Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BO6524, Rechtbank Almelo , 112749 / KG ZA 10-165

Datum uitspraak: 03-12-2010
Inhoudsindicatie: Weigering door vrouw om haar medewerking te verlenen aan de levering van de gezamenlijke woning aan de man. Voorzieningenrechter bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van een tot levering bestemde akte en verbindt daaraan als voorwaarde dat de man ervoor dient zorg te dragen dat de vrouw wordt ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire verplichtingen





Uitspraak
RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht

zaaknummer: 112749 / KG ZA 10-165
datum vonnis: 3 december 2010 (amw)

Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:

[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser,
verder te noemen de man,
advocaat: mr. M.E. Kikkert te Enschede,

tegen

[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde,
verder te noemen de vrouw,
advocaat: mr. A.L. Ruiter te Enschede.





Het procesverloop
De man heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 22 juli 2010. Ter zitting zijn verschenen: partijen, bijgestaan door hun advocaten. De standpunten zijn toegelicht.
Voorts heeft de voorzieningenrechter kennis genomen van brieven van mr. Kikkert d.d. 22 juli 2010 en 3 november 2010, met bijlagen, alsmede 26 november 2010.
Het vonnis is bepaald op vandaag.





Vaststaande feiten
Partijen hebben tot november 2008 een affectieve relatie gehad. Zij hebben een samenlevingsovereenkomst laten opstellen in december 1999. De man bewoont de gezamenlijke woning aan de [adres] en [woonplaats]. De vrouw en de dochter van partijen hebben de woning verlaten en wonen in [woonplaats]





Het geschil
1. De man vordert – zakelijk weergegeven - :
• de vrouw te veroordelen tot het verlenen van medewerking aan overdracht van de woning aan hem via een door hem aan te wijzen notaris;
• te bepalen dat hem vervangende toestemming wordt verleend indien de vrouw niet op zijn eerste verzoek medewerking verleent en te bepalen dat dit vonnis mede in de plaats zal treden van de door de notaris op te stellen akte van levering met betrekking tot de woning;
• de vrouw te veroordelen in de kosten van dit geding.

2. De man voert daartoe het volgende aan. In artikel 12 van de samenlevingsovereenkomst is bepaald dat indien de samenleving eindigt, anders dan door overlijden van één van de partijen, de gemeenschappelijke goederen moeten worden verdeeld. Volgens de man betreft het voornaamste punt van de verdeling de gezamenlijke woning. Partijen hebben de woning, na het vertrek van de vrouw, in november 2008 laten taxeren. Uit het taxatierapport blijkt dat de woning op dat moment een onderwaarde had van € 33.500,--. De man heeft de vrouw sindsdien meerdere malen verzocht haar medewerking te verlenen aan overdracht van de woning aan hem. Hij heeft de financiële mogelijkheden om de woning over te nemen, waarbij de vrouw zal worden ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid. Volgens de man wil de vrouw slechts haar medewerking verlenen, indien zij niet hoeft bij te dragen aan de helft van de onderwaarde.

3. De vrouw voert verweer. Zij stelt kort gezegd dat er meerdere redenen zijn waarom zij weigert haar medewerking te verlenen aan de levering en overdracht van de woning.

4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.





De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
5. Ter terechtzitting van 22 juli 2010 heeft de voorzieningenrechter de zaak aangehouden teneinde partijen in de gelegenheid te stellen een oplossing in der minne te vinden. Het is de voorzieningenrechter gebleken dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt, zodat hij vonnis zal wijzen.

6. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de man voldoende aannemelijk gemaakt dat hij (een financieel) belang heeft bij een spoedige levering en overdracht van de woning. Daarmee komt de voorzieningenrechter aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil toe.

7. De voorzieningenrechter stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat de man de woning zal overnemen en dat de vrouw vanaf het moment van de overdracht en levering uit de hoofdelijke aansprakelijkheid zal worden ontslagen.

8. De man heeft bij voormelde brief van 3 november 2010 de akte van ontslag uit de hoofdelijkheid door de hypotheekverstrekker, alsmede de concept akte van verdeling in het geding gebracht. Gelet hierop acht de voorzieningenrechter het aannemelijk dat de man in staat is om de woning over te nemen en dat de levering op korte termijn kan plaatsvinden.

9. De voorzieningenrechter gaat voorbij aan het argument van de vrouw dat zij vraagtekens plaatst bij de persoon van de makelaar, omdat dit een bekende zou zijn van de schoonzus van de man. Uit het taxatierapport blijkt dat partijen samen de opdrachtgever zijn voor de taxatie. Mr. Ruiter stelt vervolgens namens de vrouw dat het taxatierapport gedateerd zou zijn en dat hij benieuwd is naar de huidige waarde van de woning, maar de vrouw ontkracht dit door te stellen dat gezien de crisis de woning nu niet meer waard is. Voorts heeft de vrouw nog een aantal argumenten genoemd waarom zij niet wil meewerken, maar de voorzieningenrechter acht deze niet relevant dan wel niet onderbouwd. De discussie over de inboedel hoort niet thuis in de onderhavige procedure. Het lijkt erop de vrouw zonder gegronde reden haar medewerking weigert.

10. De levering van onroerende zaken, zoals de “echtelijke” woning, geschiedt op grond van artikel 3:89 Burgerlijk Wetboek (BW) door een daartoe tussen partijen opgemaakte notariële akte, gevolgd door de inschrijving van de akte in de daartoe bestemde openbare registers. De eigendom gaat pas op het moment van de inschrijving over.

9. Nu de vrouw op grond van het vorenstaande is gehouden om tezamen met de man een notariële akte op te maken ter levering van de onroerende zaak en dit tot op heden niet is gebeurd, bepaalt de voorzieningenrechter dat dit vonnis in de plaats van de benodigde notariële akte zal treden.

10. Vanwege het belang van de vrouw te worden bevrijd van haar verplichtingen uit hoofde van de op de woning rustende hypothecaire lening, zal de voorzieningenrechter aan de werking van de bepaling, dat dit vonnis in de plaats treedt van een tot levering bestemde akte als voorwaarde verbinden dat de man ervoor dient zorg te dragen dat de vrouw wordt ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire verplichtingen.

11. De vordering van de man tot veroordeling van de vrouw tot medewerking aan de levering van de woning wordt afgewezen, nu hieromtrent zal worden beslist zoals in rechtsoverweging 9 is overwogen.

12. In de omstandigheid dat het een geding betreft tussen twee personen die een affectieve relatie hebben gehad, ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten tussen partijen te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.





De beslissing
De voorzieningenrechter:

I. bepaalt, op de voet van artikel 3:300 lid 2 BW dat dit vonnis, onder de voorwaarde dat de man ervoor zorgdraagt dat de vrouw wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire verplichtingen, dezelfde kracht zal hebben als in een wettige vorm opgemaakte notariële akte tot eigendomsoverdracht van het aandeel van de vrouw in de woning aan de [adres] en [woonplaats], kadastraal bekend [plaats en nummer], groot twee are en drie centiare aan de man, welk vonnis voor inschrijving vatbaar is in de daartoe bestemde openbare registers.

II. bepaalt dat dit vonnis onder dezelfde voorwaarde als onder I. genoemd in de plaats treedt van de notariële akte tot levering van de onroerende zaak.

III. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.

IV. wijst af het meer of anders gevorderde.

V. compenseert de kosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.





Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Van Houten, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 december 2010, in tegenwoordigheid van mr. Witkop, griffier.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl