- rechtspraak
Datum uitspraak: 27-07-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Krachtens artikel 1 Faillissementswet (hierna: Fw) kan een schuldenaar die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen op eigen aangifte in staat van faillissement verklaard worden.
Bij de beoordeling van het gedane verzoek (de eigen aangifte) en het belang van verzoekster bij de uitoefening van de bevoegdheid daartoe neemt de rechtbank het volgende in overweging.
a. Het algemene uitgangspunt en stelsel van de Fw gaat uit van een: verdeling van het vermogen onder de gezamenlijke schuldeisers. Daaruit wordt afgeleid dat er steeds sprake moet zijn van meerdere schuldeisers (pluraliteit) doch impliciet wordt daarmee ook aangegeven dat er (enig) vermogen moet zijn of komen ter verdeling.
b. Dit uitgangspunt is ook terug te vinden in artikel 18 Fw dat er van uit gaat dat de schuldenaar verplicht is aan te tonen dat er voldoende baten zijn ingeval aangifte gedaan wordt nadat een eerder faillissement is opgeheven bij gebrek aan baten.
c. Artikel 288 lid 2 sub d bepaalt dat een WSNP toelatingsverzoek moet worden afgewezen, indien op de schuldenaar minder dan tien jaar daarvoor de schuldsaneringsregeling van toepassing is geweest.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl