- rechtspraak
Datum uitspraak: 19-08-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Bij de beoordeling van een verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad op grond van artikel 360, lid 2, Rv geldt als uitgangspunt de bevoegdheid van de verzoeker om tot tenuitvoerlegging van de beschikking over te gaan; het hof zal slechts tot schorsing van de tenuitvoerlegging beslissen als aannemelijk is dat de verzoeker misbruik maakt van deze bevoegdheid. Dit zal het geval kunnen zijn indien de te executeren beschikking klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien de executie op grond van na deze beschikking voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl