- rechtspraak
Datum uitspraak:30-11-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Voor het antwoord op de vraag of de duur van de ondertoezichtstelling van de minderjarige moet worden verlengd, dient te worden beoordeeld of de minderjarige zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen. De duur van de machtiging tot uithuisplaatsing kan worden verlengd indien dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige of indien dit noodzakelijk is tot onderzoek van de geestelijke of lichamelijke gesteldheid van de minderjarige.
Zowel de maatregel van de ondertoezichtstelling als de maatregel van de uithuisplaatsing zijn bij wet geregeld. De ondertoezichtstelling is geregeld in artikel 1:254 BW, en de machtiging tot uithuisplaatsing is geregeld in artikel 1:261 BW.
De maatregel van ondertoezichtstelling is slechts mogelijk als het kind onder het gezag van een natuurlijke persoon staat.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl