Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Faillissementswet
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >



Artikel 212kkGegevens ingeschreven in register

Op verzoek van een curator uit een andere lidstaat dan Nederland worden de gegevens met betrekking tot een liquidatieprocedure, geopend in een andere lidstaat dan Nederland, door de griffier van de rechtbank Den Haag ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 19, eerste lid.



Artikel 212llFaillissement uitgesproken van een kredietinstelling

Indien het faillissement is uitgesproken van een bank die niet is gevestigd in een staat van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en een bijkantoor in Nederland heeft, stelt de griffier van de rechtbank De Nederlandsche Bank N.V. onverwijld in kennis van de inhoud van de beschikking, alsmede van de mogelijke gevolgen daarvan in het desbetreffende geval. De Nederlandsche Bank N.V. stelt daarna onverwijld de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten van de Europese Unie en van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte in kennis van de beschikking, alsmede van de mogelijke gevolgen daarvan in het desbetreffende geval. De Nederlandsche Bank N.V. stelt de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten van de Europese Unie en van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte in kennis van de beschikking en van de beëindiging van de faillietverklaring.



Artikel 212mmOptreden coördineren met bevoegde instanties

1. Indien een bank die niet is gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economscue Ruimte en een bijkantoor heeft in Nederland en een of meer bijkantoren in andere lidstaten, trachten zowel de rechtbank als de Nederlandsche Bank hun optreden te coördineren met de bevoegde instanties onderscheidenlijk de toezichthoudende autoriteiten van die andere lidstaten.

2. In het in het eerste lid bedoelde geval tracht de in Nederland benoemde curator zijn optreden te coördineren met de curatoren in de andere lidstaten waarin aan de financiële onderneming een vergunning is verleend.



Artikel 212nnGegevens of inlichtingen opnemen

De curator kan in de verslagen, bedoeld in artikel 73a, geen gegevens of inlichtingen opnemen die betrekking hebben op derden die betrokken zijn of zijn geweest bij pogingen de bank in staat te stellen zijn bedrijf voort te zetten.



Afdeling 11B. Van het faillissement van een verzekeraar

§ 1. Definities

Artikel 213Omschrijving begrippen

Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder:
a. verzekeraar: een schadeverzekeraar of levensverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
b. overeenkomst van schadeverzekering: een overeenkomst van schadeverzekering als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
c. overeenkomst van levensverzekering: een overeenkomst van levensverzekering als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
d. schadeverzekeraar: een schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
e. levensverzekeraar: een levensverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
f. zetel: de plaats waar een verzekeraar volgens zijn statuten of reglementen is gevestigd of, indien hij geen rechtspersoon is, de plaats waar die verzekeraar zijn hoofdvestiging heeft;
g. bijkantoor: een duurzame aanwezigheid van een verzekeraar, met uitzondering van de zetel, beheerd door eigen personeel van de verzekeraar of door een zelfstandig persoon die is gemachtigd duurzaam voor de verzekeraar op te treden;
h. liquidatieprocedure: een collectieve procedure, het faillissement daaronder begrepen, geopend in een lidstaat van de Europese Unie, die het te gelde maken van de activa van een verzekeraar en het op toepasselijke wijze verdelen van de opbrengst onder de schuldeisers, aandeelhouders of leden behelst, en die noodzakelijkerwijs een optreden van de administratieve of rechterlijke instanties van die lidstaat behelst, daaronder begrepen de collectieve procedure die wordt afgesloten met een gerechtelijk akkoord of een andere maatregel van dezelfde strekking, ongeacht of de procedure op insolventie berust en ongeacht of de procedure op eigen aangifte van de verzekeraar dan wel op verzoek van een ander is geopend;
i. lidstaat: een staat die lid is van de Europese Unie of een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de op 2 mei 1992 tot stand gekomen overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132);
j. lidstaat van herkomst: de lidstaat waar de verzekeraar zijn zetel heeft;
k. bevoegde instanties: de administratieve of rechterlijke instanties die bevoegd zijn ter zake van liquidatieprocedures;
l. toezichthoudende autoriteit: de instantie die in een lidstaat bij of krachtens de wet met het toezicht op het verzekeringsbedrijf is belast;
m. curator: de curator of elke andere persoon of ander orgaan, aangewezen door de bevoegde instanties van een andere lidstaat dan Nederland of door een bestuursorgaan van de verzekeraar om de liquidatieprocedure uit te voeren;
n. vordering uit hoofde van verzekering: de uit een overeenkomst van verzekering voortvloeiende vordering, rechtstreeks op de verzekeraar;
o. noodregeling: de noodregeling, bedoeld in afdeling 3.5.5 van de Wet op het financieel toezicht;
p. overnemer: degene die activa of passiva overneemt, degene die bereid is zulks te doen en degene die onderzoekt of hij daartoe bereid is.



§ 2. Verzekeraars met zetel in Nederland, verzekeraars zonder vergunning met zetel in een andere lidstaat dan Nederland en verzekeraars met zetel buiten de Europese Unie met bijkantoor in Nederland

Artikel 213aVerzekeraar die elders zijn zetel heeft

1. In afwijking van artikel 2, eerste lid, geschiedt de faillietverklaring van een verzekeraar met zetel in Nederland door de rechtbank Amsterdam.

2. Een verzekeraar met zetel in een in een andere lidstaat dan Nederland die daar een vergunning heeft verkregen kan in Nederland niet in staat van faillissement worden verklaard.

3. Het eerste lid is, in afwijking van artikel 2, tweede tot en met vierde lid, van overeenkomstige toepassing op de faillietverklaring van:
a. een verzekeraar met zetel in een andere lidstaat dan Nederland die in die lidstaat geen vergunning heeft verkregen, en die zijn bedrijf uitoefent vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor; en
b. een verzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is, en die zijn bedrijf uitoefent vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor.



Artikel 213aa*

1. Ingeval De Nederlandsche Bank N.V. oordeelt dat er ten aanzien van een verzekeraar die een vergunning als bedoeld in artikel 2:26a, 2:27 of 2:54a van de Wet op het financieel toezicht heeft tekenen van een gevaarlijke ontwikkeling zijn met betrekking tot het eigen vermogen, de solvabiliteit of de technische voorzieningen en redelijkerwijs is te voorzien dat die ontwikkeling niet voldoende of niet tijdig ten goede zal keren, kan zij de rechtbank Amsterdam verzoeken ten aanzien van die verzekeraar het faillissement uit te spreken.

2. Een ander dan De Nederlandsche Bank N.V. kan niet het faillissement van een verzekeraar die een door De Nederlandsche Bank N.V. verleende vergunning heeft aanvragen.

3. Een verzekeraar die een door De Nederlandsche Bank N.V. verleende vergunning heeft kan aangifte doen van zijn eigen faillissement. In dat geval stelt de rechtbank De Nederlandsche Bank N.V. in staat te worden gehoord alvorens te beslissen op de aangifte.



Artikel 213abis

1. Ingeval De Nederlandsche Bank N.V. oordeelt dat er ten aanzien van een verzekeraar die een vergunning als bedoeld in artikel 2:26a, 2:27 of 2:54a van de Wet op het financieel toezicht heeft tekenen van een gevaarlijke ontwikkeling zijn met betrekking tot het eigen vermogen, de solvabiliteit of de technische voorzieningen en redelijkerwijs is te voorzien dat die ontwikkeling niet voldoende of niet tijdig ten goede zal keren, kan zij de rechtbank Amsterdam verzoeken ten aanzien van die verzekeraar het faillissement uit te spreken.

2. Een ander dan De Nederlandsche Bank N.V. kan niet het faillissement van een verzekeraar die een door De Nederlandsche Bank N.V. verleende vergunning heeft aanvragen.

3. Een verzekeraar die een door De Nederlandsche Bank N.V. verleende vergunning heeft kan aangifte doen van zijn eigen faillissement. In dat geval stelt de rechtbank De Nederlandsche Bank N.V. in staat te worden gehoord alvorens te beslissen op de aangifte.



Artikel 213ab

Indien het belang van de gezamenlijke schuldeisers bij de afwikkeling van het bedrijf van een verzekeraar die niet een door De Nederlandsche Bank N.V. verleende vergunning heeft een bijzondere voorziening behoeft, kan de rechtbank Amsterdam, onverminderd artikel 1, eerste lid, op verzoek van De Nederlandsche Bank N.V. het faillissement uitspreken.



Artikel 213ac

De Nederlandsche Bank N.V. kan bij haar verzoek een overdrachtsplan als bedoeld in artikel 3:159c, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet op het financieel toezicht overleggen met het verzoek het overdrachtsplan goed te keuren.



Artikel 213ad

De Nederlandsche Bank N.V. zendt een afschrift van het verzoekschrift aan de verzekeraar en geeft kennis van de inhoud van het verzoekschrift aan de toezichthoudende instanties van de andere lidstaten waar een bijkantoor van de verzekeraar is gelegen of waarnaar hij diensten verricht vanuit zijn vestigingen in een andere lidstaat.



Artikel 213ae

De rechtbank behandelt het verzoek van De Nederlandsche Bank N.V. tot het uitspreken van het faillissement of een aangifte door de verzekeraar met de meeste spoed op een niet openbare terechtzitting op de voet van de rechtspleging in burgerlijke zaken, voor zover daarvan bij deze wet niet is afgeweken.



Artikel 213af

1. De verzekeraar kan, na in de gelegenheid te zijn gesteld te worden gehoord, zich verweren tegen:
a. beslissingen als bedoeld in artikel 3:159d, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;
b. beslissingen als bedoeld in artikel 3:159f, eerste lid, van die wet;
c. beslissingen als bedoeld in de artikelen 1:75 en 1:76 van die wet die zijn genomen nadat De Nederlandsche Bank N.V. een mededeling als bedoeld in artikel 3:159d, eerste lid, van die wet heeft gedaan;
d. het oordeel van De Nederlandsche Bank N.V. dat zich een situatie als bedoeld in artikel 213a bis, eerste lid, voordoet.

2. Ingeval een verzekeraar zich heeft verweerd tegen een beslissing of oordeel als bedoeld in het eerste lid, verklaart de rechtbank dat verweer uitsluitend dan gegrond indien De Nederlandsche Bank N.V. in redelijkheid niet tot die beslissing of dat oordeel heeft kunnen komen.



Artikel 213ag

1. De rechtbank spreekt het faillissement uit indien summierlijk blijkt dat zich een situatie, als bedoeld in artikel 213a bis, eerste lid, voordoet.

2. Ingeval De Nederlandsche Bank N.V. een overdrachtsplan als bedoeld in artikel 213ac heeft overgelegd, keurt de rechtbank het overdrachtsplan goed, tenzij de in het overdrachtsplan genoemde prijs of wijze waarop de prijs die de overnemer bereid is te betalen wordt vastgesteld, gegeven de omstandigheden van het geval, niet een redelijke prijs of wijze is. Bij het vaststellen of de prijs of wijze redelijk is wordt uitgegaan van het te verwachten toekomstperspectief van de verzekeraar in de situatie dat het overdrachtsplan niet wordt goedgekeurd.

3. Onverminderd het tweede lid, keurt de rechtbank het plan met betrekking tot de overdracht van activa of passiva goed, tenzij schuldeisers daardoor zouden worden benadeeld.

4. Bij het uitspreken van het faillissement benoemt de rechtbank een van haar leden tot rechter-commissaris en benoemt zij een of meer curatoren. De Nederlandsche Bank N.V. kan voor de benoeming van curatoren voordrachten doen.

5. Indien het verzoek wordt toegewezen, wordt de beschikking op een openbare terechtzitting uitgesproken en wordt een uittreksel ervan onverwijld door de curator bekendgemaakt in de Staatscourant, het Publicatieblad van de Europese Unie, alsmede in ten minste twee door de rechtbank aan te wijzen Nederlandse dagbladen en ten minste twee door de rechtbank aan te wijzen landelijke dagbladen van iedere lidstaat waar een bijkantoor van de verzekeraar is gelegen of waarnaar hij diensten verricht. De uittreksels vermelden naam en zetel van de desbetreffende verzekeraar, de woonplaats of het kantoor van de curator alsmede de datum van de beschikking. De publicatie in de landelijke dagbladen geschiedt in de officiële taal of talen van de betrokken lidstaat. In de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie en de landelijke dagbladen van iedere lidstaat waar de verzekeraar een bijkantoor heeft of waarnaar hij diensten verricht wordt daarenboven vermeld dat op het faillissement, behoudens uitzonderingen, Nederlands recht van toepassing is, de rechtsgrondslag, dat De Nederlandsche Bank N.V. de bevoegde toezichthouder is, alsmede de uiterste datum waarop tegen de beschikking beroep in cassatie kan worden ingesteld met vermelding van het volledige adres van de Hoge Raad en het onderwerp van de beschikking.



Artikel 213ah

1. Een beschikking als bedoeld in artikel 213ab of 213ag, eerste lid, is uitvoerbaar bij voorraad.

2. In afwijking van artikel 8, eerste lid, staat geen hoger beroep open tegen het uitspreken van het faillissement indien de rechtbank eveneens een verzoek om goedkeuring van een overdrachtsplan als bedoeld in artikel 213ac heeft toegewezen.



Artikel 213ai

Indien de rechtbank het overdrachtsplan heeft goedgekeurd, voert de curator het uit zo spoedig mogelijk nadat de rechtbank het faillissement heeft uitgesproken.



Artikel 213aj

1. Ingeval De Nederlandsche Bank N.V. bij haar verzoek tot faillietverklaring geen overdrachtsplan heeft overgelegd of indien zij dat wel heeft gedaan maar de rechtbank het overdrachtsplan niet heeft goedgekeurd, kan De Nederlandsche Bank N.V. alsnog of opnieuw een overdrachtsplan voorbereiden.

2. Het overdrachtsplan kan betrekking hebben op de overdracht van activa of passiva.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het overdrachtsplan en de voorbereiding daarvan.



Artikel 213ak

1. Indien De Nederlandsche Bank N.V. een overdrachtsplan voorbereidt, deelt zij dat terstond na aanvang van de voorbereiding mede aan de curator.

2. Nadat De Nederlandsche Bank N.V. de mededeling, bedoeld in het eerste lid, heeft gedaan, kan zij, onverminderd hetgeen is bepaald in de artikelen 5:15 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht, de curator verplichten:
a. gegevens of inlichtingen te verschaffen aan:
1°. door De Nederlandsche Bank N.V. met name genoemde overnemer en deskundigen die een overnemer bijstaan; en
2°. door De Nederlandsche Bank N.V. met name genoemde deskundigen die De Nederlandsche Bank N.V. bijstaan bij de voorbereiding van het overdrachtsplan; en
b. toe te staan dat een door De Nederlandsche Bank N.V. met name genoemde overnemer en de in onderdeel a van dit lid genoemde personen elke plaats met uitzondering van een woning van de verzekeraar betreden.

3. De personen, bedoeld in het tweede lid, maken van de gegevens of inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, gebruik en betreden de plaats, bedoeld in het tweede lid, slechts voor zover dat redelijkerwijs in verband met de voorbereiding van het overdrachtsplan nodig is.

4. Artikel 1:89 van de Wet op het financieel toezicht is van overeenkomstige toepassing op personen die op grond van het tweede lid vertrouwelijke gegevens of inlichtingen hebben verkregen.

5. Onverminderd het eerste lid, is het een ieder verboden aan de voorbereiding van het overdrachtsplan bekendheid te geven.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot hetgeen is bepaald in het derde, vierde en vijfde lid.

7. De curator, de verzekeraar en een onderneming die tot de groep behoort waartoe ook de verzekeraar behoort waarop De Nederlandsche Bank N.V. toezicht houdt, alsmede de personen, bedoeld in het tweede lid, zijn uitgezonderd van alle bij of krachtens de wet geldende verplichtingen tot openbaarmaking van gegevens of inlichtingen, bedoeld in het tweede lid, tot aan het moment waarop het overdrachtsplan is goedgekeurd.



Artikel 213al

Na de mededeling, bedoeld in artikel 213ak, eerste lid, verleent de curator alle medewerking aan de voorbereiding van het overdrachtsplan.



Artikel 213am

1. Artikel 3:159u van de Wet op het financieel toezicht is van overeenkomstige toepassing.

2. Indien De Nederlandsche Bank N.V. op grond van artikel 213aj een overdrachtsplan heeft voorbereid, kan zij de rechtbank Amsterdam verzoeken het overdrachtsplan goed te keuren.



Artikel 213an

1. De rechtbank behandelt het verzoek van De Nederlandsche Bank N.V. om goedkeuring van het overdrachtsplan met de meeste spoed op een niet openbare terechtzitting op de voet van de rechtspleging in burgerlijke zaken, voor zover daarvan bij deze wet niet is afgeweken.

2. De rechtbank keurt het overdrachtsplan goed tenzij de in het overdrachtsplan genoemde prijs of wijze waarop de prijs die de overnemer bereid is te betalen wordt vastgesteld, gegeven de omstandigheden van het geval, niet een redelijke prijs of wijze is.



Artikel 213ao

De curator voert het overdrachtsplan uit zo spoedig mogelijk nadat de rechtbank het heeft goedgekeurd.



Artikel 213ap

1. De Nederlandsche Bank N.V. kan, in overleg met de curator, de rechtbank Amsterdam verzoeken om een reeds goedgekeurd overdrachtsplan aan te passen.

2. Ingeval de rechtbank de aanpassing niet goedkeurt, wijst zij het verzoek om aanpassing van het overdrachtsplan af en blijft het overdrachtsplan ongewijzigd in stand.

3. De artikelen 213ad tot en met 213ag en 213aj, tweede lid, tot en met 213ao zijn van overeenkomstige toepassing op de aanpassing van het overdrachtsplan.



Artikel 213aq

De artikelen 213a bis tot en met 213ap zijn van overeenkomstige toepassing op een verzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is.



Artikel 213bVerzekeraar in staat van faillissement verklaren

De Nederlandsche Bank N.V. kan een verzoek om een verzekeraar in staat van faillissement te verklaren zonder tussenkomst van een advocaat indienen.



Artikel 213cAfschrift zenden aan verzekeraar

De Nederlandsche Bank N.V. zendt een afschrift van haar verzoekschrift aan de verzekeraar en geeft van de inhoud daarvan kennis aan:
a. indien het een verzekeraar met zetel in Nederland betreft, de toezichthoudende autoriteiten van de andere lidstaten waar de verzekeraar een bijkantoor heeft of waarheen hij diensten verricht vanuit de vestigingen in de Europese Unie;
b. indien het een verzekeraar met zetel buiten de Europese Unie betreft, de toezichthoudende autoriteiten van de andere lidstaten waarheen hij diensten verricht vanuit een bijkantoor in Nederland en, indien een andere toezichthoudende autoriteit in de Europese Unie is belast met het toezicht op de solvabiliteitsmarge van de betrokken verzekeraar, die toezichthoudende autoriteit.



Artikel 213dEen vordering of verzoek tot faillietverklaring

1.Op een vordering of verzoek tot faillietverklaring van een verzekeraar, eigen aangifte daaronder begrepen, wordt niet beslist dan nadat de rechter de Nederlandsche Bank N.V. in de gelegenheid heeft gesteld haar mening daaromtrent kenbaar te maken.

2.de Nederlandsche Bank N.V. trekt de vergunning van de verzekeraar in, indien deze op het tijdstip van faillietverklaring nog een vergunning heeft.



Artikel 213eBehandeling verzoek tot faillietverklaring geschorst

1. Wanneer een verzoek tot het uitspreken van de overdrachtsregeling of de noodregeling in de zin van de Wet op het financieel toezicht aanhangig is tegelijk met een eigen aangifte door de verzekeraar, wordt de behandeling van de aangifte geschorst totdat op het verzoek tot het uitspreken van de overdrachtsregeling onderscheidenlijk de noodregeling is beschikt.

2. Indien de rechtbank de noodregeling of de overdrachtsregeling uitspreekt, vervalt de eigen aangifte door de verzekeraar van rechtswege.



Artikel 213fNoodregeling uitgesproken

1. Nadat de rechtbank een noodregeling als bedoeld in artikel 3:161 van de Wet op het financieel toezicht heeft uitgesproken, kan zij in afwijking van artikel 1, de Nederlandsche Bank N.V. gehoord, op verzoek van de bewindvoerders, bedoeld in artikel 3:162, vierde lid, van de Wet op het financieel toezicht, op voordracht van de rechter-commissaris of ambtshalve, de desbetreffende verzekeraar met zetel in Nederland in staat van faillissement verklaren indien blijkt dat deze een negatief eigen vermogen heeft en het met de verleende machtiging te bereiken doel is verwezenlijkt of niet meer kan worden verwezenlijkt of, indien geen machtiging is verleend, geen redelijk vooruitzicht meer bestaat dat het met een machtiging te bereiken doel alsnog kan worden verwezenlijkt.

2. De noodregeling en de machtiging houden van rechtswege op van kracht te zijn ingeval de verzekeraar in staat van faillissement wordt verklaard.

3. Alsdan, zomede indien de faillietverklaring wordt uitgesproken binnen vier weken na de beëindiging van de noodregeling, gelden de volgende bepalingen:
a. het tijdstip waarop de termijnen, bedoeld in de artikelen 43 en 45, aanvangen, wordt berekend vanaf het geven van de uitspraak, bedoeld in artikel 3:160, eerste of tweede lid, of artikel 3:206, eerste of tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;
b. boedelschulden, na het geven van die uitspaak ontstaan, zullen ook in het faillissement als boedelschuld gelden;
c. het tijdstip waarop de termijnen, vermeld in de artikelen 138, zesde lid, en 248, zesde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, aanvangen, wordt berekend vanaf die uitspraak.
d. handelingen, ingevolge artikel 3:175 van de Wet op het financieel toezicht door of namens de bewindvoerders, bedoeld in dat artikel, verricht gedurende de tijd dat de noodregeling van kracht was, worden beschouwd als handelingen van de curator;
e. de boedel is niet aansprakelijk voor verbintenissen van de verzekeraar die in strijd met artikel 3:175, eerste en zesde lid, van de Wet op het financieel toezicht zijn aangegaan gedurende de tijd dat de noodregeling van kracht was, dan voor zover deze daardoor is gebaat;
f. een beroep op verrekening kan in afwijking van artikel 53 slechts worden gedaan indien de vordering en de schuldplichtigheid beide zijn ontstaan voor het tijdstip waarop de uitspraak van de noodregeling is gedaan of voortvloeien uit een handeling voor dat tijdstip met de verzekeraar verricht; en
g. vorderingen uit overeenkomsten van levensverzekering kunnen in afwijking van artikel 110, eerste lid, worden ingediend door overlegging van de polis of een afschrift daarvan, zonder dat het bedrag van de vordering behoeft te worden vermeld; voor zover de curator de vordering erkent, stelt hij de omvang daarvan vast;
h. indien de rechtbank een overdrachtsplan heeft goedgekeurd door het uitspreken van de overdrachtsregeling, bedoeld in artikel 3:159u van de Wet op het financieel toezicht, of met het uitspreken van de noodregeling, voert de curator het overdrachtsplan uit onderscheidenlijk zet hij de door de overdrager of bewindvoerder aangevangen uitvoering van het overdrachtsplan voort.

4. Het bepaalde in de eerste titel en artikel 362 is van overeenkomstige toepassing.



Artikel 213gBeslissing tot faillietverklaring

1.De griffier stelt de Nederlandsche Bank N.V. onverwijld in kennis van de beslissing tot faillietverklaring.

2.de Nederlandsche Bank N.V. stelt onverwijld daarna de toezichthoudende autoriteiten van alle andere lidstaten in kennis van het vonnis tot faillietverklaring, alsmede van de mogelijke gevolgen daarvan in het desbetreffende geval.



Artikel 213hUittreksel van vonnis in Publicatieblad EG

1.Onverminderd artikel 14, eerste lid, plaatst de curator een uittreksel van het vonnis tot faillietverklaring in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en in een of meer door de rechter-commissaris aan te wijzen dagbladen.

2.In aanvulling op de gegevens, bedoeld in artikel 14, vermeldt de curator dat het Nederlandse recht, behoudens uitzonderingen, van toepassing is.



Artikel 213iCurator geeft schriftelijk kennis van vonnis

1.De curator geeft van het vonnis tot faillietverklaring onmiddellijk aan alle bekende schuldeisers schriftelijk kennis.

2.De curator die op de voet van artikel 109 aan alle bekende schuldeisers kennis geeft van de in dat artikel bedoelde beschikkingen, deelt daarbij tevens mede wat de gevolgen zijn van het indienen van een vordering na het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 108, eerste lid, onderdeel 1, en dat schuldeisers, daaronder begrepen de schuldeisers met een voorrecht of zakelijk zekerheidsrecht, hun vorderingen bij de curator moeten indienen, met, in het voorkomende geval, de opgave dat op een voorrecht of zakelijk zekerheidsrecht aanspraak wordt gemaakt. Aan schuldeisers met een vordering uit hoofde van verzekering vermeldt de kennisgeving voorts welke de belangrijkste gevolgen van de faillietverklaring voor de overeenkomsten uit hoofde van verzekering zijn, en de rechten en verplichtingen van de verzekerde en anderen in verband met de overeenkomst van verzekering.



Artikel 213jKennisgeving geschiedt in officiële taal lidstaat

1.De kennisgeving, bedoeld in artikel 213i, eerste lid, aan een bekende schuldeiser met gewone verblijfplaats of woonplaats in een lidstaat, die een vordering uit hoofde van verzekering heeft, geschiedt in een officiële taal van die lidstaat.

2.De kennisgeving, bedoeld in artikel 213i, eerste lid, aan een bekende schuldeiser met gewone verblijfplaats of woonplaats in een lidstaat , die een andere vordering heeft dan de vordering, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in het Nederlands met een formulier dat in alle officiële talen van de Unie het opschrift draagt «Oproep tot indiening van schuldvorderingen. Termijnen».

3.Elke schuldeiser met gewone verblijfplaats of woonplaats in een lidstaat kan zijn vordering en schriftelijke opmerkingen betreffende zijn vordering indienen in een officiële taal van die lidstaat met een verklaring met als opschrift in de Nederlandse taal «Indiening van een vordering», onderscheidenlijk «Indiening van opmerkingen betreffende een vordering».



Artikel 213kCurator stelt schuldeisers regelmatig in kennis

1.De curator stelt alle bekende schuldeisers regelmatig op passende wijze in kennis van in ieder geval het verloop van de procedure.

2.de Nederlandsche Bank N.V. stelt de toezichthoudende autoriteiten van de andere lidstaten die zulks verzoeken in kennis van het verloop van de procedure.



Artikel 213l
[Vervallen per 01-01-2007]

-

De faillissementswet is voor het laatst geactualiseerd op: 11 maart 2015.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl