Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - september 2017:


20 september 2017
18 jaar gevangenisstraf voor veroorzaken van explosie op woonboot Wormer

'Een 28-jarige man is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 jaar voor het tot ontploffing brengen van een door hemzelf vervaardigd explosief op een woonboot. Het gerechtshof Amsterdam heeft dit vandaag beslist.

Als gevolg hiervan verloor een man het leven en raakte een vrouw zeer zwaar gewond.
De rechtbank achtte de voorbereiding van moord op het beoogde slachtoffer bewezen en legde 17 jaar gevangenisstraf op. Het hof ziet dat anders en heeft dit aangemerkt als het voorbereiden van het teweegbrengen van een ontploffing. Het hof heeft wel een zwaardere straf dan de rechtbank opgelegd.

Explosie
De verdachte had het gemunt op een andere woonboot van een man, die jaren geleden zijn zusje zou hebben misbruikt en aldus veel ellende in zijn familie had veroorzaakt. In de nacht van 13 april 2015 bevestigde de verdachte een zelf vervaardigd explosief aan de voorkant van wat later bleek een nabij gelegen woonboot te zijn. Nadat de bewoners naar buiten waren gekomen, ontstak hij het explosief en is daarop vertrokken. Hij verklaarde dat hij er toen van uitging dat de bewoners niet zouden worden geraakt. Achteraf bleek dat de man dodelijk was getroffen en dat de vrouw zeer zwaar was verwond. Ook bleek toen pas dat de verdachte de verkeerde woonboot tot zijn doelwit had gemaakt.

Gevaar voor herhaling
Het hof heeft bij de oplegging van de straf overwogen dat de verdachte geen inzicht heeft verschaft in zijn persoon. Hij heeft geweigerd mee te werken aan een persoonlijkheidsonderzoek. Wel hebben deskundigen vastgesteld dat naast misbruik van cannabis sprake is van een stoornis. In hoeverre de stoornis behandelbaar is en in hoeverre het gevaar op herhaling kan worden beteugeld, kan bij gebreke van medewerking aan het onderzoek door de verdachte niet worden vastgesteld. Het hof concludeert dat gevaar voor herhaling allerminst kan worden uitgesloten.

Strafmaat
Het openbaar ministerie heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van 24 jaar geëist, ervan uitgaande dat de verdachte zijn beoogde slachtoffer had willen vermoorden. Het hof volgt dit standpunt niet. Het hof acht niet uitgesloten dat de verdachte, zoals hij heeft verklaard, uitsluitend zware schade wilde toebrengen aan de woonboot van zijn beoogde slachtoffer. Het hof overweegt dat bij het opleggen van een zeer langdurige gevangenisstraf de fatale explosie in de omgeving van de woonboot het zwaarst weegt. De verdachte is goed opgeleid en heeft ervaring met explosieven. Hij was zich bewust van de gevaren, maar is desalniettemin overgegaan tot een extreem risicovolle actie, zelfs zonder er zeker van te zijn dat hij het explosief op het beoogde doelwit tot ontploffing had gebracht.

Toewijzing vordering benadeelde partij
De verdachte is ook veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer, de vrouw die niet alleen zeer zwaar gewond is geraakt maar ook haar partner heeft verloren. Het hof heeft een bedrag van ruim € 140.000 aan materiële schade en daarnaast € 60.000 aan immateriële schade toegewezen.'



20 september 2017
Het hof straft voormalig notaris zwaarder wegens valsheid in geschrifte en witwassen

'Voor witwassen en valsheid in geschrifte heeft het hof een notaris een zwaardere straf opgelegd dan de rechtbank Gelderland. Zowel het OM als de verdachte waren in hoger beroep gegaan.

De rechtbank
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 18 maanden en ontzetting uit het ambt van notaris geëist. De rechtbank kwam, rekening houdend met een schending van de redelijke termijn tot een werkstraf van 180 uur. De advocaat-generaal had een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden met een proeftijd van 3 jaar, een verbod om de komende 6 jaar als notaris te werken en een boete van € 25.000,-- gevorderd.

Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat verdachte in de afwikkeling van een nalatenschap opzettelijk een onjuiste en/of onvolledige aangifte heeft gedaan aan de Belastingdienst. Het ging hierbij om de waarde van een woning die in korte tijd verschillende malen is verkocht tegen een steeds hogere waarde. De verdachte heeft als notaris alle verkoopakten opgemaakt. Ook is bewezen dat de nota van afrekening onder leiding van verdachte valselijk is opgemaakt en dat verdachte wist dat een geldbedrag afkomstig was uit het plegen van belastingfraude en/of het plegen van valsheid in geschrifte. Een gedeelte van dat bedrag was op een rekening van de partner van zijn zuster gestort. Toen de fiscus aan de bij deze zaak betrokken personen om informatie vroeg heeft de verdachte een bijeenkomst georganiseerd waar besproken is op welke – onjuiste – wijze de fiscus zou worden geïnformeerd. Het hof heeft dat als onaanvaardbaar gekwalificeerd

Het hof is van oordeel dat niet bewezen is dat verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie die zich bezighield met het plegen van valsheid in geschrifte, fraude en witwassen. Hij wordt hiervan vrijgesproken.

De verdachte was al eerder door het hof veroordeeld wegens valsheid in geschrift, welke uitspraak ertoe heeft geleid dat de verdachte al uit zijn ambt als notaris was ontzet door de notariskamer van het hof Amsterdam.

Alles afwegende heeft het hof een gevangenisstraf opgelegd van 12 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.'



20 september 2017
Café Stathe mag voor optredens geen entree vragen

'Het café Stathe aan de Rozenstraat in Utrecht organiseert op vrijdag, zaterdag en om de week op woensdag een avond met livemuziek en er draait in het weekend een dj. Bewoners van Wijk C hebben daar last van en vinden dat de gemeente handhavend moet optreden, omdat het café zich niet aan het bestemmingsplan zou houden. De bestuursrechter oordeelt dat café Stathe de regels uit het bestemmingsplan niet overtreedt, behalve als er entree wordt gevraagd voor de livemuziek.

Accent op drank
Op de plek van Café Stathe is volgens het bestemmingsplan een café toegestaan, waarbij het accent moet liggen op het verstrekken van drank. Discotheken en partycentra zijn hier niet toegestaan, daar moet het accent liggen op het laten horen van muziek en de mogelijkheid tot dansen.

Livemuziek in weekend
Een café mag livemuziek laten horen en er mag ook een dj draaien. Dat betekent nog niet dat het accent daardoor verschuift van drankverstrekking naar het laten horen van muziek of naar dansen. Elke vrijdag- en zaterdagavond is er bij Stathe een liveband in een zaaltje en daarna een dj. Uit wat de omwonenden hebben aangevoerd blijkt onvoldoende dat de cafébezoekers dan specifiek op de muziek afkomen. Het zaaltje mag daarvoor dan ook worden gebruikt en Stathe mag de optredens ook promoten op Facebook. De rechtbank oordeelt wel dat het café zich hier beweegt richting de grens van wat volgens het bestemmingsplan is toegestaan. Zeker als er meer muziekavonden komen dan nu kan de drank meer een bijkomstigheid worden. De muziek en het dansen kunnen dan meer op de voorgrond komen en dat is niet toegestaan.

Livemuziek tegen betaling
De beslissing van de rechtbank pakt anders uit voor de woensdagavonden, als de bezoekers moeten betalen om naar de livemuziek te luisteren. Op de zitting bleek dat de toegangsprijs juist betaald moet worden omdat een bepaalde band speelt. De muziek krijgt daardoor een bedrijfsmatig karakter. De rechtbank oordeelt dat het accent dan niet meer ligt op het verstrekken van drank en dat is dus in strijd met het bestemmingsplan. De gemeente Utrecht moet een nieuw besluit nemen over het verzoek van de omwonenden om hiertegen handhavend op te treden.'



20 september 2017
Contracten Martin Garrix met Spinnin Records en Music Allstars vernietigd

'De contracten tussen Martin Garrix en platenmaatschappij Spinnin Records en manager Music Allstars zijn vernietigd. Ook de zogenaamde ‘fonogramrechten’ van de nummers gaan naar Garrix. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland vandaag beslist.

Management en platencontract
De beroemde dj beschuldigt Spinnin’ Records en MusicAllstars (MAS) dat zij hem hebben bedrogen en verkeerd hebben voorgelicht bij het aangaan van zijn eerste contracten. Hij tekende in 2012 een platen- en managementcontract, en vernieuwde deze in 2013. Volgens Garrix is er sprake van belangenverstrengeling. De platenmaatschappij (Spinnin Records) en het management (MAS) hebben dezelfde directeur. Daardoor zouden zijn belangen niet goed zijn behartigd. In de zomer van 2015 heeft Garrix de vernietiging van de contracten ingeroepen. Ook verwijt hij Spinnin dat zij ten onrechte zijn naburige rechten als producent hebben geïncasseerd. Garrix eist 3,7 miljoen euro van Spinnin en 650.000 euro van MAS. Spinnin en MAS eisen op hun beurt 6,4 miljoen euro omdat hij ten onrechte zou zijn weggelopen van zijn contractuele verplichtingen.

Dubbele petten
Spinnin en MAS hebben bij het aangaan van de overeenkomsten in 2012 de indruk gewekt dat zij professioneel genoeg waren om op een goede wijze de belangen van Garrix te behartigen. Maar dat hebben zij niet waargemaakt. Tijdens de gesprekken in 2013 over het vernieuwen van de productieovereenkomst met Spinnin Records is er vanwege de dubbele petten van de directeur sprake geweest van belangenverstrengeling. MAS had op dat moment maatregelen moeten nemen. Bijvoorbeeld door Garrix in de onderhandelingen te laten bijstaan door een onafhankelijke derde.

Schade
De productie- en managementovereenkomst worden vernietigd. Ook krijgt Garrix de rechten als fonogrammenproducent terug op de door hem gemaakte tracks. De rechtbank neemt nog geen beslissing over de financiële claims van Garrix. Daarover wil de rechtbank door de partijen nader geïnformeerd worden. Verder geeft de rechtbank de partijen uitdrukkelijk mee om te kijken naar een schikking van de financiële claims.'



19 september 2017
Celstraf voor inrijden op voetgangers op Airport Eindhoven

'Een 32-jarige man uit Grave krijgt voor het inrijden op drie voetgangers bij Eindhoven Airport 270 dagen celstraf, waarvan 163 dagen voorwaardelijk. Daarnaast moet de verdachte een schadevergoeding van 750 euro aan twee slachtoffers betalen en wordt hem voor 12 maanden de rijbevoegdheid ontzegd. Dit besliste de rechtbank Oost-Brabant vandaag.

De verdachte werd op 25 mei 2016 op Eindhoven Airport met een stopteken staande gehouden door de opperwachtmeester van de Koninklijke Marechaussee. In plaats van te stoppen, gaf hij gas en reed hij langs de opperwachtmeester weg. De rechtbank acht niet bewezen dat hij daarbij riskeerde de opperwachtmeester te raken. Verdachte wilde naar eigen zeggen niet stoppen omdat hij niet in het bezit was van een rijbewijs en bang was om aangehouden te worden. De man vervolgde zijn weg tegen het verkeer in met een snelheid van zo’n 40 kilometer per uur. Op een busbaan reed hij vlak langs een daar lopende man en twee vrouwen. Eén van de vrouwen was zwanger. De drie voetgangers moesten opzij springen voor de auto, waarbij de zwangere vrouw werd geraakt aan haar hand. Tenslotte moest de verdachte uitwijken voor een stadsbus en kwam klem te zitten tussen deze bus en een lantaarnpaal. Hij klom uit de auto en rende weg, maar kon later worden gearresteerd door de politie.

Bang voor aanslag
De rechtbank weegt mee in haar oordeel dat de strafbare feiten grote onrust veroorzaakten bij de slachtoffers. Deze waren in eerste instantie bang voor een terroristische aanslag. Door zijn gedrag veroorzaakte de verdachte welbewust gevaar voor anderen en trok zich niets aan van hun belangen. De man hechtte er alleen belang aan om te ontkomen. De verdachte is eerder veroordeeld tot celstraffen voor onder meer mishandeling, vernieling en diefstal met geweld. Verder heeft de man de huidige strafbare feiten gepleegd in de proeftijd van een eerdere veroordeling. In het voordeel van de verdachte weegt mee dat hij gemotiveerd lijkt te zijn om te stoppen met het gebruik van harddrugs en alcohol. Met de langdurige klinische behandeling kan hij meteen starten. Om deze behandeling niet te doorkruisen zal de voorwaardelijke straf uit de eerdere veroordeling niet ten uitvoer worden gelegd.'



19 september 2017
Werkstraffen en voorwaardelijke celstraf voor mishandeling in Arnhem

'De rechtbank heeft aan 7 mannen werkstraffen opgelegd voor hun aandeel in een openlijke geweldpleging op Koningsdag 2016 in Arnhem. De straffen variëren van 40 tot 180 uren, sommigen krijgen daarnaast ook nog een voorwaardelijke gevangenisstraf.

Koningsdag 2016
Op Koningsdag 2016 liepen zowel 2 broers uit Lunteren, destijds 18 en 14 jaar oud, als een groep mannen in de Ketelstraat in Arnhem. Bij het passeren botste 1 van de mannen uit de groep tegen de oudste broer aan. De oudste broer werd daarna uitgescholden voor kankerlijer. Nadat de jongste broer de groep hierover aansprak, deelde een toen 17-jarige man uit Veenendaal de eerste klap uit aan de oudste broer. Daarna raakte de hele groep in gevecht met de broers.

Beide broers werden door de groep meerdere malen in hun gezicht en op het hoofd geslagen en meerdere malen op hun benen getrapt. De jongste broer werd ook in zijn buik getrapt. Omstanders wisten de vechtenden uit elkaar te halen. Door het geweld heeft de oudste broer zijn neus gebroken en heeft de jongste broer zijn duim en ribben gekneusd. Beiden kampen sindsdien met een PTSS.

Veroordeeld op basis van feiten
Deze uitspraak is gedaan in een zaak waar de laatste weken veel over te doen is geweest. De buitenwereld is daarbij uitgegaan van een andere voorstelling van zaken dan de rechtbank heeft gedaan. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van wat zich in het dossier bevindt. Uit het dossier blijkt dat 7 jonge mannen in de leeftijd van 16 tot en met 24 jaar, afkomstig uit Veenendaal, de 2 broers hebben mishandeld. De rechtbank veroordeelt deze mannen voor hun aandeel in de openlijke geweldpleging op Koningsdag 2016.

Een achtste verdachte is vrijgesproken, omdat niet bewezen kon worden dat hij een aandeel heeft gehad in het openlijke geweld. De strafzaak tegen een negende verdachte wordt op 5 december 2017 door de rechtbank behandeld, omdat in zijn zaak nader onderzoek moet worden verricht.

Schadevergoeding
De rechtbank heeft de strafeis van de officier van justitie overgenomen, omdat deze recht doet aan alle omstandigheden van deze zaak. Daarbij is per verdachte onder meer rekening gehouden met het aandeel in het geweld, de adviezen van de reclassering en de Raad voor de Kinderbescherming. De daders moeten aan de beide broers een schadevergoeding betalen.'



18 september 2017
Celstraffen tot 19 jaar en 6 maanden in grote Tilburgse drugszaak

'De rechtbank heeft vandaag uitspraak gedaan in het onderzoek Kapel. Daarbij zijn 17 verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen tussen 9 maanden en 19 jaar en 6 maanden. Het onderzoek begon na een schietpartij in september 2012 aan de Kapelmeesterlaan in Tilburg, waarna ook grootschalige handel van soft- en harddrugs aan het licht kwam.

Criminele organisatie
Zowel opdrachtgever als de schutter is veroordeeld voor poging tot moord. Daarnaast heeft de rechtbank acht verdachten veroordeeld voor hun deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een samenwerkingsverband waarbij de leden met name handelden in softdrugs. Daarnaast werden er hennepkwekerijen geëxploiteerd en ook werden er harddrugs geëxporteerd. Daarbij gebruikten zij soms geweld om verdwenen drugs weer terug te halen of om betalingen af te dwingen. Sommige leden van de organisatie beschikten over wapens die zij ook gebruikten om zichzelf of andere betrokkenen te beschermen.

Opgelegde straffen
De hoogste straf, 19 jaar en 6 maanden, is voor de opdrachtgever van de schietpartij, die tevens is aangemerkt als leider van de criminele organisatie. De schutter krijgt een gevangenisstraf van 13 jaar, ook voor een poging tot doodslag. Het slachtoffer van de schietpartij is zelf ook veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar voor de export van harddrugs. Tot slot zijn negen verdachten veroordeeld voor de betrokkenheid bij een enkele hennepkwekerij. Zij kregen taakstraffen variërend van 60 tot 240 uren opgelegd. Twee verdachten werden vrijgesproken.'



18 september 2017
Man uit Ruurlo veroordeeld voor verschillende strafbare feiten

'De rechtbank veroordeelde een 40-jarige man uit Ruurlo voor verschillende strafbare feiten. Hij kreeg een gevangenisstraf van 4 weken - met aftrek van het voorarrest – opgelegd.

De gepleegde strafbare feiten zijn uiteenlopend van aard. Zo maakte de man zich onder andere schuldig aan wederspannigheid, mishandeling en belediging.

Lagere straf
Het Openbaar Ministerie eiste een celstraf van 4 maanden, waarvan 1 voorwaardelijk. De rechtbank komt tot een lagere straf. Uit het rapport van de psycholoog blijkt dat man kampt met een persoonlijkheidsstoornis. Hij voelt zich daarnaast snel aangevallen en onheus bejegend en vindt het dan gerechtvaardigd om met agressie te reageren. Zolang de man niet daadwerkelijk bereid is om aan zijn gedrag te werken, blijft de kans op herhaling groot. Daarom vindt de rechtbank een voorwaardelijk strafdeel - met eventuele bijzondere voorwaarden - niet zinvol. De man moet zelf zijn situatie doorbreken door zich open te stellen voor hulp en behandeling.

Tot slot moet een schadevergoeding van 150 euro betalen.'



14 september 2017
Zoon krijgt 20 jaar cel voor moord op vader in Helmond

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 41-jarige man uit Helmond veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar. De man bracht zijn eigen vader om het leven en probeerde zijn daad te verhullen door het stoffelijk overschot te verbergen.

Paleis van Justitie 's-Hertogenbosch
Een getuige zag op 19 mei vorig jaar in de Zuid-Willemsvaart bij Helmond een pakket drijven. Het bleek om het ingepakte lichaam van een 67-jarige man uit diezelfde plaats te gaan. Al snel kwam zijn zoon in beeld als verdachte, maar die blijft ontkennen iets met de dood van zijn vader te maken te hebben.

De rechtbank oordeelt dat de man wel degelijk zijn vader heeft omgebracht. Op basis van de bewijzen gaat de rechtbank ervan uit dat het slachtoffer in de nacht van 1 op 2 mei, maar in ieder geval vóór 15 mei 2016, is komen te overlijden. Volgens de rechtbank had de zoon van het slachtoffer als enige de gelegenheid om zijn vader in die periode om het leven te brengen. De conclusie dat de zoon de dader is, wordt verder onder meer geschraagd door DNA-sporen die het NFI aantrof op een rol tape in de garage van het slachtoffer. Met diezelfde tape was het slachtoffer vastgebonden op een steekkarretje. Er zijn geen aanwijzingen die duiden op de aanwezigheid van sporen van een onbekend gebleven persoon. Verder blijkt uit de zoekgeschiedenis van de mobiele telefoon van de verdachte, dat hij kort voor het verdwijnen van zijn vader onder andere zocht op “doodsteken weinig bloed”, “lijk verzwaren”, “iemand laten verdwijnen”, “hoe een lijk verbergen”, “iemand met volle fles op hoofd slaan” en “lijk in water dumpen”. De rechtbank betrekt deze zoektermen, die in rechtstreeks verband staan met het voornemen de man te doden en zijn lichaam weg te maken, bij haar oordeel dat sprake is van voorbedachte rade. Ook het feit dat de verdachte ruim de tijd heeft gehad om zich te bedenken, betrekt zij bij haar conclusie dat hij handelde met voorbedachten rade ener dus sprake is van moord.

De rechtbank oordeelt al met al dat de verdachte zijn vader op brute wijze van het leven heeft beroofd door hem met een stomp voorwerp meerdere keren op zijn hoofd te slaan. Vervolgens heeft de verdachte zijn vader in de garage verpakt in een deken, een dekbedovertrek en meerdere vuilniszakken en op een steekkarretje gebonden. Het stoffelijk overschot heeft hij naar de Zuid-Willemsvaart vervoerd en in het water geloosd.

Mensonterend
De koelbloedigheid waarmee de verdachte zijn vader van het leven heeft beroofd en de mensonterende manier waarop hij met zijn stoffelijk overschot is omgegaan, is volgens de rechtbank schrijnend. Voor de nabestaanden betekent de dood van het slachtoffer een pijnlijk en onomkeerbaar verlies van hun (schoon)vader, opa en vriend. Het gebeuren heeft diep ingegrepen in hun leven. Bovendien hebben vrienden en familie van het slachtoffer lange tijd in onzekerheid verkeerd over wat er met het slachtoffer was gebeurd. De rechtbank weegt bij het bepalen van de straf verder mee dat de verdachte geen enkele duidelijkheid heeft gegeven over zijn handelen en zijn beweegredenen daartoe. Naar het zich laat raden, was geld voor de verdachte de trigger om tot een dergelijke daad over te gaan. Dit maakt het onbegrip over de moord en daarmee het verdriet van de nabestaanden des te groter.'



13 september 2017
Bewijsopdracht voor verdachte over lening Everink

'De 30-jarige man uit Rotterdam die verdacht wordt van de moord op Koen Everink moet bewijzen dat zijn standpunt over de hoogte van de leningen klopt. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland vandaag beslist.

Twee leningen
In een civiele bodemprocedure wordt terugbetaling van twee leningen met rente geëist. De gedaagde zou 26.050 euro van Koen Everink hebben geleend, en 43.400 euro van Tunga Holding, het bedrijf van Everink.

Aflossingen en nieuwe afspraken
Hij stelt zich op het standpunt dat hij veel minder hoeft terug te betalen. Volgens hem heeft hij bedragen afgelost en zijn er nieuwe afspraken gemaakt. De rechtbank geeft hem de mogelijkheid om die stellingen te bewijzen. Daarna kan beoordeeld worden hoeveel hij nog moet terugbetalen.

Misbruik van omstandigheden
De gedaagde erkent dus dat hij geld heeft geleend van Everink en Everinks bedrijf. Maar voor het geval het hem niet lukt om te bewijzen dat hij geld heeft teruggegeven en dat er nieuwe afspraken zijn gemaakt, vraagt hij de rechter om de twee leningsovereenkomsten te beschouwen alsof ze nooit zijn gesloten. In verband daarmee heeft hij aangevoerd dat er misbruik is gemaakt van zijn gokverslaving en dat de leningen niet gesloten hadden mogen worden. Daar is de rechtbank het mee eens. Everink had moeten begrijpen dat hij door zijn gokverslaving, in combinatie met zijn beperkte financiële middelen, is bewogen tot het afsluiten van de twee leningsovereenkomsten. Everink had dat daarom niet moeten doen.

De leningsovereenkomsten bestaan met terugwerkende kracht niet meer. De gedaagde heeft de bedragen dus ontvangen zonder een juridisch geldige reden en daarom heeft hij geen recht op deze bedragen. Uit dit oordeel van de rechtbank volgt nog steeds dat de gedaagde een schuld heeft aan de erfgenamen van Everink en aan Everinks bedrijf. Op dit moment is niet duidelijk hoe hoog die schuld is, omdat de rechtbank eerst naar de bewijslevering gaat kijken.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl