Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >



§ 8. Vormen van mondeling overleg

Artikel 39.Wetgevingsoverleg

1.Voor het houden van een wetgevingsoverleg heeft een commissie toestemming van de Kamer nodig. De Kamer besluit op voorstel van de Voorzitter en de eerste en tweede ondervoorzitter.

2.De commissie is niet bevoegd te besluiten tot maximumspreektijden bij wetgevingsoverleg. Wel kan de commissie beslissen dat leden die aan het overleg willen deelnemen de door hen gewenste spreektijd tevoren opgeven.

3.Van een wetgevingsoverleg wordt een stenografisch verslag gemaakt.

4.Tijdens een wetgevingsoverleg kunnen moties worden ingediend. Artikel 66 is van overeenkomstige toepassing.



Artikel 39a.Begrotingsoverleg

1.Elke commissie kan over de in haar handen gestelde begroting(en) een begrotingsoverleg houden.

2.Van het begrotingsoverleg wordt een stenografisch verslag gemaakt.

3.Tijdens een begrotingsoverleg kunnen moties worden ingediend. Artikel 66 is van overeenkomstige toepassing.



Artikel 40.Nota-overleg

1.Een commissie kan over een in haar handen gesteld stuk een nota-overleg houden.

2.Van een nota-overleg wordt een beknopt verslag gemaakt.

3.De commissie kan de Kamer verzoeken dat van een nota-overleg een stenografisch verslag wordt gemaakt. De Kamer besluit op voorstel van de Voorzitter en de eerste en tweede ondervoorzitter.

4.Tijdens een nota-overleg met stenografisch verslag kunnen moties worden ingediend. Artikel 66 is van overeenkomstige toepassing.



Artikel 41.Algemeen overleg

1. Een commissie kan over zaken die betrekking hebben op het haar betreffende beleidsterrein een algemeen overleg houden.

2. De agenda van een algemeen overleg wordt tevoren door een commissie vastgesteld en meegedeeld op het internet.

3. Van een algemeen overleg wordt een stenografisch verslag gemaakt.



Artikel 42.Mondeling overleg met rijksambtenaren

In een mondeling overleg kunnen met instemming van de desbetreffende minister inlichtingen worden verschaft door daartoe door de minister aangewezen ambtenaren.



Artikel 43.Plenaire behandeling na begrotingsoverleg

1. Voor de plenaire afronding van het begrotingsoverleg stelt de Kamer een maximumspreektijd per fractie vast.

2. De stemmingen over alle begrotingswetsvoorstellen en de bij die wetsvoorstellen ingediende amendementen vinden in samenhang plaats, bij voorkeur in één week.



Artikel 44
[Vervallen per 31-03-2004]


Artikel 44a.Plenaire behandeling na nota-overleg

1. De beraadslaging over een verslag van een algemeen overleg wordt alleen geopend indien een lid naar aanleiding van dat overleg een motie wenst in te dienen.

2. In afwijking van artikel 63, eerste lid, voert elk lid slechts eenmaal het woord.

3. In afwijking van artikel 64 bedraagt de maximumspreektijd per fractie twee minuten, met inbegrip van de benodigde tijd voor de indiening van moties.



Artikel 45.Samenloop vergaderingen

1. De dagen en uren waarop een overleg met stenografisch verslag als bedoeld in de artikelen 39, 39a en 40 zal worden gehouden, worden door de Voorzitter vastgesteld.

2. Er worden niet meer dan twee overleggen als bedoeld in het eerste lid tegelijk gehouden. Op tijdstippen waarop een vergadering van de Kamer wordt gehouden, kan slechts één overleg als bedoeld in het eerste lid worden gehouden.



Hoofdstuk VIII. De plenaire vergadering

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 46.Bijeenroeping

1. De Voorzitter roept de vergadering bijeen zo dikwijls hij dit nodig oordeelt. Voorts roept hij de vergadering binnen een redelijke termijn bijeen als dit door dertig leden schriftelijk, onder opgave van redenen, is verzocht, dan wel indien de regering de wens daartoe, onder opgave van redenen, te kennen geeft.

2. Indien het Presidium algemene richtlijnen heeft vastgesteld voor de dagen en uren waarop de Kamer doorgaans zal bijeenkomen houdt de Voorzitter daarmee zoveel mogelijk rekening.

3. De Kamer kan ook zelf besluiten op welke dag en welk uur zij weer bijeen zal komen, doch de Voorzitter blijft dan vrij in geval van onvoorziene omstandigheden de Kamer tegen een eerder of later tijdstip bijeen te roepen.

4. Voor elke vergadering worden de leden tijdig schriftelijk opgeroepen. Is dit niet mogelijk, dan kan de oproeping op andere wijze plaatsvinden. De oproeping vermeldt de te behandelen onderwerpen.



Artikel 47.Schorsing of sluiting van de vergadering

1.De Voorzitter kan de vergadering schorsen of sluiten, indien hij dit met het oog op de loop van werkzaamheden of ter handhaving van de orde wenselijk acht.

2.Tot het voortzetten van de vergadering na 23.00 uur wordt een besluit van de Kamer vereist.



Artikel 48.Presentielijst

Ieder aanwezig lid meldt zijn aanwezigheid voor het begin van de vergadering aan op de presentielijst. Later komende leden melden hun aanwezigheid eveneens aan op deze wijze.



Artikel 49.Quorum

De Voorzitter opent de vergadering indien op het uur van bijeenroeping meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden hun aanwezigheid op de presentielijst hebben aangemeld.



Artikel 50.Ontbreken van quorum

1.Indien op of kort na het uur van bijeenroeping het vereiste aantal leden niet tegenwoordig is, opent de Voorzitter de bijeenkomst en kan hij namen van de afwezige leden laten oplezen. Hij kan kennis geven van ingekomen stukken. Daarna stelt hij de vergadering tot een later tijdstip uit.

2.De namen van zowel de aanwezige als de afwezige leden worden in het officieel verslag van de Handelingen van de Kamer opgenomen; voor wat betreft de afwezige leden onder vermelding van de opgegeven redenen van verhindering.



Artikel 51.Zitplaatsen

1. Elk lid heeft een voor hem bestemde zitplaats in de vergaderzaal. Het Presidium wijst deze zitplaats aan. Het Presidium kan ook aan een fractie een bepaalde groep zitplaatsen aanwijzen en de verdeling daarvan aan de fractie overlaten.

2. Indien de Voorzitter het verzoekt nemen de leden hun zitplaatsen in.

3. Het Presidium zorgt dat voor de bijzondere gedelegeerden van de vertegenwoordigende lichamen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zitplaatsen beschikbaar zijn.

4. Het Presidium zorgt verder dat voor de ministers en personen die zij hebben aangewezen om zich in de vergadering te doen bijstaan, alsmede voor de Gevolmachtigde Ministers, zitplaatsen beschikbaar zijn.

5. Het Presidium kan zitplaatsen toekennen aan andere personen die door de Kamer zijn uitgenodigd.



Artikel 52.Spreekplaats

Ieder lid spreekt staande, tenzij de Voorzitter hem verlof geeft zittende te spreken, en van de spreekplaats, tenzij de Voorzitter toestaat, dat hij van een andere plaats spreekt.



Artikel 53.Ingekomen stukken

1. Alle sedert de laatste vergadering ingekomen stukken worden opgenomen in een lijst die gedurende de vergadering op de tafel van de Griffier ter inzage ligt. In deze lijst doet de Voorzitter voorstellen over de wijze van behandeling daarvan. De voorstellen zijn aan het einde van de vergadering aangenomen tenzij voordien door een lid bezwaar is gemaakt tegen een voorstel; in dat geval wordt over het desbetreffende voorstel door de Kamer beslist. De lijst en de voorstellen worden in het officieel verslag opgenomen.

2. De Voorzitter blijft bevoegd van die stukken welke hij daartoe belangrijk genoeg acht, in de vergadering mededeling te doen.

3. De Voorzitter kan ongetekende, onbegrijpelijke en beledigende stukken zonder nadere mededeling terzijde leggen.



§ 2. Regeling van werkzaamheden

Artikel 54.Regeling van werkzaamheden

1.De Kamer regelt haar werkzaamheden hetzij op voorstel van de Voorzitter, hetzij op dat van een lid.

2.Regeling van werkzaamheden vindt in het algemeen plaats bij de aanvang van de vergadering; de Voorzitter kan weigeren op andere tijdstippen een regeling van werkzaamheden aan de orde te stellen. Indien de Voorzitter voornemens is voorstellen tot regeling van werkzaamheden te doen, doet hij dit op de oproeping voor de vergadering vermelden, tenzij daartoe in verband met de vereiste spoed geen gelegenheid heeft bestaan.

3.Een lid dat voornemens is bij de regeling van werkzaamheden te vragen om een brief van de regering moet hiervoor tevoren de toestemming verkrijgen van de Voorzitter.



§ 2a. Het dertigledendebat

Artikel 54a.Het spoeddebat

1. Een dertigledendebat wordt gehouden indien een verzoek daartoe wordt gesteund door ten minste dertig leden.

2. Het verzoek geschiedt bij de regeling van werkzaamheden onder aanduiding van het onderwerp van het dertigledendebat.

3. De Voorzitter bepaalt de dag waarop het dertigledendebat wordt gehouden.



§ 2b. Rapportage over interparlementaire vergaderingen

Artikel 54b.Rapportage over interparlementaire vergaderingen

De voorzitters van delegaties die hebben deelgenomen aan internationale interparlementaire vergaderingen rapporteren schriftelijk aan de Kamer over hun bevindingen.



§ 3. De beraadslaging

Artikel 55.Spreken in de vergadering

1.Geen lid voert het woord dan na het aan de Voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben. De Voorzitter verleent het woord in de volgorde, waarin het is gevraagd, tenzij de Kamer anders besluit. De leden kunnen zich als spreker op de daartoe bestemde sprekerslijst laten inschrijven zodra de Voorzitter heeft medegedeeld voornemens te zijn het onderwerp aan de orde te stellen, dan wel de Kamer, al dan niet onder voorbehoud, heeft besloten het onderwerp aan de orde te stellen.

2.Indien ministers, personen die zij hebben aangewezen om zich in de vergadering te doen bijstaan, de Gevolmachtigde Ministers of de bijzondere gedelegeerden het woord verlangen, verleent de Voorzitter dit niet dan nadat de spreker die aan het woord is zijn rede heeft beëindigd.

3.Indien de Voorzitter het woord wil voeren over het onderwerp dat aan de orde is, tenzij dit nodig is voor de uitvoering van de hem opgedragen taak, verlaat hij de voorzittersstoel. Hij neemt die niet weer in zolang het onderwerp aan de orde is.



Artikel 55a.Deelname aan de beraadslaging

1.De Kamer kan besluiten dat in Nederland gekozen leden van het Europees Parlement worden uitgenodigd om inlichtingen te verstrekken en daartoe deel te nemen aan de beraadslaging over een aan de orde gesteld onderwerp.

2.De Voorzitter wijst de zitplaats van deze leden aan.

3.De Voorzitter bepaalt de plaats op de sprekerslijst van deze leden.

4.De Kamer kan maximumspreektijden voor de bijdrage van deze leden vaststellen.

5.Artikel 57 is van overeenkomstige toepassing.



Artikel 56.Persoonlijk feit; voorstel van orde

1.De volgorde van de sprekers kan worden verbroken, wanneer een lid het woord vraagt over een persoonlijk feit of over de orde.

2.De Voorzitter verleent het woord voor een persoonlijk feit niet dan na een voorlopige aanduiding van dat feit. De beslissing of iets een persoonlijk feit vormt berust bij de Voorzitter.

3.Een voorstel van orde kan worden gedaan hetzij door de Voorzitter, hetzij door een lid.

-

Het reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is voor het laatst geactualiseerd op: 23 januari 2017.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl