatsgevonden in de tenlastegelegde periode.'



22 augustus 2016
42 maanden cel en 5 jaar rijverbod voor vluchtende automobilist

'Een 34-jarige man uit België is door de rechtbank Limburg veroordeeld tot 42 maanden gevangenisstraf. Ook mag hij 5 jaar geen motorrijtuig besturen. De Belg kreeg deze veroordeling voor poging tot doodslag op 4 politieagenten en poging tot zware mishandeling van 2 andere agenten. Hij moet de 6 politieagenten elk 870 euro schadevergoeding betalen. De man reed op 9 november 2015 in Heerlen als bestuurder van een auto met zeer hoge snelheid door een 30-km zone. Dat viel de politie op, maar toen de politie hem een stopteken gaf om hem hierover aan te spreken, reed de man met grote snelheid weg. Hierna ontstond een achtervolging over de A76, waarbij meerdere politievoertuigen betrokken waren.

Achtervolging
Tijdens deze achtervolging bleef de man met zeer hoge snelheid rijden, daarbij diverse malen van rijstrook wisselend en meerdere keren sturend richting de politievoertuigen. Dit allemaal terwijl hij nog maar op 3 banden reed, omdat hij onderweg 1 band was verloren. De rechtbank is van oordeel dat hij daarbij de levens van de inzittenden van 2 politievoertuigen in gevaar heeft gebracht.

Aan het einde van de achtervolging, toen zijn snelheid inmiddels minder was, reed de man tegen een derde politievoertuig aan in een laatste poging aan de politie te ontkomen. Dit gebeurde met een snelheid die nog zodanig was, dat deze handeling ertoe had kunnen leiden dat de inzittenden van dit voertuig zwaar lichamelijk letsel hadden kunnen oplopen. Alleen door de manier waarop de bestuurders van de politievoertuigen hebben gereageerd en gehandeld, is voorkomen dat er meer dan alleen materiële schade is ontstaan.

De achtervolging eindigde in België en de man is door de Belgische rechter op 17 november 2015 uitgeleverd aan Nederland om voor deze feiten hier vervolgd te worden.

Niet-ontvankelijk
De verdachte moest zich op de zitting van 8 augustus 2016 eveneens verantwoorden voor een aantal feiten die gepleegd zouden zijn op 2 november 2013. De officier van justitie is voor deze feiten door de rechtbank niet-ontvankelijk in de vervolging verklaard. De Belgische rechter heeft namelijk uitdrukkelijk bepaald dat de man niet is uitgeleverd voor vervolging van feiten die vóór 9 november 2015 zouden hebben plaatsgevonden. Tóch vervolgen voor deze feiten is in strijd met internationale regelgeving.'



22 augustus 2016
Voorwaardelijke celstraf voor mishandeling en bedreiging dochter en echtgenote

'Een 59-jarige Apeldoorner die veroordeeld is wegens bedreiging en mishandeling van zijn echtgenoot en dochter en vernieling kreeg een voorwaardelijke celstraf van 4 maanden opgelegd. Daarnaast kreeg de man ook een werkstraf van 180 uur opgelegd.

De man heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan het mishandelen en bedreigen van zijn echtgenote en dochter. Ook heeft hij de kleding van zijn echtgenote vernield.

Lagere straf dan geëist door officier van justitie
Bij de strafmaat heeft de rechtbank rekening gehouden met het blanco strafblad van de man. De rechtbank legde een lagere voorwaardelijk gevangenisstraf op dan de officier van justitie eiste, omdat zij van oordeel is dat de opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voldoet als stok achter de deur.

Bijzondere voorwaarden en schadevergoeding
Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf zijn bijzondere voorwaarden gekoppeld. De man heeft een meldplicht bij de reclassering, een contactverbod met zijn echtgenote en een locatieverbod voor Arnhem. De bijzondere voorwaarden zijn direct uitvoerbaar. Daarnaast moet de Apeldoorner een werkstraf van 180 uur uitvoeren. Tot slot moet de man zijn echtgenote een bedrag van 1.519,80 euro aan schadevergoeding betalen.'



22 augustus 2016
Apeldoorner die onderbuurman neerstak ontslagen van alle rechtsvervolging

'De rechtbank ontsloeg een 27-jarige man uit Apeldoorn van alle rechtsvervolging. Kijkend naar de stoornis van de man tijdens het gepleegde feit, kan volgens de rechtbank de tenlastegelegde poging tot doodslag niet aan de man worden toegerekend. Daarom is de man niet strafbaar.

De man stak in januari 2015 met een mes meerdere malen in op zijn onderbuurman. Volgens de psychiater en psycholoog lijdt de Apeldoorner aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de vorm van schizofrenie van het paranoïde type. De man moet dan ook als ontoerekeningsvatbaar te worden ingeschat. Omdat de man niet strafbaar is, is het door de reclassering voorgestelde reclasseringstraject juridisch niet uitvoerbaar.'



22 augustus 2016
Geldboete voor beledigende tweet raadslid

'Een raadslid van de gemeente Heerlen, die op 10 mei 2016 uit onvrede over de eis in de strafzaak tegen de heer J. van Rey een tweet plaatste, is door de rechtbank veroordeeld tot een geldboete van 500 euro, waarvan 250 euro voorwaardelijk. Het raadslid is veroordeeld voor belediging van een officier van justitie die betrokken was bij de strafzaak tegen de heer Van Rey.

De man noemde in zijn tweet de officier van justitie “de Irma Grese van het OM”. Irma Grese was in de Tweede Wereldoorlog een zeer wrede, sadistische kampbewaakster in verschillende concentratiekampen.

Tweet zeer beledigend
De rechtbank vindt de uitlating van de verdachte zeer beledigend en is van oordeel dat de verdachte hiermee niet – zoals hij ter verdediging aanvoerde – een bijdrage heeft geleverd aan een maatschappelijk debat. Om die reden kan ook niet gezegd worden dat een dergelijke uitlating valt onder het recht op een vrije meningsuiting. De rechtbank neemt het de verdachte verder bijzonder kwalijk dat hij in die tweet ook de verwensing uitsprak dat de officier van justitie dezelfde dag nog zou verongelukken.

Naar aanleiding van zijn tweet is de verdachte gebeld door journalisten van Dagblad de Limburger en NRC-handelsblad en verschenen in die kranten publicaties waarin de verdachte zou zijn geciteerd. Ook voor deze citaten moest de verdachte zich verantwoorden. Van deze verwijten is hij echter vrijgesproken. Deels omdat niet bewezen is, dat verdachte daadwerkelijk heeft gezegd wat in de krant als citaat was weergegeven. Ten aanzien van een citaat is wel bewezen dat dit daadwerkelijk door verdachte is gezegd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze mededeling van verdachte weliswaar een zeer ongepaste vergelijking is, maar dat dit geen belediging oplevert.

Het Openbaar Ministerie had tegen het raadslid 40 uur taakstraf, waarvan 20 uur voorwaardelijk, en een storting van 500 euro in de kas van Stichting Auschwitz geëist.'



19 augustus 2016
Gemeente Utrecht hoeft niet handhavend op te treden tegen modelvliegclub

'Een agrariër uit De Meern vindt dat de gemeente Utrecht handhavend moet optreden tegen een modelvliegclub. Er vliegen volgens hem voortdurend vliegtuigjes te laag over zijn land. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de gemeente door middel van onaangekondigde controles een betrouwbaar onderzoek heeft gedaan.

Onaangekondigde controles
De agrariër heeft camerabeelden gemaakt en stelt dat de vliegtuigjes te laag en buiten de vliegcirkel over het land vliegen. Naar aanleiding daarvan heeft een inspecteur Toezicht en Handhaving zeven onaangekondigde controles uitgevoerd en geen overtredingen geconstateerd. Volgens de agrariër kun je niet met het blote oog vaststellen hoe hoog er gevlogen wordt en is er sprake van ‘onzorgvuldig nattevingerwerk’.

Deskundigheid inspecteur
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de gemeente met deze uitgevoerde controles een voldoende betrouwbaar onderzoek heeft gedaan. Er zijn geen redenen om de deskundigheid van de inspecteur in twijfel te trekken. Daarnaast oordeelt de rechter dat op basis van de camerabeelden geen overtredingen kunnen worden vastgesteld.'



19 augustus 2016
Oordeel over uitleveringsverzoek aan Turkije uitgesteld

'De rechtbank Gelderland heeft 19 augustus 2016 uitspraak gedaan op de vordering van de officier van justitie om een 23-jarige man uit Nijmegen aan Turkije uit te leveren.

De rechtbank heeft vandaag geen einduitspraak gedaan maar een tussenbeslissing genomen. In deze tussenbeslissing geeft de rechtbank aan dat – vanwege de huidige instabiele en onduidelijke omstandigheden in Turkije en de onzekerheden over hoe de situatie zich daar zal ontwikkelen - op dit moment niet goed kan worden beoordeeld of uitlevering toelaatbaar is.

Pas als de toestand in Turkije is gestabiliseerd is het voor de rechtbank mogelijk een goed oordeel te vormen over de toelaatbaarheid van de uitlevering. De rechtbank heeft daarom de beslissing aangehouden voor onbepaalde tijd. De zaak wordt pas weer op zitting gepland als de officier van justitie van oordeel is dat dit kan.

Verzoek uitlevering
De man wordt verdacht van het plegen drugsmokkel naar Turkije. Turkije heeft daarom op 15 december 2015 verzocht de man aan Turkije uit te leveren zodat hij in dat land berecht kan worden. Nederland heeft een verdragsrechtelijke plicht tot uitlevering. Of een persoon daadwerkelijk wordt uitgeleverd, is echter afhankelijk van de beslissing die de Minister van Justitie hierover neemt. De Minister van Justitie mag deze beslissing pas nemen als een rechtbank heeft geoordeeld dat de uitlevering toelaatbaar is.

Toelaatbaarheid uitlevering
De rechtbank die een beslissing moet nemen over de toelaatbaarheid, beoordeelt of alle formaliteiten rondom het verzoek in orde zijn. Als dit zo is, is uitlevering doorgaans toelaatbaar. De Staat die om uitlevering wordt verzocht, moet er in beginsel op vertrouwen dat de verzoekende Staat de grondrechten van de persoon in kwestie waarborgt. Dat is slechts anders als:

bij uitlevering het risico aanwezig is dat de persoon in kwestie geen eerlijk proces zal krijgen, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), bij uitlevering de persoon in kwestie ook geen mogelijkheid heeft om tegen die inbreuk op zijn rechten op te komen.

Achtergrond
Sinds de poging tot het plegen van een staatsgreep is in Turkije de noodtoestand afgekondigd. Daarbij is onder meer het EVRM buiten werking gesteld en zijn vele duizenden rechters, aanklagers en advocaten op non-actief gesteld. Aangenomen mag worden dat de rechtspleging daardoor ernstige vertraging zal oplopen. Onduidelijk is hoe lang de noodtoestand zal voortduren en wat hiervan de gevolgen zullen zijn. Ernstige vertraging van de rechtspleging kan bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat een uitgeleverde persoon onevenredig lang in voorarrest zou kunnen verblijven. Dit is in strijd met het EVRM.

De rechtbank kan op dit moment niet beoordelen of aan Turkije uitgeleverde personen aanspraak kunnen maken op de aan hen toekomende grondrechten. En als dit niet zo zou zijn, of een uitgeleverde persoon dan kan worden bijgestaan door een onafhankelijke advocaat en kan worden berecht door een onafhankelijke rechterlijk college.'



17 augustus 2016
Man uit Tiel krijgt celstraf voor poging verkrachting en verboden wapenbezit

'De rechtbank veroordeelde een 33-jarige man uit Tiel voor een poging verkrachting en verboden wapenbezit. Hij kreeg hiervoor een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 voorwaardelijk opgelegd.

Sneller dan verdachte
Op 6 februari 2016 was de man - samen met een mededader - op zoek naar een willekeurige jongen om te verkrachten. Met de auto werd het minderjarige slachtoffer enige tijd gevolgd. Op een afgelegen plek werd hij opgewacht en aangevallen. Dat het bij een poging gebleven is, is enkel te danken aan het feit dat de jongen sneller kon rennen dan de man. In de auto lagen op dat moment een stiletto, een boksbeugel en een paar geprepareerde handschoenen, die de man later bij zijn aanhouding bij zich droeg.

Verminderd toerekeningsvatbaar
De rechtbank heeft bij de opgelegde rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de man. Volgens de rechtbank is de man, conform het advies van de psycholoog, enigszins verminderd toerekeningsvatbaar. Ook dat is meegewogen. In zijn nadeel is meegewogen dat hij geen openheid van zaken heeft gegeven en de verantwoordelijkheid van zijn handelen niet op zich heeft genomen.

Lange proeftijd
De rechtbank ziet – gelet op de aanwezige kans op herhaling recidive – aanleiding om aan de voorwaardelijke gevangenisstraf een proeftijd van 5 jaar te koppelen. De bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht, een ambulante behandeling en een contactverbod met het slachtoffer, zijn direct uitvoerbaar.

Tot slot heeft de rechtbank de vordering van de slachtoffer tot het betalen van een schadevergoeding van 2.000 euro toegewezen.

Medeverdachte overleden
De andere bij dit feit betrokken medeverdachte is vóór de behandeling van de strafzaak overleden. In zijn zaak is om die reden het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard.

De volledige uitspraak wordt binnenkort gepubliceerd.'



17 augustus 2016
Postretailers verliezen kort geding wegens onvoldoende spoedeisend belang

'VVP kwam in dit kort geding op tegen het gewijzigde vergoedingenmodel dat PostNL met ingang van 1 juli 2016 is gaan hanteren.

VVP, de vereniging van postale en bancaire retailers, is een vereniging van onder meer postretailers. Dit zijn ondernemers die in hun winkelruimte naast hun reguliere diensten ook postale diensten aanbieden. VVP kwam in dit kort geding op tegen het gewijzigde vergoedingenmodel dat PostNL met ingang van 1 juli 2016 is gaan hanteren. Volgens VVP leidt dit gewijzigde model voor de postretailers tot een ernstige omzetdaling en dreigt hierdoor hun faillissement. VVP wil bereiken dat PostNL gedurende de ook door VVP gestarte bodemprocedure de postretailers de vergoedingen zal betalen, zoals die golden vóór het gewijzigde vergoedingenmodel.

Nader onderzoek nodig naar gevolgen gewijzigd vergoedingenmodel
PostNL heeft de gestelde omzetdaling als gevolg van het gewijzigde vergoedingenmodel weersproken. Om vast te kunnen stellen wie van partijen gelijk heeft, is nader onderzoek en/of bewijslevering noodzakelijk. Hiervoor is in de kortgedingprocedure geen plaats, zodat de gestelde omzetdaling op dit moment onvoldoende aannemelijk is geworden.

Faillisementsrisico onvoldoende onderbouwd
Daarnaast heeft VVP volgens de voorzieningenrechter onvoldoende onderbouwd dat, uitgaande van de gestelde omzetdaling, deze daadwerkelijk een faillissementsrisico voor de postretailers oplevert. Daarbij is van belang dat PostNL als verweer heeft aangevoerd dat de inkomsten uit de met PostNL gesloten overeenkomst voor de postretailers slechts een aanvulling vormen op de inkomsten uit de verkoop van het eigen assortiment. Bij zijn oordeel dat het spoedeisend belang onvoldoende is komen vast te staan, weegt de voorzieningenrechter ook mee dat 99% van de postretailers het gewijzigde vergoedingenmodel heeft geaccepteerd en de samenwerking met PostNL heeft voortgezet.'



17 augustus 2016
Onderzoek naar maatregelen tegen meeuwenoverlast toegestaan

'De gemeenten Leiden, Haarlem en Alkmaar mogen binnen hun grondgebied onderzoek doen naar maatregelen om meeuwenoverlast tegen te gaan. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (17 augustus 2016).

Uitspraak van de rechtbank
De rechtbank Amsterdam oordeelde in april 2015 anders. De rechtbank draaide de ontheffing van de Flora- en faunawet terug die de staatssecretaris van Economische Zaken in januari 2014 voor dit onderzoek verleende, omdat onderzoek moet zijn gericht op instandhouding van de soort. De gemeenten wilde juist een ontheffing voor een onderzoek om meeuwenoverlast aan te pakken en daar voorziet de Flora- en faunawet niet in, aldus de rechtbank.

Onderzoek
De Afdeling bestuursrechtspraak is echter van oordeel dat de staatssecretaris ook een ontheffing voor onderzoek mag verlenen als dat onderzoek betrekking heeft op de "uitwerking en ontwikkeling van ecologische methoden ter preventie van door vogels toegebrachte schade". Een onderzoek hoeft dus niet altijd de instandhouding van de soort op het oog te hebben, zoals de rechtbank Amsterdam eerder oordeelde. Daarom vernietigt de Afdeling bestuursrechtspraak de uitspraak van de rechtbank Amsterdam.

Geen afbreuk
Een onderzoek mag echter geen afbreuk doen aan de instandhouding van de soort en dat zal met feiten en cijfers aangetoond moeten worden. De staatssecretaris heeft pas tijdens de procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak een berekening ingediend waaruit blijkt dat het onderzoek in Leiden, Haarlem en Alkmaar geen afbreuk doet aan de 'gunstige staat van instandhouding' van de vier meeuwensoorten. Deze berekening ontbrak nog op het moment dat de zaak bij de rechtbank in behandeling was. Daarom heeft de rechtbank het besluit van de staatssecretaris terecht vernietigd. Uit deze berekening blijkt echter dat de desbetreffende meeuwenpopulaties stabiel zijn door het aantal en het broedsucces van meeuwen buiten deze gemeenten. De Afdeling bestuursrechtspraak vindt dat de staatssecretaris zijn besluit daarmee alsnog voldoende heeft gemotiveerd.

Gevolg
Het gevolg van de uitspraak is dat de gemeenten nu toestemming hebben om onderzoek te doen naar maatregelen tegen meeuwenoverlast.

Plan van aanpak
De gemeenten dienden in november 2013 een Plan van aanpak in bij de staatssecretaris van Economische Zaken om gedurende drie jaar onderzoek te kunnen doen naar oplossingen om overlast van meeuwen aan te pakken. Het gaat om de kleine mantelmeeuw, de zilvermeeuw, de stormmeeuw en de kokmeeuw. Oplossingen die worden onderzocht zijn nestbeheer en weren en verjagen van meeuwen. Met de onderzoeksresultaten zullen in de toekomst naar verwachting ontheffingen worden aangevraagd om meeuwenoverlast tegen te gaan en in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid.'



17 augustus 2016
Autoriteit Persoonsgegevens moet meer onderzoek doen naar registratie reisgegevens door de NS

'Op 16 augustus 2016 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in de zaak van een man uit Arnhem tegen de Autoriteit Persoonsgegevens U verlaat Rechtspraak.nl . De rechtbank heeft het beroep van de man gegrond verklaard. Dat wil zeggen dat de rechtbank bepaalde dat de Autoriteit Persoonsgegevens meer onderzoek moet doen naar de manier waarop de NS de persoonsgegevens van haar reizigers verwerkt.

Achtergrond
De man is het er niet mee eens dat reizen met een NS-voordeelurenabonnement alleen mogelijk is met een persoonlijke OV-chipkaart. Op die manier kan de NS nagaan welke reizen iemand allemaal maakt en dat vindt de man een schending van zijn privacy. In de tijd van het papieren treinkaartje was het mogelijk om een voordeelurenabbonnement af te sluiten en dan per rit een apart kaartje te kopen. Op die manier waren bij NS wel persoonsgegevens bekend maar werden de reisbewegingen niet geregistreerd. De man is van mening dat deze oude situatie ook nu nog voor de NS te realiseren is. Door dit niet te doen is sprake van schending van de privacy én loopt de anonieme reiziger ook een voordeel mis ten opzichte van mensen die wel een persoonlijke OV-chipkaart hebben. Dit laatste vindt hij discriminatie.

De man had de Autoriteit Persoonsgegevens al eerder gevraagd te onderzoeken of de NS de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) heeft geschonden en zo ja, om hiertegen handhavend op te treden. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft eerder bepaald geen aanleiding te zien om handhavend op te treden. Daarop is de man naar de rechter gestapt.

Uitspraak
In de uitspraak die is gedaan, staat centraal het verzoek aan de rechter om te bepalen dat sprake is van schending van de Wet op de bescherming persoonsgegevens en schending van het discriminatieverbod.

De Autoriteit Persoonsgegevens heeft aangegeven dat zij een verkennend onderzoek naar het onderwerp heeft gedaan. Zij is van mening dat de Wbp een grondslag geeft voor de verwerking van de reisgegevens door de NS. Namelijk omdat de NS een overeenkomst aangaat met een reiziger en dat nu eenmaal niet kan zonder dat persoonsgegevens bekend zijn.

De rechtbank is van mening dat de Autoriteit Persoonsgegevens dit onderzoek onvoldoende heeft uitgevoerd. De Autoriteit Persoonsgegevens had onder meer onderzoek moeten doen naar andere, minder ingrijpende, mogelijkheden de reisgegevens te registreren.

Dat betekent niet dat het nu mogelijk is om een voordeelabonnement af te sluiten in combinatie met een anonieme OV-chipkaart. De rechtbank heeft de man alleen in het gelijk gesteld als het gaat om het onderzoek dat de Autoriteit Persoonsgegevens moet doen.'



17 augustus 2016
Eigenaar failliete vleesgroothandel Oss moet 1 miljoen euro betalen aan curator

'De eigenaar van een failliete vleesgroothandel in Oss moet de curator 1 miljoen euro betalen. Dit besliste de rechtbank Oost-Brabant vandaag. Het bedrag kan nog verder oplopen.

De eigenaar had een vleesgroothandel in Oss waar karkassen van runderen werden verwerkt tot vleesproducten voor menselijke consumptie. Begin 2013 merkte de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit de volledige voorraad van het bedrijf aan als potentieel gevaarlijk voor de volksgezondheid en nam de vleesvoorraad in bewaring. De productie van het bedrijf werd stilgelegd en in april 2013 werd het faillissement uitgesproken.

De rechtbank oordeelt dat er met de paardenvleesaffaire sprake is van onbehoorlijk bestuur en dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De eigenaar overtrad bewust de Europese voorschriften voor vleesverwerking en moest begrijpen dat de gevolgen voor het bedrijf waarschijnlijk desastreus zouden zijn als dit werd ontdekt.

Er is echter geen reden om de eigenaar nu al te veroordelen tot het betalen van de ruim 12 miljoen euro die volgens de curator de uiteindelijke resterende schuldenlast in het faillissement zal zijn, omdat dat slechts een voorlopig begroot tekort is. Als de vleesvoorraad zou worden vrijgegeven en alsnog voor menselijke consumptie kan worden verkocht, zal die voorraad aanzienlijk meer opbrengen dan bij verkoop als diervoeder en daardoor zal het tekort lager uitvallen. De eigenaar moet wel alvast 1 miljoen euro als voorschot betalen, omdat duidelijk is dat het tekort in ieder geval hoger zal uitvallen dan dit voorschot.'



17 augustus 2016
Taxichauffeur veroordeeld voor ontucht met minderjarige verstandelijk beperkte passagier

'De rechtbank Oost-Brabant veroordeelde vandaag een 62-jarige man uit Eindhoven tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, voor ontucht met zijn passagier, een minderjarig en verstandelijk beperkt meisje.

De verdachte werkte in februari van dit jaar als taxichauffeur voor mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Tijdens één van zijn ritten betastte hij een 12-jarig meisje en verrichtte in haar bijzijn seksuele handelingen bij zichzelf.

De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij ontucht pleegde met een zeer kwetsbaar kind. Hij beschaamde het in hem als taxichauffeur gestelde vertrouwen op een van de ernstigst denkbare wijzen. Daarnaast deed hij de ouders van het meisje en de rest van de familie onherstelbaar leed aan. Volgens een psycholoog is er sprake van neurotische problematiek bij de man. Hij maakte zich in 2003 schuldig aan schennispleging en zou – in overleg met justitie – de problematiek zelf aanpakken. Dit deed hij echter niet. De rechtbank legt nu een deels voorwaardelijke celstraf op om de verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan de voorwaardelijke straf koppelt de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden. Zo moet hij zich onder meer laten behandelen en krijgt hij een meldplicht. De rechtbank veroordeelt de man eveneens tot betaling van een schadevergoeding aan het slachtoffer van ruim 1.000 euro.'



16 augustus 2016
Man uit Nijmegen veroordeeld voor zware mishandeling

'De rechtbank veroordeelde een 25-jarige man uit Nijmegen is voor het plegen van een zware mishandeling. Hij kreeg hiervoor een gevangenisstraf van 9 maanden waarvan 3 voorwaardelijk opgelegd.

Op 1 mei 2016 ontstond er een handgemeen. Daarbij trapte de man het slachtoffer tegen zijn hoofd terwijl deze weerloos op de grond lag. Het slachtoffer heeft hierdoor zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Het slachtoffer ondervindt nu nog steeds de gevolgen van de mishandeling, zowel psychisch als lichamelijk.

Geen poging doodslag
De rechtbank komt niet tot een veroordeling voor een poging tot doodslag, zoals de officier van justitie eiste. Volgens rechtbank kan niet worden vastgesteld dat de man het slachtoffer met dusdanige op een dergelijke risicovolle plek op het hoofd trapte, dat er een aanmerkelijke kans aanwezig was dat dit tot de dood zou leiden. Daarom valt de straf lager uit. De rechtbank hield bij de strafmaat rekening met de jonge leeftijd van de man en zijn bereidwilligheid om hulp te aanvaarden. Aan de straf zijn bijzondere voorwaarden verbonden, zoals reclasseringscontact en een (ambulante) behandelverplichting.

Tot slot moet de man een bedrag van ruim 4.000 euro aan het slachtoffer betalen voor onder andere de medische kosten en als smartengeld.'



16 augustus 2016
Werkstraf voor mishandeling ex-vrouw

'Een 32-jarige man uit Arnhem is veroordeeld voor het 2 keer mishandelen van zijn ex-vrouw. Hij kreeg een werkstraf van 180 uur, waarvan 60 uur voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden, opgelegd

Angst bij slachtoffer
De man heeft zijn ex-vrouw 2 keer mishandeld, met als gevolg dat de vrouw een gebroken oogkas opliep. De rechtbank rekent dit de man zwaar aan. De man heeft met zijn gedrag zijn frustraties en emoties geuit zonder daarbij enige rekening te houden met de gevolgen en de angst die dit bij het slachtoffer veroorzaakte.

Lagere straf dan geëist
De rechtbank spreekt de man vrij van een gedeelte van de beschuldigingen en komt daardoor op een lagere straf dan geëist door de officier van justitie. De rechtbank legt een gedeelte van de straf voorwaardelijk op, als waarschuwing voor de man.

Schadevergoeding
Tot slot moet de man zijn ex-vrouw een schadevergoeding van 1219,40 euro betalen.'



9 augustus 2016
Man vrijgesproken van woningoverval in Stiphout

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 30-jarige man uit Helmond vrijgesproken van een woningoverval in Stiphout.

De man zou volgens de officier van justitie op 5 augustus 2015 samen met een ander een woningoverval gepleegd hebben. Daarbij zouden de daders de bewoner hebben bedreigd met een vuurwapen, geslagen en geschopt en zijn mond hebben afgeplakt met tape. In de woning in Stiphout vond de politie een plastic boodschappentas. Het DNA-profiel van de verdachte is aangetroffen op het hengsel van de tas en op een zakje tie-wraps dat in de tas zat. Volgens de officier van justitie is er voldoende bewijs dat de man de woningoverval pleegde. Zo wees de officier onder meer op een foto van een wapen in de mobiele telefoon van de verdachte, camerabeelden bij de plaats delict en tie-wraps die in de woning van de verdachte zijn aangetroffen. Nu de aangetroffen plastic tas met de tie-wraps een verplaatsbaar object betreft, is de aanwezigheid van DNA-profielen van de verdachte op die tas voor de rechtbank onvoldoende om alleen op grond daarvan de man voor de woningoverval te veroordelen. Omdat er verder geen aanvullend bewijs is dat de verdachte in de woning aanwezig was, is de rechtbank van oordeel dat de man moet worden vrijgesproken.'



9 augustus 2016
18 maanden cel voor voorbereiden productie synthetische drugs

'Een 38-jarige Eindhovenaar moet 18 maanden de cel in, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank Oost-Brabant acht bewezen dat de man voorbereidingshandelingen trof voor de productie van synthetische drugs. In zijn garagebox en in zijn woning werden voorwerpen en stoffen aangetroffen voor de productie van MDMA en amfetamine. Ook veroordeelt de rechtbank de man voor schuldheling: er stonden 2 Porsches in zijn garagebox waarvan hij had kunnen vermoeden dat die afkomstig waren van diefstal.

Volgens de rechtbank is een gevangenisstraf van 18 maanden op zijn plaats. De verdachte heeft bijgedragen aan de voorbereiding van de productie van harddrugs. Als harddrugs eenmaal in handen komen van gebruikers, leveren ze een serieus risico op voor de gezondheid van die gebruikers. De rechtbank acht het van groot belang dat er wordt opgetreden tegen personen die feitelijk aan de basis staan van de (productie van en de) handel in harddrugs en de daarmee samenhangende criminaliteit. Daarbij komt dat de Eindhovenaar eerder voor soortgelijke feiten werd veroordeeld en hij kennelijk niet bereid is zijn crimineel gedrag te veranderen. De rechtbank houdt er aan de andere kant ook rekening mee dat alleen sprake was van voorbereidingshandelingen en niet van de daadwerkelijke vervaardiging van en handel in harddrugs.

De officier van justitie had de rechtbank gevraagd de Eindhovenaar ook te veroordelen tot het betalen van ruim 67 duizend euro aan de Staat omdat de man dat geld zou hebben verdiend met de heling van een derde gestolen Porsche. De rechtbank wijst die vordering af omdat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de man dit feit pleegde.'



9 augustus 2016
Doodslag op huisgenoot in Raamsdonksveer: 7 jaar cel

'Een 56-jarige man uit Raamsdonksveer is door de rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaar voor doodslag. In oktober 2015 doodde hij zijn 41-jarige huisgenoot door hem in zijn woning met een ijzeren staaf op het hoofd te slaan. De straf valt lager uit dan de geëiste 9 jaar, onder meer omdat de verdachte in de maanden voorafgaand aan het incident door zijn huisgenoot werd mishandeld, bedreigd en uitgebuit.

Sloten vervangen
In de maanden voorafgaand aan de doodslag werd de verdachte volgens de verdediging ‘geterroriseerd’ door zijn huisgenoot. Hij werd mishandeld en bedreigd met de dood. Ook haalde het slachtoffer de bankrekening van de verdachte leeg. Hoewel tot tweemaal toe de sloten werden vervangen, slaagde het slachtoffer er steeds weer in de woning binnen te komen.

Nadat hij het slachtoffer had gedood, liet de verdachte diens lichaam nog twee dagen in zijn woning liggen voordat hij de politie op de hoogte stelde. In de tussentijd bezocht hij nog een café en ging hij langs vrienden en de voedselbank. Hij ging ook nog terug naar zijn woning om spullen veilig te stellen en te slapen.

Extreem geweld
Volgens de rechtbank maakte de verdachte zich op 14 oktober 2015 schuldig aan extreem geweld. Zijn huisgenoot kwam de woonkamer binnen, liep op de verdachte af, riep dat hij ‘zijn kaken zou breken’ en zakte vervolgens onder invloed van GHB in elkaar. Vervolgens sloeg de verdachte hem met een ijzeren staaf meermalen op het hoofd. De verdediging stelde tijdens de zitting dat de verdachte handelde uit zelfverdediging, maar daarbij heeft overgereageerd. Omdat het slachtoffer op de grond lag en de verdachte in de aanval ging terwijl hij ook andere uitwegen had, gaat de rechtbank daar niet in mee.

Niet verminderd toerekeningsvatbaar
Ook het beroep op psychische overmacht door de omstandigheden waarin de verdachte verkeerde, wordt afgewezen. Uit onderzoek blijkt dat de verdachte tijdens het incident niet verminderd toerekeningsvatbaar was, ondanks zijn kwetsbare persoonlijkheid en het feit dat hij kort daarvoor van de woningbouwvereniging had gehoord dat hij zijn huis uit moest. Volgens de rechtbank kan niet worden gezegd dat verdachte handelde uit ‘een drang waaraan hij redelijkerwijs geen weerstand kon en behoefde te bieden’. Daarbij weegt de rechtbank mee dat er alternatieven voor hem waren, zoals het zoeken naar een andere woning zoals de woningbouwvereniging hem had aangeboden.'



9 augustus 2016
Connexxion behoudt OV Haarlem-IJmond

'Vandaag stelt het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) Syntus in het ongelijk in haar beroep tegen de aanbesteding van het busvervoer in de regio Haarlem-IJmond. Syntus en Connexxion schreven zich in op de aanbesteding. Hun biedingen kregen van de Provincie een gelijke beoordeling. Na loting werd de aanbesteding aan Connexxion gegund. Syntus vond dat haar bieding beter was en stelde beroep in bij het CBb.

De provincie beoordeelde de biedingen als geheel en het CBb oordeelt dat de Provincie geen onbegrijpelijke waardering aan de biedingen heeft toegekend. De specifieke punten die Syntus in beroep aanvoert, hadden slechts een beperkte invloed op de totale eindbeoordeling. Deze uitspraak betekent dat Connexxion tien jaar het busvervoer in de regio Haarlem-IJmond mag verzorgen.'



9 augustus 2016
Bosch' ziekenhuis heeft recht op 1,5 miljoen euro wegens wanprestatie softwarebedrijf

'Het Nederlands/Portugese softwarebedrijf Alert moet een schadevergoeding van 1,5 miljoen euro plus rente betalen aan het Jeroen Bosch ziekenhuis (JBZ) in 's-Hertogenbosch. Dat heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch vandaag bepaald. De schadevergoeding is het gevolg van de ontbinding van de samenwerkingsovereenkomst tussen JBZ en het bedrijf. Die ontbinding was terecht, zo oordeelde het hof op 17 februari 2015. Naast de schadevergoeding moet Alert ook een bedrag van ruim 1 miljoen euro terugbetalen dat het eerder ten onrechte had ontvangen.

Wanprestatie
Het ziekenhuis was in 2008 met het softwarebedrijf in zee gegaan voor de invoering van een elektronisch patiëntendossier en een ICT-systeem voor alle zorgprocessen. Bij het sluiten van de overeenkomst maakten beide partijen een planning voor de aanpassing van het systeem aan de Nederlandse zorgmarkt en aan de specifieke eisen en wensen van het ziekenhuis. Maar volgens JBZ schoot het bedrijf in de uitvoering ernstig tekort in de gemaakte afspraken en haalde het de deadlines niet. Ook voldeed de geleverde software niet.

Personeelskosten
Omdat Alert in de ogen van JBZ niet volgens de afspraken presteerde verbrak het ziekenhuis in 2011 de samenwerking en stapte naar de civiele rechter. Die stelde JBZ in eerste instantie grotendeels in het ongelijk. In hoger beroep bepaalde het hof dat de ontbinding van de samenwerkingsovereenkomst wel terecht was. Na deze uitspraak mochten beide partijen zich uitlaten over de hoogte van de schade. JBZ eiste een vergoeding van anderhalf miljoen euro. Het hof stemt hiermee vandaag mee in. Het ziekenhuis moest namelijk gedurende 5 jaar oude systemen in stand houden. De extra personeelskosten die daarmee gepaard gingen, schat het hof op tenminste anderhalf miljoen euro.'



9 augustus 2016
Nijmeegse docent veroordeeld voor ontucht

'De rechtbank veroordeelde een 25-jarige man uit Nijmegen voor het plegen van ontuchtige handelingen als docent en stagebegeleider. Hij kreeg hiervoor een gevangenisstraf van 200 dagen - waarvan 199 dagen voorwaardelijk - en een werkstraf van 240 uur opgelegd.

Voldoende in ruil voor foto
De man liet zijn geslachtsdeel betasten door een 16-jarige leerling. Daarnaast probeerde hij 1 van zijn andere leerlingen - ook 16 jaar - door mentale druk te dwingen om via WhatsApp een foto van haar ontblote buik aan hem toe te sturen. Zij zou dan een voldoende voor haar stage krijgen.

Behoeden voor grensoverschrijdend gedrag
De rechtbank rekent het de man aan dat hij zich niet bekommerd om de impact die zijn handelen op de jonge slachtoffers heeft gehad. De slachtoffers waren aan de zorg van de man toevertrouwd en zouden zich bij hem veilig moeten kunnen voelen. De Nijmegenaar had zijn leerlingen juist voor grensoverschrijdend gedrag horen te behoeden.

Beroepsverbod
Kijkend naar de aard en ernst van de feiten heeft de rechtbank aan de voorwaardelijke celstraf een aantal voorwaarden verbonden. Zo heeft de man een meldplicht bij de reclassering en moet hij een behandeling ondergaan. Ook mag de docent tijdens zijn 3 jaar durende proeftijd niet zijn beroep uitoefenen.

Tot slot moet de man een schadevergoeding van ruim 750 euro betalen aan 1 van de slachtoffers.'



9 augustus 2016
Nijmegenaar veroordeeld voor bezit machinepistool en patronen

'De rechtbank veroordeelde een 24-jarige man uit Nijmegen tot een gevangenisstraf van 360 dagen, waarvan 344 voorwaardelijk, en een werkstraf van 180 uur. De man heeft een gevonden machinepistool en een groot aantal patronen in zijn bezit gehouden.

Gevoelens van onrust in de samenleving
De man heeft een zeer schadelijk wapen - een mitrailleur van het type Stengun - en 48 patronen in zijn bezit gehad. Dit is een ernstig feit waartegen streng moet worden opgetreden. Het gedrag van de man brengt gevoelens van onrust teweeg in de samenleving.

Persoonlijke omstandigheden
Bij de Nijmegenaar is ADHD, vastgesteld. Daarnaast heeft hij een onvolledige gewetensontwikkeling en beschikt hij over onvoldoende vaardigheden om situaties tijdig te beoordelen. Kijkend naar deze persoonlijke omstandigheden ziet de rechtbank aanleiding om een aantal voorwaarden aan de voorwaardelijke gevangenisstraf te verbinden. Deze voorwaarden houden in dat de man zich dient te melden bij de reclassering en mee moet werken aan een gedragsinterventie, een behandeling en urinecontroles op middelengebruik.

De volledige uitspraak wordt binnenkort gepubliceerd.'



8 augustus 2016
Man uit Nijverdal veroordeeld voor belagen ex

'Voor het bedreigen, belagen en het doen van een poging tot afpersing van zijn ex-vriendin werd een 27-jarige man uit Nijverdal vandaag veroordeeld. Hij kreeg een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, opgelegd. Er geldt een proeftijd van 3 jaar, daaraan zijn bijzondere voorwaarden gekoppeld: een contact- en locatieverbod.

Veel impact op slachtoffer, ouders en werkgeefster
De man heeft - nadat zijn ex-vriendin de relatie had beëindigd - haar bestookt met een zeer grote hoeveelheid telefoonoproepen, sms-, Whatsapp- en Facebookberichten. Deze hadden vaak een intimiderend, bedreigend en beledigend karakter. Daarnaast zocht de man veelvuldig contact met zijn ex-vriendin door haar te bellen op haar eigen (huis)nummer, het nummer van haar moeder en het nummer van haar werkgeefster. Ook is hij langs haar werk geweest en heeft Facebookberichten verzonden naar haar werkgeefster en naar de Facebookpagina van het werk van zijn ex-vriendin.

Zelfs nadat de man was aangehouden - en hij in de schorsing van de voorlopige hechtenis liep - heeft hij de schorsingsvoorwaarden overtreden door mails naar zijn ex-vriendin te sturen. Zijn gedrag heeft niet alleen veel impact gehad op het slachtoffer maar ook op haar ouders en werkgeefster.

Stok achter de deur
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank onder andere mee laten wegen dat de man niet heeft willen meewerken aan een onderzoek bij de reclassering. Ook vindt de rechtbank het belangrijk dat de man een stok achter de deur heeft om hem ervan te weerhouden opnieuw zulke strafbare feiten te plegen.

Tot slot moet de man 550,73 euro aan schadevergoeding betalen aan zijn ex-vriendin.'



8 augustus 2016
Cel- en taakstraffen voor vrijheidsberoving Sint-Oedenrode

'De rechtbank Oost-Brabant heeft 3 mannen (49 jaar, 43 jaar en 21 jaar) veroordeeld voor vrijheidsberoving in Sint-Oedenrode. De oudste verdachte krijgt een gevangenisstraf van 60 dagen waarvan 28 dagen voorwaardelijk en een taakstraf van 100 uur opgelegd. De 43-jarige Bestenaar krijgt een celstraf van 60 dagen waarvan 20 dagen voorwaardelijk. Voor het aandeel van de 21-jarige man uit Sint-Oedenrode legt de rechtbank hem een werkstraf van 60 uur waarvan 20 uur voorwaardelijk op.

De verdachten lieten 2 andere mannen onder valse voorwendselen naar een woning in Sint-Oedenrode komen. De eerste man mocht weg na de komst van de tweede man. Deze persoon mocht de woning pas verlaten na betaling van 1030 euro. Er zijn bedreigende woorden geuit en 1 van de slachtoffers is tegen zijn hoofd geslagen. De rechtbank heeft de verdachten vrijgesproken van de tenlastegelegde gijzeling, omdat niet bewezen kan worden dat de 2 mannen werden vastgehouden om een derde man te dwingen geld te betalen.

Oordeel rechtbank
De rechtbank heeft lagere straffen opgelegd dan door de officier van justitie was geëist, omdat de verdachten deels zijn vrijgesproken. Bij de strafbepaling heeft de rechtbank er verder rekening mee gehouden dat de bedreigingen en het geweld een grote indruk hebben gemaakt op de slachtoffers. De 49-jarige man uit Sint-Oedenrode had in de vrijheidsberoving een leidinggevende rol en hij handelde puur uit winstbejag. Volgens de rechtbank ziet deze verdachte het foute van zijn handelen nauwelijks in en had hij de focus op het aangaan van een gesprek over een onbetaalde rekening. De 43-jarige en de 21-jarige verdachten hebben volgens de rechtbank wel het door hen aangedane leed ingezien en hun handelen moet worden gezien als een kennelijk eenmalige misstap. Bij de 21-jarige verdachte past de rechtbank gezien zijn persoonlijkheid het jeugdstrafrecht toe. Aan 1 van de slachtoffers moeten de verdachten een schadevergoeding betalen van 1.872 euro.'



5 augustus 2016
Gevangenisstraf na mislukte zelfmoordpoging

'Man draaide gaskraan in zijn woning open

Een 55-jarige Arnhemmer is veroordeeld voor een poging tot het opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing, waarbij hij zijn buren in gevaar bracht. Hiervoor kreeg hij een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, waarvan 5 voorwaardelijk opgelegd.

Buren ernstig in gevaar
De man zette in december vorig jaar de gaskraan in zijn woning open om op die wijze een einde aan zijn leven te maken. Hierbij ontstond groot gevaar voor ontploffing of brand. De rechtbank vind net als de officier van justitie slechts een gevangenisstraf passend, nu de man hiermee ook zijn buren in het wooncomplex ernstig in gevaar heeft gebracht. Ook moet hij een behandeling gaan volgen om te voorkomen dat het nog eens zal gebeuren. '



5 augustus 2016
Geen strafrechtelijke vervolging van boekhandel voor Moederdagactie

'Een boekhandel in Den Haag, die moeders op Moederdag een gratis kopje koffie aanbood, hoeft niet strafrechtelijk vervolgd te worden voor discriminatie. Dat heeft het gerechtshof Den Haag bepaald in een hierover aangespannen procedure in het kader van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering.

Een Haagse boekhandel bood moeders in 2014 en 2015 voor Moederdag een gratis kopje koffie aan. Een man deed hierop aangifte van discriminatie bij de politie, omdat hij het standpunt had dat hier sprake was van een verboden onderscheid op grond van geslacht. Het Openbaar Ministerie stelde echter geen strafrechtelijk vervolging in, waarop de man een klacht indiende bij het gerechtshof in het kader van art. 12 SV. Hiermee wilde hij bewerkstelligen dat het Openbaar Ministerie alsnog opdracht zou krijgen tot strafrechtelijke vervolging van de boekhandel. De man baseerde zijn klacht op een eerdere uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens dat met een dergelijke actie sprake zou zijn van een ongeoorloofd onderscheid tussen mannen en vrouwen.

Het gerechtshof Den Haag heeft de klacht van de man ongegrond verklaard. Het Haagse hof stelt allereerst vast dat een onderscheid tussen moeders en niet-moeders niet identiek is aan een onderscheid tussen mannen en vrouwen. Het hof is van oordeel dat het aanbieden van een kopje koffie aan moeders op Moederdag als een vriendelijk gebaar bedoeld was om moeders ‘in het zonnetje’ te zetten. Hoewel er met dit gebaar een onderscheid gemaakt wordt tussen moeders en niet-moeders, valt dit volgens het hof niet aan te merken als een bij wet strafbaar gesteld onderscheid. De boekhandel handelde met deze actie niet in strijd met de rechten van de mens of de fundamentele vrijheden, zoals beschreven in de strafwet.'



4 augustus 2016
TBS met dwangverpleging voor de moord op oma Toni

'Het hof heeft de maatregel van TBS met dwangverpleging opgelegd aan een 25-jarige man. Hij heeft op 19 maart 2015 in de Govert Flinckstraat in Amsterdam een 96-jarige vrouw, bekend als oma Toni, meermalen met een mes gestoken. Het slachtoffer is aan de gevolgen hiervan overleden op 11 april 2015. Het hof heeft net als de rechtbank moord bewezen verklaard.

Voorbedachte raad
De verdediging heeft in hoger beroep bepleit dat de verdachte in een impuls heeft gehandeld toen hij het slachtoffer een aantal malen met het mes in haar lichaam stak. Het hof vindt dat daarvan geen sprake is. Uit de verklaringen van de verdachte komt naar voren, dat hij naar Amsterdam is gegaan om daar iets ergs te gaan doen. In Amsterdam is hij op zoek gegaan naar een slachtoffer. Het moest gaan om een kwetsbaar persoon. De verdachte heeft een half uur á drie kwartier in de Govert Flinckstraat gestaan. Aanvankelijk kon hij het niet en vond het zielig voor een eventueel slachtoffer. Hij zag dat het slachtoffer met een rollator liep en heel oud en kwetsbaar was. Hij heeft gewacht totdat het slachtoffer als enige in de straat was. Het hof vindt dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld.

Verband tussen steken en overlijden
Het slachtoffer is drie weken nadat de verdachte de messteken had toegebracht overleden. De raadsman heeft gesteld dat haar overlijden niet aan de verdachte kan worden toegerekend, mede omdat zij zelf heeft gekozen voor het staken van de medische behandeling. Het hof oordeelde dat het overlijden wel degelijk het gevolg is geweest van het handelen van de verdachte. Het slachtoffer had twee steekwonden in de buik, waar zij tweemaal aan is geopereerd. Daarna had zij veel pijn, was vermoeid en gaf aan dat zij zo niet verder wilde leven. Zij raakte verward door de medicatie. Het slachtoffer had diverse ontstoken organen, zoals haar buikvlies en longen. Op 7 april 2015 had zij opnieuw pijnklachten en besloot zij de medische behandeling te staken. Zij overleed vier dagen later. Het hof heeft evenals de rechtbank causaal verband tussen de messteken en het overlijden aangenomen.

TBS dwangverpleging
Deskundigen hebben in hun rapport geconcludeerd dat de verdachte behept is met schizofrenie van het paranoïde type. Deze stoornis, die ten tijde van het feit ook bestond, is zo sterk omvattend dat deze een volledig rechtstreekse doorwerking heeft gehad in het gepleegde feit. De verdachte heeft de vrouw neergestoken om wraak te nemen op zijn vader en als signaal dat deze hem niet langer moest mishandelen. De deskundigen vinden dit door de verdachte aangegeven doel van de steekpartij gespeend van enige reële logica. Zij stellen dat de verdachte over geen enkele wils- en keuzevrijheid beschikte om te kunnen afzien van het ten laste gelegde feit. De verdachte is om die reden ontoerekeningsvatbaar verklaard. De verdachte is ernstig ziek en heeft dringend behandeling nodig. Hij is daar niet toe gemotiveerd en de kans op herhaling is bijzonder groot. Het hof vindt daarom, met het openbaar ministerie en de raadsman, dat aan de verdachte TBS met dwangverpleging moet worden opgelegd.'



4 augustus 2016
Vrijspraak voor stalking dochter en ex-partner

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 43-jarige man vrijgesproken van belaging. Volgens het Openbaar Ministerie stalkte de man zijn dochter en ex-partner. De rechtbank oordeelt echter dat daarvoor geen bewijs is.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de man in juni 2014 in Uden op 7 dagen voor het raam van het schoollokaal van zijn dochter heeft gestaan. De vader erkent dit ook en verklaarde dat hij daar aanwezig was omdat hij zich zorgen maakte over zijn dochter. Hij wilde haar kort zien. De man heeft nimmer contact gezocht met zijn dochter of ex-partner, maar alleen eenmaal naar zijn dochter gezwaaid en haar een kushandje toegeworpen toen ze terugkwam van een schoolreisje.

De rechtbank komt niet tot de overtuiging dat de man de bedoeling had om inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer van zijn dochter en zijn ex-partner of dat hij hen wilde dwingen iets te doen of hen vrees wilde aanjagen. De rechtbank legde de man eerder in een civiele procedure een contactverbod op met zijn dochter. Maar dat was nog niet aan de orde toen de man bij de school van zijn dochter stond.

De rechtbank begrijpt dat de dochter en de ex-partner het handelen van de man mogelijk als hinderlijk hebben ervaren. Maar zijn gedragingen leiden naar hun aard, duur en frequentie niet tot de conclusie dat sprake is van stelselmatigheid. En dat is nodig om te komen tot een veroordeling voor belaging.'



4 augustus 2016
Cel voor poging zware mishandeling in Veldhoven

'2 25-jarige mannen uit Eindhoven zijn zojuist veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De rechtbank Oost-Brabant acht de mannen schuldig aan poging tot zware mishandeling.

De mannen reden in januari van dit jaar naar de parkeerplaats bij zwembad Den Ekkerman in Veldhoven. Daar ontstond een confrontatie met een man waarbij de ene verdachte het slachtoffer vasthield terwijl de andere hem met een zwaar voorwerp tegen het hoofd sloeg.

De rechtbank neemt het de mannen zeer kwalijk dat ze zonder noemenswaardige aanleiding zijn overgegaan tot de gewelddadige confrontatie. Het slachtoffer liep een flinke hoofdwond op die gehecht moest worden. Ook verloor hij enkele minuten het bewustzijn. Het gewelddadige karakter van de mishandeling laat zien dat de mannen er niet voor terugschrokken om fors geweld tegen andere personen te gebruiken.

Naast de celstraf moeten de mannen hun slachtoffer ruim 2.500 euro schadevergoeding betalen.'



3 augustus 2016
10 maanden celstraf voor oplichting Residentieorkest en Nuffic

'De Haagse rechtbank heeft een 30-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden voor oplichting van het Residentieorkest en het Nuffic (een organisatie ter bevordering van internationale samenwerking in het hoger onderwijs).

Financiële administratie
De man werkte in 2013 bij het Residentieorkest op de financiële administratie en heeft zijn werkgever benadeeld voor ruim €100.000. In 2014 werd hij financieel medewerker van het Nuffic, deze instelling benadeelde hij voor ruim €150.000. De civiele rechter had hem reeds eerder veroordeeld tot terugbetaling van deze bedragen aan het Residentieorkest en het Nuffic. Ter zitting is gebleken dat verdachte nog niets betaald had.'



3 augustus 2016
Tot 6 jaar celstraf voor woningoverval Zoetermeer

'Drie mannen die op 15 juli 2015 in Zoetermeer een woning hebben overvallen, terwijl daar een man, een vrouw en een 14-jarig meisje aanwezig waren, krijgen van de rechtbank celstraffen van 5 tot 6 jaar. Ook moeten de daders gestolen goederen vergoeden.

?Woningoverval voor drugs
Van de drie daders zijn er twee de woning binnengegaan, terwijl de derde buiten aan het wachten was. De slachtoffers werden overvallen omdat er drugs in de woning zouden zijn. Alhoewel de slachtoffers de aanwezigheid daarvan hebben ontkend, heeft de rechtbank de diefstal van ook drugs bewezenverklaard. De vrouw en het kind werden door de daders in bedwang gehouden. Ondertussen moest de man onder bedreiging van een pistool en een mes, slaan, schoppen en het toebrengen van stroomstoten de vindplaats van de drugs vertellen.'



3 augustus 2016
Tot 3 jaar celstraf voor geweld op station Laan van NOI

'Twee broers van 25 en 20 die vorig jaar november op station Laan van NOI in Den Haag een man in elkaar hebben geschopt en geslagen, krijgen celstraffen van 3 en 2,5 jaar. Een half jaar daarvan is voorwaardelijk, om te voorkomen dat ze in herhaling vallen. Daarnaast moeten zij een schadevergoeding betalen aan het slachtoffer.

Stenen gooien
De oudste van de twee broers loopt op 8 november 2015 luid bellend over een perron op station Laan van NOI. Als hij daarop wordt aangesproken door een vrouw vanaf het tegenoverliggende perron, begint hij stenen in haar richting te gooien. Een van die stenen raakt een abri waarin een man, het latere slachtoffer, zit te wachten op de Randstadrail naar Rotterdam. Er ontstaat een woordenwisseling.

Als het slachtoffer een paar minuten later op het punt staat om in de metro naar Rotterdam te stappen, komen de twee broers en twee andere mannen het perron oprennen en ontstaat een vechtpartij. Het slachtoffer wordt geduwd en getrokken, geslagen, geschopt en ten val gebracht. Als hij naast de metro op de grond ligt, wordt hij nog vele malen hard tegen zijn hoofd en lichaam geschopt en geslagen. Het slachtoffer heeft hieraan ernstig, waarschijnlijk blijvend letsel overgehouden.

Schokkend
De rechtbank vindt het schokkend dat de daders zo tekeer zijn gegaan tegen het slachtoffer, dat nog van geluk kan spreken dat hij het niet met de dood heeft moeten bekopen. Zij hebben blijk gegeven van een volstrekt gebrek aan respect voor het leven van een ander. Alles heeft zich afgespeeld op klaarlichte dag op een druk station ten overstaan van een metro vol mensen. Ook bij hen zal dit gevoelens van onmacht en onveiligheid hebben opgeroepen. Volgens de rechtbank past daarom geen andere straf dan een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Ook zullen de daders zich verplicht moeten laten behandelen om onder meer te leren omgaan met agressie.'



3 augustus 2016
Man moet meewerken aan beëindigen religieus huwelijk

'Een man uit Veldhoven moet meewerken aan de echtscheiding van zijn vrouw. Doet hij dat niet, dan pleegt hij een onrechtmatige daad. Dat is het oordeel van de rechtbank Oost-Brabant. De man en vrouw sloten in 2014 een islamitisch huwelijk. Een jaar later ging het stel uit elkaar en vroeg de vrouw de scheiding aan. De man wil alleen aan de echtscheiding meewerken als de vrouw de gouden sieraden teruggeeft die hij haar schonk evenals de bruidsgift van 4 duizend euro.

Volgens de man kan een echtscheiding naar islamitisch recht alleen worden uitgesproken door een shariarechter en is de rechtbank Oost-Brabant daartoe niet bevoegd. De rechtbank oordeelt dat de rechter het huwelijk inderdaad niet kan ontbinden, maar dat wel de vraag kan worden beantwoord of de man een onrechtmatige daad pleegt ten opzichte van de vrouw door een scheiding te weigeren. En volgens de rechtbank is dat het geval.

Onrechtmatige daad
Als het huwelijk blijft voortbestaan wordt volgens de rechtbank inbreuk gemaakt op de rechten en vrijheden van de vrouw. Het religieuze huwelijk vormt een belemmering voor de vrouw om opnieuw een relatie aan te gaan. De sociale omgeving van de vrouw zal haar zonder echtscheiding naar islamitisch recht blijven beschouwen als een gehuwde vrouw. Daardoor loopt ze het risico dat ze zich bij een volgende relatie buiten die sociale omgeving plaatst. Daarnaast overweegt de rechtbank dat het religieuze huwelijk zorgt voor een ondergeschikte positie van de vrouw; zij is verplicht de man te gehoorzamen. Deze fundamentele ongelijkheid tussen de vrouwelijke en de mannelijke partner - die op zichzelf al niet strookt met de grondrechtelijke gelijkheid tussen de seksen - blijft bestaan als er geen echtscheiding komt terwijl de vrouw die wel wenst. De vrouw kan de echtscheiding naar islamitisch recht niet afdwingen; de man kan dat wel door verstoting (door het uitspreken van de talaq). Bovendien loopt de vrouw het risico om bij het aangaan van een nieuwe relatie blootgesteld te worden aan eerwraak en strafvervolging. In Irak - het land van herkomst van beiden - wordt een dergelijke situatie (geen echtscheiding naar religieus recht maar wel een nieuwe relatie) aangemerkt als overspel. En dat is daar een strafbaar feit. Dat de man louter uit financiële motieven niet wil meewerken aan de scheiding, vormt volgens de rechtbank dan ook een onrechtmatige daad ten opzichte van de vrouw.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl