Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - maart 2016:


29 maart 2016
Nederlandse staat mocht tapes met opnamen van Beatles in beslag nemen

'De Nederlandse staat heeft niet ten onrechte banden met opnamen van de Beatles afgegeven aan de vennootschap van de Beatles, Apple. Deze banden waren eerder in het bezit van 2 Nederlanders. Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag uitspraak gedaan in een zaak tegen de Nederlandse Staat over de zogenoemde Nagra-tapes. Dat zijn geluidsbanden die zijn gemaakt tijdens de opnamen van de Beatles-film ‘Let It Be’.

In een Engelse strafzaak is vastgesteld dat de betreffende banden tussen 1969 en 1973 zijn gestolen. Zij zijn in 1993 gekocht door 2 Nederlanders. Op verzoek van de Engelse justitie heeft de Nederlandse Staat deze banden in 2003 in beslag genomen en deze na enkele jaren afgegeven aan Apple. De 2 Nederlanders stellen hierdoor een schade te hebben geleden van €650.000,-. Deze schade vorderen zij van de Staat op grond van onrechtmatige daad.

De rechtbank heeft deze vordering afgewezen. Het Haagse hof is het in hoger beroep met de rechtbank eens. Volgens het hof is niet komen vast te staan dat de 2 Nederlanders eigenaar zijn geworden van de Nagra-tapes en heeft de Staat ook afgezien hiervan niet onrechtmatig jegens hen gehandeld.'



29 maart 2016
Vier jaar cel voor veroorzaken dodelijk ongeval op Vinkeveense Plassen

'Een 51-jarige man is dinsdag door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf voor het veroorzaken van een dodelijk bootongeluk op de Vinkeveense Plassen in 2014. De rechtbank acht dood door schuld bewezen. Naast de vier jaar gevangenisstraf legt de rechtbank een ontzegging van de vaarbevoegdheid op van vijf jaar. Bij het ongeluk kwamen twee van de vier inzittenden om het leven.

Dood door schuld
De bestuurder was volgens de rechtbank onder invloed van alcohol, had in het donker te hard gevaren en geen verlichting op zijn speedboot. De rechtbank oordeelt dat de verdachte schuld heeft aan het ongeluk, maar dat er geen sprake is van doodslag.

Uit het dossier komt het beeld naar voren dat het op het einde van de bewuste avond rustig was op het water. De rechtbank oordeelt daarom dat er wel een kans was op een aanvaring, maar niet zo'n grote kans dat er in juridische zin sprake is van opzet. De rechtbank legt daarom, anders dan de door de officier van justitie geëiste acht jaar gevangenisstraf, vier jaar gevangenisstraf voor dood door schuld op. De rechtbank hield bij het opleggen van de straf rekening met het feit dat de verdachte na de aanvaring de slachtoffers van het ongeval in zeer hulpbehoevende toestand heeft achtergelaten.

Schadevergoeding
De rechtbank oordeelt dat de verdachte door zijn schuld groot leed heeft veroorzaakt bij de twee slachtoffers en de nabestaanden. Dit bleek ook uit de afgelegde verklaringen tijdens de zitting. De twee slachtoffers en zes nabestaanden hebben vorderingen voor schadevergoedingen ingediend. De rechtbank stelt vast dat alle benadeelde partijen schade hebben geleden en wijst een groot deel van de vorderingen toe. De verdachte moet in totaal ruim €300.000,- betalen aan de slachtoffers en nabestaanden.'



25 maart 2016
Man uit Wamel krijgt geldboete voor veroorzaken verkeersongeval

'Voor het veroorzaken van een verkeersongeval is een 33-jarige man uit Wamel veroordeeld tot een geldboete van 1.200 euro en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 4 maanden.

Geen voorrang
Op 19 juni 2015 is de man is zonder te stoppen een voorrangsweg opgereden. Daarbij heeft hij geen voorrang verleend aan een van links komende auto. Hierdoor is de man uit Wamel met de van links komende automobilist in aanrijding gekomen, waarna deze personenauto op de tegemoetkomende weghelft terecht is gekomen en botste daarbij frontaal tegen een tegemoetkomende auto. De bestuurder en de bijrijder van de tegemoetkomende auto hebben daarbij ernstig lichamelijk letsel opgelopen.

Stok achter deur
De opgelegde straf is conform de eis van de officier van justitie. De voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid geldt als stok achter de deur. Het doel hiervan is om de man uit Wamel extra te motiveren om oplettend en voorzichtig aan het verkeer deel te nemen. Daarbij heeft de rechtbank ook rekening gehouden met het feit dat de man zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk. '



25 maart 2016
Veroordeling voor overvallen en bedreiging met vuurwapen

'Een 30-jarige verdachte is vandaag door het gerechtshof Den Haag veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren. Het Haagse hof heeft daarbij tevens een TBS-maatregel met dwangverpleging opgelegd. Het hof acht in hoger beroep, evenals de rechtbank, bewezen dat de verdachte zich in de periode van 25 oktober 2014 tot en met 14 december 2014 schuldig heeft gemaakt aan een gewapende overval op een restaurant en 2 benzinestations in Den Haag, een woningoverval in Voorburg en de bedreiging van twee mensen met een vuurwapen in Den Dolder.

Bij de woningoverval liep een 73-jarige man, die kort daarvoor aan zijn hart was geopereerd, ernstig letsel op. De verdachte heeft bij het hof een deel van de feiten bekend. Het hof vindt dat een lange celstraf recht doet aan de ernst van de feiten.

Uit gedragskundig onderzoek blijkt dat de verdachte door een ziekelijke stoornis licht verminderd toerekeningsvatbaar is. Om die reden en vanwege het hoge recidiverisico meent het hof dat naast de celstraf een TBS met dwangverpleging op zijn plaats is.

De door het hof opgelegde straf is overeenkomstig de straf zoals die door de rechtbank is opgelegd en conform de eis van de advocaat-generaal.'



25 maart 2016
Ook in hoger beroep taakstraffen voor uitgaansgeweld in Gulpen

'Twee jongens van 16 en 18 jaar zijn in hoger beroep allebei veroordeeld tot een taakstraf van 60 uur, voor het plegen van geweld tegen een destijds 19-jarige jongeman, tijdens het uitgaan in Gulpen. Voor de jongste verdachte is de straf deels voorwaardelijk. De straf in hoger beroep is voor deze 2 verdachten gelijk aan de eis van het OM en aan de straf die de rechtbank Limburg eerder oplegde. Verder moeten de verdachten het slachtoffer een schadevergoeding betalen van bijna 34.000 euro, waarvan 25.000 euro smartengeld.

Uitgaansgeweld
De twee verdachten waren in de nacht van 1 op 2 mei 2014 samen met 2 andere jongens op weg naar huis na een uitgaansavond in Gulpen. Het kwam op straat tot een woordenwisseling met het latere slachtoffer, gevolgd door geweld, waarbij deze jongeman is geduwd, getrapt en geslagen. De laatste klap, een vuistslag, werd uitgedeeld door een van de andere jongens en niet door een van de huidige 2 verdachten. Door deze laatste slag kwam het slachtoffer ten val, waarbij hij ook een hard voorwerp heeft geraakt. Hij is bewusteloos op de stoep blijven liggen, waarna de jongens zijn weggelopen.

Het slachtoffer heeft door het geweld ernstig en blijvend hersenletsel opgelopen. Hij en zijn familie ondervinden daarvan tot op de dag van vandaag de ingrijpende gevolgen, zowel fysiek, psychisch als financieel.

Relatief licht geweld met grote gevolgen
Door deze verdachten is weliswaar relatief licht geweld gebruikt na een avond stappen, maar het totale geweld heeft grote gevolgen voor het slachtoffer en zijn familie. Door de vuistslag van een van de andere jongens kwam het slachtoffer op zeer ongelukkige wijze ten val. Toen het slachtoffer bewusteloos op de grond lag, zijn de verdachten weggelopen, zonder zich om hem te bekommeren. Dit rekent het hof hen zwaar aan. Wel weegt het hof mee dat het hier om jonge verdachten gaat; de jongste was 15 toen het gebeurde. De taakstraf van deze jongste verdachte is deels (20 uur) voorwaardelijk. De voorwaardelijke straf is mede bedoeld om nieuwe strafbare feiten te voorkomen.

Van de oorspronkelijke 4 verdachten stonden er nu nog 2 terecht. De andere 2 jongens, waaronder degene die de laatste, fatale vuistslag uitdeelde, hebben hun hoger beroep ingetrokken.'



24 maart 2016
Apeldoornse moeder veroordeeld tot 9 jaar cel en tbs voor moord

'De rechtbank heeft de Apeldoornse moeder veroordeeld voor moord. Haar wordt een gevangenisstraf van 9 jaar en tbs met dwangverpleging opgelegd. De vrouw - toen 34 jaar oud – bracht op 2 oktober 2013 haar zoon en dochter met een mes om het leven.

Paroxetine
De rechtbank concludeert dat de vrouw niet heeft gehandeld onder invloed van - de bijwerkingen van - paroxetine. Paroxetine is een medicijn tegen depressiviteit. De vrouw slikte dit middel al enige tijd. De verdediging voerde aan dat paroxetine agressiviteit als bijwerking heeft. Doordat de vrouw de paroxetine onregelmatig gebruikte, zou dit effect versterkt zijn. Zij handelde daarom niet weloverwogen en had geen opzet op het doden van haar kinderen.
De rechtbank is het hier niet mee eens. Uit rapporten en verhoren van deskundigen blijkt niet dat bij agressief gedrag het gebruik van paroxetine ooit de enige oorzaak is van die agressiviteit. Wel kan er enig verband zijn tussen het gebruik van paroxetine en agressief gedrag, vooral als de paroxetine onregelmatig wordt gebruikt. Maar de rechtbank vindt dat niet kan worden vastgesteld dat de vrouw de paroxetine onregelmatig heeft gebruikt. De kans op agressie als bijwerking wordt dan kleiner. Daardoor wordt de kans dat de psychische gesteldheid van de vrouw haar handelen verklaart juist groter. Dat zij in 2013 wel allerlei klachten had waarvan zij dacht dat dit bijwerkingen van paroxetine waren, maakt dat niet anders. Van die klachten kan niet worden vastgesteld dat dit daadwerkelijk bijwerkingen van paroxetine zijn geweest.

Opzet en voorbedachte rade
Ook vindt de rechtbank dat de vrouw nog wel in enige mate wist wat zij deed. Dit is zo door de deskundigen omschreven. Dit blijkt ook uit haar gedrag kort voordat zij haar kinderen doodde. Zo deed zij de deuren op slot, sloot zij de gordijnen en schreef zij een afscheidsbrief. Ook moest zij met het mes van de keuken naar de woonkamer lopen en de hoes van het mes afhalen.
Uit dit alles leidt de rechtbank af dat zij opzet heeft gehad op het doden van haar beide kinderen. Ook vindt de rechtbank dat zij de kinderen met voorbedachte rade heeft gedood. Zij heeft de kans gehad om na te denken over wat zij zou gaan doen en wat daarvan de gevolgen zouden zijn.

Toerekeningsvatbaarheid
De rechtbank stelt vast dat de vrouw verminderd toerekeningsvatbaar was toen zij haar kinderen om het leven bracht. Zij heeft een aanpassingsstoornis en zij heeft weinig inzicht in haar eigen gevoelsleven. Ook kan zij niet goed omgaan met de problemen die in haar leven speelden en bij haar zelf. De problemen groeiden haar boven het hoofd en leidden tot wanhoop, zelfmoordneigingen en ontregeling. Deskundigen geven aan dat op lange termijn de kans op herhaling van zulke ernstige feiten matig is. De rechtbank vindt dat dit maakt dat de vrouw een gevaar is voor zichzelf en voor anderen en dat zij langdurig moet worden behandeld. Om die reden is tbs met dwangverpleging opgelegd.
Vanwege de bijzondere ernst van de feiten wordt aan de vrouw ook een gevangenisstraf opgelegd. Omdat zij verminderd toerekeningsvatbaar is, is deze straf – anders dan de eis van de officier van justitie van 14 jaar - bepaald op 9 jaar.

Schadevergoeding
De vader en oma van de kinderen hebben een schadevergoeding gevorderd. De vader vorderde affectieschade. Dat is immateriële schade als gevolg van het verlies van een dierbare. De oma - die bij de voordeur van het huis van de politie de mededeling kreeg dat haar kleinkinderen dood waren aangetroffen- vorderde shockschade en affectieschade. Shockschade ontstaat als gevolg van een grote emotionele schok.
Van beide vorderingen heeft de rechtbank bepaald dat deze niet-ontvankelijk zijn. Shockschade kan alleen worden toegekend als er sprake is van een rechtstreekse confrontatie met datgene wat gebeurd is. Daarvan is in dit geval geen sprake.
Wat betreft de affectieschade is door de vader en de oma gewezen op het wetsvoorstel Vergoeding affectieschade dat in de maak is. Maar dit wetsvoorstel is nog niet aangenomen. Dit betekent dat er wettelijk gezien nog geen mogelijkheid bestaat om in het strafproces affectieschade toe te kennen.'



24 maart 2016
Boetes voor zilveruienkartel terecht opgelegd

'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) deed vandaag uitspraak over de aan telers en verwerkers van zilveruien (zilveruienproducenten) oplegde boetes.

Volgens de Autoriteit Consument & Markt (ACM) vormden de zilveruienproducenten van 1998 tot en met 2010 een kartel. Zij limiteerden het in te zaaien land, wisselden verkoop-prijzen uit en kochten gezamenlijk bedrijfsmiddelen op met als doel concurrenten het toetreden tot de markt te belemmeren. De rechtbank liet de boetes in stand.

Het CBb bevestigt de rechtbankuitspraken. ACM heeft bewezen dat de bewuste afspraken zijn gemaakt tussen deze zilveruienproducenten. Het gaat om één voortdurende overtreding van het kartelverbod, omdat die afspraken hetzelfde doel hadden: het beperken of controleren van de productie van zilveruien om de markt te stabiliseren en een hogere prijs voor zilveruien te realiseren. Van verjaring is daarom geen sprake. De hoogte van de boetes hangt af van de betrokken omzet en daarbij telt ook de omzet mee die elders in de Europese Unie is behaald.'



23 maart 2016
Leidse wielrenner krijgt taakstraf voor mishandeling

'De rechtbank Den Haag heeft een 33-jarige man veroordeeld voor mishandeling. Hij krijgt hiervoor een taakstraf van 160 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk.

Wielrenner op de Vlietweg
Nadat de man met zijn racefiets achterop een auto was gereden, heeft hij de bestuurster van de auto mishandeld. Dit gebeurde op 7 november 2014 op de Vlietweg in Leiden. De vrouw is door de wielrenner geslagen, vastgepakt en door de struiken getrokken, waarna zij in het koude water van de Vliet terecht is gekomen. De wielrenner heeft vervolgens samen met een ander het slachtoffer uit het water getrokken. Daarna is de wielrenner weggegaan. Ook na berichten in de sociale media en een uitzending in Opsporing Verzocht heeft hij zich niet gemeld bij de politie.

Op 26 januari 2015 is verdachte na uitgebreid politieonderzoek aangehouden. De 33-jarige man heeft bij de politie en op de zitting bij de rechtbank een bekennende verklaring afgelegd.'



23 maart 2016
UWV mocht student vergoeding voor doventolk weigeren

'Het UWV hoeft een 30-jarige man uit ’s-Hertogenbosch geen vergoeding te geven voor het inhuren van een doventolk om zijn hbo-opleiding te kunnen vervolgen. Dat besliste de rechtbank Oost-Brabant vandaag.

De man rondde een aantal jaar geleden met succes een mbo- en hbo-opleiding Bouwkunde af. Hij werkte daarna enige tijd in de bouw, maar verloor door de crisis in deze sector zijn baan. Om meer kans te hebben op het vinden van ander werk, begon de man in februari 2015 aan een hbo-studie ICT. Omdat de man doof is geboren kreeg hij hiervoor van het UWV een vergoeding voor de kosten van een doventolk die hij moest inhuren. Deze vergoeding in de maanden februari tot en met augustus 2015 kreeg hij op grond van de Wet Overige OCW-subsidies (WOOS). In juli vroeg de man om verlenging van die vergoeding voor het volgende studiejaar. Het UWV wees deze aanvraag af, omdat de WOOS alleen kan worden toegekend aan iemand onder de 30 jaar. Aangezien de man die leeftijd reeds had bereikt bij aanvang van het tweede studiejaar, komt hij volgens het UWV niet meer in aanmerking voor de onderwijsvoorziening. Daarop stapte de man naar de rechter.

Volgens de man is er sprake van discriminatie op grond van handicap. Hij stelt dat gehandicapte studenten van 30 jaar en ouder door de gestelde leeftijdsgrens worden beperkt in hun mogelijkheden om onderwijs te volgen, terwijl deze beperking niet geldt voor studenten zonder handicap. Ook mag er volgens hem geen leeftijdsgrens worden gehanteerd, omdat het in strijd is met internationale verdragsbepalingen en met het recht van de Europese Unie.

Oordeel
Volgens de rechtbank is er geen sprake van discriminatie. De WOOS geeft alleen een leeftijdsgrens als criterium. De regeling maakt dus geen onderscheid naar handicap en is juist gericht op personen die wegens ziekte of gebrek, belemmeringen ondervinden bij het volgen van onderwijs. De wetgever heeft een leeftijdsgrens van 30 jaar aan de regeling verbonden, omdat ook personen met een handicap in staat moeten worden geacht (met hulp van de onderwijsvoorziening) vóór hun dertigste verjaardag een voltijdstudie te kunnen afronden. Volgens de wetgever markeert die leeftijd het moment waarop de verantwoordelijkheid van de overheid voor het kunnen volgen van algemeen vormend onderwijs afneemt, en de verantwoordelijkheid daarvoor meer bij de burger komt te liggen. Volgens de rechtbank heeft de wetgever de beoordelingsmarge niet overschreden. Al met al concludeert de rechtbank dat het UWV op basis van de wettelijke regels de aanvraag voor de vergoeding mocht weigeren. Bovendien faciliteert de wetgever voor personen met een handicap na het bereiken van de leeftijd van 30 jaar ook op andere wijze dan door middel van een onderwijsvoorziening op grond van de WOOS scholing met voorzieningen zoals een doventolk.'



22 maart 2016
Gevangenisstraffen voor grootschalige heling van kleding

'De rechtbank Den Haag veroordeelt acht personen tot gevangenisstraffen van 16 tot 22 maanden voor heling en deelname aan een criminele organisatie.

Woning vol gestolen kleding
De zaak is aan het rollen gekomen toen de gemeente tezamen met de Haagse politie een pand in Den Haag controleerde op overbewoning. De woning bleek vol te liggen met gestolen kleding en schoenen. De politie vond bestellijsten voor kleding en een kaart van Nederland met omcirkelde plaatsnamen.

Grondig georganiseerde winkeldiefstallen
Vijf van de acht daders waren rechtstreeks betrokken bij de grondig georganiseerde winkeldiefstallen. Zij vertrokken in de ochtend vanuit Den Haag op strooptochten door het hele land. Hierbij maakte ze kleding en schoenen buit, met behulp van geprepareerde tassen en via intensief onderling telefonisch contact. Aan het einde van de middag keerden ze terug in Den Haag met hun buit. Daar haalden ze de alarm-labels eraf, met als doel de kleding en schoenen door te kunnen verkopen. De overige drie daders hebben op een andere manier steun gegeven aan de criminele organisatie, door bijvoorbeeld een woning of auto beschikbaar te stellen.

Uit het onderzoek is niet gebleken wie van de bendeleden een leidende rol had. De rechtbank ziet daarom alle leden als uitvoerders. De straffen vallen om die reden iets lager uit. Ondanks dat deelt de rechtbank voor deze georganiseerde strooptochten aanzienlijke gevangenisstraffen uit.

Vrijspraak criminele organisatie
De rechtbank spreekt twee mannen en een vrouw vrij van deelname aan een criminele organisatie, omdat daarvoor geen bewijs is.'



21 maart 2016
TBS met dwangverpleging na poging wurgen 3-jarig meisje

'Een 45-jarige man uit Zwolle krijgt TBS met dwangverpleging opgelegd voor een poging tot moord op een 3-jarig meisje. De man viel het hem onbekende meisje aan toen zij haar huis uit kwam lopen en hij bijna over haar struikelde. Hij legde haar op de grond en kneep haar keel dicht. De vader van het meisje zag de aanval gebeuren, rende naar buiten en joeg de man weg voordat hij zijn poging kon voltooien.

Opdracht
Volgens gedragsdeskundigen is de Zwollenaar schizofreen en volledig ontoerekeningsvatbaar. Na zijn arrestatie zei de man dat hij al in 2010 'de opdracht' kreeg om een kind te doden. Hij had er ook al een paar keer op geoefend. Toen hij het meisje tegen het lijf liep was dat voor hem een teken van boven dat het moment aangebroken was om zijn plan ten uitvoer te brengen.

Behandeling
De man is nog nooit eerder behandeld voor zijn wanen. Hij vindt dat hij niet ziek is en weigert om medicatie te in te nemen. De kans dat hij opnieuw een kind zal proberen te doden is erg groot: tijdens de rechtszaak zei hij dat zijn missie om jonge kinderen te doden nog niet verdwenen is.

Deskundigen adviseren om de man een jaar gedwongen in een psychiatrisch ziekenhuis op te laten nemen. De rechtbank oordeelt echter dat er onvoldoende garantie is dat een dergelijke behandeling het hoge herhalingsgevaar terug kan dringen. Voor de rechtbank staat voorop dat niet nog meer willekeurige kinderen slachtoffer worden van de man. Ondanks zijn blanco strafblad legt de rechtbank de man daarom TBS met dwangverpleging op.'



21 maart 2016
In hoger beroep 9 jaar cel voor overvaller cafetaria Sint-Willebrord

'Een 25-jarige man is in hoger beroep veroordeeld tot 9 jaar gevangenisstraf voor een gewapende overval op een cafetaria in Sint-Willebrord, een doodsbedreiging, wapenbezit en een diefstal. Verder moet hij de slachtoffers een schadevergoeding betalen. Van het schieten op een motoragent werd de man vrijgesproken. De rechtbank Zeeland-West-Brabant legde de man eerder een gevangenisstraf van 12 jaar en tbs met dwangverpleging op.

Spoor van geweld
De verdachte heeft een spoor van geweld achter zich gelaten. Hij was betrokken bij een gewapende overval op een cafetaria in Sint-Willebrord op 2 september 2011. Daarbij schoot hij de medewerker achter de kassa neer. Samen met zijn mededader heeft hij die medewerker daarna ook nog ernstig mishandeld. Een laffe en gewetenloze daad volgens het hof. Ook de toevallig aanwezige bezoekers van de cafetaria zijn slachtoffer geworden. Zij werden afgeperst onder bedreiging van een vuurwapen. 5 dagen eerder had de verdachte ook al iemand met de dood bedreigd, door met een geweer door het raam van de voordeur van die persoon te schieten. Tot slot heeft de verdachte sieraden en een computer gestolen van de moeder van zijn stiefvader.

Vrijspraak van schietpartij op motoragent
Op 30 augustus 2011 in Etten-Leur heeft de verdachte op een motoragent geschoten. Het Openbaar Ministerie had hem poging tot doodslag ten laste gelegd. Het hof vindt echter, anders dan de rechtbank, dat dit niet bewezen kan worden. De verdachte heeft verklaard dat hij globaal in de richting van de motoragent heeft geschoten, maar dat hij niet op de agent heeft gericht. Hij wilde hem alleen afschrikken of bedreigen om vervolgens te kunnen vluchten. Hij schoot op relatief korte afstand, vanuit een (nagenoeg) stilstaande auto, met een geweer met hagelpatronen die een zeker spreidingsniveau hebben, en heeft de motoragent niet geraakt. Volgens het hof kan niet worden vastgesteld dat de verdachte dusdanig in de richting van de motoragent heeft geschoten, dat er een aanmerkelijke kans was om hem raken. Het hof vindt het dan ook niet aannemelijk dat de verdachte de agent wilde doden of zwaar lichamelijk letsel toebrengen en spreekt hem daarom vrij van een poging tot doodslag.

Geen tbs
In tegenstelling tot de rechtbank legt het hof geen tbs op. Dat komt doordat de verdachte in hoger beroep zijn proceshouding heeft veranderd: hij heeft alle feiten bekend en openheid van zaken gegeven én hij heeft meegewerkt aan een uitgebreid onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat de man behandeld moet worden, maar dat tbs niet noodzakelijk is. De verdachte kampt met een drugsverslaving en een antisociale persoonlijkheidsstoornis die is ontstaan doordat hij in een crimineel milieu is opgegroeid. De deskundigen adviseren opname in een gesloten forensische verslavingskliniek, waarbij aandacht is voor zijn persoonlijkheidsproblematiek, en een geleidelijke maatschappelijke re-integratie die is gericht op werkhervatting. Het hof volgt dit advies en legt geen tbs op. De behandeling kan volgens het hof plaatsvinden in het kader van voorwaardelijke invrijheidstelling na het uitzitten van twee derde van de opgelegde straf.

Gevangenisstraf en schadevergoeding
Het hof heeft bij het bepalen van de straf eerst gekeken naar de straf die aan de medeverdachte van de overval is opgelegd. Dat is een gevangenisstraf van 7 jaar. Daarbij houdt het hof er rekening mee dat de verdachte het grootste aandeel heeft gehad bij de overval en bovendien meer strafbare feiten heeft gepleegd. Het hof is vervolgens tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf van 9 jaar passend is.

Verder heeft het hof bepaald dat de verdachte een schadevergoeding moet betalen aan de slachtoffers. In totaal komt dat neer op een bedrag van ruim 17.000 euro.'



16 maart 2016
Gevangenisstraffen voor kindermishandeling in Roelofarendsveen

'De rechtbank Den Haag heeft een 35-jarige vrouw en haar 45-jarige man veroordeeld voor de mishandeling van de dochter en zoon van de man. De stiefmoeder krijgt een onvoorwaardelijke celstraf van 36 maanden, de vader een van 18 maanden. De rechtbank spreekt beide verdachten vrij van de te last gelegde poging doodslag of opzettelijke zware mishandeling omdat niet kan worden bewezen dat zij de opzet hadden om het meisje te doden. Daarom zijn de straffen aanmerkelijk lager dan door het Openbaar Ministerie werd geëist. De stiefmoeder krijgt een hogere straf dan de vader omdat haar het ernstigste feit is aan te rekenen en zij een dominante rol had binnen het gezin.

Onderkoeling
Het meisje van 12 jaar oud is op 16 februari 2015 naar het LUMC in Leiden gebracht, nadat zij bewusteloos en met een hartstilstand was aangetroffen. In het ziekenhuis is een ondertemperatuur van 23 graden vastgesteld. Omdat reanimatie niet lukte is de borstkas van het meisje geopend en een hartlongmachine aangesloten. Op die manier is het meisje opgewarmd en uiteindelijk drie dagen later uit coma gehaald.

Gedeeltelijke vrijspraak
Volgens de rechtbank kan het niet anders zijn dan dat het meisje zo’n ondertemperatuur heeft gekregen doordat zij te slapen is gelegd in een te koude ruimte, met onvoldoende beddengoed of dekens, in een nacht waarin het tot vijf graden zou vriezen. Volgens de rechtbank is er geen bewijs dat de vrouw de opzet had om haar stiefdochter te doden of zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Omdat de vrouw het meisje te koud te slapen heeft gelegd is opzettelijke mishandeling met als gevolg zwaar lichamelijk letsel wel bewezen.

De vader van het meisje was die betreffende nacht niet aanwezig in de woning en heeft zijn dochter niet te slapen gelegd. Daarom wordt hij van dit feit vrijgesproken.

Vaker kindermishandeling en onthouden van passende medische zorg
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat er voor 16 februari 2015 sprake is geweest van verschillende vormen van kindermishandeling ten aanzien van beide kinderen en het nalaten passende medische zorg in te roepen ten aanzien van het meisje. Zowel de vrouw als haar man hebben zich daaraan schuldig gemaakt.

Geen tbs
De officier van justitie had wat betreft de vrouw, naast terbeschikkingstelling (tbs), een celstraf van 6 jaar geëist. De rechtbank oordeelt dat de tbs niet kan worden opgelegd omdat aan de voorwaarden die de wet daartoe stelt niet is voldaan. De aan de vrouw opgelegde celstraf is lager dan geëist omdat voor het bewezenverklaarde hoofdfeit een aanmerkelijk lager strafmaximum geldt. Tegen de man was een celstraf van 7 jaar geëist. Omdat de bemoeienis van de vader met de onderkoeling niet kan worden bewezen moet ook voor hem de straf lager uitvallen.

Grote gevolgen voor anderen
Niet alleen de kinderen maar ook hun biologische moeder zijn ernstig getroffen door het handelen van verdachten. Zij werd geconfronteerd met de situatie dat haar dochter dreigde te overlijden. Ook in de maatschappij roepen dergelijke feiten gevoelens van afschuw, onbegrip en geschoktheid op. De rechtbank houdt rekening met het feit dat verdachten nauwelijks verantwoordelijkheid lijken te dragen voor hetgeen zij de kinderen hebben aangedaan.

Dat het nu goed gaat met de kinderen – in weerwil van de afschuwelijke thuissituatie waarin zij zich door toedoen van verdachten jarenlang hebben bevonden – is vooral te danken aan hun eigen veerkracht.'



14 maart 2016
Arnhemmer veroordeeld voor dealen in harddrugs

'Een 47-jarige man uit Arnhem is veroordeeld tot een celstraf van 162 dagen. Van deze 162 dagen hoeft hij 120 dagen niet in de gevangenis te zitten als hij niet weer in de fout gaat en zich houd aan bijzondere voorwaarden. De tijd die de man al tijdens zijn voorarrest achter de tralies heeft gezeten gaat nog van de 162 dagen af. Daarnaast moet de man als straf 240 uur werken.

De man is schuldig bevonden aan het dealen in harddrugs voor een periode van 10 maanden en de diefstal van 2 fietsen.

Bijzondere voorwaarden
Aan de voorwaardelijke straf worden de bijzondere voorwaarden van reclasseringstoezicht, een klinische opname, behandeling en urinecontroles verbonden.

Behandeling
De straf is lager dan geëist was door de officier van justitie. De rechtbank vindt het van belang dat de man behandeld wordt. Deze behandelingen zijn al in gang gezet en een langdurige gevangenisstraf zal dit doorkruisen.

Tot slot moet de man moet 414,20 euro terugbetalen die hij met zijn drugshandel heeft verdiend.'



14 maart 2016
Celstraf voor diefstal 10.000 euro van bejaarde vrouw

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 27-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 150 dagen, waarvan 62 dagen voorwaardelijk. De man stal samen met 2 anderen 10.000 euro van een bejaarde vrouw in Eindhoven.

De verdachte heeft een klusbedrijf en was in oktober vorig jaar met een klant in een bankgebouw in Eindhoven. Daar raakte hij aan de praat met een bejaarde vrouw die zojuist 10.000 euro had opgenomen. De verdachte bood de vrouw aan haar met zijn bus naar huis te brengen. De verdachte zette haar boodschappentas met het opgenomen geldbedrag achterin de bus. Hij bracht vervolgens eerst de klant naar huis. Daar maande de verdachte 2 medewerkers van zijn bedrijf –medeverdachten- met spoed mee te gaan in de bus terwijl het werk nog niet was afgemaakt. Onderweg naar het huis van de vrouw stopte de verdachte nog 2 keer en rommelde eerst hijzelf en later een medeverdachte achterin de bus. De vrouw kwam er thuis achter dat het geld ontbrak uit haar boodschappentas.

Een van de medeverdachten heeft later verklaard dat zijn collega op verzoek van de verdachte achterin de bus moest kijken en vervolgens een dik gevulde oranje envelop bij zich had. Volgens die medeverdachte ontving hijzelf een dag later 500 euro van de verdachte. Dit alles maakt dat de rechtbank oordeelt dat de verdachte samen met zijn medeverdachten het geld van de bejaarde vrouw heeft gestolen.

De man werd er daarnaast van verdacht dat hij de klant -met wie hij naar de bank was gegaan- zou hebben opgelicht. Net als de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat hiervoor onvoldoende bewijs is.

Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank onder meer mee dat de verdachte op stuitende wijze misbruik maakte van de kwetsbaarheid van de vrouw. Daarnaast houdt de rechtbank er rekening mee dat hij eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld. Ook moet de verdachte het slachtoffer 10.000 euro (terug)betalen.'



14 maart 2016
Werkstraf en voorwaardelijke rijontzegging voor veroorzaken verkeersongeval op de Afsluitdijk

'Een bestuurder van vrachtwagencombinatie heeft een werkstraf van negentig uur en een voorwaardelijke rijontzegging gedurende zes maanden opgelegd gekregen. De vrachtwagenbestuurder was op 1 oktober 2013 betrokken bij een zeer ernstig ongeval op de Afsluitdijk.

Als gevolg van wegwerkzaamheden was er sprake van een file. De vrachtwagenbestuurder zou achterop deze file zijn gereden waarbij een personenauto werd gelanceerd en onmiddellijk in brand vloog. De bestuurder van deze personenauto liep zwaar lichamelijk letsel op, bestaande uit vele ernstige brandwonden, meerdere gebroken botten, gescheurde rugwervels en een klaplong. Het ongeval heeft zeer grote gevolgen gehad voor het slachtoffer en diens toekomstplannen.

De vrachtwagenbestuurder heeft verklaard dat hij op 1 oktober 2013 over de Afsluitdijk in de richting van Friesland reed met een snelheid van ongeveer 80 km/h. Hij reed die route vaak en wist dat er regelmatig werkzaamheden waren op de Afsluitdijk. Hij heeft de bewuste dag twee á drie seconden opzij gekeken waarna hij krachtig moest remmen omdat het verkeer voor hem stil stond. Diverse getuigen hebben verklaard dat ter plaatse al sprake was van langzaam rijdend en stilstaand verkeer. Van het ongeval is een analyse gemaakt door speciaal daarvoor opgeleide verbalisanten.

Beoordeling rechtbank
Aan de rechtbank is de vraag voorgelegd of de vrachtwagenbestuurder in juridische zin schuld heeft aan het ongeval (zwaardere vorm van verwijt) dan wel hem gevaarlijk rijgedrag kan worden verweten (lichtere vorm van verwijt).

De rechtbank acht de zwaardere vorm van verwijt bewezen en heeft bepaald dat de vrachtwagenbestuurder schuld heeft aan het ongeval en dit heeft veroorzaakt door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend te rijden. De vrachtwagenbestuurder had als beroepschauffeur attent moeten zijn op de mogelijkheid van wegwerkzaamheden op de Afsluitdijk. Hij heeft zijn snelheid onvoldoende aangepast aan het overig verkeer en zijn blik gedurende een paar seconden niet op de weg voor hem gehouden onder omstandigheden die juist extra aandacht vroegen. De vrachtwagenbestuurder heeft – aldus de rechtbank – onvoldoende geanticipeerd op de situatie waardoor hij te laat is gaan remmen en zijn vrachtwagencombinatie niet meer tijdig tot stilstand kon brengen. Het is een feit van algemene bekendheid dat een dergelijke vrachtwagencombinatie, óók onbeladen, een relatief lange remweg heeft. Het letsel van het slachtoffer is naar het oordeel van de rechtbank een direct gevolg van het door de vrachtwagenbestuurder veroorzaakte verkeersongeval en juridisch te betitelen als zwaar lichamelijk letsel.

Strafmaat
Ondanks de zeer ernstige gevolgen van het ongeval voor het slachtoffer is aan de vrachtwagenbestuurder een werkstraf en een voorwaardelijke rijontzegging opgelegd. De belangrijkste reden daarvoor is dat voor de strafoplegging niet het letsel bepalend is, hoe ernstig dat ook kan zijn, maar de mate van verwijtbaarheid die de veroorzaker van het ongeval kan worden gemaakt. Als er sprake is van roekeloos rijgedrag, of zéér onvoorzichtig rijgedrag door een opeenstapeling van verkeersfouten zal de straf in het algemeen hoger uitvallen dan nu is opgelegd. In deze situatie is aan de vrachtwagenbestuurder verweten dat hij aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gereden.

De rechtbank heeft daarnaast bij de strafoplegging meegewogen dat de vrachtwagenbestuurder een blanco strafblad heeft en dat het ongeval ook hem zeer heeft aangegrepen, tot op de dag van vandaag.'



14 maart 2016
13 jaar cel voor schieten op politieagenten in Best

'Een 54-jarige man is veroordeeld voor poging tot doodslag voor het meerdere malen schieten op 2 agenten. Het schietincident vond plaats op 23 augustus 2011 in Best. Het gerechtshof veroordeelde de verdachte op 20 maart 2013 tot 16 jaar cel voor poging moord. De Hoge Raad vernietigde deze uitspraak en wees de zaak terug naar een andere strafkamer van het hof met de opdracht opnieuw te oordelen over het bewijs en de straf.

Doorgeladen vuurwapen
De 2 agenten kregen op 23 augustus 2011 een melding dat bij het spoor een man was gezien met een pistool. Enige tijd later zagen ze in de Hoofdstraat van Best deze man uit een taxi stappen, waarop ze de man staande hielden. Toen één van de agenten hem wilde fouilleren, sloeg de man op de vlucht. Daarbij hield hij een doorgeladen vuurwapen met gestrekte arm naar achteren op de agenten gericht.

Geen voorbedachte raad
Onderzoek heeft aangetoond dat één van de agenten de eerste schoten heeft gelost, waarna de verdachte gericht op de agenten heeft geschoten totdat zijn wapen leeg was. Eén van de agenten werd tijdens de schietpartij in zijn been geraakt. Ook de verdachte is geraakt voordat hij zich overgaf.

Het lijkt erop dat het schieten door de verdachte in een opwelling is gebeurd toen hij merkte dat de agenten hem wilde fouilleren. Er was te weinig reële gelegenheid om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn handelen. Om die reden is er geen sprake van voorbedachte raad en dus ook niet van poging tot moord, zegt het hof.

Geen beroep op noodweer
De verdachte beriep zich tijden het proces op noodweer. Het hof vindt dat hier geen sprake van is. Door met een getrokken en doorgeladen wapen op de agenten te richten ontstond voor hen een acute levensbedreigende situatie. Hierdoor waren zij gerechtigd te schieten, zegt het hof. Niet de verdachte maar de agenten verkeerden in een noodweersituatie.

Lange gevangenisstraf
Bij het bepalen van de straf heeft het hof rekening gehouden met verschillende strafverzwarende omstandigheden. Door in het drukke centrum van Best op de politie te schieten was de verdachte bereid het leven van 2 agenten alsook van onschuldige omstanders in gevaar te brengen.

Het schietincident heeft grote impact gehad op de levens van beide agenten, zo vertelden zij op de zitting. Als gevolg daarvan zijn beiden 4 jaar later nog steeds niet aan het werk in hun oude functie. Ook het feit dat de verdachte tot op de dag van vandaag zijn eigen gedrag volstrekt logisch en gerechtvaardigd vindt en eigenlijk de agenten onverantwoord gedrag verwijt, werkt door in de hoogte van de straf.

Het hof vreest dat de verdachte een ernstig gevaar vormt voor de samenleving, temeer omdat hij heeft aangegeven een liefhebber te zijn van vuurwapens. Alles tezamen komt het hof tot de slotsom dat een lange en onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is.'



8 maart 2016
Celstraf en tbs met dwangverpleging voor poging moord op maatschappelijk werkster

'Een 33-jarige man uit Westervoort is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar en tbs met dwangverpleging voor een poging tot moord op een maatschappelijk werkster.

Honkbalknuppel
De man heeft er op 10 juni 2015 voor gezorgd dat zijn maatschappelijk werkster alleen naar zijn woning kwam. Hij sloeg haar vervolgens een aantal keer met een honkbalknuppel tegen het hoofd. De vrouw is uiteindelijk via het balkon ontsnapt. De man heeft daarna geprobeerd zelfmoord te plegen.

Verschillende stoornissen geconstateerd
Bij de man is volgens de deskundigen sprake van een pervasieve ontwikkelingsstoornis. Dat is een autistische of een daarmee vergelijkende stoornis die wordt gekenmerkt door ernstige gebreken in de ontwikkeling van sociale of communicatieve vaardigheden of van stereotiep gedrag en interesse. Ook is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis en een chronische depressieve stoornis. Volgens de deskundigen moet de man hiervoor langdurig behandeld worden. Er bestaat een groot verschil tussen wat de omgeving waarneemt over de gesteldheid van de man en wat de daadwerkelijke gesteldheid van de man is. Daardoor is de man onvoorspelbaar en oninvoelbaar.

De rechtbank is daarom van oordeel dat de man moet worden behandeld in het kader van de tbs met dwangverpleging. Ook moet de Westervoorter een schadevergoeding van ruim 13.500 euro betalen aan het slachtoffer.

De volledige uitspraak wordt binnenkort gepubliceerd.'



8 maart 2016
Man uit Gaanderen krijgt gevangenisstraf voor mensenhandel en poging verkrachting

'De rechtbank heeft een 49-jarige man uit Gaanderen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar, voor mensenhandel en poging verkrachting.

Psychische schade
De man heeft een minderjarig meisje enkele maanden in de prostitutie laten werken en heeft een ander meisje geprobeerd te verkrachten. De rechtbank vindt dit zeer ernstige feiten. De man heeft geen enkel respect getoond voor de meisjes en heeft alleen gehandeld uit eigen winstbejag en lustenbevrediging. De man heeft geen ontzag getoond voor het zelfbeschikkingsrecht van de meisjes en heeft daarbij hun lichamelijke en psychische integriteit ernstig geschaad. Uit de verklaringen, die op de zitting door de meisjes zijn voorgelezen, blijkt dat zij hier nog elke dag de psychische gevolgen van ondervinden.

Behandeling
De psycholoog die de man heeft onderzocht heeft geadviseerd om de man als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. Er is bij de man sprake van psychische stoornissen die van invloed zijn geweest op het plegen van de feiten. Ook is de man zwakbegaafd bevonden. De psycholoog denkt dat de kans op herhaling groot is. Om de kans op herhaling kleiner te maken heeft de rechtbank bepaald dat de man als onderdeel van de voorwaardelijke straf voor zijn persoonlijkheidsproblematiek behandeld moet worden bij een forensische polikliniek.

Straf
De man werd ook verdacht van het onder dwang en/of dreiging in de prostitutie laten werken van een aantal meerderjarige meisjes en vrouwen. Maar de rechtbank heeft de man van deze feiten vrijgesproken, omdat de rechtbank deze niet bewezen vind.

De officier van justitie had een gevangenisstraf van 7 jaar geëist, maar omdat sprake is van verminderde toerekeningsvatbaarheid en de rechtbank de man heeft vrijgesproken van een groot deel van de feiten heeft de rechtbank een aanzienlijk lagere staf opgelegd.'



8 maart 2016
Verzorger krijgt taakstraf voor toedienen overdosis insuline aan bejaarde

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 57-jarige vrouw uit Best veroordeeld tot een taakstraf van 40 uur. De verdachte bracht een bejaarde vrouw zwaar lichamelijk letsel toe en liet het slachtoffer in een hulpeloze toestand achter.

De verdachte werkte op een verpleegafdeling voor demente bejaarden in Eindhoven. Ze constateerde bij haar avonddienst in oktober 2012 dat een bewoonster een te hoog bloedsuikergehalte had. In opdracht van de dienstdoende arts bracht de verdachte bij de vrouw insuline toe. Enkele uren na het toedienen van het middel en gedurende de nacht, had het slachtoffer een te laag bloedsuikergehalte. De volgende ochtend constateerde een arts dat het bloedsuikergehalte van het slachtoffer uitzonderlijk laag was en dat zij haar bewustzijn had verloren. De vrouw werd vervolgens comateus opgenomen in het ziekenhuis. Het slachtoffer ontwaakte 5 dagen na haar opname in het ziekenhuis uit de coma.

De verdachte verklaarde een fout te hebben gemaakt door de insuline niet op de gebruikelijke manier toe te dienen. Op basis van getuigenverklaringen gaat de rechtbank ervan uit dat de verdachte de inhoud van 1 ampul (3ml) insuline heeft toegediend aan het slachtoffer. Een dergelijke hoeveelheid komt overeen met 300 eenheden. Haar was door de dienstdoende arts opgedragen 6 eenheden toe te dienen. De verdachte heeft dus 50 keer zo veel insuline toegediend als haar was opgedragen. Hierdoor is het bloedsuikergehalte van het slachtoffer blijven dalen en dat leidde tot een coma.

Hulpeloze toestand
De rechtbank oordeelt dat de zorgplicht van de verdachte ernstig is tekortgeschoten. De verdachte verklaarde bij de politie dat ze op de gok 3 ml heeft gebruikt omdat ze niet kon omrekenen hoeveel ze nodig had. Ze gaf dus niet op juiste wijze uitvoering aan de opdracht van de dienstdoende arts. De verdachte heeft ondoordacht en zonder stil te staan bij de mogelijke medische risico’s van haar handelen, de insuline toegediend. Volgens de rechtbank heeft de verdachte daarmee zeer onvoorzichtig en onachtzaam gehandeld. Ook staat volgens de rechtbank vast dat de verdachte het slachtoffer in een hulpeloze toestand heeft gelaten.

De rechtbank neemt het de verdachte in het bijzonder kwalijk dat zij aanvankelijk niet de waarheid heeft verteld aan de verpleegkundige of de dienstdoende arts over de hoeveelheid insuline die ze had toegediend. De verdachte liet hen in de waan dat zij volgens de opdracht van de arts had gehandeld. Hierdoor konden de arts en verpleegkundige niet tijdig adequaat medische hulp aan het slachtoffer verlenen. De verdachte is aan het einde van haar dienst naar huis gegaan en heeft pas de volgende middag desgevraagd verteld hoe zij de insuline had toegediend. De verdachte beschaamde hiermee in ernstige mate het vertrouwen dat de maatschappij in zorgverleners stelt.

Anderzijds weegt de rechtbank onder meer mee dat de verdachte direct na het incident is ontslagen en haar door de Inspectie voor de Gezondheidszorg verboden is nog langer als verzorgende te werken. Ook houdt de rechtbank er rekening mee dat de behandeling van deze zaak onwenselijk lang op zich heeft laten wachten en dat de redelijke termijn met bijna één jaar is overschreden. De rechtbank acht gezien de ernst van de strafbare feiten een taakstraf van 50 uur passend en geboden, maar zal wegens de overschrijding van de redelijke termijn een taakstraf van 40 uur opleggen.'



8 maart 2016
5 jaar celstraf + tbs met voorwaarden voor ontvoering en seksueel misbruik 8-jarig meisje

'De rechtbank Den Haag heeft een 48-jarige man veroordeeld voor ontvoering en seksueel misbruik van een 8-jarig meisje in augustus 2015. Hij krijgt een celstraf van 5 jaar plus terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden. De rechtbank heeft in het vonnis uitgebreid gemotiveerd waarom het risico voor herhaling hoog wordt geacht.

Ontvoering en seksueel misbruik
De man heeft zich op 26 augustus 2015 schuldig gemaakt aan ontvoering en misbruik van een achtjarig meisje. Het slachtoffer liep nietsvermoedend op straat en ging eieren kopen voor haar moeder. De man heeft het slachtoffer hardhandig beetgepakt en in zijn auto geduwd. Doordat hij van tevoren de binnenkant van de passagiersdeur had afgeplakt met tape kon het slachtoffer niet ontsnappen. De man is vervolgens met het slachtoffer gaan rijden en heeft haar in de auto misbruikt. Daarna is hij samen met haar naar het politiebureau gegaan alwaar hij zichzelf heeft aangegeven.

Kinderporno en schennispleging
De man is verder in het bezit geweest van kinderporno. Het ging daarbij om twee filmpjes met zeer vergaande seksuele gedragingen tussen een minderjarig meisje en een volwassen man. Verder heeft hij zich schuldig gemaakt aan schennispleging.

Hogere straf dan geëist
De officier van justitie had ter terechtzitting, naast tbs met voorwaarden, een celstraf van 4 jaar geëist. Die eis doet naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht aan de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De rechtbank legt een celstraf van 5 jaar op. Dat is de zwaarst mogelijke straf in combinatie met tbs met voorwaarden.

Tbs met voorwaarden
De rechtbank merkt op dat wanneer de man zich niet aan de voorwaarden houdt, de tbs met voorwaarden kan worden omgezet in een tbs met dwangverpleging.'



2 maart 2016
Hogeschool aansprakelijk voor studievertraging studenten Medische Hulpverlening

'De Hogeschool Utrecht is aansprakelijk voor de studievertraging die studenten van de bacheloropleiding Medische Hulpverlening hebben opgelopen. Dat heeft de civiele rechter bepaald in een bodemprocedure die 5 studenten zijn begonnen tegen de Hogeschool Utrecht.

Opleiding Medische Hulpverlening
De Hogeschool Utrecht biedt sinds het studiejaar 2010-2011 de opleiding Medische Hulpverlening aan. Tijdens de opleiding doet de student een aantal verplichte stages. Volgens de studenten hebben zij studievertraging opgelopen omdat zij de stages niet tijdig konden uitvoeren en hebben zij vertraging opgelopen in het vinden van een baan die aansluit op de opleiding. Deze vertragingen zijn volgens de studenten het gevolg van het ontbreken van een BIG-registratie voor het beroep van medisch hulpverlener.

Ontbreken BIG-registratie
De rechtbank geeft de studenten gelijk. Naar het oordeel van de rechtbank staat voldoende vast dat het ontbreken van een BIG-registratie voor medisch hulpverleners een belangrijke oorzaak is voor het tekort aan stageplaatsen. De Hogeschool had bij de start van de opleiding rekening moeten houden met de mogelijkheid dat het werkveld zich hierdoor terughoudend zou opstellen in het aanbieden van stageplaatsen en vacatures.

Tekortgeschoten
Eén van de hoofdverplichtingen van de Hogeschool is om de student in staat te stellen zonder noemenswaardige studievertraging de studie te kunnen afronden en in aanmerking te laten komen voor de functies waarvoor de opleiding opleidt. Naar het oordeel van de rechtbank is de Hogeschool daarin tekortgeschoten.

De exacte schade die de studenten hebben opgelopen wordt op een later moment vastgesteld.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl